NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 58 1904,
Donderdag II Februari.
18e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
ROLLAID 89 JAPAN.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p. 0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
BSBKSiaQaBBSSBSQSHBaKdBaSKS
Nu de lange, slepende onderhandelingen
tusschen Rusland en Japan nitloopen op
een onvermijdelijken oorloghebben we
ongetwijfeld te rekenen op de belangstel
ling onzer lezers als we eenige mededee-
lingen gaan doen de betrekking tusschen
Holland en Japan betreffende.
Wat romantische verhalen liepen er in
1590—91 onder allen die met handel en
zeevaart in ons vaderland in betrekking
stonden, in Nederland over Japan. Dat
was een wonderland en onnoemlijk rijk.
Een lui-lekkerland in Oost Azië. Daar was
Dirk Gerritszoon uit Enkhuizen, die er
zeven maanden had vertoefd, te huis ge
komen. En Jan Hendrik van Linschoten,
Enkhuizenaar als bij, was er twee malen
geweest. Deze buitengewone leden van
het nog ongeboren Aardrijkskundig ge
nootschap vonden in den bloeitijd der
Republiek op winst bedachte harten en
ruime beurzen gereed om een expeditie te
wagen naar het zonneland.
Van Rotterdam uit gingen vijf schepen,
die na een reis van anderhalf jaar en een
verlies van ruim honderd man verstrooid
raakten. Alleen het schip De Liefde van
Jacob Quaakernaak kwam in Japan aan.
Maar nauwelijks was het schip De Liefde
aangekomen of de bemanning ondervond
van de Japaneezon niets geen liefde.
De Hollanders werden gevangen genomen.
Quaakernaak ontvluchtte na zes jaren
en kwam in Nederland, begrijpelijk ge
noeg, niet veel goeds van de bevolking
maar heel veel goeds van het land en zijn
opbrengst vertellende. Dit eerste bezoek
legde den grond voor latere handelsbetrek
kingen. In 1609 kwamen op nieuw twee
Hollandsche schepen in Japan, en nu viel
de kennismaking met den Keizer gunstig uit.
De Keizer was de handeling der Portugeezen
in zijn gebied moede en zag in de coneurree-
rende Hollanders steun voor zijn gezag en
afbreuk voor minder gewilde invloeden De
Ned. Oost-Indische Compagnie kreeg in
1611 toestemming om handel te drijven op
Japan en een factorij te vestigen op een
aan de kust gelegen ei'andje. Jacob Spex,
de latere Gouverneur-Generaal, was het
eerste hoofd van de eerste Japansche factorij.
Natuurlijk besloten de ingedrongen Ja
paneezon niet zoo maar tot wijken maar
legden de Hollanders moeilijkheden van
allerlei aard in den weg. Vooral de gods
dienst, zoowel der Portugeezen als der
Hollanders was den Japaneezen een doorn
in het oog. Eerst werden de Portugeezen
als Roomsche Christenen uit het land ver
dreven en toen de Protestantsche Hollan
ders geen tegenwicht meer behoefden te
geven tegen hun concurrenten, gelastte de
Keizor van Japan dat alle gebouwen die
aan het christendom herinnerden zouden
afgebroken worden, en de Zondag nergens
meer zou gevierd worden en alle uitwen
dige godsdienstoefening z. a. overluid bid
den, psalmzingen enz. zou ophouden. En
Francois Caron, het hoofd der Hollanders
in Japan zei: Al wat uwe majesteit ge
lieve te gebieden zullen wij stiptelijk na
komen.
Een formeele vervolging om den chris-
teljjken godsdienst brak in 1C22 uit. De
Hollanders werden verbannen naar het
eilandje Decima. Alle brieven voor hen
bestemd werden geopend, hunne woorden
en daden bespied, het begraven hunner
dooden was verboden, men moest de lijken
in zee werpen.
Nederland was de eenige staat die ver
lof tot handeldrijven op Japan had, maar
betaalde dat verlof met vervolging en dood.
In 1622 werden 130 menschen onthoofd,
in 1621 36 Hollanders verdronken.
Misschien lag de mindere waardeering
van het christendom niet alleen bij de
Japaneezen. Waarschijnlijk strekten vele
christenen daar in Oost Azië verblijvende,
het christendom niet tot eere, 6n zeker is
het dat de twisten tusschen Roomschen en
Protestanten, of tusschen Dominicanen en
Franciskanen, die beide hunne vertegen
woordigers op gindsche eilandon hadden,
niet strekten om den christen naam in eere
te brengen.
Toch bleef met afwisselend geluk de
handel tusschen Holland en Japan bestaan;
nu eens meer dan eeDS minder winstge
vend. De voordeelen waren te aanzienlijk
otn ze, zelfs onder die diukkende omstan
digheden op te geven.
Aan Nederlanders, vooral aan Joannes
Camphuijs, omstreeks het midden dor 17e
eeuw hoofd van den Nederlandschen han
del in Japan, en aan Kaempfer, een scheeps-
docter, is de kennis van Japan en zijne
bewoners voor de beschaafde wereld te
danken.
Tot het begin der negentiende eeuw was
hun in 1729 verschenen boekBeschrijving
van Japan, behelzende denelfs geschiedenis en
Koophandel met de Nederlanders en Chineezen,
het standaardwerk voor de kennis van
Japan en Europa.
Tot 1842 bleef Japan voor het wereld
verkeer gesloten. In 1825 werd de be
middeling der Nederlandsche factorij op
Decima ingeroepen door de Japansche re
geering om aan de zeevarende natiën be
kend te maken, dat een vreemd schip bij
hc-t naderen vaa den Japanschen wal in
den grond zou geschoten worden, en dat
de bemanning als zij den wal bereiken
mocht gevangen genomen en gedood zou
worden. De Japanneezen die op zee ruil
handel met vreemden dreven zouden ge
dood worden.
In 1844 zond Koning Willem II een
brief aan den Keizer van Japan, waarin
hij, met dankbetuiging voor twee eeuwen
van gastvrijheid, den Keizer meende te
moeten waarschuwen om vrijwillig tot
opheffing der Japansche afzondering over
te gaan. Da handel der beschaafde natiën,
zoo schreef Koning Willem II, zoekt nieuwe
uitwegen, de handelaars komen daarbij in
moeilijkheden, waarmode zich vervolgens
de regeeringen bemoeien en zoo zijn aan
rakingen met vreemde volken niet te voor
komen.
De Keizer ontving den brief en betuigde
er dank voor, maar voegde er da mede-
deelir.g bij, dat in 't vervolg geen konink
lijke brieven meer ontvangen zouden
worden.
En toch is die brief de zaadkorrel ge
weest waaruit zich de veranderde meening
in Japan heeft ontwikkeld.
Ia 1850 waarschuwde Nederland nog
eens de Japansche regeering voor de ex
peditie door" Amerika op touw gezet.
De expeditie van Amerika kwam, ge
wapend, en ankerde in de haven van Jeddo,
bood brieven aan, en in hetzelfde jaar 1850
kwamen 4 schepen van Rusland met het
zelfde doel. De Nederlandsche vertegen
woordiger op Decima verleende daarbij zijne
bemiddeling.
In 1858 werd bres geschoten in de af
sluiting die het Japansche rijk scheidde
van de buitenwereld, door tractaten met
vreemde mogendheden gesloten en waarbij
de havens voor den internationalen handel
W6rden geopend, en consuls werden toe-
golater, en in 1868 werd de totale her
vorming volbracht die Japan tot een mo
dernen staat heeft gemaakt. Japan is nu
een constitutioneele staat geworden naar
Pruisisch model.
Een land met leerplicht en diie Uni
versiteiten.
Maar de sterke ontwikkeling van
Japan gedurende de laatste kwarteeuw te
schetsen ligt nu buiten ons bestek.
Daartoe bestaat later vanzelf aanleiding.
Eet was nu alleen ons doel iets mee-
tedeelen betreffende de verhouding van
ons land en onze landgenooten tot het
Oosferscha eilandenrijk dat in den eersten
tijd de algemeene belangstelling in bij
zondere mate trekken zal.
10 Februari 1904.
Het doet ons genoegen dat op vele plaat
sen de Kiesvereenigingen ijverig bezig zijn
met de vóórlichting van de nieuwe kiezers.
Laat er nu geen enkele achterblijven.
Laaf men niet rusten voor men zekerheid
heeft dat alle geestverwanten die men op
het oog heeft zich habben aangegeven.
Let welMaandag 15 Februari, a. s. is
de laaf s te dag.
Dan moeten alle loonkiezers, woningkie-
zers, spaarkiezers en examenkiezers zich
hebben aangegeven.
Dit jaar is het stemming voor de Staten
en wacht ons derhalve een heete strijd.
Dat dan niemand het zich beklage dat
hij er dez9 week of a. s. Maandag niet
tijdig bij was geweestom aan deze ge
wichtige stemmingen te kunnen deelnemen 1
Het tijdschrift »Onze Eeuw" van Februari
bevatte veel belangrijks.
Het beste evenwel hebben wij ter be-
bespreking voor het laatste bewaard.
Het is het artikel van den bekwamen
christelijk historischen penvoerder jhr. mr.
D. J. de Geer over«Anti-Marxistische
wedijver".
Wegens plaatsgebrek moesten en moeten
wij echter de bespreking uitstellen.
Derhalve tot later.
Ter wille van het belang der zaak ves
tigen wij d9 aandacht op een te Hoogeveen
bij Slingenberg verschenen geschrift van dr.
Do Moor over »De Dronkenschap", vertaling
van Vo6tius' Tractaat »De Ebrietate", met
een inleidend woord van ds. Gispen Jr. te
Baarn, uitgave van de gereformeerde ver-
eeniging voor drankbestrijding. Reeds het
motto teekent het boek. Hst is een woord
van Calvijn, zeer te pas gekozen (uit zijn
«Verklaring van den Brief aan de Hebreeën",
op Hoofdstuk 2 26)«Er zijn sommige
dingen, welke, op zich zelf genomen, ge
oorloofd zijn, doch welker gebruik ons de
omstandigheden van tijd en plaats of anders
zins verbieden. Derhalve moeten wij bij
alle genoegens van dit tegenwoordige leven
altijd het daarheen leiden, dat zij ons hulp
middelen, geen beletselen zijn om God te
volgen."
Het is inderdaad merkwaardig een oordeel
over het drinken en de drinkgewoonten van
dien tijd te lezen; ook hetgeen de schrijver
over gezondheidsdronken schrijft, is zeer
behartigingswaardig.
Moge van zoo menigeen die den Christen-
naam draagt en slaaf is van den «matigen
borrel", na zoovele raadslieden te hebben
afgewezsn, kunnen gezegd worden dat hy
(of zij) naar Voetius hoorde.
In een onzer dagbladen wordt terecht
gewezen op een verschijnsel bij de oplei
ding van onderwijzers, dat ook veel voor
komt bij ons Christelijk onderwijs en zeer
nadeelig werkt.
Bedoeld wordt het volgende
In een of ander gezin is een knaap of
meisje, dat gaarne den neus in de boeken
steekt en gemakkelijk leert.
Naar de meening van vader en moeder
heeft zulk een kind aanleg totstudië.
De onderwijzer weerspreekt dit nieten
de Normaalles of Kweekschool wordt op
gezocht.
De praktijk is van later zorg.
En deels is dit ook zoo.
Do mindere of meerdere aanleg voor het
vak is gewoonlijk eerst later met eenigen
grond te constateeren.
Maar dit i3 o. i. de fout, dat er te wei
nig naar wordt gevraagd bij de keuze van
het beroep.
Menig jongmensch weet slechts af van
studeeren en blokkeD, van africhten voor
een examen.
De acte is het ideaal.
Eu schoolarbeid Ze wordt vaak niets
meer dan een noodzakelijk middel van
bestaan, zonder hoegenaamd eenige bezie
ling. En zoo wordt de leerling toevertrouwd
aan een wellicht zeer knappen, doch onge-
schikten onderwijzer. De staat heeft hem
bevoegd verklaard, doch de practijk ver
klaart ham totaal onbekwaam. En wat er
op die wijze van het onderwas en de school-
opvoeding terecht komt, is voor ons geen
vraag meer.
Men vraagt ons of de heer Staalman
nog behoort tot de antirevolutionaire partij.
Wij antwoorden met herinnering aan
onderstaand woord uit De Standaard van
29 April 1904:
»Uit een georganiseerde partij kan men
niet anders uitgeworpen worden, dan door
dien de plaatselijke kiesvereeniging, waar
toe men behoort, iemand het lidmaatschap
ontneemt".
Ea dit geldt natuurlijk ook voor den
meest uitmiddelpuntigen partijgenootook
al maakt hij zich tot het «politiek fortuintje"
der liberalen.
O
Fabius en Heemskerk staan tegenover
elkander in de meening omtrent het lei
derschap onzer party.
Eerstgenoemde zegt dat wij geen staat
kundigen leider meer hebben, laatsfge-
noemde meent dat dr. Kujper, ook al werd
hij minister, de leider onzer partij bleef.
Ook Jan van »Gelre" is van dia meaning.
Ook hier geilt dat men leider is van
zelf_ of m6n is het niet. Wie nu eenmaal
van zelf leider is, die kan geen leider-af
gemaakt worden. Groen van Prinsterer
reed,s wees er op dat men leider is, niet
bij erfstelling of door opdracht, maar alleen
iure suo.
En leider iure suo is men en blijft men,
ook al kan men zich, door omstandigheden,
tijdelijk, niet altijd als zoodanig doen gelden.
Dit geldt ook van den minister.
Minister Harte's ongeboren Tarievenwet
gaf hier en daar al stof tot bespreking.
Zoo wordt het afgekeurd dat hij het bui-
tenlandsche meel met dertig cent per 100
kilo wil belasten; en knoopt men daaraan
bereids de aanklacht vast van te willen
belasten het hoofivoedsel, het levensbrood
van den arme.
Wij hopen zeer dat de tegenstanders van
het tarief-ontwerp niet zullen generali
seeren.
Het is reeds meermalen gezegd, en ook
ondervonden, dat invoerrecht op meel den
broodprijs niet altijd verhoogt. Ook dat de
broodprijzen meermalen s'ijgen zonderdat
een invoerrecht of tarief verhooging er aan
voorafging. En ook is in de laatste jaren
meermalen gezien dat het brood met éen
halve cent of meer opsloeg, zonderdat hier
over klachte rees.
De broodprijs hangt van zoovele factoren
af dat een zeer klein invoerrecht op bui-
tenlandsch meel, niet dan bij uitzondering
in den broodprijs evenredig uitkomt.
Dit alles dient in 't oog gehouden te
worden ook waar men eerlijk toegeeft dat
zekere mindere invloed, bijvoorbeeld van
een halven cent per brood voelbaar zou
kunnen worden.
Wy willen het ontwerp en zyu toelichting
afwachten.
Indien de onthullingen juist zijn, bestaat
bij den minister van finantiëa plan ook
de petroleum te belasten en wel met 1
cent per liter.
Nict'egenstaande het Tariefontwerp van
minister Pierson ons niet zoo bepaald te
genstond, hebben wjj toch van den beginne
een grief gehad tegen die petroleum-
belasting.
Wij hopen dan ook zeer dat minister
Harte die belasting uit zijn ontwerp zal
willen lichten.
Belasting van petroleum, wil zeggen dat
de mindere man betalen moet en de rijke
man die gas- of eleetrisch licht geniet
vrij loopt.
Het wil zeggen dat het platteland belast
wordt, terwijl de steden met hun gas- en
petroleumlicht er van tusschen scharrelen.
In de belasting vau de petroleum, al is
het dan ook maar 1 cent per liter, zien
wij het tegendeel van een sociaal belang.
Die belasting moet niet worden door
gevoerd. Zij treft juist hen die, hetzij
uit armoede, hetzij door plaatselijken druk
geen onbelast gas kunnen stoken, en het
nu met belaste petroleum zouden moeten
doen.
Het Maandblad t. d. vervalschingen wyst
op het volstrekt niet denkbeeldig gevaar,
dat in tal van winkels zoogenaamde «drink-
bekertjes" als kinderspeelgoed verkocht
worden, waardoor voor de gezondheid der
kleinen bij het spelen met die bekertjes
en het drinken er uit, vooral van «gekookte
dranken", ernBtig nadeel kan ontstaan.
Bij gedane proefnemingen bleek na eenige
uren een weinig duinwater bij gewone
kamertemperatuur zooveel lood uit een
bekertje opgelost te hebben, dat eene dui
delijke reactie op het lood verkregen werd.
Azijnhoudende stoffen of vruchten oefenen
natuurlijk eene nog veel sterkere werking
uit. Het gebruik van een en ander kan
licht tot slepende loodvergiftiging aanlei
ding geven.
Reeds meermalen is op de wenschelyk-
heid gewezen, dat van rijkswege maatregelen
komen om verplichtend te stellen de toe
voeging van een kenmerkende stof by de
margarinefabricage, alsmede bij het in den
handel brengen van vetten, welke gebezigd
kunnen worden voor vermenging met boter.
Het bestuur van den Nederl. Zuivelbond
heeft dezer dagen een adre3 gericht aan
H. M. de Koningin, met verzoek, dat eene
wet tot stand kome, waarbij die verplichte
toevoeging zal worden geregeld.
De tweede kamer is weer bijeen. De
centrale sectio beBtaat uit 4 antirevolutio
nairen en 1 vrijzinnig democr. De le af-
deeling koos tot voorzitter en tot onder
voorzitter de hoeren Heemskerk en Nolens
de 2e afd. Seret en v. Bylandtde 3e
afd. Lohman en Pompe de 4e afd. Drucker
en Van Gjjn de 5e afd. Van Dedem en
v. d. Berch v. Heemstede.
Tegen de volgende week zjjn aan de
orde gesteld een paar kleine ontwerpjes
het hoogor-onderwysontwerpen de inter
pellatie-Drucker over het ontslag-Lindeman.
Toen de werkstaking van verleden voor
jaar door de Regeering als «misdadig" werd
gekenschetst, ging er een kreet van ver
ontwaardiging op onder de socialisten en
geestverwauten
Nu wordt in een in «het Volk" voorko
mend verslag over de algemeene of politieke
staking erhend, dat deze iseen aanslag
tegen den staat
Het wordt erkend, dat: «Het is een
middel dat de kapitalistische maatschappij
in zijne algemeene en hoogste organisatie,
den Staat, aanvalt
En later, na erkenning «dat aan gewa-
penden opstand niet te denken valtzoolang
althans het leger een willoos werktuig is
in de handen der Regeering en het eenige
middel dat overblijft in de politieke staking"
«een ander geweldmiddel heeft het prole
tariaat voorloopig althans niet 1"
De socialisten erkennea dus nu zelf, dat
de staking was een geweldmiddel tot omver
werping van den Staat. In één adem ge
noemd met qnoapenden opstand. Dus
eene misdadige woeiing.
(Bruinisser Courant
De Friesche vereenig. van Vrienden der
Waarheid gaat steeds voort, ondanks groole
zorgen en welke Chr. vereenig. heeft
die niet om jongelieden te ondersteunen,
die zich voorbereiden tot predikant in de
Ned. Herv. kerk en Chr. Tehuizen voor
gymnasiasten in stand te houden. Tot
directeur »an een dier Chr. Tehuizen n. 1.
te Kampen is in plaats van dhr. en mevr.
Bleaker benoemd de heer V. d. Berg, oud-
scboolhoofd te Assen.
Genoemde heer hoopt met April de zware
taak van opvoeder en leidsman in 's Heeren
kracht op zich te nemen.
Met het oog op het naderend oorlogsge
vaar heeft onze Minister v. Koloriö in
overleg met zijn ambtgenoot van Marine,