NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 82. 1904. Zaterdag 9 April 18e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISeH Bij iit maiiner Mirt een Bijnepe REÖLmËsT~"~ VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, 1e Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IJK. öijs PaascSfeest eo de Cliristelêjie School. Tommy Brown-des Dronkaards Jongen. Alweer een. elken MAA1DAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per de maanden franco p. p. 0,95. Enkele nuimers0,026. UITGAVE DER FIRMA en' van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Kortgene, 11 Apl. Wissenkerke, 12en 13 April. Colijnsplaat, ookvoor Cats, 14 on 15 April v. m. Paschen en Cbrütelgk onderwijs be- hooren bij elkandk Het groote feit der verrijzenis des HfAer, bron en waarborg van behoudenis er eeuwig leven vooréeder mensch overtedragn van geslacht tot ge slacht is de dure roeping des Christen?, evenzeer in schoo als in kerk geconcen treerd. Ten derden dag< opgestaan is het over- heerschend feit ii het leven van Jezus voor de geloovige, kern en middelpunt van geloofsovertuij.ng en mitsdien ook van geloofsbelijder. Welk aandeel d christelijke school in ons land heeft aJ het verbreiden van deze heilswaarhei. wordt ons in deze Paaschweek in 't jjzonder herinnerd door het vijf- en twintgjarig jubileum dat de Unie »een School mi den BijbelDonderdag in Utrecht mocht ieren. Dat in ons vaèrland thans een chris telijke regeering atelt, dat de bestrijders der opstandingsleeivoor belijders allerwegen hebben plaats gmaakt dat op het Christelijke opstamingsfeest, het evangelie der opstanding wodt verkondigd, ook daar waar het nog niet lang geleden bestreden werd, dat is wit zal zeggen voor hoe veel vrucht van ie Christelijke School. Dat er een hervomings-arbeid met toe nemende kracht en talrijker personeel is kunnen ondernomen worden door separatie, evangelisatie en doeantie, dankt het ge loovige Nederland h;t niet aan de Christe lijke school? Dat voor menigee?. weder vastheid van overtuiging, weerstandsvermogen en ideale zin is gekomen in o8 plaats van een po- FEÏÏILLET03J. Onderstaande war>> gebeurtenis verhaalt de (Amerik.) Hope »Hoe is uw naamj?" vroeg de onder wijzeres. «Tommy Btown, mevrouw, ant woordde de jongen. Hij was een aandoenlijk figuur een dun gezichtje, groote holle oogen, en bleeke wangen, die duidelijk van onvoldoend voed sel getuigden. Het pak kleeren, dat hij aanhad, waB blijkbaar voor iemand anders gemaakt geweest. Het was versteld met lappen van ver schillende kleuren. Zijn schoenen waren oud, zjjn haar in den nek recht afgesneden, zooals ongeoefende vrouwen soms jongens' hun haar snijden. Het was een gure dag, maar hij droeg geen overjas, en zijn bloote handen waren rood van de koude. «Hoe oud zijt gij, Tommy?" «Negen jaar, komende April, 'k Heb thuis leeren lezen, eD ik kan een beetje rekenen". »Wel, het is tjjd voor u om met school gaan te beginnen. Waarom zijt gij niet eerder gekomen De jongen draaide zijn pet in zijne han den en antwoordde niet dadelijk. Het was een voddige pet, met kale randen, en haar oorspronkelijke kieur was niet te herkennen. Eindelijk zeide hij »Ik ging nooit naar school omdat omdat wel, moeder neemt wasschen in huis en zij kon mij niet missen. Maar zusje is nu groot ge- noegom te helpen, en zij past ook op dekleine." Het was nog geen tijd om de lessen te beginnen. De jongens stondon rondom de onderwijzeres en den nieuwen scholier. Jorwijl bjj zjjn verwarde verklaringen sitie, ons 't best geteekend door het riet van den wind ginds en weder bewogen, is 't mede met door de Christelijke school nu reeds op meer dan zes honderd plaatsen in ons land verrezen? Zou het te veel gezegd zijn als we be weerden dat de Christelijke school voor ons volk, in geasteljjken zin, de opstanding uit den dood van twijfel en ongeloof bracht? In ieder geval was zij daartoe een krach tig hulpmiddel, en te herdenken aan dit krachtige hulpmiddel in deze dagen die zich daartoe om verschillende redenen eigener, is niet alleen een plicht maar ook een aangename taak. We herdenken een kwarteeuw van voort- gaauden strijd, na een halve eeuw van hevigen strijd om het bezit van een geeste lijk kapitaal welks rente bestaat in karakter meer dan in talent, in geestelijke kracht meer dan in stoffelijk vermogen, in ge zondheid meer dan in knapheid, in beperking meer dan in overdrijving, in finantiöele ge lijkheid in plaats van in bevoorrechting. Met gelijke wapenen ten strijde toege rust durven we hopen dat de overwinning aan de zijde der Christelijke school zal zijn. Ook nog uit een ander oogpunt was de Paaschweek van beteebenis voor het chris telijk onderwijs. De Paaschweek deed het christelijk on derwijs in de herinnering leven, maar ook deze Paaschweek en vele vorige en vele komende zal het christelijk onderwijs doen voortleven, want dan beginnen dejaarlijk- sche acte-examens voor het lager onderwijs. In menig huisgezin wordt de Paaschweek met blijde verwachting ook wel eens met zorg tegemoet gezien omdat zoon of dochter zich aan het examen te onder werpen heeft. En a's de zorgen voor het examen voorbij zijn dan doet zich, althans in Zeeland, het verschy'nsel nog niet voor dat de candidaat bij het christelijk onder wijs geen plaats vinden kan. Teoordeelen naar de oproepingen van sollicitanten in onze christelijke schoolbladen is er ook buiten Zeeland meer gebrek dan overvloed voor de christelijke school. gaf lachten sommigen, en een van hen riep uit: »zeg Tommy, waar is je kraagje En een ander zeide «je moet 's nachts wel in een voddenzak slapen, naar je kleeren te zien I Eer dat de onderwijzeres hen kon stil len had een' andere jongen medegedeeld dat de vader van den nieuwen jongen oude Sy Brown was «die altijd zoo dronken was als een vioolspeler." Het arme kind zag zijne plagers aan als een gejaagde. Daarop eer dat de on derwijzeres hem tegen kon houden vloog hij met een bedwongen kreet uit de kamer, uit het gebouw, de straat op, en werd niet meer gezien. Met een ontroerd hart keerde de onder wijzeres tot haar werk. Den geheelen dag bleef dat jammerlijk gezichtje van dat kind in hare gedachten, 's Nachts zag zij het in hare droomen. Zij kon er zich niet van ontdoen. Zjj vond uit, waar hij woonde, en met een andere dame ging zij om hem te bezoeken. Het was op een zolder in een onde woning nabij de rivier. Toen zij binnenkwamen konden zij eerst van de wasem der wasch bijna niets onderscheiden. Een vrouw stond bij de waschtobhe. Toen zij binnenkwamen, droogde zij hare handen aan haar boezelaar en trad voor waarts om hen te ontmoeten. Op een lusteloozen toon verzocht zij hen plaats te nemen, en zelf een stoel vat tende, zeide zjj«Zusje, geef mij de kleine". Een klein meisje, kwam uit den don keren hoek van de kamer met een kind hetwelk zij op moeders schoot nederlegde. Het kind had dezelfde holle oogen van kleine Tommy. «Uw kleine ziet er niet sterk uit," zeide een van de dames. «Neen mevrouwzjj is niet wei. Ik moet hard werken, en ik geloof dat het Naarmate het christelijk onderwijs meer gelijk berechligd wordt als het openbare, breidt het zich hoe langer hoe krachtiger uit, want dat blijkt in toenemende mate, de meerderheid onzes volks is van neu traliteit niet gediend. Ziet maar het toe nemend cijfer christelijke scholen, verrezen op plaatsen waar vroeger geen denken aan was om de hooge kosten, en nu mogeljjk gemaakt door de verhoogde rijksbedrage. Én als bij de komende schoolwetswijziging onder bet huidig Ministerie nog betere bestaansvoorwaarden voor het christelijk onderwijs verkregen worden, dan zal het zich zeker nog veel meer uitbreiden, De Paaschweek is das daarom van be- teekenis voor menig huisgezin in ons mid den, maar ook voor het christelijk onder wijs in 't gemeeD, omdat dan de arbeiders worden uitgezonden die dat deel van des Heeren wijngaard bearbeiden tot uitbrei ding van zijn koninkrijk en tot heil des volks. De oogst is groot on de arbeiders zijn niet weinigen, maar toch ook nog niet te veel. Daar is nog plaats. Ik was ten einde raad, zoo schreef ons Mej. H. Vermey wonende te Nes aan den Amstel, zoo werd ik voortdurend geplaagd door hevige hoofdpijnen die mij alle lust en moed tot werken ontnamen, wat ik er ook voor aangewend had, niets mocht mij baten. Het werd van dag tot dag erger, tot dat mijne zuster mij zeide, meid, je moest eens een doos Pinkpillen gebruiken ik heb er zooveel van gelezen dat ik er bepaald een redmiddel voor je inzie. Ik had er wel tegenzin in maar ik liet mjj beprateD, en ik betreur het nie', reeds den derden dag gevoelde ik mij beter ik zette de behandeling voort, volgens de voor schriften die in de gebruikaanwijzing zijn aangegeven en de beterschap nam van dag voor haar nadeelig is en de vrouw hoestte, terwijl zij haar kind aan de borst hield. «Waar is Tommy, uw jongetje," vroeg een der bezoeksters. «Hij is daar, op bed", antwoordde do moeder. «Is hij ziek?" «Ja, en do dokter denkt, dat hij niet weer beteren zal." En daarop legde do moeder haar hoofd tegen het gezichtje van haar kleine, terwijl de tranen over hare dunne verwelkte wangen rolden. «Wat scheelt hem?" «Hjj is nooit sterk geweest, en heeft te hard moeten werken met water dragen en mij te helpen de tobben lichten en zulke dingen." «Is zijn vader dood «NeeD, hij is niet dood. Hij was vroeger een flink werkman, en wij hadden het goed. Maar alles dat hij nu verdient en dat is weinig gaat weg voor drank. Als hij mij het weinigje maar liet behouden dat ik aan de waschtobbe verdien. Maar de helft van den tijd neemt hij het van mij weg en de kinderen lijden honger." Haar kleine was in slaap gevallen. «Tommy was dol op naar school gaan. Ik kon hem vóór deze winter niet missen. Hij dacht als hij wat leerde dat hij dan zusje en de kleine en mij zou kunnen on derhouden. Hij wist dat hij nooit hard werk zou kunnen doen. Daarom verstelde ik zijn kleeren zoo goed als ik kon, en verleden week ging hij naar school. Ik vreesde dat de jongens hem zouden uitlachen, maar hij meende, dat als zij bet- deden hij het wel zou kunnen uitstaan. Ik keek hem in de deur na. Ik kan nooit vergeten hoe het kleine kereltje er uitzag," zeide zij, terwijl de tranen haar ontrolden «zjjn opgelapte kleeren, zijn oude schoenen, zjjn voddige pet, zjjn arme angstige blik, tot dag toe. Met lust en opgeruimdheid begaf ik mij naar mijn werk het zwakte gevoel dat ik voorheen in mjjne beenen ondervond verdwoen, en thans gevoel ik mij zoo welvarend dat ik bljj ben mijne zusters raad opgevolgd te hebben. Ik raad dan ook een ieder aan zoowel jong als oud de Pinkpillen te gebruiken, want zjj hebben mjj een geheel nieuw leven bezorgd. Gij kunt overtuigd zijn dat als het niet zoo was ik deze verkla ring niet zou geven want een ieder in mijne omgeving staat verstomd over de krachtdadige uitwerking van dit genees middel. De Pinkpillen zijn eveneens een kracht dadig middel tegen alle ziekten voort komende uit den slechten toestand van het bloed, zooalsbloedarmoede, bleekzucht, algemeene zwakte, moedeloosheid, rheuma- tiek, heupjicht, zenuwpijnen, zij zijn een uitstekend middel tot regeling der vrou wen en bewijzen groote diensten tot de ontwikkeling van den jongeling en van het jonge meisje. Moeders verontacht- zaamd niet dit middel bij de vorming uwer jonge dochters aan te wenden, gij zult U voorvele zwarigheden vrijwaren. Prijs f 1.75 de doos, f 9per 6 doozen. Verkrijgbaar bij. Snabiliö, Steiger 27, Rot terdam. Hoofd-depothouder voor Nederland en Apotheker. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Middelburg en omstreken bij JOH. DE ROOS en voor Goes en omstreken bij Qebr. MULDER, Drogerijen en Verfwaren. 8 April 1904. De Middelbargsche Courant van Vrijdag avond bevat een hoofdartikel, natuurlijk aangevuld met een stuk uit de Arnhemsche Courant, en waar boven staat „Een baker praatje"; een naam die ons voorkomt vrij goed gekozen te zijn. In genoemd „Een bakerpraatje" wordt tegenover het vermoeden van de Standaard als zou de in Pers en Kamer op eenmaal zoo eenparig opgekomen, in felheid toege nomen strijd tegen het Hooger Onderwjjs- ontwerp met invloeden van de Loge in Toen hij het erf afging keerde hij om en riep naar mij«wees niet ongerust, moederik zal er niets om geven wat de jongens zeggen." Maar hij heeft er wel om gegeven. Het duurde geen uur of hij was weer terug. Ik geloof dat het hart van het kind ge broken was. Ik meende dat het mijne jaren geleden brak indien dit zoo is ge weest, dan brak het opnieuw dien dag. Ik kan zelf bijna ieder ding uitstaan maar o, ik kan 't niet uitstaan om mijne kinderen zoo te zien lijden I" Hier brak zij uit in een vlaag van kramp achtig geween. Zoodra zij weer met eenige kalmte kon spreken, ging zij voort: De arme kleine Tommy schreide den geheelen dag. Ik kon hem niet vertroosten. Hij zeide dat het niet baatte om iets te probeeren. Menschen zouden hem maar uitlachen omdat hij een dronkaards jongetje was. Ik trachtte hem tot bedaren te ferjjgen voor dat mijn man thuis kwam. Ik zeide dat zijn vader boos zou zijn als hij hem zag schreien. Maar het hielp niet. Het scheen dat hij niet kon ophouden. Zijn vader kwam en zag hem. Hjj zou het niet hebben gedaan als hij niet aan 't drinken was geweest. Hjj is geene booze man als hij nuchter is. Ik heb weerzin om het te vertellen, maar hij sloeg Tommy. En het kind viel en stootte zijn hoofd. Misschien was hij toch wel ziek geworden. Maar ach, mijn arm jongetje Mijn ziek lijdend kind", schreeuwde zij. «Hoe kunnen mannen vergunnen om iets te verkoopen dat den onschuldigen zulk lijden veroorzaakt". Een klein stemmetje sprak van het bed. Een van de dames ging naar hem toe. Daar lag hjj arm hulpeloos slachtoffer 1 Zjjn gezichtje was koortsachtig, maar de verband staan, vastgesteld dat het „hoofd bestuur der Orde van Vrijmetselaren iu Nederland" in dezen geen schuld heeft. Bij deze verklaring had de Middelburgeche Crt. het nu moeten laten. Doch zie, nu knoopt zij er nog eens haar bekende bakerpraatje van jaren ge leden aan vast dat ook wijlen mr. Keuche- nius en jhr. De Jonge leden van de Logo geweest zijn. Men weet het bakers hebben een goed geheugen en kunnen zoo onderhoudend uit den goeden ouden tjjd verhalen. Ook in dit opzicht voldoet het verhaal van de Middelburgeche aan het opschrift van haar hoofdartikel. Mon moet namelijk weten dat mr. Keu- chenius op 20-jarigen leeftijd dus in 1842 in een korte liberale periode, op aandrang zijns vaders, lid der loge is ge worden, en reeds twee jaren daarna zich voor goed aan de vergaderingen, den in vloed en de sympathieën der Loge heeft onttrokken. En van jhr. De Jonge weten wij dat hij, insgelijks in zijn liberale jaren, lid der Loge is geweestdoch na zijne bekeering, dat is stellig reeds vóór 1864 zich met de Loge niet weer heeft ingelaten. Dat de Loge deze leden misschien niet heeft geroyeerd, dat bljjve voor haar ver antwoording, maar de nagedachtenis van deze twee edele antirevolutionairen late men om hare eere op te houden, liever maar ongerept. Immers tot hun dood toe zjjn zjj door de partij, die vele vrijmetselaars in hare gelederen teP, het meest gesmaad en be streden en de Middelburgeche Courant welks hoofdredacteur zelf tot de Loge behoort, weet daar 't best van mee te spreken. Zij denke maar eens aan den „vlieger die niet opging". Weg met het ministerie-Kuyper. Dat is de leus der revolutionairen van allerlei slsg en zal ongetwijfeld de leus zijn der verbonden anti-ohristelijken. Ook der sociaal democraten. Men ziet het al aankomen. holle oogen stonden helder. Er was een lange paarsche streep over zjjn voorhoofd. Hij bedekte haar met zjjn uitgemagerd handje terwjjl hjj zeide «Vader zou het niet gedaan hebben als hjj niet dronken was geweest". Toen zeide hjj met zjjn zwak stemmetje half fluisterend J»Ik ben blij dat ik ga ster ven. Ik ben toch te zwak om moeder te helpen. In den hemel zullen de engelen mij geen dronkaardsaind noemen en den gek niet steken met mjjn kleeren. En misschien als ik daar ben waar God is kan ik Hem blijven herinneren aan moeder en zal Bjj het gemakkeljjker voor haar maken." Toen keerde hjj zich even om, en zeide met nog zwakker stem: «Eens zullen zjj niet meer toelaten dat de kroegen open blijven. Maar ik vrees dat mjjn arme vader voor dien tijd dood zal zjjn." Toen sloot hjj zijne oogen van vermoeid heid. Den volgenden morgen scheen de zon op het levenlooze aangezicht van Tommy. Hjj was slechts een der menigten. Er zjjn er honderden hem gelijk, in dichtbe woonde steden, in dorpen en op het land. Arme martelaren, wier tranen ongezien blijven, en wier gekneusde lichamen en gebrokene harten getuigen van de ver hittingen door sterken drank. En toch zeggen sommigen dat de handel in sterke drank behoort vergund te wor den en zelfs sommige leden van Christus' gemeente strijden voor het vrjje gebruik vau wjjD en sterken drank. Jezus zeide eens «Zoo wie een van deze, die in mij gelooven, ergert het ware hem nutter,dat een molensteen aan zijnen halBge hangen, en dat hij verzonken ware in de diepte der zee."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1