No. 73. 1904 NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND Donderdag 17 Maart, 18e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Bij iil MMer telmrl een Bpeisel. ±ttzT~ De Velawe ia 1750. VERSCHIJNT blken maandag-, woensdag- en vrijdagavond. Prijs por drie maanden franco p. p. 0,95. Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE ARBEIDSWET. nr. (Slot.) Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN YAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 6 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 April op ons blad abonueeren, ontvangen het van nu tot 1 April a. s. gratis. Vlissingen 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24, 25 en 28 Maart. Arnemuiden. ook voor Nieuw- en St. Jooeland, 28 Maart. Veere, ook voor Vrouwepolder, 29 Maart. Serooskerke, 30 Maart v. m. Oostkapelle, ook voor Grypslcerhe, 30 Maait, n. m. Hoofdstuk IV handelt over „beveiliging bij den arbeid in Fabrieken en Werk plaatsen". Artikel 74 bepaalt dat de voorschriften van deze afdeeling niet van toepassing zijn op bouwwerken. Dit is juist, want dit behoort meer eigenaardig tot het terrein der gemeente besturen. De artikelen 75 tot 199 geven voor schriften voor alle arbeiders. Allerlei is hierin geregeld met het oog op de ge zondheid van den werkman. De ruimte, de hoeveelheid lucht, de ventilatie en verlichting, veiligheid, rein heid, gezondheid, enz. Geen slaapplaatsen mogen worden inge richt in lokalen waar dagtemperatuur te hoog is, bjjv. in bakkerijen. Ook wordt geregeld de wijze van ver kleeding van mannen en vrouwen in werk plaatsen waar met giftige stoifen wordt gewerkt. Geen voedsel mag gebruikt worden in werklokalen waar gewerkt wordt met lood- verbindingen of kwikhoudende stoffen, of waar de dampkringslucht door giftigen damp of fijne stof is verontreinigd. Nog wordt geregeld de inrichting en plaatsing van privaten en urinoirs. Maatregelen kunnen genomen worden om het verspreiden van ziektekiemen door spuwsol tegen te gaan. Zindelijke vloe ren, stofvrije ruimten, en goed gewitte of afgewaseehen zolderingen worden vereischt. Waschgelegenhoden, zeep, nagelborstels en handdoeken moeten aanwezig zijn; als- 5. F EU I L LTTÖTT. (Bene bladzijde uit de Vaderlandseke Kerkhistorie.) 's Zondags daarop den 16on van Slachtmaand 1749 predikte ds Kuyper en wel over de woorden uit Ps. 72 vers 16 >Is er eene hand vol koorn in het lant op den top der bergen, de vrugt daarvan zal ruyschen ais de Libanon." Reeds dien eigen avond in de zooge naamde oefening was de uitwerking dezer leerrede te bespeuren. Er was minstens tweemaal zooveel volk als gewoonlijk. Drie kamers en suite waren overvolzelfs buiten stonden de mensehon op ladders tegen den muur. Velen werden in die late avondure aan zichzelven bekend gemaakt en bewogen om met den verloren zoon optestaan en den draf der wereld te verwisselen met de goederen van Jezus' koninkrijk". Doch dit alles haalde niet bij den daar- opvolgenden Maandag, toen ds Kuypers, ouder gewoonte, des avonds in de kerk catechiseeren zou over zijne leerrede van den vorigen dag. »Toen begon het geruis van dezen Leba non door wind des geestes zich te ver heffen. De roering der gemoederen was algemeen. Traanenbeeken wierden er ge stort, en teegen het einde van den Gods dienst wierd veel geween gehoortja omtrent of onder bet geven van den zeegen zommige zeer bevreest zijnde en bevende yielen needer voor de voeten, konnende mede, waar het kan, een doelmatige bad gelegenheid. Afvoer van stof en schadelijke gassen of dampen wordt besproken. Wij zouden te ver uitweiden wanneer wij alles wilden opsommen wat in dit hoofdstuk is geregeld. Hoofdstuk V bevat bepalingen die be trekking hebben op het 3e en 4e hoofd stuk het oprichten van fabriekenaan giften voor fabrieken en werkplaatsen; en voor ongevallen. Op de bescherming van den arbeid door beperking van arbeidsduur wezen wij in ons vorig no. Het wordt in Hoofdstuk VI behandeld. Ondor meer noemt het den arbeidsduur van mannen bij nachtarbeid en in voor de gezondhoid schadelijke be drijven die van mannen in winkols; en die van personen werkzaam bij een open baar middel van vervoer. Zoo mogen mannen die in bakkerijen werkzaam zijn, niet langer arbeid ver richten dan gedurende 11 uren per etmaal. Voor ten hoogste twee etmalen per week, maar voor niet meer dan 60 etmalen in een kalenderjaar mag het aantal werkuren echter bedragen a. ten hoogs'e 3, indien de arbeids duur op andere werkdagen het aantal van ÏO'A uur niet overschrijdt i. ten hoogste 16, indien de arbeids duur op werkdagen het aantal van 10 uren niet overschrijdt. Indien in een broodbakkerij slechts één stoomketel in gebruik is, en niet meer dan ééu man met het bedienen daarvan belast ie, mag voor dien man het aantal werkuren 12 per etmaal, en 60 maal in het jaar 13 per etmaal bedragen, wanneer hem een uur rust tusschen de werkuren wordt toegekend. Voor mannen, die in een broodbakkerij werkzaamheden verrichter, welke verricht moeten zijn vóór den aanvang of na het einde van den gewonen arbeid van het bedrijf, mag het aantal werkuren 12 per etmaal bedrageB, een en ander behoudens uitzondering in bijzondere omstandigheden, doch niet dan voor een bepaalden tijd, door den Minister te vergunnen. In een broodbakkarij mogen mannen tusschen 9 uur namïddags en 5 uur des voormiddags niet werkzaam zijn. Op dager, dat het aantal werkuren op meer dan 11 uren is vastgesteld, mogen de arbeiders de werkzaamheden aanvangen niet staan van weegen de beroering, die de levende indrukken hunner zielsnooden in hunne lichamen werkte. Onder welk alles deeze en geene hunne gezellen toe riepen, spiegel u mij aan, en ziet hoe bitter de zonden vallon". Het was een tooneol van belang. De ge- heele kerk geraakte in rep en roer. Velen verlieten in allerijl hunne zitplaatsen om familie of bekenden te helpen, of wegte- dragen naar de pastorie. De mensehen liepen af en aan. En toen ds Kuypers uit de kerk naar huis terugkeerde, werd hij gevolgd door eene groote menigte be langstellenden, die meerendeels voor) de deur staan bleven, wachtende op de dingen, die komen zouden. De dominé wist bepaald niet hoe hij het had. Overal in huis drukte en beweging. Van beneden tot boven. Kamers, gang tot keuken toe, alles bezet met klagers, zuchters en bidders, waaronder ook, naar men zeide, Antje en Saartje, de beide meiden van de «juffrouw". Deze allen verschaften den leeraar in den laten avond nog handenvol werk, zelfs tot midder nacht. Toch verrichtte hij alles met vreugde en blijdschap in de stille hoop en ver wachting, »dat er iets van de goede hand Gods in wezen zoude. Den volgenden dag was onze dominé vroeg uit do veeren en op straat. Overal waar hij kwam was hij welkom als dienst knecht Gods. Tot 's avonds toe was hij bezig de verslagenen op te zoeken en hen Zie Kuypers Getr. verh. 7, op zijn vroegst te 2 uur des namiddags. Elke tijdruimte van langer dan l'/2uur, waarin in een broodbakker jj geen werk zaamheden mogen worden verricht, wordt voor de arbeiders als rusttijd aangemerkt, die moet worden doorgebracht buiten de fabriek of werkplaats, behoudens afwijkende vergunning door of namens den Minister te verleenen. Sv Ten opzichte van den arbeidsduur van mannen, al dan niet voortdurend werk zaam in winkels, kunnen door den ge meenteraad, onder goedkeuring van de Koningin, voor alle of voor sommige win kels voorschriften worden vastgesteld ten opzichte van den arbeidsduur. jgsTen aanzien van den arbeidsduur van personen, werkzaam bij een openbaar mid del van vervoer, wordt bepaald, dat het hoofd of de bestuurder zorg draag*, dat dit niet in werking zij, dan nadat door den Minister een regeling van dienst- en rusttijden is vastgesteld. Bij reeds in werking zijnde openbare middelen van vervoer dient die goedkeu ring plaats te hebben binnen twee maan den na afkondiging der wet. Belangrijk is de afdeeling Zondagsrust. In of ten behoeve van een bedrijf, uit geoefend in een fabriek of werkplaats, mag op Zondag geen arbeid worden verricht natuurlijk uitgezonderd voor personen be- hoorende tot ,een kerk of godsdienstige richting die den Zondag niet maar een anderen dag viert. Waar in een fabriek tot hei stel of rei niging van een aldaar in gebruik zijnden stoomketel de aibeid van een jongen on ontbeerlijk mocht zijn kan door of namens den Minister daartoe voor een bepaalden Zondag vergunning worden verleend. In een inrichting tot boterbereiding mag op Zondag worden gekarnd, de boter go- wasschen, gezouten en gekneed altijd door eene vrouw, en op voorwaarde dat de ar beid behoore tot haar dageijjksche werk zaamheden, en dan nog wel van 1 Maart tot 1 Nov. tusschen 5 en 8 voorm., en 4 tot half 7 nam.en van 1 Nov. tot 1 Maart niet anders dan tusschen 5 en 8 uur voormiddags. Dergelijke bepalingen zijn ook gegeven voor inrichtingen tot kaasbereiding. Alles geldt ook voor Christelijke feest dagen. Hoofdstuk VII behandelt het toezieht enz.Hoofdstuk VIII strafbepalingenen naar hunne behoefte tce te spreken. Waar de leeraar zelf niet kon gaan, zond hij eenige vertrouwde vrienden en broeders heen. Overal een vragen en zuchten „Wat moeten wij doen?" „Welken weg mooten wij inslaan om behouden te wor den?" Den Woensdag daarop waêr dezelfde drukte. Weer huis in, huis uit om te troosten en te bemoedigen. Velen ween den en juichten tegelijk. Zelfs aan de stilte op straat was het merkbaar, dat er iets bjjzonders, iets buitengewoons plaats vond. De verslagenheid was overal zóó groot, naar men verluidde, dat men Ds. Kuypers naliep, aan zijn mantel bleef han gen en zjjn voeten haast vasthield. Die straattooneelen in den beginne zoo singulier, werden spoedig belachelijk. Zelfs een deftig man als prof. v. d. Honertstak er nolens volens den draak mee. Hij gaf den jeugdigen leeraar van Nij- kerk zijn vroegeren leerling den raad, om dien bewusten mantel en de schoenen maar te bewaren als een reliquis. Want, het is toch niet te denken, zoo Z9gt hij, dat aan zijne volgende mantels en schoenen, zoo hij er nog noodig zal hebben, dezelfde eer zal te beurt vallen. Of de domiDé dit ongevraagd profes soraal advies heeft opgevolgd, valt moeilijk uittemaken. Des Donderdagavond moest ds Kuypers weêr preeken. Hij meende niet beter te kunnen doen dan te spreken over den stokbewaarder van Filippi. De ervarin gen van de laatste dagen hadden hem tot die tekstkeuze geleid, Zooals begrijpelijk Hoofdstuk IX slotbepalingen. Een en ander is vervat in 444 (443) artikelen. Een lijvig, degelijk stuk werk, dat den minister alle eer doetzoo 't wet ma,g worder, weer een stukske sociale quaestie nader aan de oplossing brengt, en de zwak ken te gemoet komt door middel van het Recht. De sociaal demoeraten zijn natuurlijk met de wet niet tevreden. {g,Er komen enkele bepalingen in het voorontwerp voor die in het ingediende ontwerp ontbreken. En die weggedane bepalingen zjjn het nu juist die zoo goed zouden geweest zijn. Al hetgeen er nu in staat, is niets waard. Een soc. dem. blad De Bondsbanier red. Spiekman verklaarde dat het ont werp „op menig punt belangrijke verbe tering" brengt, doch dit „niet te danken is aan het wetsontwerp maar aan de ach terlijkheid onzer wetgeving". g^Men kan er ook op rekenen wanneer van de tegenwoordige artikelen er eenige uitvallen of gewijzigd worden, de soc. democraten juist die artikelen het beste zullen vinden. Zoo eischt het de treurige tactiek van hen die met geweld de politieke klassen strijdtheorie aan ons volk willen opdringen. Ten slotte nog een vraag beantwoord. In het Voorontwerp was een tienurige arbeidsdag voor de vrouwen in de textiel industrie voorgeschreven. De minister liet in het ingediende wetsontwerp deze bepa ling weg, omdat nader onderzoek hem tot do overtuiging bracht, dat voorshands, en met 't oog op de bestaande wetgeving in Duitschland, de bepaling niet in te voeren zou zijn zonder de gemeenschappelijke be langen van werkgevers en arbeiders te schaden. LANDBOUW, Het tegenwoordige standpunt der Landbouw- Scheiknnde ten opzichte van den invloed van I In zjjn meergenoemde «Resultaten der landbouwscheikunde" schrijft de heer prof. Dr. Adolf Mayer «Het chloor is geen eigenljjke planten- voedingsstof, maar een dikwijls voorkomend toevallig bestanddeel der plantenasch. De afzonderlijke gewassen gedragen zich ten opzichte van het chloor zeer verschillend. Dit is, was ook ditmaal het kerkgebouw over vol. En de gemoederen waren het niet minder. Velen, die tot nu toe nog ongevoelig ge bleven waren, werden nu getroffen. «Van doe af ging het onbeschrijvljjk". Eiken dag groeide het getal der bekommerden aan. Er was schier geene woning, of er was de een of ander der hnsgenooteD, die klaagde over zijne zonden. „Liep men des avonds of in de stille nacht" zegt Kuypers, langs de straateD, dan hoorde men „dat biddend geluyt dier kirrende tortelduyven in hunne woningen of psalm gezangen in plaatse van het vorig iedel geroep en goddeloos getier". De geheele stad was blijkbaar onder den indruk der ongewone gebeurtenissen. Het middelpunt der beweging was des Zondags en Maan dags de kerk, op andere dagen behalve de plaatsen der conventikelen, vooral de pastorie. Mijneige wooning zoo verhaalt Kuypers zelf mijn eige wooning was gedurig vol van sulkeD, die quaamen en vroegeD, of er voor hun nog raat en hulp was. Ik kan het nergens beter bij vergelijken dan bij het verleegen vraagen der verslagenen van harten op het Pinksterfeest, 't Geluit van dien sterken dwarlwind beroerde de menigtespotters lagten, dog anderen ge prikkeld zijnde in het harte vroegen: Wat sullen wij doeD? Eevenzoo was het hier. Velen wareD, en wel de meesten, zeer be daard werkzaam; hoewel een groot getal geraakte onder zeer groote uitwendige be roering. Of ik al aandrong om stil en komt duideljjk uit, wanneer wij bepaalde landbouwgewassen in dit opzicht nagaan. Terwijl de graansoorten en vooral de grassen niet veel om aan- of afwezigheid van chloor schjjnen te geveD, heeft men bjj wortelge wassen, die groote hoeveelheden zetmeel of suiker in hunne onderaardsche organen kun nen ophoopen, de tegenovergestelde onder vinding opgedaan. Deze gewassen onder vinden in hun uiterlijk door een chloorhou- dende bemesting geen ongunstige verande ring en de voederbieten, die men niet om hun suikergehalte kweekt, kunnen juist zeer veel chloor verdragen. Doch door proef nemingen heeft men aangetoond, dat door zoo'n bemesting hun gehalte aan zetmeel en suiker achteruitgaat. Vooral geldt dit ten opzichte van den aardappel. Doch de nieuwe soorten hoog-procentige suikerbie ten zijn in dit opzicht tnmeljjk ongevoelig, wellicht, omdat zjj door hun grootere bad- massa geschikt zjjn, de chloorverbindingen weer naar deze organen af te leiden. »Er zjjn twee middelen, om toch aan de groote kalibehoefte der genoemde gewassen te voldoen. Ten eerste kunnen we chloor- vrjje kalimeststoffen nemen, nameljjk de pa tent-kali-magnesia. Doch gelukkig behoeft men niet steeds deze duurdere meststof te gebruiken. Men kan zich zoo behelpeD, dat men de plant, die in de vruchtopvolging voorafgaat, met goedkoope kaïniet of zelfs met goedkoopere carnalliet bemest, waarbjj de hoeveelheid meststof zoo groot gekozen moet worden, dat er nog genoeg kali in den bodem aanwezig is, voor het volgende, met betrekking tot dit bestanddeel hongerige gewas. Hierbjj komt de omstandigheid goed te pas, dat de chloorverbindingen binnen een jaar door den regen uit den grond weg gespoeld worden, terwjjl de kalizouten zich in dit opzicht als minder oplosbare zouten gedragen. Ook is het dikwjjls voldoende de chloorrijke kalimeststof in het najaar op den akker te strooien. Zoo doet men dan ook algemeen in de Groningsehe veenkolo niën, waar op tameljjk arme gronden groote hoeveelheden fabrieksaardappelen geteeld worden." 16 Maart 1904. Woorden en daden. In Eet Volk van 9 Jan. geeft Vliegen het officieel verslag van de sociaal-demo cratische coöperatieve bakkerjj „De Dage raad" te Amsterdam. Daaruit vernemen wjj, dat in Februari bedaard te zjjn, dat was als olie in 't vuur. Ik heb doch verscheide in 't aller sterkste hunne benauwdheid hooren uit roepen: Wee mjjner, dat ik teegen zul- ken goedertieren God gezondigt heb 1 Zulken heiligen God beleedigtIk ben beschaamt mijn aangezicht op te heffen voor God of menschenik bon onwaardig den Hemel te aanschouwen. Toi mjjner dat ik zoo lange ben geweest een slaav des satans, een Dienaar der werelt, een vjjand Gods, alle gebooden heb ik over- treeden, nooit iets goeds gedaan, dat bjj God bestaan kan. 't Evangelium heb ik voragt. 't Bloet der verzoening versmaat, mjjne consciëntie verkragt, mjjne indruk ken verzondigt", en dergelijke zelfaanklach ten meer. En in de kerk was het niet veel minder. De uitzonderingen van vroeger waren nu regel geworden, 't Was er voor ge wone menschen meermalen niet uit tehoudeD. Van de preek kon men gewoonljjk weinig of niets verstaan, van wege het getier en het angstgeschrei, dat uit de vergadering opsteeg. Wie er preekte was daarbjj onver schillig. Velen vielen in zwjjm, bjj anderen nam men verscbjjnselen van waanzin en vallende ziekten waar, bjj de moesten ging dit alles gepaard met vreeseljjke stuip trekking. De menschen werden het eene oogenblik voor dood uit de kerk gedragen, om het ander oogenblik weör binnente- komen en dan hun vol gemoed te ont lasten in het luidkeels zingen of uit schreeuwen van een der liederen van Datheen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1