NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 55 1904. Donderdag 4 Februari. 18e Jaargang. HISTORISeH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Tit „Ooze Eeuw elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p.p. 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 55 In de Kamerzitting van 5 December jl. heeft de leider der vrijzinnig democratische partij mr. Drucker de vlag van algemeen stemrecht ook voor vrouwen, en om daartoe te geraken Grondwetsherziening in top geheschen. «Ik sta" zoo sprak hij «ik sta op het standpunt, dat voor mij én nu én in 1905 geen program aannemelijk is, waarop niet voorkomt de Grondwetsherziening om te komen tot toekenning van het kiesrecht aan allen, die niet om overwegende redenen van algemeen belang daarvan moeten wor den uitgesloten." De secretaris der Liberale Unie, de heer Roodhuizen, sprak zich onlangs te Mid delburg op dit punt met groote gereser veerdheid uit, hoe ook de Middelburg- sche vrijzinnig democraten trachtten het verschil tusschen de vrijzinnig demo craten en unionisten op dit punt weg te doezelen. En het Randelsblad, dat steeds groot gezag had in de kringen der meest voor uitstrevend vrijzinnigen, is van de nieuwe leus volstrekt niet gediend. De Haagsche en UtrechSscbo liberalen, die hun orgaan hebben in Nieuwe Courant en UtrecMsch Dagblad, hebben er al even weinig mee op. Laatstgenoemd blad schrijft „De links-liberalen zijn dan ook in een moeilijk parket. Terwijl de leiders hun hoogste ideaal er in schijnen te zoeken, geleid te worden door de heeren Troelstra en Drucker, onder de banier van Algemeen Stemrecht, weet men in de partij zeer wel, dat de over- groote massa der kiezers voor een actie om algemeen stemrecht thans minder dan ooit zal zijn te vinden." Maar nog merkwaardiger is hetgeen «Onze Eeuw" van deze maand te lezen geeft. Daarin schrijft de oud-minister Van Houfen die kort geleden verklaarde liever bestendiging van het ministerie- Kuyper dan den triomf van het radicalisme te zien een en ander, waarover straks. En mr. Plemp van Duiveland, de bekwame hoofdredacteur der Nieuwe Courant, schrijft een artikel in genoemd tijdschrift, waarin hij met beslistheid deze voor de vrijzinni gen van alle gading zoo gevaarlijke her- eenigingsleus van de hand wijst. Het artikel begint met een schematische -rangschikking van den inhoud der diie - voorstellen voornamelijk met het doel om aan te toonen, waarin het voorstel van de sociaal-democraten, dat der vrijz. democraten ren de conclusies van het rapport der Unie commissie onderling verschillen. Overigens bespreekt de schrijver thans zoo min mogelijk de bijzaken der voor stellen, overtuigd dat, ware het niet om ■artikel 80, nauwelijk iemand in Nederland z/ch thans voor Grondwetsherziening ook ,j^a ar eenigszins warm zou maken. Ai de rest is franje. Nu wordt in deze voorstellen geeischt vrouwe, ukiesreckteen anders gekozen Eerste h'sjaer; en een referendum, dat wil zeggen vc Uasstemming bij gewichtige wets voorstellen ctaidat deze door de Volksver- tegenwoordig aangenomen zijn. De schrijver van deze drie Om vrouwenkleed1' 'bekommert geen der drie partijen zich \Te>al;; mr. Ijrqelstra men weet het geeft «de voorkeur aan «den eersten den besten iSaüekluiver". De bewe ging tegen de Eerste" Kamer in haar tegen- woordigen vorm, knoopt zich, voor zoover de partijen der linkerzijde betreft, onverbrekelijk vast aan die tot verkrijging van «algemeen kiesrecht" voor de Tweed e. Het referendum is een ietwat verrassend opgedoken desidera tum van de sociaal-democratische fractie, waarmee men haar alleen zal laten staan. De Liberale Unie is het bedachtzaamst. Zij althans haar commissie vraagt slechts Grondwetsherziening, zonder precies te zeggen voor wat. En dat is politiek. »De commissie'' aldus mr. Plemp «de commissie had rekening te houden met de zeer verschillende graden van «geestdrift" en hij voegt er ironisch aan toe «als men het zoo noemen magdie het lichaam waaraan zij te rapporteeren en te adviseeren had, aan den dag legt. Zij heelt nu blijkbaar getracht het aasje «geest drift" dat de bedachtzaamste leden ver- tooaen, zorgvuldiglijk te sparen en aan te kweeken. Waarbij nog komt, dat aldus d9 kans op medewerking uit de kringen der liberalen zonder kiesrecht-geestdrift, niet geheel wordt afgesneden. Immers, er wordt sinds een jaar of twee een begin van stemming gemaakt voor het denkbeeld eener nieuwe concentratie van «vrijzinnigen" tegen de rechterzijde en men meent dat deze niet anders te verwezenlijken zal zijn dan onder de leuzeGrondwetsherziening tot kiesrecht-wijziging. Maar daartoe moet het den tot de linkerzijde behoorenden tegenstanders van «algemeen kiesrecht" zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt worden daartoe moet de kiesrechtvaan beschilderd worden met een tint van rood, die do rust van hun oog zoo min mogelijk stoort. Aan dien eisch voldoen de voorstellen der commissie. Zij klinken uitlokkend, maar past op uw neuzenvermaant de schrijver. De Unie is al zoo ver mogelijk gegaan mpt haar concessies aan de rechts- liberalenverder gaan zou haar samen werking met de sociaal democraten en de vrijz. democraten onmogelijk maken. Aan invoering van correctieven tegen A. K. in de Grondwet, valt bij deze gelegenheid niet te denken. Het gaat kort en goed om «algemeen kiesrecht", en nog iets meer misschien, maar zeker niets minder. De schrijver speurt dan de roerselen van deze kiesrecatbewcging na. Het een voudigst is het streven van de sociaal democraten allernansstemrecht is uit den aard der zaak een levensvoorwaarde voor deze partij, wie het te doen is om een «algeheele nitgravicg der maatschappelijke grondslagen", en «geleidelijke onteigening van de bezitters ten bate van de niet- bezitters'. Tan de vrijzinnig democraten is de al gemeen kiesrechtformule de geboorteakte, hun reden van bestaan. En wat de Liberale Unie betreft, bij deze groep maakt algemeen kiesrecht een deel uit van haar hervormingsprogram, waarvan zij de meerdere of mindere urgentie naar gelang van omstan digheden bepleit. Vroeger was de urgentie niet noodig, toen haar hoofd mannen aan het bewind waren. Maar nu brengt een belangrijke uitbreiding van het kiesrecht tenminste de kans om verloren plaatsen opnieuw te bezetten. Wij merken op dat deze schrijver libe raal is. Wanneer een antiliberaal zoo iets schreef, kon hij stellig van liberale zijde op een standje rekenen voor zijn onware beschuldiging. Trouwens, mr. Plemp, die wol eens meer den moed had zijn geestverwanten de waarheid te zeggen, kent zijn volkje en de kaart van het land, en heeft achter de schermen gekeken, waarom zou hü het dan ook met zeggen geljjk het is. In het verdere van zijn betoog breekt hij de vermengingspolitiek zijner geestver wanten dan ook totaal af. Hij bedankt er voor met Troelstra, Drucker en Roodhuizen in één schuitje te zitten. Aan deze kiesrecht actie, zegt hjj, moet thans actieve weerstand geboden worden. Niet omdat hij de uitbreiding vreest maar omdat bij de onbewezen en gewaagde stelling der Unie commissie afwijst als zou thans hetoogenblik zijn gekomen om „aan alle burgers van Nederland het recht toe te kennen, invloed te oefenen op de wet geving vac den Staat". NeeD, zoo gaat hij voort, de tijdon zijn niet rijp om Thor- becke's vermaan, trapsgewijs het algemeen Urgent wil zoo veel zeggen als dat er haast bij is, dat voor alle dingen dit moet behandeld worden, stemrecht te verwezenlijken, in den wind te slaan. De bewering dat „de arbeiders klasse" het kiesrecht mist, is door het statistisch onderzoek te eocenmale onhoud baar gebleken. Reeds nu behooren (vol gens de gunstigste berekening) '/3 van het tegenwoordige kiezerscorps tot de arbei ders en die verhouding zou nog aanmer kelijk gunstiger voor die klasse gewijzigd worden, indien allen, die de noodige Icentee- kenen be%itten, zich lieten inschrijven. Laat aan de democratie volle vrijheid van beweging, roepen de leiders. Wellicht zal zij uw beginselen in de verdrukking brengon of verbannen, maar indien gij in hun kracht vertrouwen hebt, wat deert het u? De waarheid overwint toch. Maar dat noemt de schrijver „niet ver trouwen in eigen beginsel ondanks tegen spoed, maar fatalisme, dat tegenspoed tart en ondergang zoekt." Den sociaal democraten die met Goeman Borgesius en Drucker zullen optrekken voor algemeen stemrocht is het te doen om hot ondergangsproces van de tegen woordige maatschappelijke inrichting te bespoedigen door de machtsaanvaarding van het proletariaat. - Hun doel zal zeker niet onmiddellijk bereikt worden door de invoering van het algemeen kiesrechter is te veel gezond verstand en soliditeit in ons volk als geheel, de historische grond slagen der samenleving zijn bovendien te stevig, dan dat zij aanstonds zou inoen- storten. Maar zegt de schrijver gevaar is er wèl. En dan wijst hij op onze staats instellingen die weinig tegenwicht bieden tegen een ochlocratie(2) op het in onbruik raken van machtsoefening der Kroon op het streven om het toch al niet sterke bolwork, Eerste Kamer genoemd, op zijde te schuiven op de ondermijning van de gemeentelijke autonomie en de bedenke lijke centralisatie van het staatsleven in handen eener regeering, die niet in onze constitutie den steun vindt om den tyran- nieken wil eener ultra-democratische volks vertegenwoordiging te weerstaan. Ons artikel zou te lang worden daarom nemen wij niet meer over uit dit betoog. Wij hebben zelis tal zijner argumenten niet eens aangestipt. En ook niet met al de door ons goci- teerde zijn wij het eens. Maar ernstige overweging verdienen zij wel. Ook deze „In ieder geval staan wij met onze sociale wetgeving nog maar aan het beginen pas' ook ja, vooral te dezen aanzien een behoedzaam en geleidelijk voortschrijden. Ieder sociaal ontwerp dat tot nog toe werd aangeboden, stelde met beangstigende duide lijkheid de moeilijkheid in het licht, welke bestaat in het in evenwicht houden van de sociale rechtvaardigheid (in engeren zin) met de levensvoorwaarden der vaderlandsche nij verheid en de financiëele soliditeit van den Staat. De omstandigheden zijn er dus aller minst naar om het kiezerskorps te vermeer deren met honderdduizenden personen van wie men met gewisheid kan zeggen dat zij voor de sociale rechtvaardigheid een open oog, maar voor het behoud der bronnen van welvaart, alsmede voor de eischen eener ge zonde financiëele politiek een gesloten oog zullen hebben." De schrijver eindigt zijn artikel met het vrijzinnig democratische voorstel: «algemeen stemrecht puur en simpel" het meest pre cieze te vinden. Dat zal de leus, het ware concentratie punt zijn vanNiet van de linker zijde naar hij hooptmaar alleen van allen die „algemeen kiesrecht" wenschen. En nu nog iets van mr. Yan Houten, ook uit Onze Eeuw. Ook deze staatsman schrijft veel waars bij veel waarmede wij niet instemmen en dat over allerlei. In de verhooging der uitgaven van de laatste jaren, zegt hij, spelen de wetten die het ministerie Pierson deed aan- (2) Regeering van de laagsten uit het volk. nemen en goedkeuren een hoofdrol. Zulk een uitbreiding der staatshuishouding was niet noodig, en behoorde gestuit te worden. De bureaucratische omslag der Leerplichtwet is eenvoudig belache lijk, zegt hij. Hij laakt het dat dr. Kuyper op den stakingsdag, 31 Jan. van 't vorige jaar, de teugels van het bewind even liet glippen. Maar hem is zegt mr. Yan Houten „allerminst de lof to onthouden dat hij in de tweede phase dor moeilijkheden hst standpunt der regeering meestorljjk heeft verdedigd en in elk opzicht heeft betaald met zijn persoon. Men kan zich vleien dat men op 31 Januari krachtiger zou zijn geweestmaar niemand zou het dr. Kuyper in de laatste phaee van don strjjd hebben kunnen verbeteren. Het komt waarlijk niet te pas dat men nog deze verdienste tracht te verkleinen. Geen staatsman van onzen tijd heeft voor de moeilijkheden gestaan die dr. Kuyper overwonnen heeft en voor vergeljjking met vorige ministeriön is geen plaats. Wil mr. Borgesius zulke vergelijkingen maken dan moge hij voortaan alleen voor zich zelf spreken. Da bewering van mr. Borgesius dat het gezag in handen van de twee voorgaande ministers even veilig zou zijn geweest als in die van het tegenwoordige, breekt de schrijver al door er op te wijzen dat vroegere moeilijkheden van economischen aard waren, maar dat de onlusten van het jongste vooijiar in haar laatste fa3e zoo goed als geheel op politiek gebied speelden. De schrijver zegt verder 6n hier komt zijn betoog het hier boven aangehaalde van mr. Plemp in het gevlei dat het naast voor de hand liggende gevaar voor onze instellingen niet in de werkplaatsen der nijverheid, maar in het parlement, mo gelijk in de stemlokalen ligt. Troel stra, c. s. meeneD, zegt hij, beter dan door stakingen, het gezag in handen te kunnen krijgen door ailemanskiesrecht, en om pressie op de Kamers uit te oefenen, kunnen zij natuurlijk rekenen op alle krachten die ook het Comité van Verweer in zijn politiek streven steunden. Drucker heeft reeds weder de geheele hand gegeven, Borgesius den vinger." Mr. Van Houten had er bij kunnen zeg gen dat Troelstra wel zorgen zal dat hij èa de hand van Drucker, en den vinger van Goeman Borgesius in zijn knuist houdt. Hij beschouwt verder de hereenigings- leus uit een nuttigheidsoogpunt. Tot Drucker die „Grondwetsherziening met ailemanskiesrecht voor rijk, provincie en gemeente de eenige voorwaarde voor samen werking met hem en de zjjnen noemt", en tot Borgesius, die «persoonlijk wel geneigd schijnt die voorwaarde aan te nemen", zegt hij«Vleien zij zich inderdaad er mee, dat met dit schibboleth de Kuyperi- aansche meerdeiheid zou worden verdre ven Welk een groote dwaling 1 Het ministerie Kuyper is in den diepsten grond de vrucht hunner kieswet actie en blijft zoolang deze duurt. Inderdaad is de eenige kans op eene libe rale meerderheid dat eerlijk, rond en voor goed van verdere uitbreiding van kiesrecht by de mannelijke bevolking wordt afgezien." En ten elo'.te. «Ik bon tegen het ministerie-Kuyper. Maar ik zie duidelijk in dat het nadeel van eenige fouten op het onderwijsgebied en eenige partijdige benoemingen veel minder groot is dan dat de wetgevende inrichting zelve wordt bedorven En dit laatste meent hij dat geschieden zou bij een Kiesrecht, Kamer en Kabinet a la Drucker-Troelstra-Borgesius. Zoowel van mr. Plemps, als van mr. Van Houtens betoog mag gelden dat het is klare wijn. We zullen niet onderzoeken wie de brug legde, maar deze schrijvers uit Onze Eeuw hebban haar totaal weggebroken. In taal voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar wordt hier kort en goed de man van de hereenigingsleuze mr. Drucker, terwijl mr. Troelstra op de stoep te wach ten staat, de deur gewezen. De kous waaraan mr. Drucker en mr. Goeman Borgesius nu al twee jaar gebreid hebben, wordt door mr. Plemp en mr. Van Houten meedoogenloos uiteengerafeld. Weggeblazen wordt het schibboleth. Dat zal de beslissing voor de Unionisten, voor de volgelingen van Roodhuizen en Goeman Borgesius, niet gemakkelijker maken. Daartoe bleek ook de verdeeldheid trou wens nu reeds veel te groot. Plemp de oud-liberalenis tegen uitbreiding van stemrecht. Van Routen de liberalen zooals er in Zeeland nog een massa wonen, vooral in het Zuidenechte anti-clericalen is legen uitbreiding maar voor vrouwen kiesrecht. Roodhuizen de Unie-liberalen is niet tegen algemeen stemrecht mits maar geen vrouwenkiesrecht bedoeld wordt. Drucker vrjjzinnig-democraten eischt algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen. Troelstra. Algemeen stemrecht voor allen, ook voor de Eerste Kamer, met re ferendum, e. d. Wil uit dezen chaos maar eens wijs worden Zoo worden de arme vrijzinnigen door Plemp en Van Houten aan het rechter-, door Troelstra en Drucker aan het linker oor, door Borgesius bij den neus naar voren getrokken. Eene operatie die al spoedig met een «Maar dat gaat nietzal worden beant woord. Den aflrop hopen w\j onzen lezers mee te deelen. 3 Februari 1904. Wij herinneren er nogmaals aan dat de nieuwe Kiezers zich vóóf 16 dezer ter secretarie moeten gaan aangeven. Wie in 't afgeloopen dienstjaar in zijn gemeente was aangeslagen in een rijksbe lasting, behoeft zich niet aan te geven. Maar wie in 't afgeloopen dienstjaar in zijn gemeente niet was aangeslagen in een rijksbelasting die moet zich wel aangeven. En wel lo. Zij die in een andere gemeente waren aangeslagen, in een der Rijksbelastingen dat is: in de vermogens- en bedrijfsbe lasting over Mei 1902 tot 1903 personeel en grondbelasting over 1903. Of in meer gemeenten te zamen minstens f 1 aan hoofd som en opcenten in de grondbelasting heb ben betaald. 2o. Zij die als medegerechtigden tot de onroerendo goederen eener onverdeelde nalatenschap, voor hun aandeel in do grond belasting deswege over 1903, tot een be drag van ten minste één gulden in hoofd som en rijksopeenten hebben bjjgedragen zonder dat hun naam bij den aanslag is ver meld, hebben op grond van art. 2 lid 4 der kieswet op plaatsing op de k ezerslijst aanspraak, mits zij zich aangeven en het belastingbiljet dat op naam van hun moeder, of in ieder geval van een ander staat, mee brengen. 3o. Alle nieuwe woning-, schip-, loon-, spaarbank pensioen- en eiamenkiezers en ook de oude loonkiezers, dus ook die 't al waren, moeten zich aangeven. Wie kiezer wil zjjn op grond van f 50 op zijn spaarbankboekje Rijkspost spaarbank moet bjj de aangifte ter secretarie overleggen eene verklaring af gegeven door den directeur der Rijkspost spaarbank. Men moet die verklaring per brief kaart aanvragen in Amsterdam, met opgave van kantoor der aangifte en nummer van het spaarbankboekje. Heeft men een jaar lang f50 op een spaarbank, dan is men klaar, en, mits de inlage niet beneden dit bedrag komt, is één keer aangifte doen ge-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1904 | | pagina 1