NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 78. 1904 Dinsdag 29 Maart. 18e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH De stemming te Goes. J. DE JONGE J. YISSER Az. J. DE JONGE Jz J. VISSER Az. De ïeluwe in 1750. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN FEUILLETON. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Met een enkel woord vestigen wij de aandacht op de stemming voor twee leden van den gemeenteraad te Goes Afgetreden zijn, tusschentjjds, de heeren J. J. Ramondt en J. J. Ochtman. Zij waren in den Raad de twee be- bwaamsten. De heer Ramondt was daarbij in het dagelijksch bestuur de ervaren3te, wak kerste en meest gewaardeerde werkkracht. Bij hun heengaan brengen ook wij gaarne hun den tol onzer hulde voor hetgeen zij gedurende een kwarteeuw ten bate der gemeente hebben verricht. Nu stellen wij er prijs op dat hunne zetels door twee ernstige, bekwame mannen worden ingenomen en vestigen hiertoe de aandacht op de candidaten der christelijk historische kiesvereenigingen. Voor de vacature-Ramondf, aftreding 1905, gele leaartbevelen wij den heer aanen voor de vacature-Ochtmar, aftre ding 1909, is de heer onze man. Wjj durven gerusteljjk verklaren, zon der iets te kort te doen aan de talenten van aan de overzijde aanbevolenen, dat wij hier hebben een stel knappe, eerlijke, dienst vaardige mannen, met wier verkiezing de gemeente en de burgerij zouden zijn te feliciteeren. DE JONQE betoonde zich een man van het woord, van het flinke advies, van het initiatief, en van de kloeke daad, in meer dan één kring waar wjj hem zagen optreden. VISSER is een jonge man, die met groote bescheidenheid, doch ook met beslistheid, de belangen der burgerij in onze Raadszaal bepleiten, en die der gemeente krachtig steunen zal. Wjj vragen met vrijmoedigheid uw aller steun op Donderdag a. s. voor geel biljet wit biljet. 28 Maart 1904. Wij hadden verband verondersteld tus- schen de Elster-beweging tegen de jongste Kamerverkiezing en de uit te brengen stem van den veriozene voor de flooger Onder wijswet. Wij merkten schertsend op dat de lelie blanke onschuld des mensehen verbood dit uit te spreken. 9. (Eene bladzijde uit de Vaderlandsche Kerkhistorie.) Ondanks den feilen tegenstand van toon gevende mannen, breidde zich de geeste lijke opwekking allengs over de Veluwe uit. Eerst in de buurt van Nijkerk in de omliggende dorpen Putten, Barneveld, Hoe velaken, Kootwijk, Voorthuizen, Lunteren en Nunspeet, weldra ook te Soest en Amers foort, zelfs tot Naarden en Huizen toe. In het voorjaar van 1751 sloeg de beweging naar Groningen over. Door het vereenigd krachtig optreden der predikanten werden de ongeregeldheden en wanordelijkheden aldaar spoedig onderdrukt en gestuit. Ook Friesland bleef niet vrij. Het be gon daar in de buurt van Gorredjjk. Eenige lieden uit dit dorp hadden de zoogenaamde brandende braambosch te Nijkerk bezocht en de gevolgen waren niet uitgebleven. Van uit Friesland sloeg de bewegiDg naar Drenthe over. Vooral was ze merkbaar te Diever, Vledder, Dwingeloo, Ruinerwold en niet het minst te Hoogeveen, waar zo De Ooesche Courant, zeker in de meening dat wjj de duivenonschuld harer partij op het oog hadden, scheldt onze opmerking „min", en gewaagt van „insinuaties" door welke op te nemen wij „rang en plaats nemen tusschen bladen als Argus en Aymodee". Een uitval die te denlen geeft. Intusschen drukken wij het volgende berichtje af uit de Nieuwe Rotterd. Courant, een liberaal blad, kleur Ooesche „Valburg. De vrijzinnige kiesver- eeniging Valburg (kiesdistrict Eist) heeft besloten geen candidaat te stellen voor de a. s. verkiezing voor een lid der Tweede Kamer, aangezien het doel, beoogd met de vorige candidaatstellingden heer Van Wijnbergen niet te doen mee stemmen over de Wet op het Hooger Onderwijs, bereikt is". Sapienti sat. Voor den wjjze voldoende. Daar spreekt nog al eens onkunde uit de voorstelling die de liberale pers van ons leven geeft. 'tls te begrijpen. Ge vergist u, zal menigeen zeggen't is kwade trouw. Oordeoio alzoo wio dat meent te kunnen verantwoorden. Wij meenen met zachteren vorm te kun nen volstaan. Is het geen onkunde, als men slag op slag in de liberale pers de voorstelling vindt alsof dr. Vos aanvoerder was van een deel van het groote leger dat de stembus-overwinning in 1901 voor de rech terzijde heeft bevochten Daar is nu totaal niets van aan. Verbeeldt u dr. Vos, dr. Bronsveld en heel die schare van naneven der oude Regenten stemmen voor een doleerende of afgescheidene of Roomsche 1 Daar is geen mensch onder ons die het gelooft. Toch is dit vuurtje van nat stroo door heeren predikanten aangestoken weder van groote beteekenis voor de ontwikkeling van ons nationaal leven. Daar moet nu eenmaal scheiding komen tusschen hen die gelooven en hen die weten willen. De belijder van het Woord Gods heeft nu eenmaal een andere taak te vervullen dan hij wiens idealen in po litiek zijn ondergegaan, en die met bere kening den hemel tracht te verdienen. En wie zich welbewust afwendt van het beginsel dat hem niet dienen kan verdient de beschuldiging van kwade trouw niet. Men late zich door het rumoer en de on kunde niet van de wijs brengeD. Ook onder de geloovige Hervormder, ook onder de predikanten zijn tal van mannen die eerlijke en oprechte samenwerking in het christelijk leven voor land en volk zoeken, en zich niet door politiek of per- groote afmetingen aannam, tot oproer oversloeg, zoodat zelf de magistraat er aan te pas moest komen. Hetzelfde gebeurde te Zwarsluis. In den herfst van 1751 begon de op wekking zich met kracht te openbaren te Werkendam, van waar ze verder ging naar Dubbeldam, Sliedrecht, Alblasserdam, Streefkerk, Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf, Giessendam, Giessen, Nieuwkerk, Pajf>en- drecht en Hardinksveld. In het voorjaar daarop werd het geheele land van Putten, inzonderheid Pernis, in rep en roer ge bracht. Overal werden dezelfde verschijn selen waargenomen, doch in verschillenden graad en duur. Evenals te Nijkerk kwamen ook hier tal van bezoekers uit de omliggende plaatsen, zelfs van uit 's Gravenhage, om het werk der opwekking meer van nabij gadeteslaan en in den zegen der opwekking te deelen. Velen zagen in het »beroeringswerk", eene krachtdadige werking van den H. Geest, die over de doodige en kwijnende vader landsche kerk opstond, om haar nieuw leven intestorten en haar te bezielen tot eene grootsehe taak. Anderen zagen meer op de toevallige soonlijke kwestiön laten beïnvloeden. Dat zijn de stillen in den lande, de man nen die geen. protest-vergaderingen bijeen roepen en geen journalisten zjjn. Maar als hun hart een oogenblik balan ceert dan slaat de evenaar toch altijd door naar de zijde van hen die in den politieken, socialen en nationalen strijd en arbeid met de geloovigen wenschen één te zijn. Dat kan nu eenmaal niet anders. Toch zjjn er ook die van ons uitgaan, want ze waren uit ons niet. Tragisch is het en blijft het als ge met gejubel door uwen vijand begroet ziet wie eertijds met u optrok, en pjjnljjk doet u het heengaan aan. Maar toch het altijd protesteerend, altijd noode volgen heeft ook een schaduw zijde, werkt verlammend. Weer een stap verder en op nieuw wordt de atmosfeer wat zuiverder. Wie volgt Te Oudelande is door het bestuur der School met den Bijbel terrein met een woonhuis aangekocht en denkt men binnen niet te lang tijdsverloop dezen zomer over te gaan tot het boy wen. van een school. Den tijd in aanmerking nemende verleden jaar in Juli voor het eerst begonnen de hand aan den plo9g te slaan, mag men zeggen: waar men op het gebied van bjj- zonder schoolonderwijs altijd zeer saai in dezen hoek is geweest, men nu is begon nen, en flink heeft aangepakt. Mogen ook eerlang Wolfertidjjk, Heinkenszand, Ril land, vooral Hoedekenskerke volgen. Voor hen, die nieuwsgierig zijn te we ten, hoe wijlen Nioolaas Beets, de schrij ver van de Camera Obscura, aan den naam Hildebrand kwam, is wellicht het onder staande belangrijk. Ds. Donner, gereformeerd predikant te Amersfoort, moest tjjdens hij Btudent was, een opstel inleveren over Beets' meester werk, de Camera Obscura. Met den naam Hildebrand zat de candidaat wel wat ver legen. Hoe de schrijver toch aan dien naam kwam Niemand, die het wist. Dan maar de stoute schoenen aange trokken en bij den vriendelijken auteur zeiven aangeklopt. Weldra ontving de verlegen student het volgende schrijven. „Gaarne aan uw beleefd verzoek wil lende voldoen, heb ik mij onmiddellijk tot Hildebrand gewend, om hem te vragen, hoe hij aan zijn naam kwam. Hij wist het zelf niet. Van den Paus van dien naam had hjj niet veel; en het Hildebrands lied was hem eerst later bekend geworden. Het schijnt een greep in 't wilde geweest te zijn, en omstandigheden, welke er mee gepaard gingen, als schreeuwen, klagen en zuèhten ale anderszins, en werden daardoor meer geneigd om in navolging van prof. v. d. Honert al het voorgevallene te misprijzen, zoo niet te bespotten. Slechts enkelen waren er, die met be zadigdheid over de ontstane beweging in den lande spraken en mitsdien zeer voor zichtig waren in hun oordeel. Gewoon lijk waren deze lieden het meest objectief in het verhaal van hetgeen zij hier en daar gezien en gehoord hadden en daarom wel het meest betrouwbaar. Laten wij u tot besluit zulk een onpar tijdig verhaal mogen geven. Het is uit de gedenkschriften van een oor- en ooggetuige, een ouderling van de kerk te Voorburg, een eenvoudig en op recht man, die in den nazomer van 1752 met zijne vrouw opzettelijk van uit ïijne woonplaats naar Pernis reisde, om mede getuige te zijn van de opwekking, welke daar in vollen gang was. Het eenvou- Eenen Wandelaar naar den Heemel of het heilig leeven en zalig sterven van Johannis Wassenaar,in zijn leeven Ouderling vandeGods gemeente te Voorburg, 's Gravenh. 1770. hij was er maar half mee tevreden. Ziedaar alles wat ik u melden kan. Moge uwe onwetendheid op dit punt u niet schaden bij het examen, waarop u een in alle opzichten blinkend succes toe- wensch." Deze brief van Beets behoorde onder de nagekomen papieren en documenten van de Beetstentoonstelling door Dr. Dyserinck's initiatief dezer dagen tot stand gekomen. Lessen uit de Spoorwegstaking. Het is nu een jaar geleden dat we leefden tusschen de eerste en tweede spoorweg staking. Van socialistische zijde werd indertijd voorgesteld den 31en Jan. al 3 een herin- neiingsdag te gedenkenwijselijk heeft men van die zjjde daarvan afgezien. Maar al heeft men zoo van die zijde om makkelijk te begrijpen reden afgezien om de staking in de herinnering levendig te houden, daaruit volgt nog niet dat het onzerzijds ook gewenscht zou zjjn daar niet meer aan te denkenintegendeel is het zeer gewenscht om van tijd tot tijd die zaak nog eens duidelijk voor oogen te stellen, omdat men langzamerhand tracht de ware beteekenis en de ware aanleiding tot die staking te verdonkeremanen en wij als Antirevolutionairen en mitsdien als Christ.- Historïschen de historie gaarne zui ver houden. Zoo ongeveer sprak de heer Mekking dezer dagen te Oosterbeek, en komende aan de staking zelf behandelde hjj die in een tiental lessen, n.l. le. Dat de stakingen niet altijd gaan om wegneming van grieven onder de sta kers zelf. 2 e. Dat het echte solidariteitsgevoel er bij de georganiseerde arbeiders dunnetjes opzat. 3e. Dat de S. D. A. P. en de Anarchis ten, hoeveel verschil er in theorie moge bestaar, het in de praktijk best met elkan der konden vinden en dat in de stakings dagen de anarchisten anarchist zijn gebleven en de socialisten anarchist zijn geworden. 4e. Dat d« pers, staande in dienst van het Comité van Verweer, de arbeiders door gemeene leugens tot staking heeft trachten aan te sporeD. 5e. Dat de leiders met de belangen van de arbeiders hebben gespeeld, omdat ze tot staking aanspoorden a. hoewel ze wisten dat aan de or ganisatie alles ontbrak. b. omdat ze schoone beloften deden waarvan ze wisten, dat die niet vervuld konden worden. c. omdat ze, vooruit wetende dat het doel der staking niet zou worden be reikt, toch tot staking aanspoorden. 6e. Dat de leden van de S. D. A. P. zich zelf buiten de zedelijke gemeenschap dig, ongekunsteld verhaal, spreekt voor zich zelf. »Reeds eenigen tijd, zegt de schrijver, ben ik zeer begeerig geweest, om eens oor- en ooggetuige te zijn van dat werk, hetwelk tegenwoordig zoo veel gerngts maakt in Neederland. Doch ik ben daarin gedurig verhinderd, dan weer eens van de onpasselijkheid van mijne Huisvrouwe, en dan weder door het onbequaam weder. Maar eindelijk werd alles zoo geschikt, dat wij geleegenheid kreegen, om met ons beide die reize te onderneemon. Wjj voeren daD, zoo gaat de geachte verteller voort, wjj voeren dan den 19en Augustus (zijnde Zaterdag) naar Delft, en van daar naar Ouwerschie, alwaar wjj van de Godvruchtigen vriendelijk ontvangen wierdeD. Van daar wandelden wjj naar Schiedam, alwaar wjj ons met een Bootje lieten roeyen naar Pernis. En terwjjl wjj aldaar vreemd waaren, vroegen wij Daar de woniDge van den Predikant. Zoo ras als wjj aan dat Huis quamen, wierden wjj op eene ongemeene vriendelijke wjjze ont- fangen en ter maaltjjd genoodigt. Wij wilden in een ander Huis gaan slaapen, maar wjj wierden vriendeljjk gedrongen des volks plaatsten door hun theorie over geoorlo fde eed- en contractbreuk. 7e. Dat de S. D. A. P. niet is arbei derspart jj. 8e. Dat de leiders der S. D. A. P. man nen zijn zonder moed. Na 1 Jan., toen de staking gelukte eischten ze de eer voor zich zelf opna 1 April, toen de staking mislukte, schoven zij die van zich af door te zeggen dat zjj door de arbeiders gedreven werden. 9e. Dat de leiders der S. D. A. P. hun recht op den naam van leiders eens en voor goed hebben verspeeld. 10e Dat we in een Msorde zouden te recht gekomen zijn, indien de deelnemers aan de staking der strijd zouden gewon nen hebben. Ten slotte kwam de spreker tot de con clusie, dat al de ordelievende burgers dank baar mogen zjjD, dat een Christelijke re geering aan het bewind was, die met Gods hulpe de misdadige woeling heeft geweerd. Nog heugt ons de principieele, door vriend en vjjand geprezen rede door Min. Kuyper den dag voor St. Nicolaas 1.1. in de Kamer gehouden. Aan het slot dezer rede sprak do Minis ter het kwam zoo in het verband te pas over de pas ontdekte tafels van Hammu rabi en de theorie van prof. Kuenen aan gaande de verhouding tusschen de mozaïsche wet en de profeten. Genoemde professor was, natuurlijk na grondig onderzoek, tot de conclu'le gekomen, dat de Mozaïsche wet gekomen is na den Babylonischen tijd en dat de profeten voorafgingen. Dit gold toen als eene onomstooteljjke waarheid in heel de moderne school en is zelfs naar Engeland en elders overgebracht. Intus schen zjjn onlangs de genoemde tafels van Hammurabi ontdekt en wat bleek nu? Dit 0. a. dat veel van diezelfde dingen, die in de wetten van Mozes stonden, reeds twee eeuwen vóór Christus bekend moeten ge weest zjjn. De deskundige onderzoekers erkennen dan thans ook dat geheel de theorie van Kuenen vaP. Deze opmerking zoo in 't voorbjjgaan gemaakt overigens geen lapsus linguae, maar rustend op historischen bodem, heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Zelfs nu nog, vier maanden later, zit de quaestie bjj sommigen van de geleerde wereld dwars in den maag. De Protestantenbond is er niot best over te spreken. De geheele beschouwing van Dr. Kuyper in de Kamer op Vrjjdag 4 December, over het verband tusschen de weergevonden wetgeving van Hammurabi en de nieuwere of wetenschappeljjbe beschouwing van het Oude Testament is niet veel meer dan een „uitval". En op het oogenblik, dat dit nommer om aldaar te overnagten. Des ochtends opstaande, waaren wjj al verlangende naar den openbaren Godsdienst. We hoorden den Leeraar des voormiddags prediken over Joh. IV1114. Zjjnde alvorens geieezen JesajalV, en gezongen Ps.CXVI:I. Maar ach, hoe verschrik kei jjk het in de Kerk toeging, zelfs eer dat èr of Voor- leezer of Predikant was, is met geen mond noch penne uittedrukken. Hier zagen wij een Manspersoon met grootp beroering op de Aarde vallen Daar vielen weder ver scheidene Vrouwspersoonen in onmacht Ginder hoorden wij stoelen rammelen Daar zagen wq weder een hoop Menschen toeschieten, om de vallende of ge allene te ondersteunen of op te helpen. Verder zagen wij een jong Vrouwspersoon in de handen slaan en met de voeten stampen. In somma, de Kerk was zoo vol geraas en geweld, dat men' er niet zon der verschrikkinge konde inbljjveD. Dit alles ging zoo al zijnen gang onder bet leezen en voorgezang, zoodat wij niet beqnaam waaren om meede te zingen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1