NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
77. 1904.
Zaterdag 26 Maart,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
18e Jaargang
Bij dit irner Boort een Bijvoegsel.
VERSCHIJNT
Wed. S. 1 DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
J. de Jonge Jr.
J. Visser Anth.zo.
llliisiën en Politiek.
RCLCLAIYIES.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
bn van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 6 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
GOES.
Voor de vacatures in den gemeenteraad
steunt de Zeeuw de candidaten van »Voor
Nederland en Oranje" en »Groen van Prin-
sterer"
Stemming 31 Maart.
Daar is deze week in onze kleine of
groote al naar men wilgroot en klein
is altijd een betrekkelijk begrip in onze
kleine of groote politieke wereld een figu
rant verschijnsel waar te nemen.
Een illusie, door een enkel lid in de
Tweede Kamer ter sprake gebracht, sloeg
in, zouden de socialisten zeggen, en fluks
maakt de politiek er zich meester van en
doet zooals te doen gebruikelijk, zet in
allerhaast een adresbeweging op touw en
roept in allerijl een vergadering bijeen,
onder de leuze de volkskerk in nood".
Hoe het mogelijk is begrijpt eigenlijk
niemand.
De geschiedenis is bekend.
Het wetsontwerp tot wijziging van het
Hooger Onderwijs bevat o. m. ook de be
paling dat het Bijzonder of Vrij-Hooger
Onderwijs onder zekere bepalingen door
de wet te noemeii, wetenschappelijke titels
zal kunnen verleenen en dat die titels ook
in het burgerlijke leven rechtsgeldig
zullen zijn.
Het Bijzondere of Vrije Hooger Onderwijs
wordt tot heden toe alleen gerepresenteerd
door de Vrije Universiteit op Gereformeer
den grondslag te Amsterdam.
Daarheen werd bij het beoordeelen van
deze bepaling dus aller oog gericht.
Maar nu kwamen de mannen der illu-
siën met hunne beschouwingen.
Daar is, h. i. geen Bijzonder ofi Vrij
Hooger Onderwijs noodig, althans niet voor
geloovige Protestanten, die er nu zoozeer
voor pleiten. De openbare Universiteiten
behooren, gelijk heel onze maatschappelijke
samenleving, doortrokken te zijn van den
Protestantsch-christelijken geest, dien geest
die oorsprong en waarborg is onzer vrijheid.
Maar intusschen komt ook de politiek
een woordje meespreken en die heeft wel
dra het hoogste woord en verdringt de
illusiën.
Op een sein uit Amsterdam begint een
adresbeweging met verzoek tot verwerping
van de aanhangige onderwijswet, tenzij
aan de openbare Universiteiten vol
ledige Theologische Faculteiten worden
hersteld.
Het zou, naar de meening der protes-
teerende heeren Predikanten van de Ned.
Herv. Kerk alzoo een ruildienst worden.
Als wij u effectus civilis voor de Vrije
Universiteit toestaan dan geeft gij ons de
dogmatiek aan de openbare Universiteiten
weer.
Het mocht niet baten dat de Minister
van Binnenlandsche Zaken bewijzen van
tevredenheid, uit eigen kring, met den te-
genwoordigen toestand voorlas.
Het mocht evenmin baten dat mannen
uit hun eigen kring, die hun vertrouwen
genieten, als dr. J. Th. de Visser of prof.
Chantepie de la Saussaye op allerlei wijze
het ondoelmatige en onberadene van een
stap als dezen publiek voor oogen stelden.
Het mocht zelfs niet baten dat menig
predikant en menige kerkeraad weigerde
meêtegaan en menig goed vriend waar
schuwde voor den roekeloozen stap om
één liju te gaan trekken met de ongeloo-
vige linkerzijde.
Het mocht zelfs niet baten dat deze
oppositie met handgeklap en gejuich werd
ontvangen door alle democraten. Zoo zelfs
dat het bespottelijke bericht in de liberale
pers reeds de ronde deed, dat het Kabinet
juich tot den aftocht gereed maakte.
Nog was de dwaasheid niet groot genoeg
om de oogen te openen voor het struikel
blok door de oppositie zoo gaarne op den
weg van het Christelijk kabinet gelegd.
Men ging nog verder.
Een negental predikanten riepen een
vergadering te Utrecht zamen waar 120
hunner verschenen, terwijl van 45 nog
blijken van instemming waren gezonden.
Die vergadering sprak uit
dat de intrekking of de afstemming van
het aanhangige wetsontwerp tot wijziging
der wet op het Hooger Onderwijs een eisch
is van
1. trouw aan het Protestantsch beginsel
2. van het recht tegenover het historisch
karakter der Hervormde Kerk in zake de
theologische faculteit, en van financieel en
wetenschappelijk belang voor het Neder-
landsche volk.
Intusschen is gisteren, gelijk te voorzien
was, het wetsontwerp door de Tweede
Kamer aangenomen met 56 tegen 41
stemmen.
De drenkeling hoopt zelfs op een stroo-
halm. Zoo zal nu de verwachting op de
Eersle Kamer gebouwd zijn.
Of men nu toch werkelijk gelooft dat
één ernstig man de verantwoordelijkheid
van een ministeriëele crisis onder deze
omstandigheden en om die speciale reden,
gansch en al liggende buiten het lands
belang op zich zou willen nemen
Of men nu tcch werkelijk meent meer
sympathie of minder antipathie tegen
over de Volkskerk te zuilen vinden bij
liberalen, vrijzinnig-democraten en socia
listen dan bij dit Christelijk Kabinet?
Of is iedere poging tot fnuiking van den
invloed van den vader der doleantie welkom?
Zelfs het op spel zetten van ernst en
prestige
25 Maart 1904.
Te Siddeburen (Gron.) wordt eene Chris
telijke normaalschool geopend. Aan deze
school zal les gegeven worden door de
hoofden van Christelijke scholen te Sidde
buren, Wagenborgen, O verschild, Slochteren
en Nieuwolda. Als directeur zal optreden
de heer R einders hoofd der Chr. school
te Nieuwolda.
Als nu Kapelie en Oudelande maar eens
hun Christelijke school krijgen I
Ben pronkstuk.
Niemand weet op dit oogenblik te zeg-
geD, hoe het op het politieke tooneel in
den eersten tijd in ons vaderland zal gaan.
Dit staat echter vast, wij beleven be
langrijke en hoogst gewichtige dagen.
Het liberalisme, dat bij de stembus van
1901 door de eendrachtige samenwerking
der Christelijke partijen de nederlaag moest
lijden, heeft het wetsontwerp in zake het
Hooger Onderwijs aangegrepen als storm
ram tegen het Christelijk ministerie, en
niet peinzend over wat later komt, is het
aan de geheele vrijzinnige linie, van den
roodsten sociaal-democraat tot den meest
verstokten conservatief toe, voorloopig vol
doende wanneer maar het Christelijk Ka
binet valt.
Hoe het in den strjjd, die over eenige
maanden in al zijn hevigheid zal worden
gevoerd, zal toegaan, zegt ons nu reeds
een pamflet, dat in zeer royaal formaat,
op zwaar papier gedrukt, in Zuid-Holland
verspreid wordt.
Hier is bet
Waarheen
Wat moet er toch worden van dat manke,
van alles wat en toch niets afdoende heidensche
meesterstuk van onbeduidendheid door Bram
de Kuyper ingediende ontwerp op het
Hooger Onderwijs.
Vóór de inhuldiging onzer Koningin ging
Bram zijn hielen lichten en vertrok naar de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika ten
einde daar zoo heette het lezingen te
gaan houden over den Kerkhervormer Calvijn.
Van overbekendheid is het onthaal met
zijn zes gevleugelde, onware prulstukken, op
hakkerij, kletsmeijerij en anderen onzin over
dien zegen der menschheid.
Hoe het meerder ontwikkeld en helderziend
gedeelte van zijn auditorium aldaar evenwel
niet een stuk ten einde toe kon aanhooren,
maar vaak spoedig de plaat poetste en de
algemeene indruk van de plechtigheid was:
Op weg naar Rome.
Daar was men er dus volstrekt niet op
aangekleed en verblind genoeg zich door den
eersten den besten ex-dominee uit een ander
werelddeel in hun eigen land, bij den neus
te laten rondleiden en Bebrammen.
Den Bram uithangen gaat nog wel hier in
Europa wij herinner en ons daarbj nog België
en Clementientje maar niet in Noord-Amerka
naar 't schijnt.
Het succes dus door dr. A. Kuyper met
zijn lezingen in Amerika behaald is van be-
denkelijken aard en loont en dekt wellicht
niet eens alle moeiten en kosten
Inmiddels is H. M. onze geliefde vorstin
Gode zij dank zelf ook zonder behulp
van Br. A. Kuyper goed en wel als Ko
ningin ingehuldigd en gekroond geworden.
Voor zooverre niet ten eenen male met
blindheid geslagen, is ook voor ieder Neder
lander de toeleg van onzen Minister van Bin
nenlandsche Zaken duidelijk voel- en tastbaar.
„Dood aan de Hervorming".
„Terug naar Rome".
Een Zuin-ïïoLLANDscnE Boer.
Eoeksche Waard, Zondag 13 Maart 1904.
Wat zegt men nu wel van zulk een
juweel?
Is het niet fraai
Onze antirevolutionairen zullen wel be
grijpen, dat wij allen ons reeds bij voor
baat hebben te wapenen tegen meer der
gelijke schandelijke stukken.
Wij moeten onszelven en anderen in
prenten, dat er zoo ongeveer van alles
kan loskomen.
Dan zjjn wij in elk geval goed op onze
hoede.
De (a. r.) Rotterdammer.
Be stryd in het Diamantsbewerkersvak bleef
in het oude stadium.
Wel bood de minister van binnenlandsche
zaken zijn bemiddeling aan, en werd deze,
door de A. N. D. B. (de werklieden) voet
stoots, en door de A. J. V. (de patroons?
schoorvoetend aanvaard.
Doch zoodra de minister voorwaarden
stelde die de oplossing van denstrijd
raakteD, trokken de Juweliers zich terug
en sneden de gelegenheid tot schikking af.
De Juweliers hadden eerst de ministerieele
tussehenkomst geweigerd, doch daarna,
na veel gehaspel en geharrewar, dank zij
het geduld van het bestuur, namen zij
een nieuwe motie aan waarin zij de be
middeling aanvaardden onder voorwaarde,
zoo ongeveer bedoelt dit de motie, dat
zij des willens stjjf op hun stuk zouden
kunnen blijven staan.
Toen heeft de minister, de kort-aange-
bondenheid dezer heeren waarschijnlijk
doorziend, aan beide partijen geschreven
op welke conditiën hij tussehenkomst en
saamspreking verlangde. Van Maandag 28
Maart tot 1 April zou de minister niets
dan tusschenpersoon zijn, teneinde te trach
ten door onderhandelingen de partijen tot
overeenstemming te brengen. Daartoe zou
den beide partijen een gevolmachtigde be
noemen. Is op 1 April de overeenstemming
niet verkregen, zoo eindigde de minister,
dan houd ik op tusschenpersoon te zijn 6n
word ik scheidsrechter, mijn uitspraak ge
vende 4 Aprilterwijl de beslissing, hetzij
door onderhandeling, hetzij scheidsrechte-
lijk verkregen, geldt tot 1 April 1905. Zij
wordt voor dien dag aan goedkeuring of
ook herziening onderworpen van een com
missie uit beide partijen, evenveel leden
tellende, met een voorzitter door beiden
saam te verkiezen, mits deze laatste met
algemeene stemmen wordt aangewezen,
andeps wijst de minister hem aan.
De A. N. D. B. vergaderde onder leiding
van den heer Polak, die namens het Bonds-
bestuur zeer conciliant sprak. Wel, zoo
sprak hij, is 't mogelijk dat de minister de
partijen niet tot een vergelijk kan brengen
en dus hij uitspraak doet in het geschil,
wellicht in ongunstigen zin voor den Bond.
Toch adviseeren wij om de tussehenkomst
van den minister aan te nemen, en wel op
deze gronden
lo. Het is mogelijk dat er een vergelijk
getroffen wordt, en dus de minister niet
het vonnis behoeft te vellen.
2o. Behoeft de A. N. D. B. de arbitrage
niet te vreezen omdat zijn zaak sterk zal
blijken te zijn, en aan elk onderzoek ban
worden onderworpen.
Spr. hield er zich van overtuigd dat het
grootste gedeelte der vergadering van de
zelfde meening zou blijken te zijn als het
bestuur. Echter wilde hij, vóór hij eindigde,
nog één punt aanroeren. Er is in de laatste
dagen getracht stemming te maken tegen
den minister. De arbeiders, zoo is er ge
zegd, zouden zich blameeren door de tussehen
komst van den minister aan te nemen, om
al hetgeen dr. Kuyper op zijn kerfstok heeft.
Spr. wenschte geenszins de politieke
persoon van den minister te verdedigen
maar deze politieke persoon moet gescheiden
worden van den eersten magistraat des lands
die in een geschil als dit zijne bemiddeling
aanbiedt. Tot dusver geschiedde dit nog
niet in ons land in Engeland wel. De
eenige persoon die daartoe den moed heeft
gehad, was, dit moet tot zijn eer gezegd
worden, dr. Kuyper. Reeds deed hij eens
hetzelfde in de Twentscbe staking, en nog
eens aan het begin van dezen strjjd in de
diamantindustrie.
Daarbij komt dat de diamantbewerkers
zich als zoodanig niet over den minister
hebben te beklagen. Hij verbood in de
arbeidswet het gebruik van giftige gewich
ten, en deed tevens pogingen om het giftige
doffen materiaal door een ander te vervangen.
Bovendien heeft de Bond geen eiakele
reden om aan te nemen dat de minister
zijne tussehenkomst heeft aangeboden om de
werklieden in een hoek te duwen. Dan
zou echter reeds het eerste aanbod van
interventie door den Bond zijn afgewezen.
Men lette hier wel op dat deze heer Polak
sociaal democraat is en zich hier id waar-
deerend spreken over den minister en met
name de Arbeidswet, gunstig van zijne
geestverwanten onderscheidt.
Da heer Polak deelde nog mee dat hij
in de bestuursvergadering op voorstel «au
Patrimonium was aangewezen als vertegen
woordiger van den A. N. D. B.
Daarop verklaarde zich de vergadering
met 2724 tegen 174 stemmen voor de tus
sehenkomst van den minister.
Maar nu de A. J. V. de Amsterdamsche
Juweliers (patroons-) vereeniging.
Deze achtten onaannemelijk de voo'-
waarde dat de minister bij gebleken on
mogelijkheid van toenadering scheidsrechter
zou zijn, en hij dus een uitspraak (in hun
nadeel) zou kunnen doen, welke zij niet
van te voren kunnen aanvaardeD, wijl in
elk geval de beoordeeling van hetgeen van
werbgeversstandpunt tot instandhouding en
uitbreiding van de Amsterdamsche Dia
mantnijverheid noodzakelijk is, moet ver
blijven bij de A. J. V. en zij mitsdien ook
de beslissing omtrent de definitieve be
ëindiging van den huidigen strijd in laatste
instantie aan zich moeten houden. Nog werd
opgemerkt dat aangezien de minister elke
onderhandeling over den vorm zijner tus
sehenkomst heeft afgesneden, Z. E. daardoor
voor het geval de vergadering niet in alle
opzichten zich met dien vorm zou kunnen
vereenigen zelf de tussehenkomst heeft
onmogelijk gemaakt.
Een en ander werd in een lange motie
saamgevoegd die met algemeene stemmen
werd aangenomen.
Ook de zusterorganisaties, tegelijkertijd
vergaderend, namen de tussehenkomst aan
Patrimonium met algemeene stemmenSt.
Eduardus met n8 voor en i blanco; en
Betsalel (Isr.) met 73 tegen 3.
De A. J. Y. heeft hierop de <m< 1 'ro'le
tussehenkomst afgeweken.
De lezer oordeele aar welke stpde ''e'
grootste vertrouwen in de rech'vna'dnrbi-i
hunner zaak, de oprechthei»a- 's mi ras
ters bedoelen, en de zuiverheid vat diens
christelijk democratisch standnunt was.
De benepenheid, de bevangenheid waten
tenminste niet aan de zijde van den A.
N. D. B.
De storm tegen het Hooger Onderwijs-
ontwerp is bezworen door het drietal Loh-
mande VisserKuyper.
Zij gingen, gelijk in de bekende motie
Lager Onderwijs, hand aan hand.
De Nederlander weerstond de beweging
om onverwijld herstel der theologische fa
culteit zoo krachtig mogelijk.
En toen in de Kamer dr. de Visser zich
bij den minister en den hee< Lobman aan
sloot was de kracht der adresbeweging
gebroken.
Mr. Troolstra heeft eens te Franeker
gezegd
„De liberale partij leeft van de afbraak
„van haar eigen beginselen".
Zoo is het.
Het echte, oude liberale beginsel verzet
zich tegen de albemoeiing van den Staat.
In zjjn narede drukte Thorbecbe aldus
dit liberale beginsel uit
„Het zijn in wezen, bestemming en mid
delen andere levensmachten dan de Btaats-
„raacht, welke de kerk, het onderwijs, de we
renschap en de kunst te vormen en te be
sturen hebben'.
Thorbecke Doemde daarbjj ook het onder-
wjjs en de wetenschap.
Volgens dit beginsel moest de Staat de
opkomst en de ontwikkeling van het bij
zonder lager en van het hooger onderwijs
met blijdschap aanzieD en vooral daaraan
geen hinderpalen in den weg leggen.
Vergelijk nu eens met den eisch van dit
liberale beginsel, door den grootsten liberaal
Thorbecke, aanbevolen, de meer dan treurige
houding der liberale partij tegenover het
„Wetsontwerp" op het Hooger Onderwijs.
Dan komt men óók op dit punt tot de
zelfde conclusie als Mr. Troelstra
„De liberale partjj leeft vaD de afbraak
van haar eigen beginsel I' Fr. Dagblad.
Ka regen komt zonneschijn.
Dit oude 8p> eek woord is in de laatste
jaren op de frrffeudste wijze bewaarheid
geworden. Wie uwer heeft niet, onophou
delijk in de couranten de verrassende ge
nezingen gehz^rt die door de Pinkpilleri
hekonoeu zjjn geworden. Voor al die lij
dende personen die thai s genezen zgu is
het een zonrpke dag, de brieven die wij
van hen ontvangen en die wij ongelukki
ger wijze om de een of andere reden niet
mogen publiceeren. zijn vol van lof -prakeD
Mej. Hoogeven.
over het bekomen resultaat. Hierna laten
vrij er een volgen van den HeerJac, Hoo