NIEUW
ZEELAND
No. 63. 1904
Dinsdag 23 Februari.
18e Jaargang
HISTORISGH
CHRISTELIJK-
Bij iit mm betert een Bpepel.
iF±.
Zoeken ot vinden als doel.
Buitenlandse!) Overzicht.
VERSCHIJNT
elken maandag-, woensdag- en vrijdagavond.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Middelburg, ook voor St. Laurens 23,
24, 25 en 26 Februari, 1, 2, 3, 4, 9, 10
en 11 Maart.
Bij de lioogstbelangrijke discussiën de
vorige week gedurende drie dagen in de
Tweede Kamer gehouden over het Hooger
Onderwijs, zullen ongetwijfeld twee rede
voeringen in bijzondere mate de aandacht
onzer lezers getrokken hebben.
Het zijn die van Prof. van der Vlugt en
van dr. J. Tb. de Visser. Beide redevoe
ringen in vorm en inhoud zoozeer te prijzen
en cok allerwegen geprezen. Deze beide
redevoeringen uitgesproken door mannen
van ernst en groote gaven, verdienen ook
onze bijzondere aandacht. Grondtoon van
beide was d9 Universiteit heeft het zoeken
naar de waarheid mogelijk te maken, niet
de waarheid te leeren.
Verschil was alleen te vinden in het door
dr. De Visser krachtig uitgesproken geloof
aan da overwinning der hoogste waarheid
ook bij den onbelemmerden en onbeperkten
kamp in h9t strijdperk des levens.
Beide redevoeringen, herinnerden evenwel
aan het beginsel door Lessing eenmaal
geschreven in zijn gevleugeld woord, door
zoovelen bewonderd en als een Evangelie
vereerd Indien God zoo schreef LessiDg
mij in zijn rechterhand de volle waar
heid aanbood, en in de linkerhand alleen
het vermogen om de waarheid te zoeken
dan zou ik zeggenontsluit, o God, uw
linkerhand, en behoud de waarheid voor
U, en laat mij het zoeken naar de waarheid
doel mijns levens blijven.
En Prof. van der Vlugt gaf, schoon en
kernachtig, zijne meening over de richting
en roeping van het Hooger Onderwijs weer
in deze woorden
De Universiteit zij observatorium of la
boratoria), geen conservatorium.
Dat is vrij vertaald werkplaats, geen
bewaarplaats.
En dr. Da Visser.
Hij zegtde wetenschap zoekt slechts
naar de grootst mogelijke juistheid. En
bij dat zoeken hebben niet de verschillende
richtingen zich van elkander aftezonderen.
De ch'isteüjke wetenschap verstijft zoo ze
zich afzondert en wordt scholastiek. 'Ook
zij heeft voortdurende correctie noodig, en
wie zal haar die brengen indien het niet
de rationalistische wetenschap zijn zou
In de openlucht, te midden van den strijd
der meeningen wordt het Christendom best
gediend. Ook daa", daar bovenal, zal de
hoogste waarheid overwinnaar zijn.
Ziedaar schoone woorden, gulden woor
den, dubbel onze overdenking waard.
En toch een bescheiden beden
king, zeker in den geest van de meeste
antirevolutionairen ook in onzen kring,
Hat is dezeBehoort elk waarlijk we -
tenschappelijk onderwijs, dat ook bedoelt
te steunen en te leider, niet uittegaan van
een vaste levensbeschouwing die er den
grondslag van uitmaakt?
Mag zoeken voor een ernstig mensch
einddoel zijn
Het zooken van een begeerd goed is
een heerlijke genade ons door God op de
dikwijs zoo moeilijke levensreis meegege
ven. Toen het Paradijs verloren was en
alle ook het wetenschappelijk brood
in het zweet des aanschjjns zou gegeten
wordeD, was lust tot den arbeid, het"zoe
ken en streven naar hooger en dieper en
meer ons het zout van het leven, de prik
kel tot dien arbeid zelf. Boven den slaaf-
sehen arbeid om levensbehoud en loon
alleen, staat verre en zeer verre de harts
tocht voor den arbeid die altijd te volma
ken is.
En aan dien arbeid tot volmaking, dat
zoeken naar wat uitnemender is, dankt de
wereld haar rjjbste winsten en de monsch-
heid haar beste schatten.
Maar hoezeer de antirevolutionair dit
mot den rationalist te zamen belijdt, hierin
gaan ze uiteen, dat de eerste meent dat
zoeken dient om te vmdeD, en dan nog
in dit: dat de antirevolutionair meent dat
men niet behoeft te zoeken wat reeds se
dert lang gevonden is.
Lust tot zoeken is noodzakelijk voor het
vinden, maar onvoldoende.
Wie in de woestijn geplaagd wordt door
dorst, zoekt een bron, maar om het water
dat zijn dorst lesschen kan, en als dat ge
vonden is, is ook het zoeken gekroond.
Zoo evenzeer in geestelijken zin.
En nu is voor den belijdenden Christen
het zoeken door vinden gevolgd omdat er
een openbaring is door God zelf gegeven
en die het zoeken overbodig maakt.
God die zich openbaarde in de Heilige
Schrift heeft op velerlei wijze gesproken
door zijne Profeten en Apostelen en heeft
ons gezonden Hem die getuigde: Ik ben
de weg, de waarheid en het leveD.
Dank zij die openbaring is er sinds dien
tijd een deol der menschheid dat niet meer
angstig vraagt en doelloos zoekt maar
zeggen durft: Wij weten.
En nu is, evenmin als de natuur om
ons heen, het rijk des geestes, voltooid of
volmaakt met het fundament. We hebben
geen gereedliggende confessie in de Schrift
en geen pasklaren catechismus voor ons
hedendaagsch leveD, maar we hebben in
de Openbaring een fundament, gelijk in
do Schepping een vaste basis voor allen
arbeid.
Toch is diarmêe het scherpe verwijt van
een mi'. Troelstra niet gewettigd als zou
ons hooger onderwijs een doodkist voorde
wetenschapzijn, een dril-school noodzakelijk
maken voor jongens die gelooven moeten
wat papa en mama geloof).
Neen, ook de antirevolutionair gevoelt
diep de levensband die hem bindt aan het
gansehe menschelijk geslach*, een gevoel
dat hem verbiedt zich te isoleeren en alzoo
te geraken uit den frisschen stroom in een
moeras.
Neen, ook de antirevolutionair heeft de
bedenkingen door ernstige en geachte tegen
standers als Prof. van der Vlugt en dr. de
Visser te overwegen en te toetsen.
Maar met ernstige overweging is het ons
niet mogelijk wetenschappelijke hypothesen
die het eene jaar opgebouwd en het andere
jaar afgebroken worden te stellen boven, of
ook maar nevens de Openbaring die het
fundament vormt voor onze levensbeschou
wing, en die ons verplicht tot zoeken naar
verweer en ontwikkeling, maar dankend
roemen doet vcor het vinden met den ge
leerde van Tarsen ia zijn: Nademaal de
wereld God niet gekend heeft door haar
wijsheid, zoo heeft het Gode behaagd door
de dwaasheid der prediking zalig, dat is
óók rijk in kennis te maken zij die gelooven.
22 Februari 1904.
Tegenslag.
Onder dit opschrift schrijft de Standaard:
»De langgewenschte ke9r in de middelen
is dan toch gekomen.
Reeds December was niet zeer fortuinlijk,
en Januari was bepaald slecht. Niet alleen
geen vooruitgang, maar ernstige achteruit
gang, en achteruitgang op bijna alle pos
ten bewijs alzoo, dat de welvaart trager
loopt.
Sloot nu ons budget, dan kon het iets
lijden, maar het sloot niet, en uitzicht op
inhaling van het nadeelig saldo bestond
alleen, zoo de toeneming van de laatste
jaren aanhield.
Gaat daarentegen de achteruitgang doe,
en blijkt het accres tot staan te zijn geko
men, dan zal een aanzienlijk te kort onge
dekt blijven, en zorge voor de deur staan.
Ho8 men onder zulke omstandigheden
nog kan aandringen, om nu reeds den
suiker accijns te verlagen, is dan ook moei
lijk te verstaan. Dit ware alleen denkbaar,
zoo het accres het verlies goedmaakte, of
ook een ander nieuw, of verhooging van
een bestaand middel, hetgeen men aan de
suiker verloor goedmaakte,
Doch hiervoor kan de tariefsverhooging
niet ia aanmerking komen. Die tariefs
verhooging is door het Kabinet van meet
uitdrukkelijk gereserveerd voor de ondei-
wjjs-quaesfie en de quaestie der Verzeke
ring. Alleen daarom scheen ze gerecht
vaardigd.
Al verstaan ook wij ton volle, van hoe
groot belang het zou zijn, indien wij gelijk
Engeland de suiker viij konden later, of
gelijk Belg'ö en andere landen, aanmerkelijk
veilagen konden, geld dat men prijs
geeff, moet dan toch op andere wijze gtïad
kunnen worden.
Ea wijst men op het accres van de zeven
laatste jaren, dan geven we toe dat dit
aanzienlijk was; maar men vergete niet,
dat de onder het vorig Kabinet aangenomen
wetten een goed deel hiervan verslonden
dat tegen het accres der inkomsten gestadig
accres der uitgaver, al was het slechts door
de toeneming der bevolking, overstaat, en
last not least, dat onze koloniën ons enorm
gaan kosten.
Het feit ligt er dan ook toe, dat we niet
tegenstaande het zeer groote accres, voor
een tekort in plaats van voor een overschot
staan.
De aandrang, die van allerloi kant ge
durig uitgaat, om rr/mwe ot verhoogde
subsidie van het Rijk te vragen, zal dan
ook gestuit moeten worden.
Want vergeet niet, de gemeente-financiëa
zijn ook in het gedraDg gekomen, en zullen,
om weer op goede orde te komen, nieuwe
eischen a3n het belastingbetalend publiek
stellen.
We leven in Nederland duur duur door
den gewonen standaard van het leven, en
duur niet minder door de veelkostende
inrichting van schier eiken tak van dienst."
Verschillende sprekers in de Tweede
Kamer betreuren, dat de R=>geering bij het
ontwerp-hooger onderwijs niet op het denk
beeld van staaff-cxamens is ingegaan. Men
moest, zoo redeneert men, den toegang tot
ambten en bet ekkicgen verbinden aan een
examen, geheel onafhankelijk van de uni
versiteiten, en door den Staat affcenemen.
Zoodoende maakt men geen onderscheid
tusschen studenten van openbare en die
van bijzondere hocgescholen. Voor de wet
zijn ze allen gelijk. En het universitair
onderwijs wordt er door op peil gehouden.
Daardoor vervalt dan vanzelf de klaclP,
door sommige afgevaardigden geuit over
de h. i. geringe waarborgen van het weten
schappelijk gehalte, die in het ontwerp zijn
gesteld.
De instelling van de bedoelde staats
examens heeft trouwens een punt van over
weging uitgemaakt bij het voorloopig on
derzoek. Doch blijkbaar was men omtrent
deze zaak niet tot overeenstemming kunnen
geraken,
Er waren twee stroomingen. Sommigen
wilden een staats-exainen voor iedereen
toegankelijk. Anderen wilden den stroom
van candidaten wat beperken en de toe
lating tot zulk een examen verbonden zien
aan een nniversitairen graad.
Voor beide viel iets te zeggen.
Toch waren er voor de Commissie over
wegende bezwaren om voor staats-examens
te pleiten.
De eerste oplossing n.L had het bezwaar,
dat dan vel8 jongelieden aan de universi
taire opleiding zouden onttrokken worden.
Ea bij de tweede werd de quaestie slechts
verplaatst.
Immers dan rees bij vernieuwing de vraag,
of nu cok de graden der bijzondere uni
versiteit toegang tot het staats-oxamen
moesten verschaffen. En zoo draait men
in een cirkeltje rond.
In het Kameroverzicht van de Middel-
burgsche Courant kon men de vorige week
lezen
»Bij den gvooten toevloed van wetsont
werpen, bij de Kamer ingediend en die in
de secties onderzocht moeten wordeD, zijn
er nog verscheidene, die zjjn bljjven liggen,
zoodat er voor het oogenblik geen reden
bestaat om aan opzettelijke verschuiving te
doen denken. Een verschuiving, die wij
haasten ons het er bij te voegen ook
van rechts slechte politiek zou gevonden
wordeD."
Afgedacht van het zuurzoete, is er in
de vermelding van dien „grooten toevloed
van wetsontwerpen" een lofwaardige pogiDg
om de waarheid hulde te doen.
Sommige verkiezingsapostelen mogen dit
ter harte nomen.
Het eerste treffen te land in den Rus-
sisch-Iapanschen oorlog op de Koreaansch-
Mantsjoerijsche grens, is haast te onbedui
dend om er melding van te maken.
Een troepje kozakken heeft daar acht
Japanneezen gevangen genomen, onder
welke twee burgers. Het zullen wel ver
kenners geweest zjjn; onder hen was ook
altijd volgens het Russische rapport
een majoor.
Er zijn nog maar kleine afdeelingen
Russen aan den Koreaansehen kant der
Yaloe-rivier verschenen. Het geheele noord
westen van Korea is nog van Japannee
zen vrij.
Dat zij een landing in het noorden alsnog
hebben uitgesteld, schijnt eenvoudig hier
van daan te komen dat de mond van de
Yaloe nog vol ijs zit.
Te Tschemoelpo daarentegen woidt de
vorming van zeeijs door het buitengewoon
sterke getij belemmerd, zoo lat de Japansche
transportvloot hier gemakkelijk haar troepen
kon landen.
Overigens worden aan beide zijden de
krijgsverrichtingen vertraagd dcor hevige
sneeuwstormen.
Wij zeiden trouwens reeds in een vorig
overzieh', dat ook zonder dergelijke natuur
lijke belemmeringen, een trrfthn binnen
minstens een maand onmogelijk if, dewijl
de afstand van Seoel, Korea's hoofdstad,
tot de Yaloe een maand vordert voor het
Japansche leger, zoodat eerst in het laatst
van Maart een beslissende slag aan de
Yaloe mogelijk schijut.
Blijkbaar is Rusland voor een langdurigan
oorlog niet bevreesd. Te Wladiwostok ligt
nog wel voor zes jaar steenkolen opgesta
peld, er, zoonoodig, kunnen daarvan groote
hoeveelheden worden afgezonderd ten ge-
bruike voor de marine en op de spoorwegen.
Ook te Port Arthur zijn kolen genoeg.
Deze stad zou een mogelijk beleg wel
twee jaar kunnen uithouder. Da Russen
erkennen dat zij nog niet voorbereid warer,
doch voeren nu haastig versterkingen aan.
De Russische minister van oorlog Koera-
potkin is benoemd tot opperbevelhebber van
het leger in Mantsjoerije.
Er loopen geruchten van nieuwe troe
belen die den Balkan verontrusten en naar
een uitbarsting in het voorjaar heen wijzen.
In ons vorig no., onder Telegrammen,
namen wij 't bericht op omtrent bedrei
ging van den Sultan om met Bulgarije
af te rekenen, waar hij de bron der on
lusten zoekt.
Feit is dat de Albaneezen weer zeer
roerig zijn. In een nieuw gevecht dicht
bij Linma verloren de Turken veel volk
en de opstandelingen hadden 500 dooden
en gewonden.
Het zou een goede gelegenheid voor
hem zijn nu Rusland al zijn kracht in
Oost-Azië en al zijn waakzaamheid in
Zuid-West-Azië ter zijde van Thibet noodig
heeft. Met Oostenrijk schijnt dan niet ge
rekend te worden.
Toch mag verwacht dat Oostenrijk zijn
bondgenoot in Oost-Europa niet in den
steek zal latoD.
Ook hier zal de staatkunde in den loop
der tijden een ernstig woord te spreken
krijgen.
Het Russisch-Oosten r jj ksch oppertoe
zicht wordt door de overige groote mogend
heden wel goed gevonden doch men hoopt
tevens dat het verbroken mag worden.
Men wil meer. Men wil een groot rjjk
Macedonië onder een Christen gouverneur,
met een lossen band aan Turkjje verbonden.
Italië wil volstrekt geen uitbreiding van
Oostenrijks macht aan die zijde, dewijl
het voor Albanië vreest en voor de Oost
kust der Adriatisehe zee, waar Oosten
rijk vrij sterk is. En Engeland is te zeer
vervuld met naijver tegen Rusland, om
niet te wenschen dat Ruslands invloed,
in Oost-Europa worde verbroken. Doch
daar met name in Servië, Bulgarije en
Macedonië is de liefde voor Rusland niet
twijfelachtig.
Voor het oogenblik sclijjnt het gevaar
voor een dadelijke oorlogsverklaring niet
aanwezig. De Bulgaarsche regeering deed
reeds aan de Turksehe kond dat zjj bij haar
vredelievende houding wenscht te volhar
den. Maar of zjj deze gedragslijn, bjj de
nationale anti-Turksche gezindheid, lang
zal kunnen volhouden, wordt inderdaad,
en met reden, betwjjfeld.
De Turksehe regeering heeft echter nog
geen last gegeven tot mobilisatie.
Het nieuwe ministerie in Kaapkolonie
is samengesteld. Eerste minister is de
schurk JamesoD.
Wij zullen aandachtig do bewegingen
van dezen Bloedraad volgeD.
Odzb vrees is niet geriDg dat het Hol-
Inndseh-Afrikaansch element nu wel voor
langen tijd door hem gekneveld zal worden
en een gewijzigde kiestabel aan de Zuid-
Afrikaansehe partij de hoop op een meer
derheid in het parlement benemen zal.
De opstand der Herero's in Duitsch-Zuid-
West-Afrika is bedwongen, de hulptroepen
zijn reeds op den terugmarsch.
Men kan er gerust op zjjn dat broeder
Jonathan en John Bull in troebel water
visschen zullen.
Reeds gaat het gerucht dat Amerika
misbruik maakte van Ruslands drukke be
sognes.
Het wist door een verdrag met China
te bewerken dat Amerika een consul voor
zjjn handelsbelangen kan vestigen te Antoeüg
en Moekden, aan den mond der Yaloe.
Maar nu zond het een consul naar Dalni
in Mandsjoerjje, en kwam de Russische
regeering daar tegen op met de boodschap
dat zjj geen vreemden ambtenaar op het
schiereiland Liau toeng zal toelaten.
Amerika antwoordde nog niet; doch
niet onmogeljjk schjjnt het dat dit ant
woord luiden zal dat 't Mandsjoerjje slechts
als een provincie van China beschouwt,
alleen aan China verlof te vragen heeft.
Hierbij bomt dat de keizer van Korea
plan hoeft Widsjoe, insgelijks aan den mond
van de Yaloe, doch tegenover Antoeng ge
logen, voor den handel open te stellen.
Het verdrag daartoe met Amerika werd,
tegeljjk met het bovengenoemde Chineeseh-
Amerikaansche verdrag, even voor het uit-
brekeD van den oorlog geteekend.
Wel een bewjjs dat Amerika in China's
troebele wateren weet te visschen.
Beide plaatsen hunnen na afloop van den
oorlog en voltooiing van den spoorweg naar
Seoel en Foesan belangrijke handelsplaatsen
worden. Rusland verzet zich daartegen met
hand en tand; doch Japan, Engeland en
de Ver. Staten zijn vastbesloten dat de
vrije handelsvlag daar zal wapperen.
In Engeland doet zich het zeer opmer
kelijke verschijnsel voor, dat ernstig begint
te worden gesproken over de mogelijkheid
van een Engelach-Russisch co: flict. De
zoogenaamde onthulling van den I'igaro
over een belofte van Moerawiëf aan Fel x
Faure, dat mocht het Fasjoda-incident
tot een oorlog leiden Rusland Frankip
zou helpen, wordt door de Eogelsche bladen
geloofd, tenminste zij doen alsof. Zeer op
roerige artikelen worden in een deel der
Yingo-pers verspreid, en trachten het vui.r-
tje aan aan te blazen.
Het is te hopen dat Engeland zjjn neu
traliteit zal weten te bewaren.
In ieder geval uit alles blijkt dat van