NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 68. 1904
Zaterdag 5 Maart,
18e Jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
De Veluwe in 1750.
VERSCHIJNT
Wed. S. X DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
op ons blad abonneeren, ontvangen
liet van nu tot 1 April a. s. gratis.
-
DE ARBEIDSWET.
teuilletokt.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
0^* Zij, die zicli met 1 April
Middelburg, ook voor St. Laurens 9,
10 en 11 Maart.
IT.
Uit de door ons aangehaalde artikelen
blijkt dat in sommige fabrieken, werkplaat
sen en winkels sommige werkzaamheden
niet worden verricht, wanneer de jongens
niet zijn leeiling, en wanneer zij geen di
ploma hebben verkregen.
Die jongen (meisje) wordt leerling door
het in werking treden van een leerover
eenkomst, gesloten met een hoofd of be
stuurder aan wien een vergunning is ver
leend om leerlingen te hebben. Die ver
gunning wordt telkens voor een jaar verleend
door den burgemeester, die ook weigeren kan.
Over den inhoud dezer leerovereenkomst
spreken wjj nader.
Voor alle vakken of gedeelten van vak
ken behoeft niet dezelfde duur te gelden.
Op verzoek van den leerling of diens
vertegenwoordiger kan de burgemeester,
wanneer hij op grond van bepaalde feiten
overtuigd is dat het hoofd of de bestuur
der (de baas) geen voldoende vakopleiding
geeft, of geen voldoenden waarborg ople
vert tegen verkeerden invloed op de zede
lijke ontwikkeling van den leerling, de
vergunning om leerlingen te hebben van
dien baas intrekken.
Volgens een artikel (38) is een baas
verplicht zooveel in zijn vermogen is den
leerling bekend te maken met het vak
waarin deze moet worden opgeleid, en op
zijn zedelijk gedrag toezicht te houden.
Maar de leerling mag, blijkens het boven
staande ook wel degelijk toezicht houden
op het zedelijk gedrag van zijn baas of
van de knechts aan den winkel.
En dan de baas mag den leerling niet
bezigen tot het verrichten van huiselijke
diensten, dan alleen wanneer de leerling
bjj den baas inwoont, en wel buiten do uren
voor zjjn vakopleiding overeengekomen.
Een zeer goed artikel.
En een niet minder prijzenswaardig ar
tikel is dat hetwelk bepaalt dat de ieer-
3.
(Eene bladzijde uit de Vaderlandsche
Kerkhistorie.)
In zulk een alles behalve rooskleurigen
toestand bevond zich ook de gemeente van
Nijkerk, de welbekende stad op den Veluwe-
zoom, ongeveer twee uren van Amersfoort.
Nijkerk zelf stond bekend voor eene wel
varende plaats. Golegen tussehen de Ve-
luwsche heuvelen was ze van een klein
stedeke opgekomen tot eene handelsplaats
van eenige beteekenis. De bevolking hield
zich voornamelijk bezig met de tabakscul
tuur, een niet onbelangrijken tak van in
dustrie, vooral in-die dagen.
Het werken in de tabaksvelden was zwaar,
doch het geld verzoette den arbeid, 't Was
toch haast regel, dat de nijvere arbeider
hij een daggeld van drie a vier gulden een
weekloon beurde van minstens een kleine
twintig guldeD, ongerekend de meevallertje?.
En dan de planter zelf.
Geen wonder, dat met die rijke, steeds
vloeiende bron van inkomsten de weelde
onder de Nijkerkers toenam en zij lang
zamerhand hunne aartsvadorlijkelevenswijze
en eenvoudige zeden lieten varen. «Zij
waren vet geworden en sloegen achteruit".
Doch »'t kan verkeeren" zegt Breeroo. En
zoo was het ook hier.
De tabakshandel had zijn hoogtepunt be
reikt, bleef nog een poos stationair, om
langzaam, langzaam aan minder te worden.
ling den noodigen tijd moet hebben tot
het ontvaDgen van godsdienstonderwijs en
het waarnemen van kerkelijke verplichtingen.
Men lette ook op artikel 43:
Met of ten aanzien van hen die in leer-
betrekking is of geweest is, kan met een
ander hoofd of een anderen bestuurder
eener fabriek, winkel of werkplaats, waarin
hetzeltde vak of gedeelte daarvan wordt
uitgeoefend, als waarin de eerstbedoelde
persoon als leerling werkzaam is of ge
weest is, geen leerovereenkomst worden
gesloten dan na afloop van den duur der
vorige leerovereenkomst.
Dit behoudens enkele daar genoemde
uitzonderingen.
Was vroeger de huisarbeid ook aan be
palingen gebondeD, doch kon mon moeilijk
bij huiswerk het „doen verrichten" eon-
stateeren, de regeering heeft thans door
scherper en duidelijker bepaling gezorgd
dat huisarbeid niet meer willekeurig, tegen
de bedoeling der wet in, onmatig, tot schade
voor den arbeidor en zijn gezin, kan
wordon verlengd.
De bedoeling der ingediende wet is om
daaraan een einde te maken. Onverschil
lig waar de arbeider werkt, zoolang hij
arbeid verricht ten behoeve van een be
paald bedrijf voor één persoon, valt bij
onder wettelijk toezicht, niet alleen wat
zijn aibeidstijd betreft, maar ook wat aan
gaat de localiteit, waarin hij tijdens den
arbeid vertoeft.
De patroon zal daardoor er toe moeten
komen voor voldoende gebouwen te zorgen.
Het thuis werken zal er door worden
tegengegaan. En dat dit vooral in het
tabaks- en eigarenbedrijf gewensch*, en
noodzakelijk is, zal wel niemand tegen
spreken.
De aandacht verdient ook de vaststelling
van den leeftijd waarop de nieuwe wet
aan jeugdigen toestaat ai beid te verlichten.
Nu is arbeid voor kiuderen beneden 12
jaar (behoudens de uitzonderingen) ver
boden. Gaarne zou de Minister de grens
tot dertien verhoogd hebben, maar wen-
scheljjker scheen het den arbeid te ver
bieden van kinderen, die nog niet aan de
Leerplichtwet voldaan hebben.
Deze stelt andere eischen dan den der
tienjarigen leeftijd en waar het nu moge
lijk is, dat kinderen van 12 jaar buiten
de Leerverplichting vallen, moet het on
geraden geacht wordou door een wettelijk
voorschrift te verhinderen, dat deze kin
deren arbeid verrichter.
En met den achteruitgang van den handel
hield ook de welvaart op. Dezelfde arbeider,
die vroeger op zijn minst een twintig gul
den 's weeks kon tehuis brengen moest het
nu zien te stellen met een varieerend loon
van nauwelijks eon daalder tot drie gulden.
Dat was een harde slag voor Nijkerk. En
er bestond vooreerst weinig kans op beter
schap. Daarbij kwam nog een nationale
ramp.
Sedert Bloeimaand 1713 woedde eene
hevige veepest in verscheidene provinciën.
Van uit Waterland in den omtrek van
Amsterdam nam die geduchte plaag hand
over hand toe door het geheele land. Zeven
jaren lang duurde ze onafgebroken voort,
nu eens minder dan wéér met nieuwe ver
heffing. En in meer dan eene provincie
bleef ze aanhouden tot 1750 toe. Alle
middeleD, welke, de kunst aangaf, om het
kwaad te bestrijden, werden te vergeefs
toegepast: de doodelijke kwaal tartte iedere
vernieuwde poging daartoe.
De voestapel werd alzoo ontzaglijk ge
dund. Het verlies was enorm. De schade
beliep in 1745 reeds zes millioeD, matig
berekend. De verarmde landman zat met
betraande oogen bij zijne ledige stallen ter
neer. Bedestonden en biddagen, bij die
gelegenheid van hoogerhand uitgeschreven,
riepen dorp- en stedeling tot boete en be
keering. De godvruehtigen in den lande
kermden, om met -vader Willemsen" te
spreken, den Heere achterna, dat de kudden
nog eens bij duizenden mochten werpen,
ja bjj tienduizenden op de hoeven vermenig.
Wij zeggen met »Ett Friesche Dagblad''
»Deze kinderen te dwingen een jaar
rond te loopen is in vele opzichten ge
vaarlijker dan toe te staan, dat ze eeDig
werk deen.
Beter en gemakkelijker was het den
leeftijdgrens voor jeugdige personen naar
boven te verhoogen. De tegenwoordige
wet stelt een jongen van 16 jtar op ge
lijke lijn met een volwassen arbeider en
onthoudt hem de bescherminger, welke
ze hem vóór dien tijd verleende.
Ofschoon het nu zeer moeilijk is uit te
maken, wanneer die wettelijke bescher
ming ontbeerd kan worden, meent de mi-
nistor, dat de leeftijdsgrens veilig op zeven
tien jaar genomen mag worden.
Geenszins zal dan beweerd kunnen wor
den, dat de werkgever te ver gegaan is."
In hoofdstuk III wordt vastgesteld de
normale arbeidsdag voor vrouwen onjeug
dige personen.
In de tegenwoordige arbeidswet is deze
bepaald op 11 uur per etmaal. Deminis-
ter wil dien op 10 uren brengen. Van
dat standpunt wordt uitgegaar, om laDg-
zamerbanf, niet alle--- voor vrouwen en
jeugdige personen, maar ook voor de man
nelijke arbeiders te komen tot een kortoren
arbeidsdag.
Een streven, dat ten zeerste toejuiching
verdien*, omdat daardoor een der meest
storende invloeden van de machines op
het arbeidsleven het best kan worden
tegen gegaar.
Of de socialisten ook met dit artikel
iDgenomen zullen wezen
Ocb, volgens hen deugt er aan het ont
werp niets.
En toch schijnt de regeering met deze be
paling vrijgeviger, vooruitstrevender te zijn
dan bijvoorbeeld de sociaal democraten in
Italië.
Op het Internationaal congres van Chr.
Textielarbeiders te Enschedé "ernamen wij
van den Italiaanschen afgevaardigde dat
in Italië geijverd wordt voor een 10-rrigen
arbeidsdag voor vrouwen in fabrieken door
de Chr. arbeidersmaar dat de socialisten
zoo ver niet durven gaan maar een werk
dag van lO'/a uur gewenscht vinden. Nu
is er een werkdag van 11 uur.
Van dezen maatregel mogen wij rijke
vrucht voor het gezinsleven verwachter,
„Er dient op aangestuurd te worden, dat
de arbeider riet zijn geheele leven verdeelt
tussehen de werkplaats en de slaapstede",
vuldigen en de ossen welgeladen mochten
zijn.
Ook de Veluwe moest in de treurige
gevolgen van die ontzettende ramp deelen.
En de zoo voorspoedige, vette jaren van
weleer werden gevolgd door tal van magere
schrale jaren, welke de vorige niet konden
vergoeden. Niet florissant was alzoo de
maatschappelijke toestand van Nijkerk in
de eerste helft der 18e eeuw.
Doch evenmin de geestelijke toestand der
gemeente. De onkunde was over 't alge
groot. Bijbelkennis werd weinig gevondeD.
Over het gros des volks lag als het ware
de lijkwade des doods gespreid, de geest
was dor en droog, gelijk de »heivoorbren
gende Veluwsehe heuveleD, welke zij samen
bewoonden".
En dacht men al aan zijn eeuwig heil,
dan ging men achter zijne onmacht schuil
en zocht dit lijdelijk Christendom goed
te praten met Sehortinghuis «dierbre
nieten" hier en daar in de conventikelen
opgevangen. Op eene ernstige wetspredi-
king was het meerendeel bijzonder gesteld.
De leeraar moest bet hun maar aan
zeggen, 't was toch zoo noodigde zonden
moesten aangewezen en van den kansel
bestraft worden, dit was men van kinds
been zoo gewoon alleen maar, de trouw
van den dominé moest niet verder gaan
dan de predikstoel en vooral gedoogen,
dat do hoorders het in het particuliere
leven niet al te nauw namen met de eischen
van Gods heilige wet.
De bestraffing uit de hoogte zou hun
zegt de Memorie van Toelichting. En deze
juiste gedachte moet vastgehouden, a's
leidend motief hij de regeling der arbeids
voorwaarden.
Daardoor zal de arbeider slechts ontkomen
aan den overheersehenden invloed door de
machines op zijn bestaan uitgeoefend.
Langzaam maar zeker moet op dezen
weg voortgegaan.
Van 11 uur zullen we nu voor vrouwen
en jeugdige personen komen op 10 uur,
met dien verstande, dat in abnormale be
drijven, d. w. z. in bedrijver, waarin de
arbeiders aan zeer schadelijke invloeden,
eigen aan het bedrijf, zijn blootgesteld, deze
arbeidstijd nog kan worden ingekort tot
negen, acht of zeven uur.
Verder wil de minister, dat de gehuwde
vrouw op Zaterdag niet langer dan acht
uur arbeidt in fabriek of werkplaats.
Ook dat is in het belang van het ar
beidersgezin, de gehuwde vrouw moet
minstens om 3 uur Zaterdags vrij zijn.
De Zaterdag toch is een belangiijke dag.
Wij behoeven hierover niet uit te weideD.
Een ieder begrjjpt het.
Nu zijn tegen den verminderden ar
beidsduur voor vrouwen belangrijke be-
z waien ingebracht door de Kamers van
Koophandel en Fabrieken in Twente en in
Tilburg.
Juist in deze deelen van ons land is in
de wol-, katoen- en linnennijverheid de vrou
wen en kinderarbeid een zeer.belangrijke
factor.
Deze kamers beweren, dat het vaststellen
van den arbeidsdag voor vrouwen en jeug
dige personen op 10 uur noodzakelijk ten
gevolge zal hebber, dat ook de mannen
slechts 10 uren kunnen arbeiden, omdat
de inrichting der industrie van dien aard
ie, dat niet met een gedeelte van het per
soneel kan voortgewerkt worden, als het
andere deel naar huis is gegaan.
Vooral in de spinnerijen zal dat bezwaar
zich in hooge mate doen gevoelen. Daar
door zal de productie belangrijk benadeeld
worden tot groote schade van bet bedrijf.
Bovendien beweerden de Twentsche
heerer, dat nu reeds tal van atbeiders en
arbeidsters over de grenzen naar het na
burige Duitschland gaan om te werken,
waar de elfurige werkdag voor vrouwen
geoorloofl is. Dwingt de wet in ons land
tot 10 uren werk per dag, dan zullen nog
meerderer, en juist de bester, over de
grenzen gaan, om daar hooger loon te haler,
dan hier verkregen kan worden.
het hoofd niet breken hoogstens kon zij
dienst doen als een «knuppel onder een
hoop hoenderen gesmeten", een middel,
om de gerusten voor «een oogenblik te
doen opschrikken. Later konden zij dan
bij vernieuwing gaan indommelen, mijme
rend misschien over hun besteD, trouwen
leeraar, „dieniemand wetens in 't bijzonder
had aangerand", d. i. bestraft.
Hun zoogenaamde godsdienst was een
dienon van den Heere en de afgoden, te-
geljjk den Heere de enkele uren in de
kerk, hunne afgoden nl. drank en spel,
in de herberg, zelfs op den Rustdag.
De kerkeraad ging zelfs hierin stich
telijk voor. Uit de kerk spoedden de broe
ders zich naar taveerne en kolfbaan, waar
zij zich divirteerden met het oud-vader-
landsche kolven, destijds zeer in zwang.
Juist zooals in het versje staat
Vrolijk in de week aan 'twerk,
Zondag morgens naar de kerk
's Middags naar de kollefbaan,
Daar vangt eerst het leven aan.
Lachen, stoeien, vrolijk hupplen
Bij het kaatsen, katten knupplen,
Kegelen of, op de baan
Wakker aan het dansen gaan.
»De godzaalige, die alhier te Nijkerk
nog gevonden wierderi, quelden hunne
zielen over do grouwelen terwjjl ze nog
waren verborgen steunsels dier plaats en
geloovige voorbidders van dat vervallen
Sion, hebbende een oog op 't heil des
HeereD."
Nu reeds gaan dagelijks ongeveer 700
personen uit Enschedé naar Gronou en
uit Losser en Glinerbrugen trekken nog
grooter aantal naar Pruisen, om daar in de
textielnijverheid te werken.
Alleen in Engeland bestaat de 10-urige
werkdag in katoen, linnen en wollennij-
verheid. Maar de Engelsche industrie staat
sterker en vrijer dan de onze. Haar afzet
gebied is grooter, hare arbeidsverdeeling
is sterker doorgevoerd en hare arbeiders
zijn bekwamer.
De regeering besloot, na onderzoek, aan
de bezwaren tegemoet te komen, en zoo
is dan nu een artikel ingelascht, waarin hij"
wijze van overgang bepaald wordt dat in
spinnerijen en wollenstoffan-fabrieken bjj
uitzondering, na speciale vergunning en
onder bepaalde voorwaarden, door vrouwen
en jeugdige personen voorloopig nog 11
uren per eemaal gewerkt kan worden.
In elk bijzonder geval kan dan onderzocht
worden, of er inderdaad termen bestaar, om
dergelijke afwijking van den regel toe te
staan.
Natuurlijk roepen de vijanden van dit
ministerie dat hierdoor de wet verslechterd
is. De sociaal democraten het hardst.
Maar hunne geest vei wanten in Italië dan
Wij voor ons gelooven dat het juist gf-
zien is hier niet terstond al te diep in te
grijpen. L-iden, niet dwingen is de roe
ping van den wetgever tegenover het lever,
ook der industrie.
"Van 11 tot 10'/:, en zoo tot 10, zoo moet
de zaak goed worden.
Het is dan ook een overgang. Het zal
10 uur worden. Zoodra maar de belem
meringen zjjn weggenomen.
4 Maart. 1904.
A. s. Zondag 6 Maart zal in de kerken
behoorende tot het Nederl. Hervormd Kerk
genootschap en zeker ook wel in menige
gereformeerde kerk, tenminste het behoorde
wel zoo het honderdjarig bestaan worden
herdacht van het Britsch en Bnitenlandsoh
Bijbelgenootschap (B. B. B
Uit dat genootschap, opgericht 7 Maart
1804, en dat zijn werk uitstrekt over alle
werelddeelen, zjjn alle andere voortgekomen.
Wegens gebrek aan steun heeft het zich
in ons land eenigszins moeten terugtrekken,
maar den zegen dien het gewrocht heeft
in ons land, terwijl men op menige plaats
nog in duisternis zat en naar de onde paden
niet vraagde, is onberekenbaar.
Wij gedenken daarbij tevens met dank-
Zoo stonden de zaken, toen de 27-jarige
dominé Gerardus Knvpers te Nijkerk werd
beroepen. Zijn roep was hem voor.
Reeds te Leiden, waar bjj in het staten
college was opgenomen, stond hij gunstig
aangeschreven. Op 16 jarigen leeftijd volgde
hij als theologisch student de gewaardeerde
colleges van prof. Schultens in de Ooster-
sche talen. Het Arabisch beoefende hjj
met oorliefde. Onze Gerardus Kuypers
bezat eene «ongemeene gemakkelijkheid
van mededeeling" en in zeldzame mate de
uitgave van het woord. Hij was zóó wel
sprekend, dat «niemand bijna zich zijn
meester kon noemen." Vooral kwam dit
later uit in zyn gemeeiite. Men zag op
hem en wees hem aan als den toekom-
stigen Hollandschen Hervey.
Nauwelijks 23 jaren was hij reeds als
hulpprediker werkzaam en wel te Am
sterdam. Tijdens zijn korstondig verbljjf
aldaar werkte hjj niet ongezegend. Bij
maaide met vreugde wat hij zelf niet ge
zaaid had. Doch de gemeente van Jut-
phaas riep en Kuypers meende te
moeten volgen. Vier jaren ongeveer was
de jeugdige, talentvolle leeraar niet te
vergeefs aldaar werkzaam, toen hjj langs
een voor hem aanbiddelijken weg te Njj-
kerk als herder en leeraar werd begeerd.
Ook die roeping meende hij te moeten
opvolgen. En zoo kwam onze d?. Kuypers
op do Veluwe in het jaar onzes Heeren 1749.
(Wordt vervolgd/.