Bijvoegsel van „DE ZEEUW" van Zaterdag 27 Februari 1904. No. 65.
Gemengde Beriehten.
Uit de Tweede Kamer.
Kerknieuws»
Schoolnieuws.
e c h t s z a ke n.
Van den heer Lohman.
De heer Lohman heeft zich, gelijk altijd
bij de behandeling van wetsvoorstellen, ook
bjj die van het H. O. ontwerp, zelfstandig,
onbevangen, voorwerpeljjk er voor ver
klaard.
Dat wil zeggen bij heeft afgekeurd wat
aan de V. U. naar zijn meening niet deugt,
heeft het vrjjheids- argument voor dat der
rechtsgelijkheid ter zijde gesteld en zjjn
warme sympathie voor hot voorstel op zich
zelf gemotiveerd, in een lange, belangrijke
rede, aan welker slot wij hot volgende
ontloenen
Thans wordt het meer dan tjjd dat ik
zeg, waarom ik vóór deze wet ben, warm
en beslist.
Men moet zich, om deze wet goed te
beoordeelen, de zaak juister voorstellen
dan vaak geschiedt. Ik lees in allerlei
bladen, dat hot hierbij te doon zou zijn
om de rechtspositie van de bijzondere Uni
versiteiten, en elders lees ik, dat bij ver
werping van doze wet een recht onthouden
wordt aan de bijzondere Universiteit.
Noch bet een, noch het onder is m. i.
juist. De rechtspositie van de bijzondere
Universiteit berust op de wet van 1876
zij is buiten contest en staat vasten de
hoogleeraron aan de bijzondere Universi
teit zpn evengood hoogloeraar als die aan
de openbare, en de graden die zij verleent,
hebben dezelfde waarde als die aan do
openbare. Ook van onthouding van een
recht kan hier geen sprake zjjn, omdat
geen enkele Universiteit recht heeft op het
bezit van den effectu3 civilis.
Ik wensch evenmin den effectus civilis
aan de bijzondere Universiteit te verlee-
nen om haar in stast te stellen beter te
concurreeren. Ik mag uit staatsrechtelijk
oogpunt niet spreken van conurrentie tus-
schen bjjzonder en openbaar onderwijs.
Beide moeten hetzelfde dool dienen.
Maar de effectus civilis behoort eigen
lijk bij geen enkele Universiteit. De
effectus civilis is slechts een toevallig as-
sessorium, en losmaking daarvan zou ik
voor de Universiteiten zelfs hoogst wen-
scheJijk en noodig achter. De hoogleeraren
moeten niet voortdurend het examen voor
de studenten op het oog hebben zij moeten
zich vrijelijk kunnen bewegen. Wat aan
vankelijk een privilege was voor de Uni
versiteiten, n. 1. om de jongelui daar naar
toe te lokker, is langzamerhand geworden
een las', een onus voor de Universiteiten.
Ik wenschte om de wetenschappelijke studie
zelf ze daarvan te kunnen ontheffer.
En iets later
Ik moet opmerken dat ik aan dien effectus
civilis voor den Staat niet die groote waarde
hecht die velen er aan hechten. Men zou
m. i. de geheele zaak kuunen afschaffen.
De maatschappij is verstandig genoeg om
diegenen uit haar midden te kiezen, die
zij de geschiktste vond; zij gaat dan ook
vaak meesters in de rechten voorbij, en
daar heeft zij groot gelijk in. In vroeger
tijd werden kantonrechters en griffiers niet
altijd geboren uit meesters in de rechter,
maar alleen bij voorkeuren nu heb ik
gedurende het grootste deel van mijn ambte
lijk leven gewerkt met twee griffiers, voor
treffelijke menscher, maar die geen van
beiden gepromoveerd waren en ook niet
gestudeerd hadden. Het waren de beste,
die ik ontmoet heb. Ik hecht veel min
der aan dien effectus ctvilus dan anderen.
Wie goed gestudeerd heeft zal natuurlijk
het meest in aanmerking komen voor een
betrekking, en daarom is het in vele ge
vallen wenschelijk een goedp, liefst een
universitaire opleiding te hebben gehad.
Maar daaruit volgt niet, dat uit het bezit
van een diploma het bezit ook van de
noodige capaciteit blijkt. Ik geloof echter
niet, dat deze Kamer heel licht zal over
gaan tot afschaffing van dien afgod, en ik
ga hier dus niet verder op in.
Vooral lezenswaardig is het slot
Doch nu wil ik nog een enkel woord
tot de overzijde richten. Ik heb, ik zal
niet zeggen den moed, maar in elk geval
de eerlijkheid gehad om te zeggen wat
naar mijn voorstelling aan de zijde van
mijn vrienden niet goed is, maar ik meen,
dat ook de overzjjde, wanneer onzerzijds
gehandhaafd wordt de vrijheid en de goede
naam van de openbare Universiteiten, nu
ook harerzijds moet medewerken tot het
tot stand komen van deze wet. Er ligt in
deze wet wel degelijk een beginsel van
vrjjheid, en wanneer gij, mijne heeren!
meent, dat uw richting het bost tot de
waarheid leidt, dan hebt gij vóór u in elk
geval Universiteiten, die op dit oogenblik
bezet zjjn door hoogleeraren, voor het
grootste deel van uw richting. Maar hebt
dan ook eerbied voor de macht(?) en de
kracht van degenen die meenen een an
dere richting tegenover de uwe te kunnen
stellen. Neemt elke belemmering weg, die
aan de vrije ontwikkeling dier richting in
den weg staat. Gij moet zeer gewichtige
reden hebben om dat te weigeren. Gij
kunt het alleen doen als gij uwerzijds af
doende bewijzen kunt dat dit stelsel niet
met voldoende inachtneming van het Staats
belang kan worden toegepast. Maar wan
neer gjj dit niet kunt bewijzeD, dan wei
gert gij het alleen, omdat gjj bang zijt
voor de opinies van andoren, en dan heeft
uw partij in het geheel niet meer het
recht den naam van vrjjzinnig, die zjj tot
dusver gevoerd heeft, nog langer te dragen.
Merkwaardige woorden, na de prikke
lende opmerkingen ter linkerzjjde over
jle geheele linie, van v, d Vlugt tot Troelstra
tot en over hem gesproken een poging van
welke men toch te voren weten kon dat
zjj op dezen Aristides onder onze staats-
liedon qeen invloed hebben zou.
Wjj waren daaromtrent niet ongerust.
En wie tot een conclusie kwam geljj k
de Ooesche Courant en de Christen Demo
craat de eerste op beschaafden toon en
meer bescheiden uitgesprokon, dat in de
rede van jhr. Lohman bjj scherpe bestrij
ding van wat hjj in de IWije verkeerd en
in do verdediging van den minister on
juist acht, de waarheid afwezig was en de
politiek een woordje moe sprak, dien
roepen wjj toegjj kent het verleden en
de geschriften, het misstand punt, do
historische staatkundige gedragsljjn van
leven en laton leven van den Goeschen
afgevaardigde niet. De man van het lager
onderwjjs van '88verloochende zich in
1930 bjj het middelbaar, (althans gymna-'
siaal), en ook thans bjj het hooger onder
wjjs niet.
En het is ons nog niet zoo heel duide
lijk of niet zijn argumenteering, afgedacht
natuurlijk van de talentvolle verdediging
die men van den premier te genieten kreeg,
meer was aangelegd op het winnen van den
steun ook van tegenstanders, dan de me
morie van antwoord.
Wij zullen dit op 't oogenblik niet nader
uitwerkenmaar volstaan met, onder har-
tel jjke instemming, het volgende uit het
antwoord van den premier over te nemen.
Dien dank breng ik ook, en zelfs in
bjjzonderen zïd, aan den geachten afge
vaardigde uit Goes, die ten deze van de
Regeering, wat de motieven betreft, prin
cipieel verschillende, niettemin geoordeeld
heeft, niet tenauwornood, maar met warmte
zjjn stem aan dit ontwerp te kunnen toe
zeggen. Hjj heeft daarmede bljjk gegeven,
van voor te staan die hooge liberaliteit,
die ook bjj principieel verschil van ge
voelen, toch een ander het licht in de oogen
gunt. Ik hoop op dit punt straks nog
nader terug te komen.
Ik meen dit woord van dank aan den
geachten afgevaardigde uit Goes te meer
te mogen brengen, daar het aan de linker
zijde met heeft ontbroken aan pogingen,
om hem met het oog op het verleden te
prikkelen.
Zelfs een man, zoo humaan en zacht in
zjjn optreden als do geachte afgevaardigde
uit Leiden heeft het, „zalig zjjn zjj die den
vrede bevorderen" ten deze niet in practjjk
gebracht.
Soms was het mjj, of ik een gepoljjsten,
in rondboog afgevjjlden, nagel, zich be
wegen zag naar een roof op een oude wond,
met een poging om de roof van die wond
af te trekken.
Waar nu niemand als lid van het Parle
ment de zelfboheersching bezit, om door
die prikkeling zich niet te laten bowegen
in de richting, waarin hjj die prikkelt, dit
wenscht, meen ik dat dit als een hoog
teeken van karakter ook in deze Kamer
behoort gewaardeerd te worden.
Zoo heeft dan dhr. Lohman met groote
liberaliteit, zooals do Promier het noemt,
vóór dit ontwerp gekozen. Hjj deed dit
u'.t een oogpunt van recbtsgeljjkheid. Nu
de effectus civilis eenmaal bestaak zou hjj
niet weten, waarom deze ook niet onder
de noodige waarborgen aan een bjjzondere
universiteit zou verleend wordeD. Anders
zouden de studenten aan deze laatste ge
dwongen worden tot dubbele examens.
De spreker besloot zjjne schoone rede met
de opwekking tot de linkerzjjde om vóór
het aanhangig wetsontwerp te stemmen.
Na den afgevaardigde van Goes, spraken
nog dhr. Brummelkamp, De Ridder en
Talma, allen voorstanders en verdedigers
van de bjjzondere universiteiten, hoewel op
verschillende grondeD.
Dhr. TalmalietuitkomeD, dat, hoewel zjjne
sympathie voor de vrije Universiteit niet zoo
bjjster groot is spreker herinnert o. a.
aan Seinpost hjj haar niet het middel
wil onthouden, om tot betere ontwikkeling
te komen. Ten zeerste is deze afgevaar
digde ingenomen met de bjjzondere leerstoe
len, Hjj verwacht van deze leerstoelen een
herstel der theologische faculteit aan de
rjjksuniversiteiten. Ook dhr. Borgesius, een
volgende spreker, verklaarde zich ook na-
mous zjjne geestverwanten voordebjjzondere
leerstoelen aan de openbare universiteiten,
zoowel nit beginsel als om redenen van
opportuniteit. Zéér gekant was dhr. Bor
gesius tegen de toekenning van den effectus
civilis. Hij noemde onder bravo's van de
linkerzjjdo dit ontwerp een verderfeljjken
maatregel, die bljjken zal een ramp te
zpn voor het openbaar onderwjjs, ook voor
het land.
Dhr. Aalbsrse oordeelde de eenzjjdige
samenstelling van de faculteiten aan de Open
bare Universiteiten een bezwaar voor de
Katholieken.
En dhr. v. d. Zwaag sprak van dit ont
werp als van „peuterwerk", voor partijdoel-
einden geschikt. Dit was dan ook zjjn
grootste grief. Natuurljjk zou bjj tegen
stemmen.
Onder dankbetuiging aan de heeren af
gevaardigden, die het wetsontwerp in be
ginsel hadden verdedigd, in bet bjjzonder
aan dhr. Lohman, betoogde ZEx. dat vrjj-
making van het hooger onderwjjs ligt in de
lijn der historie, op billijke wjjze in dit
wetsontwerp betracht is en geëiseht wordt
door den tegenwoordigen stand in het proces
der wetenschap.
Vooraf gingen eukele detailpunten.
Men voert als grieve aan, dat de regee
ring te veel partiëel regelt. Alsof dit een
kenmerk zou zijn van deze regeering.
Heeft het ministerie Roëll niet minstens
een groote dertig partiëele wijzigingen in
gediend Trouwens, zulke partiëele wetten
zijn niet altijl de slechtste. Een algemeen
overzicht van de organ istie van het onder
wjjs vooraf, zooals dhr. Schokking wilde,
was niet doenlijk noch aanbevelenswaardig.
Eon afschaffen van den effectus civilis
om daarvoor staatsexamens in de plaats te
stellen, zooals in Duitschland, vin it de
Minister allerminst verwerpelijk. Roeds
vroeger heeft hjj in de stukken de reden
aangegeven, waarom hjj het niet heeft
voorgesteld. Z ilk eene regeling zou eerst
kunnen geschieden bij aftonderlijke wet.
En aan zulk eene wet kan eerot worden
gedacht na voltooiing van den aibeid der
staatscommissies.
Daarenboven is een enkel staatsexamen
nog niet voldoende. Er blijven nog zoo
veel vragen te doen over. Zullen ook
academische studiën noodig zjjn of alleen
diploma's? Zal het getal alsnu toegelate-
nen begrensd zjjn of niet? Wie zal deze
examen-commissie vaststellen Ook besprak
de Minister de theologische faculteit, als
antwoord op een desbetreffende vraag.
Zonder haar krjjgt men een romp zonder
kop. Een faculteit der godsdienstweten
schap maakt dit doodshoofl niet levend.
Vervolgens kwam het hoofdpunt n.l. de
vrijmaking van het onderwijs. Daarmede
bedoelde ZExc. het beginsel der vrijheid
van het hooger onderwijs, gewaarborgd na
de grondwet van '48 en nader geformu
leerd in de wet van '76. In 1901 werd^
het beginsel van art. 16 tot bijzondere
gymnasia voor het recht van diplomeering
uitgestrekt. Toch was daardoor de nood
zakelijke vrijheid nog niet verkregen. Eerst
moesten de diploma's van het vrije hooger
onderwijs gelijk van waarde zjjn met die
der rijksuniversiteiten.
Nu is de vraag zijn de waarborgeu vol
doende die bij deze wet gesteld worden
aan de bijz. .universiteiten, voor de toe
kenning van den effectus civilis De lin
kerzjjde beweert van neen. Maar, zoo
vraagt de Minister, welke waarborgen
heeft de Rijksuniversiteit meer Immers
geen. Of het zou moeten zijn, dat hare
hoogleeraren door de Koningin worden
benoemd, op voordracht van den Minister.
Zpn ze echter daarom allen goede exa
minatoren Maar zegt men, 't komt aan
op kennis, wetenschappelijke ervaring en
bevoegdheid. Eilieve, wie moet die be
oordeelen Het eenige, wat den doorslag
zou kunnen geven is het proefschrift en
dit wordt juist enkel voor de bijzonders
universiteit geëiseht en nog wel in 't
openbaar. En daarbij wordt de eiseh
gesteld aan a'len, en waakt de examen
commissie, dat die publieke verdediging
niet zij in schijn.
Ook ligt in dit ontwerp de waarborg
tegen zoogenaamde universiteiten, eigenlijk
gezegd dnlvereenigingen. De eiscb van een
ton gouds te kunnen besteden uitsluitend
voor den onderhoud van de universiteit is
geen jjdele waarborg. Vervolgens be
spreekt de Minister de bedoeling.
Elk wetenschappelijk pogen heeft recht
op erkenning, de tegenwoordige inrichting
is studiebedervend denk aan de dubbele
examens het is de plicht der overheid,
om de wetenschap aan te moedigen. Dat
doet men ook in Amerika. Te Brussel,
Freiburg, Angers heeft men ook vrije uni
versiteiten opgericht. Zelfs te Rjjssel een
Roomsche universiteit op zeer breede
schaal.
In hot tweede deel zijner rede betoogde
de Minister, dat de tegenwoordige stand
van het proces der wetenschap de nood
zakelijkheid van de indiening wettigt. De
universiteit is een instituut van vorming,
voorbereiding en opleiding ter verkrijging
van wetenschappelijke bekwaamheid en ge
schiktheid voor het bekleeden van open
bare betrekkingen. Maar ook een instituut
voor de wetenschap,
Wat het karakter van het hooger onder-
wjjs betreft het moet volgens den Minister
de tot dusverre verkregen wetenschap be
waren, het moet vervolgens den student
leeren zien en opmerken, en hun metho
disch leeren werken. Breedvoerig besprak
Z.Exc. dat stelsel van hooger onderwijs,
waarbij het alleen en altijd gaat niet om
juistheid, maar om waarheid. Hij verdedig
de dit in het belang der vrjjheid en van
de positie der hoogleeraren aan zulk een
universiteit met principieel stelsel. Eéne
groote, machtige Universiteit, van Staats
wege, ingericht en toegerust, met de beste
hulpmiddelen, zou 's Ministers ideaal zpn.
Dan kan iedere vereeniging onder zekere
waarborgen, de bevoegdheid erlangen, om
eone faculteit in te richten en hoogleeraren
aan te stellen. Tevens zou dan ook de
benoeming van de hoogleeraren aan de
overheid onttrokken zpn. Daar de over
heid niet te beslissen heeft wat wel en wat
geen wetenschap is, mag ook deze de open
bare universiteiten niet voortrekken en de
bjjzondere universiteiten achter stellen. Er
is dan ook volstrekt bjj het aanhangig
onderwerp geen begunstiging in het spel.
Alleen bedoelt het toekenning van gel jj ke
rechten.
Na de pauze kwam de repliek van dhr.
Roëll die zjjn bezwaren handhaafde en wees
op de onvoldoende waarborgen van het
bjjz. hooger onderwjjs, tot het verleenen
van den effectus civilis.
Beroepen te Annerveen B, Scholtens te
Sellingen,
Aangnomen naar Kolhorn door H. J.
Engelkep, cand. te Groringen.
Bedankt voor Niehove door H. J. Ea-
gelkes, cand.
Goes. Gekozen tot diaken (vacature-
Verburg) de heer A. L. v. Melle.
Geref. Kerken.
Beroepen te Nieuw-Dordrecht Z. Hoek
te Amb'.-Vollenhovp.
Benoemd tot onderwijzer aan een o. 1. p.
te Rotterdam de heer J. Kense te Sta-
venisse. N. R. C.
Te 's-Gravenhage slaagden ook nog
voor 't examen nuttige handwerken de
dames J. S. v. d. Have te Zierikzee en
F. Butler te Biezelinge.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden Vrjjdag zpn veroordeeld wegens:
beleediging van een ambtenaar: A. M., 29
j. molenaar, O.- en W.- Souburg, tot f 10
b. s. 10 d. h. P. K., 38 j. zonder beroep,
Wemeldinge, tot f10 b. s. 10 d. h. strooperij
C. v. d. B., 21 j. arbeider, P. v. d. B., 19
j. en N. v. d. B., 14 j. arbeidster, allen
te Stek'ene (België), ieder tot 3 d. gev. straf;
wederspanmgheidP. F. de M., 30 j aard-
worker, AntwerpeD, tot 14 d. gev. straf;
mishandelingJ. B., 49 j. arbeider, Clinge,
tot 14 d. gev. strafW. P. J. B., 20 j.
boerenknecht, Sluis, is ontslagen van rechts
vervolging J. M. v. D., 22 j. bootsman,
A. S. H., 22 j. bootwerker, beiden te Ter-
neuzen, ieder tot 14 d. gev. straf; A. de
D35 j. bootsman, Terueuzen, tot 1 m.
gev. straf; huisvredebreukL. R., 16 j. L.
J. S., 17 j. en O. J. v. H., 17 j. allen leurders,
Middelburg, de lo en 2e ook wegens mis
handeling en vernieling ieder tot 3 m. gev.
straf en de 3e tot f5 b. s. 5 d. b.diefstal:
J. G., 34 j. werkman, J. W 24 j. schilder,
en J. P., 16 j. werkman, allen te Ierseke,
ieder tot 1 m. gov. straf.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage
bevestigde de veroordeeling van P. B.,
metsrlaar te Hulst, wegens mishandeling
tot drie maanden, en D. V., te Zierikzee,
wegens diefstal van aardappelen, tot een
maand gevangenisstraf.
Ia zake J. B. P?., C. B. Pz., J. M. S.
Pz., allen visschers te Tholer, door de
rechtbank te Zierikzee veroordeeld tot een
maand wegens wederspannigheid, werd de
dagvaarding nietig verklaard, als niet in
houdende een voldoende omschrijving van
de ten laste gelegde feiten.
Goes. Voor de twee vacante onder-
wjjzersbetrekkingen bjj het Openbaar lager
onderwijs alhier, hebben zich 13 sollici
tanten aangemeld.
Goes. Donderdag vergaderden de leden
der Zuid-Bevelandsche Hagelverz. Maatsch.
wier toestond zeer gunstig is, verzekerd
werden in 1903 door 28 leden 1391 H.A.
2024 c.A., wat aan premiën is f361,81.
Gerekend goed slot 1902 ad f2661.86 plus
de rente f73,46 maakte totaal f3097,13.
Kosten van beheer en drukwerk f 107,30
bljjft goed slot f2989,83. Dit goed slot
verdeeld over de 1391 Heet. blijkt per
Heet. het aandeel in het reservefonds f2,15.
Goes. Woensdagavond was er een schiet-
wedstrjjd door de leerlingen van den wa
penhandel in hot gewone lokaal. Er waren
17 deelnemers van het le en 14 deelne
mers van het 2e leerjaar. Met de meeste
punten 51, verwierf A. v. d. Linde te
Kloetinge de Medaille, geschonkon door den
burgemeester. De rozenprjjs met 1 roos,
na een kamps'rjjd, verwierf A, v. d. Bliek
te Goes, de medaille, geschonken door den
heer A. Witkam. De meeste elven, 3, had
C. van Zweoden te Goes en verwierf de
medaille door onderlingen aankoop. De
le winner was van het le, de 2 anderen
van het 2e leerjaar. Voorts werden nog
prjjzen uitgereikt aan C. J. v. Zweeden
met 48, A. Fep, M. W, v. d. Weert en
P. D. Goetheer elk met 44, J. Verhage
met 42 en A. v. d. Bliek met 40 p. (le
jaar;. En aan C. F. v. Noppen en M.
Wagenaar elk met 48, L. v. Belois met
44 en A. O. Oorstanje met 40 p. (2e jaar).
Rilland. Iu aansluiting aan ons bericht
over de aanbesteding van de chili-3alpeter
voor de landbouw vereeniging „Rejjgersberg"
nog het volgende. In de advertentie voor
die aanbesteding stond wel vermeld de
datum van inlevering der biljetten doch
niet van de opening daarvan. Enkele der
inschrijvers maakten daartegen bezwaar
vooral daar de prijzen van genoemde mest
stoffen met den dag stijgen en zij meenden
dat de opening der biljetten wel eenige
dagen daarna plaats kon hebben. Indien
dus de opening later plaats "ond dan de
dag der inlevering der biljetten achtten zjj
zich niet meer gebonden.
De slotsom der historie is geweest dat
de biljetten niet den 23en (de dag der
inlevering) doch den 24sten Februari ge
opend zjjn zoodat de minste inschrijver de
heer J. Kostense van Kruiningen telegra
fisch hiermede in kennis gesteld de leve
ring niet wilde doen dan tegen zekere
verhooging, zoodat de geheele aanbosteding
in de war is geloopen.
Rilland. De verschillende lijsten voor
het huldeblijk aan H. M. Koningin Emma
hebben f 67.20 opgebracht, te weten te
Rilland f 28 45 aan de halte f 20,25 Bath
f 14.75 en Engelsqjie polder f 3.75.
Philippine. De allerwegen de harten
en gedachten bezig houdende schoolkwestie
of het onderwjjsvraagstuk heeft ook iu
Philippine haren intocht gedaan. De oude
school werd afgekeurd en nu moest er een
nieuwe komen. Doch waar men voor de
vogelen van diverse pluimage de kooi moet
stichten, was juist de vraag in de laatste
amusante Raadszitting van Philippine.
Reeds twoemalen werd een aangewezen ter
rein door de autoriteiten afgekeurd.
Op een vraag van den voorzitter of een
der heeron nu een terrein wist, zeide een
er wel twee te weten, maar voegde er aan
toe „bet is me niet de moeite waard ze
te noemen, want ze worden toch weer af
gekeurd". Een der wethouders zegt nog
vast te honden aan de plaats, die hjj en
de Burgemeester al genoemd hebben en
Ged. Staten ook goedkeuren, wat een ver
woeden aanval van een Raadslid tegen den
Burgemeester tengevolge heeft, dat zegt,
dat de Burgemeester de school aan het
raadhuis wil binden en dan een juweeltje
van een raadhuis bouwen, en nu die z'n
zin niet kan krijgen, dwarsboomt bjj de
pogingen van andere zjjde, waarop de
Burgemeester, minder parlementair dan
krachtig, antwoordt„zwijg vent." 1
Nadat de burgemeester een onderzoek
heeft toegezegd, wil een ander raadslid de
volgende week vergadering houden. „Dus
u wilt mjj verplichten, wanneer ik een
vergadering moet beleggen" zegt de burge
meester „dat zal ik doen als ik wil en
alleen wanneer het noodig is". Met die
noodzaak stemt het andere raadslid in, „daar
hjj anders niet zoo graag in 't gezelschap
des burgemeesters is
Een andere brandonde kwestie" is het
verbod van danstenten, dat een der Raads
leden verdedigt met het oog op deonzedeljjk-
heid die daaruit voortkomt. Ia verband
daarmede was een adres ingekomen, volgens
hetwslk al de herbergiers tegen dat verbod
zouden zjjn. „Dat is toch wel aardig",
zegt een Raadslid, „dat onder de onder
teekenaars van dat adres een herbergier
voorkomt die zelve tegen mjj zeidat die
danstenten verboden moesten worden".
(Dit verwekt oen uitbundig gelach onder
het publiek). De burgemeester verklaart
zich tegen het verbod van danstenten. Dat
vindt een Raadslid „min" van hem.
„A's je dat doorzet", zegt de burgemeester,
„zal ik ook van mjjn macht gebruik maken,
en geen vergunning meer voor muziek en
kermis op Zondag geven".
„Dat is allemaal voor die herberg" zeggen
een paar Raadsleden. En als daarop de
Burgemeester heel onschuldig vraagt„voor
welke herberg krjjgt Z.E.A. veelbeteeke-
nend ten antwoord „dat weet IJ beter dan
wjj". Het verbod van danstenten werd ten
slotte met 4 tegen 3 stemmen gehandhaafd.
{Nederlander.)
Krabbendijke Donderdagavond hield de
we kliedenvereeniging „Onderling belang"
haar gewone voorjaarsvergadering onder
voorzitterschap van den heer A. 8onke.
Sloot verleden jaar de rekening met een
voordeelig saldo van f 0,81 nu bedroeg di
f 19,06'. De inkomsten waren f 93.20',
waaronder f 22 van begunstigers en f 25.99'
als opbrengst van de biblioteek.
Het ziekenfonds keerde in in 1903 aan
zieke leden f 156 uit. Het goed slot steeg
tot f692.19, waarvan f662 op de rjjks-
postspaarbank staat. Beide rekeningen wer
den door twee leden nagezien en in orde
bevonden.
De vereeniging telt nog 144 leden en
22 begunstigers. De bibliotheek telt 263
nummers.
Het inleggeld voor het ziekenfonds is
dit jaar 70 cent.
Daar sommigen meenden reden tot klacht
te hebben, zeide de voorzitter, dat daarmee
het bestuur dient in kennis te worden
gesteld.
De voorzitter doet mededeeling van ge
voerde correspondentie met dhr. v. d. Linde
van Wolfertsdjjk, wat waarschijnlijk samen
werking hier op Zuid-Beveland zal tenge
volge hebben.
Verder doet de voorzitter voorlezing van
een lang sehrjjven van het Bestuur van het
Ned. Werkliedenverbond om tot aansluiting
op te wekken.
De voorzitter raadt tot afwjjzing. Daar
dhr. Jac. Welleman voorstelt wel op de zaak
in te gaan, wordt na eenige bespreking,
waaraan van Drie], Haverhoek, De Koning
en M. Geensen deelnemen, besloten de zaak
eerst in een bestuuisverg. te behandelen.
Nu gaat de vergadering in een openbare
over en komen nog verscheidenen binnen,
zoodat het lokaal bjjna gevuld is.
Alsnu treedt dhr. J. de Koning op om een
lezing te houden over: Gewenschte toestan
den op het terrein van den arbeid.
Hjj wijst eerst op de noodzakeljjkheid
van tevredenheid, bespreekt daarna de ver
schillende verhoudingen, de verschillende
werkzaamheden en de verschillende werk
krachten, om vervoigens te komen tot z. i.
gewenschte toestanden met name op het
terrein van den veldarbeid. Niemand voert
over het gesprokene het woord. Alleen stelt
dhr. Jac. Welleman voor de uitgesproken
gedachten ter kennis te brengen van de
landbouwvereeniging, waarvan alle land
bouwers lid zjjn.
Naar wij vernemen hoopt dr. H. J.
C. Pierson van Ressen Donderdag 3 Maart
te Krabbendijke en Vrijdag 4 Maart te
Middelburg te spreken over „Vaccine-
dwang".
Axel. Donderdag sprak alhier voor d»
Chr. Werkliedenv. de heer A.S. J. Dekke-
van Goes over „Coöperatie". De lokalen