NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 39, 1903. Dinsdag 29 December, 18e Jaargang. HISTORISGH De Rede ra Minister Kyyper. CHRISTELIJK- Bullenlaidsch Overzicht. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes Pensioenen. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRUS DER AÜVERTENTIËN ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p p. 0,95. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN IV. Nu de invaliditeits- en ouderdoms pensioenen. Begrijpelijkerwijze heeft men daarop van alle kanten, zonder onderscheid, zoo van rechts als van links, met den meesten ernst, met den meesten klem aan gedrongen. Nu zou ik willen vragenis er nu in deze Kamer één afgevaardigde, die denkt of zich zou kunnen verbeelden, dat er iemand meer in zijn schik zou zijn dan degeen die op dit oogenblik spreekt, indien de mogelijkheid bestond om metter daad ook die zaak met dien spoed hier in de Kamer te brengen als men wenscht? Ik zal nu niet spreken over die heereD, zooals de heer Staalman en enkele andere, die over deze zaak gesproken hebben op een wijze waaruit blijkt, dat zij zelfs nooit de moeite hebben genomen om het rapport van de Staatscommissie over deze ingewik kelde zaak door te zien. De heer Staalman heeft uitgeroepen gij beroept u op bere keningen, waartoe die berekeningen, geef maar geld. Dit kan men nu wel zeggen, maar dat zjjn van die uitdrukkingen waar door men niet een ander, maar alleen zich zelf schaadt, omdat men daardoor toont te spreken over dingen waarvan men niets afweet. Het zij mij geoorloofd deze zaak eenigs- zins toe te lichten. Zeer goed begrijp ik, dat de heer Goeman Borgesius zegtzorg toch dat gij met dat verzekeringswezen vooruitkomt. Doch hij zal het ook begrij pelijk vinden, dat mijnerzijds de vraag gesteld wordtwat hebben de heeren varr het Kabinet, dat het huidige voorafgiDg, gedaan toen zij zelf aan het roer stonden En deze vraag leidt weer tot andere vragen. Van wie is de Ongevallenwet afkomstig? Was die afkomstig van het Kabinet dat aan het onze voorafging Neen, het was nage laten door het Kabinet-Rösll. Dat ontwerp is eenvoudig door het Kabinet-Pierson overgenomen en nu ja, met een kleine wijziging weder ingediend. De geachte afgevaardigde zal de eerste zijn om te erkennen, dat die wijziging van geenszins ingrijpenden aard was. En wat is er nu verder door dat Kabinet op het gebied van het verzekeringswezen ingediend 1 Niets. De ongevallenwet van dor Sleyden is afgedaan en verder is er niets ingekomen. Ik weet wel dat er hard gewerkt is om het voorontwerp betreffende de ouderdoms- en invalieden-verzekering klaar te maken. Dit voorontwerp is publiek gemaakt. Som migen zeggen met het oog op de stembus. Daar denk ik natuurlijk niet aan, maar het kwam dan toch juist bij die gelegenheid, dat kan men niet ontkennen. Resumeerende, kan ik dus niet zeggen dat het Kabinet dat het onze is voorafge gaan met allen lof dien ik overigons breng aan de werkzaamheid daarvan juist op het stuk van het verzekeringswezen zulke lauweren beeft geplukt, dat juist en vooral door leden van dat vorige Kabinet ons die vraag behoefde gesteld te worden Den drang om voor de pensioens- en invaliditeits-verzekering met allen ernst werkzaam te zijn, ontleen ik niet aan eenig partijprogram, dit moeten de heeren mij ten goede houden, noch aan aandrang van links of rechts maar uitsluitend en alleen aan den aandraDg van mijn eigen over tuiging, waarover ik mij vroeger in bij zonderheden heb uitgelaten. Wanneer men nu goedt vindt om daarover spottend te spreken alsof de overtuiging die mij toen heilig was, mij nu niet meer heilig zou zijn, dan moet ik zeggen, dat dit voor mij eenvoudig mets beteekent en dat ik in dit opzicht aan zulk een oordeel geen waarde hecht. Integendeel, ik ben en blijf overtuigd dat voor de verbetering van onze oecono- mische verhoudingen niet alleen die ver zekering noodig is, maar ik voeg er zeker aan toe ook die van weduwen- en wee- zenpensioen en ook die tegen de gelde lijke gevolgen van werkeloosheid. Laat mij er bijvoegen, dat ik te dien aanzien nooit geaarzeld heb, en dat ik ook nog niet aarzel. Ik spreek nu natuurlijk voor mij zelf omdat het hier geldt mijn eigen over tuiging. Had ik omtrent die zaak niet een eigen, gevestigde overtuiging, dan ware het heel verleidelijk en aanlokkelijk voor mij geweest om het voorbeeld van het vorige Kabinet te volgen, dat een voorontwerp van zijn voorganger vond en het overnam en zoo zou ik dan eenvoudig hebben overge nomen het voorontwerp dat ik bij mijn optreden vond van mijn voorganger in de afdeeling Arbeid. Niets ware gemakkelijker voor mij geweest dan dat voorontwerp nog eens te bekijken, het rond te zenden en het dan in verband met de ontvangen ad viezen klaar te maken. Als ik met dat wetsontwerp ingenomeD was geweest, had ik kunnen zeggendat drukt mijn gevoelen uit, daarvoor kan ik als Minister staan. Dat was de eenvoudigste en de gemakke lijkste weg geweest. Zóó stond het even wel niet. Immers, bijna op alle punten was ik het eens met de critiek, die op het voorontwerp was uitgeoefend, vooral van vrijzinnig-democratische zijde; en terwijl ik overigens voor mij zelf geen poging on beproefd wenschte te laten om niet alleen den man maar ook de vrouw op te nemen in de verzekering, kon ik met dat vooront werp niet voortgaan. Daarbij kwam, dat juist in die dagen van Duitsche zijde de scherpe critiek, op het Duitsche stelsel geoefend, openbaar werd en daar de klachten sterk toenamen. Vanzelf was het nu plicht voor mjj om, staande voor zulke gegevens, mij ernstig af te vragen of de zaak niet op een andere wijs te vinden was, waardoor de daartegen bestaande bezwaren waren te ontgaan en haar daardoor op beteren weg te leiden. Intusschen is gezegdneemt het Deensche stelsel. Maar dat is geen verzekerings stelsel het is een stelsel van overheidszorg om pensioen te geven aan behoeftige fat soenlijke heden van oeconomisch lageren stand. Dat heeft dus met het verzekerings wezen niets hoegenaamd te maken in beL ontwerp dat wij voor ons hadden, werden bovendien de tegenwoordige oude mannen en de tegenwoordige invalieden niet zóó ferzorgd als naar mijn inzien dat geschieden moest en bovenal kwam het mij voor, dat als men tot eenvoudiger stelsel kon komen, men metterdaad veel sneller vooruit zou gaan. Nu is door de Zweedsche Regeering ingediend een eerste en daarna een tweede ontwerp van veel eenvoudiger constructie zooals de heeren weten. Het scheen dus de moeite waard dewijl het kon leiden tot een betere uitkomst, om te over wegen of dit stelsel, of ook het collectieve stelsel met eenheidsrente, dat zeer een voudig in elkaar te zetten is, tot de mogelijk heden behoorde. Ook nog andere denk beelden moesten ter toetsing worden gebracht. Daarbij rees echter een moeilijkheid, nl. de berekeningen. Zoolang men blijft iu de gewone Duitsche Schablone, heeft men althans eenige statistische ondervinding, waarmede men kan rekenen. Gaat men daarentegen een anderen weg op, dè,n moet men het doen met het Zweedsche stelsel om hier en daar te hooi en te gras op beperkt terrein eenige gegevens te vinden. Die statistieken en gegevens zijn door dr. Linsted voor Zweden verzameld uit hetgeen geschied is in het korps van de Duitsche spoorweg-ambtenaren. Voor al die onderscheidene punten waarin wijziging wenschelijk was, bleken echter de gemaakte berekeningen veel meer dan mij lief was, al spoedig een slag in de lucht. En ik meende daarom die bereke ningen niet te moeten doen maken door één man, maar door verschillende van el kander onafhankelijke personen, om te zien wat zij ieder op eigen gelegenheid en naar hun beste weten werkende, zouden vinden, om te zien in hoeverre hun resultaat on derling overeenkwam. Op die wijze had men althans eenige meerdere zekerheid dan wanneer het werk geschiedde door slechts één persoon. En nu moet ik volgens de gegevens die op dit oogenblik te mijner beschikking staan, zeggen, dat de poging om tot een ander stelsel te komen, mij niet is mede- gevallen. Zal ik nu een anderen weg inslaan en daartoe bij voortduring blijven wachten Ik wensch dit niet te doen. Op dit oogenblik wordt er dan ook op mijn Departement wel ééu ontwerp gemaakt, maar ik laat te gelijk een ander ontwer pen. Daardoor heeft men tot het laatst den tijd te zien of de berekeningen uit komen en kan in elk geval, al slaat het nieuw gezochte stelsel tegen, een ontwerp bij de Kamer worden ingediend. Vraagt men mij nu of ik een schatting kan geven van den tijd waarin deze zaak kan afloopen, dan meen ik wel de ver zekering te kunnen geven, dat, mits de Kamer wil en met ijver werkt voor de stembus van 1905 niet alleen een voorontwerp maar een ontwerp van wet zal zijn ingediend, en dat, naar ik hoop, nog tijdig genoeg om nog een afdoening door de Kamer mogelijk te maken, indien althans de prineipieele strijl tusschen het Kabinet en de Kamer ook dan niet weder niet al te tijdroovende verhoudingen aan neemt. 28 December 1903. De vacante plaats van Commissaris der Koningin in Drenthe is vervuld. Hare Majesteit de Koningin benoemde als zoo danig mr. J. Lindhorst Hornan, lid van Gede puteerde Staten dier provincie. De benoemde is liberaal. De benoeming schijnt bij de liberalen en hunne familie in goede aarde te zijn gevalleD, want zij hebben er geen blaam voor. Ja zelfs de Nieuwe Courant, de eerlijkste van allen, wijdt een woord van lof er aan, met de opmerking dat de benoemde is «volbloed liberaal". Natuurlijk zullen de minder eerlijke de opmerking maken dat men niet anders dorst na de in de Kamer door Borgesius en Troelstra uitgesproken protesten over partijdige benoemingen. Maar wanneer men dan zegt dat die protesten in 't water gevallen zijn, en met name Troelstra met zijn beschuldiging zeer bekeeuwd is weggekomenalsmede dat over de aanstaande benoeming van mr. Homan in liberale kringen reeds voor het zotte optreden van genoemde Kamerleden tegen de benoemingen, gefluisterd werd, dan zal men öf hierop geen acht slaan, óf dit ontkennen. Toch is 't zoo. De nieuwbenoemde is heden door H. M. beëedigd. Ds. Schermerhorn, Ned. Herv. predi kant te Nieuwe Niedorp, een sociaal de mocraat heeft een paar dagen voor Kerstmis in de zaal Plancius te Amsterdam gepreekt over den tekst «Moest de Christus niet deze dingen lijden Gepreekt op profaneerende, heiligsehen- nende wijze. Er was namelijk tijdens het anarchis tisch avontuur in April jl. de vrouw van een «onderkruiper" ernstig mishandeld door de vrouw eens stakers, en laatstge noemde vrouw moest daarvoor een jaar in de gevangenis. Daar beviel deze vrouw van twee leven- looze kinderen terwijl haar man gewei gerd werd haar te bezoeken. Tenminste zoo vertelde ds. Schermer horn en hij knoopte aan dit verhaal het lijden van Christus vast, terwijl zijn col lega, d9 ex-predikant Domela Nieuweuhuis een en ander aanvulde met aanvallen op rijker, rechters, regeering en rotte boel die men maatschappij noemt. Ziedaar de korte inhoud der preeken door deze predikant en ex-predikant in de donkere dagen voor Kerstmis geleverd. Maar gelijk iedere preek nu hare toe passing, en ieder tooneelstuk zijn pakkend van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. slot heeft, zoo ontbrak ook aan hun tra gisch verhaal niet het comisch einde. Want, verbeeld u, niet zoodra hadden zij hun «Amen" gezegd of het door de klassejustitie zoo miskende en mishandelde echtpaar zelve, het echtpaar v. d. Wel, stond op, de man om er tegen te protes- teeren dat men zijn loon er bij gesleept had, en dat ten onrechte een hongerloon had genoemdde vrouw om te verklaren hoe goed zij het in de gevangenis gehad, hoe lief men haar in de ziekenzaal be handeld, en hoe vriendelijk men haar zelfs per rijtuig naar huis gereden had. Zou 't effect der preek ook weg geweest zijn Zouden ds. Schermerhorn en Domela Nieuwenhuis ook op hun neus gekeken hebben Dit verhaalt de geschiedenis niet, al doet zij weer een eigenaardig licht vallen op de critiek van socialisten en sociaal democraten. Armoede of ellende is dus geenszins de moeder der drinkgewoonten. Hoofdoorzaak is ditmen volgt elkander na. Het eerste glas is even onsmakelijk als de eerste sigaar. Demenschen drinken omdat anderen drinken. Is men echter eenmaal aan drinken gewoon geraakt, dan kost 't weinig moeite om allerlei redenen te vinden, die het besten digen van die gewoonte rechtvaardigen. Als men eikander, na lange afwezigheid, weder ziet, wordt er gedronken, en zoo ook als men afscheid neemt van elkander. Als ze honger hebben, drinken ze om den honger te verjagen als ze verzadigd zijn drinken ze om de spijsvertering op te wekken. Bij koude moet de bedwelmende teug verwarmen, en in de zomerhitte moet hij verkoeling brengen. De slaap wordt daardoor verdreven, en als de slaap niet kan gevat worden, moet de drank den slaap schenken. £Bij droefheid neemt men tot hem de toevlucht, en bij vreugde kan hij niet gemist worden. Op het doopfeest mag hij niet ontbreken, en bij eene begrafenis zit bij vooraan 't is altijd en altijd maar, drinken, drinken, drinken waarom zou men dan ook niet drinken om kommer en angst en zorg weg te spoelen Onder alle redenen, die aanleiding geven tot drinken, is er geen die zoo dwaas is als de laatstgenoemde. Men bestrijdt het gevolg, en versterkt de oorzaak. Men wil de armoedde tegen houden, en veroorlooft zich uitgaven, die overmijdelijk ten gevolg hebben dat de arbeidskracht vermindert en het vermogen om te kunnen voort brengen belemmerd wordt. Kommer en zorg wil men verdrijven, en instede van zich te wenden tot een' vriend, die ons met raad en daad steunt, neemt men zijn toe vlucht tot de valsche vrienden in kroeg en bierhuis, die zeggen de schuld ligt niet aan u maar aan ,de maatschappelijke kwalen"doch den twist zoekende een schop geven, zoodra hij niet meer in staat is zijn kroegsehulden te voldoen. Ons overzicht, het laatste voor dit jaar, kan niet belangrijk zijn, lij gebrek aan interessante gebeurtenissen. Wat Frankrijk betreft, hebben wij op twee gebeurtenissen te wijzen die oen deel der bevolking, meest Parijzenaars, bezig houden. De eerste gebeurtenis is het besluit der commissie, ingesteld tot onderzoek in be trekking tot de aanvrage van kapitein Dreyfus om herziening van het vonnis van den krijgsraad van Rennes te zijnen op zichte. De commissie heeft twee nieuwe feiten ontdekt. In de eerste plaats dat in een telegram aan Dreyfus gericht, de datum een dag vroeger gesteld werd dan er oor spronkelijk had gestaan. En in de tweede plaats dat in het welbekende stuk, waarin de woorden „Ce canaille de D***" voor kwamen, de letter D was gezet in de plaats van een P., die er vroeger moet hebben gestaan. Men verwacht dat nu wel tot herziening zal besloten worden, en de zaak voor een anderen krijgsraad zal gebracht wordeD. Het tweede feit waarop de aandacht viel, is de mislukte bakkersstaking te Parijs. Gelijk men weet had de Kamer vaB Afgevaardigden een wetsvoorstel aangeno men, waarbij de zoogenaamde plaatsings- bureaux werden afgeschaft. Deze plaatsingsbureaux wezen een be paalde gelegenheid aan de Beurs waar de werkman zichzelf kan komen ver huren. Zeer naar den zin der werklieden was deze afschaffing en ook de patroons waren er niet tegen. Maar dewijl nu de Senaat schoon geheel onopzettelijk wat lang wachtte met de aanneming van 't door de Kamer goedgekeurde wetsontwerp, besloten de bakkersknechts tegen het Kerstfeest te staken en de kellners slolen zich bij de beweging aan. De beweging liep echter dadelijk dood. De politie waakte tegen oproertjesde bakkerspatroons dreigden met zelf te zul len bakken, de stakers zagen op de dui zenden werkloozen in hun vak, die op hunno plaatsen loerden de cavallerie door kruiste de straten en dit alles te zamen genomen deed de beweging, de politieke werkstaking, gelijk voor drie jaar in België, en in April jl. in ons land er een gezien werd, mislukken. Er heeft trouwens met het Kerstfeest geen enkele bakkerij stil gelegen. Italië betreurt het overlijden van den ex minister-president Zanardelli, een man met een veelbewogen leven achter zich, doch die met de jaren de guitenstreken der jeugd had afgelegd. Hij werd te Breseia in 1829 geboren, studeerde te Pavia in de rechten, nam deel aan den opstand tegen Oostentijk in 1818—49, moest na onderdrukking daarvan vluchten, doch maakte gebruik van de amnestie, welke in 1854 werd uitgevaar digd om zich in zijn geboortestad als pri- vaat-leeraar neder te zetten. Na de ver- eeniging van Lombardije met Italië werd hij tot lid van het parlement gekozen, waar hij plaats nam op de banken der linkerzijde. Ia 1860 nam hij deel aan den inval van Garibaldi in Sicil.ë, in 1866 organi seerde hij als koninklijk commissaris de nieuwe provincie Bellemo. Sedert 1876 was hij telkens minister, meest van Justitie, en maakte hij zich vooral verdienstelijk door als leidend minister in de handels betrekkingen met Frankrijk verbetering te brengen, wat een toenadering tengevolge bad, welke door tallooze Italianen en Fran- schen reeds lang was gewecscht. Ook door zijn reis door het ZuideD van Italië om daar de oeconomiscke toestanden uit eigen aanschouwing te leeren kennen, ten einde deze zooveel mogelijk te verbeteren, verwierf hij zich veel sympathie en groote dankbaarheid. Veel verwachtte men ook nog van Zanar delli, daar hij, hoewel bejaard, toch nog vol lichaams- en zielskracht was. Omtrent het geschil tusschen Rusland en Japan valt nog niets zekers te melden. Voor Arbitrage schijnt het te laat, doch er is nog wel kans op toenadering. Te meer nu Engeland zijn bondgenoot heeft doen weten dat ingeval het tot oorlog komt, het niet op zijn steun behoeft té rekenen. Ook China, al is de geest der bevolking zeer tegen Rusland ziet geen kans hulp te biedon, dewijl het leger, volgens den minister Joean-tsikai in treurigen -toestand verkeert, en minstens drie jaar noodig heeft om op dreef te komen. Gelijk men weet wenscht Rusland de vrije hand in Mantschoerije, terwijl Japan gaarne heel Korea onder zijn beheer hield. Doch in dit laatste land wil Rusland twee havens bezetten die den sleutel voor don wereldhandel uitmaken. Eu het is te be-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 1