NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 60 1904. Dinsdag 16 Februari. 18e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH BuilenlaMseh Overzicht VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Voor de Bijzondere Onderwijzers. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p- p. 0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De wetsontwerpen «tot pensionneering van de bizondere onderwijzers en van de weduwen en weezen van alle onderwij zers" zijn door het meerendeel onzer bij zondere onderwijzers met genoegen ont vangen. Toch zijn er bezwaren. En deze gelden voornamelijk het ontwerp A, dat »in hoofd- zaak strekt om aan de onderwijzers, ver bonden aan bizondere scholen, recht op pensioen toe te kennen op gelijken voet als krachtens de geldende wet toekomt aan de onderwijzers bij bet openbaar-lager onderwijs". (Mem. van Toel.) Reeds hebban zich de vertegenwoordi gers van een achttal vereenigingen van bi zondere onderwijzers met een adres tot de Tweede Kamer gewend, waarin zij hunne bezwaren hebben blootgelegd en als hunne wenschen hebben doen kennen a. dat de pensioenregeling alle iiz. onder wijzers omvatte b- dat de grondslag der pensioenbeie- ning, evenals bij het openbaar onderwijs, de feitelijke jaarwedde zij e. dat bij de berekening van het pensioen in aanmerking komen de diensten onder deze en de vorige wetten ah onderwijzer bewezenen d. dat de onderwijzers aan bijzondere kweekscholen op denzelfden voet worden ge- pensionneard als die aan rijks- en ge meentelijke kweekscholen. Wij voelen veel voor de bezwaren onder a, b en c genoemd, en zouden ons met wijziging der ontwerpen in dien geest gaarne vereenigen. Wat de eerste grief aangaat, kan niet worden ontkend dat de onderwijzers aan niet-gesubsidieerde bijzondere scholen met de nieuwe wet zeer zouden gedupeerd zijn. De besturen dier scholen, of de in- stituteurs met scholen voor eigen rekening, zouden daardoor den toch reeds moeilijken strijd om het bestaan niet kunnen vol houden. Zij zouden geen personeel meer kunnen krijgen, tenzij dan tegen een sa laris hetwelk dat aan de best betaalde openbare scholen overtreft. Een onderwijzer zal toch liever aan een school werkzaam zijn waar hij uitzicht op pensioneering heeft dan aan eene welks dit uitzicht niet bieden kan. Het schijnt ons dan ook niet billijk, dat het wetsontwerp het recht op pensioen slechts afhankelijk stelt van het reeds ge nieten eener rijks bijdrage. Alle onder wijzers toch bewijzen diensten aan 't al gemeen belaDg. En nu moge het waar zijn dat de onderwijzers aan particuliere niet gesub sidieerde kostscholen ruim gesalarieerd worden schoon dit in de verhouding van vroeger ook reeds niet meer het geval is toch blijven er nog verscheidene bijzondere scholen over, die met het aanvaarden van het rijks subsidie finaneiêel achterop zou den zyn en wier onderwijzers door't gemis der rijksbijdrage, nu ook nog benadeeld zouden worden in hun toekomst, in hun ouden dag. Ook den wensch dat de feitelijke jaar wedde grondslag zij voor de pensioenre geling zij, steunen wq. Niet alleen omdat dit ook aldus geschiedt bij het openbaar onderwijsmaar ook omdat het ontwerp nu een fictieven grondslag aangeeft die voor vele onzer bijzondere onderwijzers beneden de werkelijkheid blijft. Het ontwerp bepaalt hunne bijdrage voor pensioen op twee ten honderd van de jaar wedden. Maar van welke En het antwoord luidt dat de jaarwedde wordt geacht te bedragen a. voor elk hoofd eener school van 199 en minder leerlingen, 900 gulden van 200 tot en met 309 leerlingen, 1200 gulden van 310 tot en met 419 leerlingen, 1500 gulden van 420 en meer leerlingen, 1800 gulden. b. voor elk der onderwijzers, die het hoofd der school bijstaan, 600 gulden, doch voor elk dier onderwijzers, die den leeftijd van 23 jaren volbracht hebben en den rang van hoofdonderwijzer bezitten, 800 gulden. Maar zoo hoog zijn de salarissen van de meeste' bijzondere onderwijzers lang niet. Nu zien wij niet voorbij dat de regee ring indirect de schoolbesturen wil ver plichten de salarissen in dat geval op bet gewenschte peil te brengen. Doch in den eersten tijd zal dit ideaal wol niet worden bereikt. En dan is werkelijk de onder wijzer op ie grooten last gebracht. Een week salaris per jaar missen is voor me- nigon gehuwden onderwijzer al erg genoog, die feitelijk niemendal kan missen. En dan het aantal leerlingen der school Door de bepaling dat het pensioen der bijzoudere hoofdonderwijzers afhangt van het aantal leerlingen terwijl dat der open bare onderwijzers berust op het getal dienstjaren schept het ontwerp evenzeer een onbil'ijkbeid. Het hoofd eener openbare school met minder zelfs dan 200 leerlingen krijgt na 40 dienstjaren en op 65 jarigen leeitijd bij een salaris van f 1800 een pensioen van f1200 en een weduwenpensioen van f690. Het hoofd eener bijzondere school met 210 leerlingen kan, ook al had hij een school voor meer uitgebreid lagdr onder wijs en een salaris van f 2400 nooit meer dan f 600 pensioen genieten en zijn weduwe nooit meer dan f 253. En met sommige onderwijzers is het weinig beter gesteld. Een openbaar onderwijzer zonder hoofd- acte brengt het tot minstens f1000 pen sioen; een bijzonder onderwijzer zonder hoofdacte tot niet meer dan f 400terwijl de weduwenpensioenen zich in dat geval verhouden van 690 tot 173. Onderwijzers met hoofdacte dat gaat beter. En wij keuren 't goed dat aan bet balen der hoofdacte goede voordooien ver bonden worden. Maar de theoretische martelaren dan, die somwijlen in do praetijk hunne collega's met acten beschaamd zetten Reeds vroeger hebben wij er op gewe zen dat vele onderwijzers bezwaarlijk een premie kunnen betalen van een salaris dat veel booger is dan betgeen zij werkelijk genieten. Daarom was 't wel gewenscbt het wer kelijk salaris als pensioengrondslag te nemen. Hiertegen verzet zich wel de vrees voor fraude. Namelijk dat het salaris dan zoo hoog mogelijk kan opgevoerd worden, en dat de onderwijzer dan eenvoudig een jaarlijksche contributie van eenige hon derden guldens in de schoolkas stort. Doch het gevaar hiervoor schijnt ons niet zoo groot toe. Men kan den onderwijzer op een eed breDgen, ingeval men .twijfelt. Ook zal de onderwijzer wel niet voor zoodanige bij drage aan 't bestuur te vinden zijn, wan neer de fiscus hem voor zijn verhoogd salaris van alle kanten aanpakt. Ook kan men zware straf stellen op overtreding, gelijk trouwens in artikel 54 quart reeds straf bedreigd wordt op weigering van in lichtingen, nalatigheid of onjuiste opgaven. Voorts komt het ons gewenscht voor dat bij de berekening van het pensioen in aanmerking komen de diensten onder deze en de vorige wetten als onderwijzer bewezen. Vermelden wij nog dat het onderzoek dezer wetsontwerpen bij de Tweede Kamer in goede handen is; en dat tot rapporteurs benoemd zijn de heeren Nolens (een leeraar bij het middelbaar onderwijs), Bijleveld (een oud-onderwijzer bij het lager onder was), v. d. Vlugt (een hoogleeraar)de Vries (een schoolopziener) en de Waal Malefijt. 15 Februari 1904. Volgens de regelen van het onbeschreven volkenrecht in tijden van oorlog mogen onzjjdige staten aan vreemde schepen kolen leveren in zulk eene hoeveelheid, dat zij d9 dichtbij zijnde haven van eigen natio naliteit kunnen bereiken. Dergeljjke schepen blijven gewoonlijk met langer dan vier en twintig uren in de haven. SST Moesten alzoo Russische oorlogsschepan een onzer Indische havens binnenlooper, om kolen in te nemen, wat niet onwaar schijnlijk is, dan moeten zij voorzien worden van dit artikel in die mate, j.dat zij de eerste Russische haven kunnen bereikeD, n.l. Port Arthur. 9 Op deze handelwijze "zal Japan rechtens geen aanmerking kannen maken. De vraag blijft echter, of Japan met de in schikkelijkheid van onze autoriteiten bijster ingenomen zal zijn. Toch wordt ook wel van dit gebruik afgeweken en schijnt het.' recht van den sterkste te heerschen. i Adres aan den Boerenoorlog. En van een protest daartegen heeft men toenmaals nooit gehoord. Blijkens mededeeling in de Hollandsche bladen is het nog niet verschenen tarief- ontwerp gewijzigd. Tabak en koffis zullen met belastworden. De mindere man en vrouw behou den derhalve hun onbelast pijpje en babj9. Maar de belasting op de petroleum zal verhoogd worden. Wij zullen dit ontwerp afwachten. Doch- tegen een petroleumbelasting blij ven wij ons verzetten, op de reeds ge noemde gronden. Pijpje, bakje en lampje blijven onbelast. Het Handelsblad maakt melding van een ontworpen concurreerenden dienst met de stoomschepen van d9 Zeeland over Zee- brugge. Ons lijkt dat bericht wel wat vreemd. Of Zeebrugge offit de capaciteit zal ver krijgen om ten allen tijde een veilige en bruikbare haven te worden voor een uit gebreid verkeer, en een waarborg te bieden voor secuur postvervoer betwijfelen we ten zeerste. De groote verkeersweg tussehen Duitsch- land en Engeland loopende over Viissingen is de bijna 30 jaren van haar bestaan hebben het bewezen is veilig. Of Zeebrugge het worden kan Mr. Kerdijk ziet in- de uitdijing van het ontwerp Arbeidswet tot 444 artikels een daad van ij delheid. Naar dien maatstaf gemeten moet de saamvatting der stabingsontwerpen tot 3 of 4 artikels wel een daad van groote be scheidenheid geweest zijn. Overigens een flauw stukje critiek van zulk een groot man, die jaren lang lid der Kamer was, achting afdwong door^zijn democratische gezindheid en liefde tot den arbeider, en gold voor een sieraad der «wetgevende macht"; en toch aan de samenstelling van een dergelijke wet nooit gedacht heelt. Hij niet, zijn partij niet, en sinds 1848 de kabinetten zijner partij ook niet. Binnen enkele weken hoopt het »Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap" zijn honderdjarig jubilé feestelijk te herdenken. Van alle zijden vloeien milde gaven voor eerr blijvend fonds. De koninklijke familie ging voor en gaf alzoo de natie een goed voorbeeld. Gedurende de eeuw van zijn bestaan heeft dit Bijbelgenootschap in een groote behoefte voorzien en met zegen ge arbeid. Het had het vertrouwen der chris tenen in vele landen. Naar alle oorden der wereld worden Bijbels of gedeelten daarvan in verschillende talen verzonden. Eenige jaren geleden bedroeg dit aantal meer dan vijf millioeD. Voorts worden, zooals begrijpelijk is, aan zienlijke sommen besteed ter verspreiding van christelijk werken aan verschillende godsdienstige en philantropischeinstellingen in het vereenigde koninkrijk. Een groot aantal colporteurs, vertalers, herzienera en helpers staan het genootschap ten dienste. Zjn hoofdzetel heeft het in Qieen- Victoria-street te Londen. Later komen we op dit jubi'ó jterug. ---rZm In België 'schijnt het meenens te worden met de bevordering van Zondagsrust. Naar de bedoeling der regeering zal het des betreffend wetsontwerp zich tot alle takken van nijverheid uitstrekken. Ook de pers is daarin ten zeerste be trokken, want wordt de wet aangenomen, dan zullen onze Zuidelijke naburen zich moeten spenen van het lezen van bun Zon dagsnummer. Reeds is met het oog hierop do wen- scbeljjkheid uitgesproken, dat dan tevens van de regeering het verbod uitga, om op Zondag Franscbe couranten in België te bezorgen. Het zal ons verwonderen, indien bet tot die verbodsbepaling komt. Die maatregol zou voor België al te radicaal zijn. De bisschop van Dijon heeft zijn klacht gevoegd b(j die zijner geestelijke ambtge- nooten over de tegenwoordige tijdsomstan digheden in zake de congregaties. |tZ wjjgen ging niet langer. De tyd tot spreken was gekomen. Frankrijk handelt tegenover de klooster orden, als eene ontaarde moeder tegenover hare kindereD. De prelaat neemt het voor de verdrukten op. En op weemoedigen toon verhaalt hij van hun smart en van hun leed. - «Jaag haar niet uit de kloosters", zoo besluit hij zijn eonscientiekreet, maar «in dien ge al geen rechtvaardigheid betracht, heb althans medelijden." «Laat die mannen, die vrouwen, arme slachtoffsrs van onzen strijd, van onze po litieke hartstocht, laat hun het klooster, hun cel, hun veelgelapte pij, opdat zij ten minste in stille kunnen weenen over vervlogen dagen en verloren hope." Aldus de bjsschop van Dijon, in het ge voel van saamhoorigheid met zijne ver drukte en lijdende geloofsgenooten. We vreezen echter, dat ook die klacht verstom men zal. Frankrijk is hardleerseh. In de Oost-Aziatische wateren liggen 23 schepen van de Russen en 12 schepen van Japan. Ziehier de namen der Russische Rossia, Gromoboi, Pobieda, Askold, Diana, Cerawitscb, Petropavolesk, Bayan, Sebas- topol, Varyog, Navarin, Admiraal Nhaki- moff, Pallade, Admiraal Korniloiï, Rurik, Otvazny, Aurora, Donskoi, Poresviet, Boya- zin, Nouik, Retviaan. Eu van de Jpan- neezen deze twaalf: Idromo, Iwate, Sbikis- hima, Hat Suse, Mikasa, Yakome, Tokiwa, Aroma, Fujó, Yusbima, Asama, Asabi. r' In aantal de sterkste schijnt de Russische vloot in bewapening eB uitrusting de zwakste. RUSLAND en JAPAN. De oorlog zelf geeft aanvankeljjk minder stof tot verhaal dan tot beschouwing. En dan is het laatste wel zoo somber als het eerste. Ernsiige staatslieden zijn van meening dat een oorlog tussehen de Europeesehe vastelandsmogendheden aan de een8 zijde en Engeland, gesteund door Amerika, aan de andere zijde, nooit zoo nabij was als thans en werpen de verantwoordelijkheid daarvan geheel op Engeland. Dat Engeland den oorlog in 't gebeim aanmoedigt, schjjnt men te mogen beweren. Indien de bewering juist is, hetgeen wij niet weten, dan heeft hetgeen Koning Ed ward dezer dagen te Windsor op het hu welijksfeest van Prinses Alice deed wel eenigen schijn van oogenverblinding. Althans men verhaalt dat toen de plech tigheid in de kapel was afgeloopen de koninkljjke familie en de gasten zich in een salon van het kasteel vereenigden, koning Edward al zeer spoedig den Rus- sischen gezant op zeer duidelijke wjjze wenkte om bij hem te komen, waarop hij hom de hand drukte en een gesprek van wel eon half uur met hem voerde. Het verhaal zegt dat men op het gelaat van den ambassadeur de emotie kon lezen, welke de woorden des konings bij hem verwok- ten, on dat eindelijk de koning hem har telijk de hand drukte. Wij meenen voorloopig geen redon te hebben om waarde te hechten aan derge lijke verhalen. Toch is 't goed dat men ze weetimmers de oorlog beweegt zich steeds in een tijdperk van verrassingen. Hetzelfde geldt van geruchten dat Rus land met Dui'schland over de beteekenis van den Driebond onderhandeld heeft en Duitschland bij mogelijken tegenslag plan heelt Rusland bij te staan. Doch het is verklaarbaar, dat het geen God verhoede zoo het Gele Ras eens overwinnaar bleef en als de horden der Alariks en Attilla's in de oudheid Europa dreigde te overstroomen, het Blanke ras naar de wapenen grjjpen zou om dat gevaar te keeren. En om nu op ons verbaal te komen. Het moet worden toegegeven dat het eerste optreden van Rusland in dezen oor log schitterend noch gelukkig was. Van de verliezen te Port Arthur ge waagden wij reeds, ook van de nederlaag bij Tschmoelpo. Hier tegenover staat het buitengewone geluk waarmee de Japanneezen streden. Bij Port Arthur werd geen enkele hunner schepen, schoon licht beschadig!, buiten gevecht gesteld, terwijl Rusland zijn halve vloot verspeelde. Wij willen echter hierbij niet onver meld laten dat volgens Russische bla den de Japansche vloot averij beliep aan drie kruisers en 11 torpedobooten terwijl het een publiek geheim is dat de Koreanen alles behalve Japansgezind zijn. De telegraaflijnen van S308I naar Ma- sampho, en die van Seoel naar Geusan Japansch eigendom zijn zeer stellig niet door Japansche, maar wel door Koreaasnche hand doorgeneden. M9n weet, dat de Ja- paneezen troepen te Geusan, op de noord oostelijke kust van Korea, bij Masampho en bij Chenulpho op de westelijke kust van het schiereiland hebben doen lan den. Die troepen zijn vervolgens opge trokken naar het op 70 K.M. fper trem) vandaar gelegen Saosl. Da gemeenschap tussehen die twee punten zou dus geweld dadig verbroken zijn. Het feit blijft echter onweersproken dat het zeevaartkundig beleid der Russen weinig schitterend is gebleken. De keuze van de nauwe havenplaats Port Arthur en het binnenloopen te Wladivostock bewijzen dit. En het is waar dat de Japansche matroos is een geboren zeeman, de Russische daar entegen een «boer", tot den zeedienst ge dwongen en met moeite gedrild. Daarmee is aangegeven wat men hier bij een strijd op zee te verwachten heeft. Met de offi cieren is 't zoowat hetzelfde. De Japansche zeeofficier is deugdelijk voorbereid, goed geschoold en wel geoefenden bij de Rus sen is dat slechts op een deel van het corps van toepassing. Ter zee staan Ruslands kansen derhalve zeer slecht. Dat zeggen ook zijn schepen die op 't zand zitten da reusachtige afstand, het gescheiden zijn zijner eskaders tegen over de vijandelijke vloot, de nu ontstane belemmering in het Suez-kanaal, en lest niet minstda verklaring vaD Engeland dat, met het oog op de eischea der onzij digheid, het vei schaffen van kolen aan Rus sische schepen niet kan worden toegelaten. En Ecgetaud is juist de staat, die op den zeeweg naar Oost-Azië alle kolenstations van eenige beteekenis bezit Dit laatste mag neutraal schijnenhet is evenzeer een voorsprong geven aan Japan, terwijl het feit dat de Japanneezen, met goedvinden van Engeland, Wai-hai-Wei zouden gekozen hebb n als basis voor hunne operation, de werkelijkheid van Engeland's

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1