O
ft A 94
i.
a
Bijvoegsel van „DE ZEEUW" van Zaterdag December 1903. No. 32.
Gemengde Berichten.
KOOP
en-arbeider,
In-dienstmeid.
indknecht
e Meid benoodigd
|i e u w 1 a n d.
Huishoudster
Ifliiishomister
idsknecht
denknecht
|e Smidsknecht
dburg.
Uit de Tweede Kamer.
it e c l> t s z a k e
Zie ommezijde.
1
aard, keur uit twee,
bij C. DE VISSER
I e*
|nd of met 1 Maart
br.
let 1 Mei
)STENSE, Kruiningen.
Ivan stonden aan
sterfgeval
)UWS, Souburg.
Mei gevraagd bij
Aagtekerke.
Mei
3*AI eid
[ESCHIERE,
Z o u t e 1 a n d e.
Mei
IDKNECHT
KODDE, W es ti
lt met Maart of Mei
|DE KAM, Oost-
Mei
een Ilandknecht
ten Duine",
Oostkapelle.
Irt of Mei
[DKNEOHT
LASSER, Soulurg.
Mei
IDKNECHT
bEONSE, St. Laurens.
li, bij C. WISSE Pz.
|ari gevraagd
pii-Arheider.
iSE, Nieuwlandsche
weg.
iaart
)I, smid, B i gg e-
De Minister van Justitie is een man
naar het hut der Kamer. Deels ligt dit
aan het ambt, deels aan den persoon.
Daaruit is dan ook het feit te verklaren,
dat afgevaardigden van links en rechts
de sprekers van Dinsdag onzen Mr.
Loeff hulde brachten voor den ernst en de
gepaste voortvarendheid, waarmede deze
bewindsman, altijd heusch in manieren on
hoffelijk van toon, in 's lands belang de
zaken van zijn departement leidt. Er
bleven alleen persoonlijke wensc'wa orer.
Verschillende afgevaardigden haalden hun
verlanglijstje voor den dag.
Zoo vroeg de heer v. Rialte gedeelte
lijke herziening van het tweede boek van
het Wetboek van Koophandel, S neenge
eu Melehers behartiging van de belangen
der binn9nschipperij, v. d. Bereh v. H jem-
stede wettelijke bepilingen omtrent ge
dwongen winkelnering.
Evenmin liet dh>\ De Ridler zich on
betuigd.
Deze afgevaar ligde ach te broodnodig
de bespoediging van de aangekondigde
maatregelen tegen de schandail-colportage,
huizen van ontucht en Nieuw-Malthasiaan-
sche propaganda, betere politieorganisatie
ten pialtenlande en herstel der dool
straf. Dit laatste vroeg o»k dhr. L crae.
Men kent de opinie van Mr. Loeff in dezen.
ZExc. ontkent de noolzakelijkheid zoowel
als de opportuniteit der doodstraf. Daarbij
wordt naar het oordeel van den Minister
de zwaarste straf toch al zoo zelden op
misdadigers toegepast. De doodstraf zou
toch nimmer in toepassing komen.
Aangaande de quaistie van het onder
zoek naar het vaderschap in verband met
de wijziging van art. 342 van het Burger
lijk Wetboek, door oen Middelburgschen
afgevaardigde ter sprake gebracht, gaf do
Minister dan raad, om in dezen niet te
dikwijls achter de schutting te kijken,
welk beeld de Kamer zich nog wel her
innerde uit de rede van den Premier de
vorige week.
Dhr. Hugenho'.tz kwam in bezadigden
toon op voor afschaffing der celstraf, die
allerlei ziekten in de hand werkb Daarvoor
bleek Minister Loeff niet te vinden. ZExc.
achtte celstraf bepaal 1 de doelmatigste straf.
Toch was hij bereil de gegeven wenken
in dit opzicht ter harte te nemen.
Het was zooals de lezer bemerkt over
en wèor een bescheiden, belangstellend
vragen, en een even hoffelijk en minzaam
antwoorden, zoodat het aanroeren en be
spreken der quaestie3 in zekeren zin iets
rustigs had. Met dat kalme, rustige be
spreken was het spoedig geiaao, toen dhr.
Troelstra, na enkele andere sprekers, de drin
gende noodzakelijkheid ging betoogen van de
herziening van onsnaamlooz9 venno jtschaps-
recht. No, daar kon wel een woordje over
gewisseld worden. Het is toch een bekend
feit, dat naar aanleiding van het springen van
banken, van zulke vennootschappen uit
gaande, het vertrouwen is geschokt. Eail
li8sementen blijven niet uit. En de dupe
van een en ander is voorzeker in de eerste
plaats ïde kleine man" die aangelokt door
prachtige prospectussen", zulke instellingen
ze zijn immers koninklijk goedgekeurd
voor vol aanziet en hare directie do over-
gegaarde penningen toebetrouwt.
De klacht is echter niet nieuiv. Een
dertigtal jaren reeds heeft men in dien
toonaard gezongen. De beste middelen om
dit euvel, gelijk allen zwondel tegen te gaan
is voorzeker, beter en verscherpt toezicht,
openbaarmaking en strafrechterljjke ver
antwoordelijkheid van directeuren en com
missarissen. fn sommige landen is men
ons in wettelijke regeling van deze zaak voor.
Ja, zegt dhr. Troelstra, die zwendel-
operaties van sommige naamlooze vennoot
schappen loopt de spuigaten uit. Daar
zijn interessante staaltjes van te vertellen. En
de afgevaardigde van Amsterdam III be
gint alvast uit te pakken en er een boekje
van open te doen. Hij neemt er drie bij den
kop, nl. de Noord-Brabantsche bank, de
algemeene Trust-maatschappij Wilhelmina
en de Mindrinetti maatschappij. Er is
hoegenaamd geen controlehet toezicht is
denkbeeldig, balansm worden vervalscht,
directeuren gebruiken de gelden voor andore
zaken, commissarissen hebben soms geen
greintje plichtsgevoel enz. enz. En zoo
weidt dhr. Troelstra uit over schandalen,
die bij genoemde instellingen moeten zijn
voorgekomen, bijzonderheden allo geput uit
officioele verslagen en ook uit rechterlijke
dossiers. Er was immers geen geheim
houding opgelegd. Maar toch wel verwacht,
merkte de minister later op, en daarom
zou Z.Exc. in het vervolg wat voorzichtiger
zijn. Dat alles en nog meer te veel
om in een klein bestek te noemen meende
dhr. Troelstra te moeten aanvoeren tegen
de naamlooze vennootschappen en ook tegen
ons strafwezen dat de grooten ontziet en
de kleinen met scherpe roeden geeselt. Do
sociaal democratische afgevaardigde achtte
zich ook nu geroepen op die wondeplekkon
te wijzen. Twee blijven over. Is zulk een
bespreking in de Kamer op zjjno plaats
En de hoofdvraag -. Is al het aangevoerde
de geheele beschuldiging waar? We bo-
twijfelen zulks, vooral na de krachtige rede
van den minister. Op de eerste vraag
heeft dhr. Lohmau reeds een voldoend ant
woord gegeven, door dhr. Troolstra toe te
voegen: »Wat gaat ons (de Kamer nl.) dit
gepraat aan"? Waarop de hatelijke uitval
van Troelstra»Ga dan maar naar de
koffiekamer", even misplaatst als het
grootste deel der rede.
We spraken d iar straks van het krachtig
protest, dat de Minister liet hooren tegen
over dhr. Troelstra's rede. Ook de M.nis
ter wil de naamlooze vennootschappen
regelen en gaat daarom in het algemeen
met de sprekers mee. Het was daarom
op zijn Fransch gezegd »anfoncer une porte
ouverte", d. w. z. alle mogelijke moeite
doen om eene opeoe deur open te bieken.
Oik ZExc. vindt het jammer, dat hij de
zaak niet zoo spoedig ter hand kan nemen,
als hij zalf zo willen. Het gaat moeilijk
een voirgenomon werkplan aftebreken
voer andere gewich'ige zaken. Maar tegen
dh1-. Troelstra's beschouwing moet zijn
protest uitgaan. Vooral ook omdat Troelstra's
rede voor een deel een schandelijke ver
dachtmaking was van de rechterlijke macht.
Met meer grond liet mr. Loeff dit protest
uitgaan, nu de aangevallene de magistratuur
van den Biscli was. li er één rechts
college, waarvan de Munster op de hoogte
is, dan voorzeker wel dit te 's Hertogen-
bosch.
De onkreukbaarheid van de rechterlijke
macht aldaar is ZExc. door persoonlijke
ervaring bekend. Wat hebt; gij toch, zoo
vroeg de Minister aan dhr. Troelstra, wat
hebt ge toch aan die voortdurende ver
dachtmaking van de rechterlijke macht?
Meent gij soms, dat er in den heilsstaat
van bat socialisme goen vrijspraak en geen
rechters meer zouden noodig wezen
De heeren Socialisten waren niet bijster
op hun gemak. Vooral niet dhr. V. Kol.
Bi dhr. Troelstra zocht in zijn repliek zijn
afkeer te luchten tegen de »ckristelijkheid"
van het Ministerie, gebelgd over de bravo's,
die hem nog in de ooren klonken van de
rechterzijde na 's Ministers rede, waarop
hij de bekende woorden uit den Hamlet
toepaste.
Vooral Shakespeare schijnt de letter
kundige lievelingsschrijver van dhr.
Troelstra te zijn. Nu er zijn er wel minder
om karakters te leeren kennen.
Vermelden we nog, dat binnenkort het
arbei lscontract zal inkomen, met bepalingen
tegen gedwongen winkelnering, dat de
wijziging van het Strafwetboek spoedig
aan de orde komt, alsmede het ontwerp
betreffende de militaire rechtspleging.
Bij de behandeling der afzonderlijke
artikelen der begrooting zeide de Minister
zoo mogelijk een spoedige regeling toe
van de geldelijke positie der deurwaarders.
Verder kwamen in bespreking do hou ling
van Gedeputeerden v. N.-Holland in zake
de samenstelling van Beroepsraden, eone
houding door don Minister betreurd als
strijdig met de bedoeling des wetgevers,
de afschsffiig der jachtpremiën, in welke
afschaffing de Minister geen heil ziet,
hoewel hij de zaak onder de aandacht wil
brengen van den Procureurs-generaal, en da
mogelijkheid van vakopleiding in gevan
genissen.
Voorts werd den Minister door een drie
tal afgavaardigden in overweging gegeven
een post van twintig duizend gulden terug
te nemen voor een bouwplan voor de
rechtbank en het kantongerecht te Dor
drecht, W9lke post de Kamer handhaafde.
De begrooting van Justitie werd daarop
aangenomen met allo stemmen, behalve die
der socialisten.
Nu ging do Kamer over tot de behan
deling der begrooiing voor binnenlandsche
zaken. Algemeene beraadslagingen werden
niet gevoerd. Dhr. Schaper sprak bij de
artikelen over partijbenoemingen van bur
gemeesters, welke hij ten zeerste afkeurde
ea eritiseerde ook de bekende verkiezings-
quaestie te Harderwijk. Voorts wees dhr.
Passtoors op da dringende noodzakelijkheid
van de regelirg van den rechtstoestand
van gemeenteambtenaren en -werklieden en
zou gaarne ook de politieambtenaren op
genomen zien in de ongevallenwet. Van
daag is de bespreking natuurlijk voort
gezet.
Kerknieuws,
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen to Njjverdal, J. H. Gunning te
Rjjssen to Gieten, H. B. B. Cleveringa
te Rolde te Doklrum, R G. C. Oldeman
to Limmen to Schiermonnikoog, A.
Engels te Morra te H jjlaard, W. Klaassen
cand te 's Bosch.
Bedankt voor Ejjerland op Texel door
J. G. Knottnorus, cand. te 's Gravenhage
voor Maassluis door dr. J. P. de Bie
te Kothel.
Biezelinge. In do jongst gehouden
vergadering van notabelen ter verkiezing
van een kerkvoogd tongevolge der periodieke
aftreding van dhr. Jan Rottier, werd op
den aftredende I stem uitgebracht, terwijl
de notabele C. van do Linde Wzn. diie
stemmen bekwam zoodat laatsgenoemdc
gekozen is. Id dezelfde vergadering werd
tevens met drie stemmen tegen 1 stem op
dhr. v. d. Graaff als voorzit'er van notabelen
gekozen dhr. J. Zuidweg die do benooming
aannam.
Goref. Kerken.
Boroopon te G'ubaard, dr. W. J. Goed-
bloed, cand. te Nieuwendjjk; te Alfen
a. d. Rijn, J. H. Donner te Nieuwdorp.
Chr. Geref. Kerk.
Bedankt voor Alfen door P. J. M. de
Bruin to Apeldoorn.
Schoolnieuws.
Ellewoutsdijk. Benoemd tot hoofd der
I school te Sluiskil (Terneuzen) de heer J.
j Risseeuw onderwijzer alhier.
Ar rondmements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag, deed bovengenoemde
Rechtbank uitspraak in zake het drama te
Walsoorden en werdeD P. VV., 21 j P. S
41 j. en Th. S., 33 j. allen visschers te
Bouchante, thans te Middelburg in hechte
nis, ter zake van ivederspannigheid door meer
dan twee personen in vereeniging ieder ver
oordeeld de Ie en 3e tot eene gevangenis
straf van 1 j. on do 2e tot eene van 3 m.
allen met mindering der preventieve hech
tenis.
Voorts zijn veroordoeld wegens
wederspannigheüJ. P. de R 25 j werk
man, Vlissingen, tot 3 m. en 1'. j, 18 j.
visscher, Vlissingen, tot ti w. gov. straf;
mishandeling: P. K. v D 19 j klompen
maker, Axel, tot 4 m. P. B„ 19 j metse
laar, Hulst, tot 3 m. Ph. O v. S., 24 j.
arbeider, Sas van Gent, tot 3 w. C. M. do
C., 18 j. Westdarpo, en Th do 0., 20 j.
Terneuzen, boerenknechts, ieder tot 14 d.
en C. S., 30 j. workman, oa H. J., 32 j.
sjouwerman, beiden Middelburg, de lot.ot
1 m. en de 2e tot 14 d. gev. straf, en M.
v. C., 15 j. zonder beroep, en A. v. C.,
18 j. jachtopziener, beiden Axel, en O. F.
B., 19 j. laudbouwersknecht, IJzendjjke, en
0. F. A. S., 31 j. boekdrukker, Middelburg,
allen tot 5 b. s. 5 d h. en J. N., 42 j.
bvr. van Ph. B., zonder beroep, Ierseke, en
J. P., 36 j. winkelier, Vlissingen, beiden
tot f3 b. s. 3 d. h.
mishandeling van een ambtenaarK. v. d.
G., 18 j. visscher, Arnemuidon, tot 3 w.
gov. straf
die/stal: C. D., 31 j, veldarbeider, Bier
vliet, thans te Middelburg in hechtenis, tot
m. gev. straf, met minderinh der preven
tieve hechtenis, en J. do M., 30 j. veld
arbeider, Oroede, tot 1 m. gev. straf, en
J. W. R, 53 j, bakker, Vlissingen, tot f 20
b. s. 10 d. h. en
bedelarij: J. P., 61 j. zonder beroep,
Middolburg, tot 12 d. h.
Vrijgesproken: E V. C., 21 j. landbou
wersknecht, IJzendijke, en A. B. de 0., 29 j.
boorenkneeht, Axel, beiden beklaagd van
mishandeling.
Bij bevelschrift van bovengenoemde
rechtbank, is naar de openbare terecht
zitting verwezen J. d. B., oud 28 jaar,
veldarbeider, geboren te Clinge in België,
wonende te St. Jansteen, terzake dat hij
den 6e November 1903 ter terechtzitting
der arrondissements rechtbank te Middel
burg in eene strafzaak tegen A. C. L.,
oud 20 jaar, grossier, geboren te Clinge,
wonende te St. Jansteen, beklaagd van
mishandeling, als getuige gehoord, inondo-
ling, persoonlijk, opzettelijk, tengunste van
bovengenoemden, destijds als beklaagde
terechtstaandon L., eene valsche verklaring
onder eede heeft afgelegd.
Ellewoudsdijk. Gemeenten met een
goede haven mogen zich in het najaar in
een groote drukte verheugen ten gevolge
der werkzaamheden, wat voordeel geeft voor
de werklieden en de overige burgerij. Maar
de gemeente zelf steekt daar ook een aardig
duitje van in den zak. Wel zijn de uit
gaven voor verharding der wegen daardoor
ook zeer hoog toch is en blijft een haven
zooals de onze een aardig douceurtje voor
de gemeente. Iu dit jaar zijn plm. gewogen
4'L millioen K.G. suikerbieten, daarvoor
wordi geheven 10 cent per 1000 K.G. haven
geld, te betalen door de landbouwersen
8 cent liggeld of opslaggeld te betalen door
de fabrikanten; waar nog bijkomt dat 1000
K.G. ongeveer een ton schippersmaat is,
daarvoor wordt door de schippers eveneens
4 cent betaald, dus elke 1000 K.G. beet
wortels is berekend voor de gemeente op
10 8 4 is 22 cent per 1000 K.G.
zoodat, enkel van de suikerbieten, de ge
meente dit jaar ongeveer f 1000 trekt. Hier
komt nog bij dat er somwijlen schippers
om een halve lading komen ea toch hun
volle tongeld moeten betalen en weor andere
die bij komen laden evenzeer dit zijn ver
plicht, zoodat het genoemde som nog te
boven gaat. En nu nog de enorme aanvoer
van aardappels waarvan voor elke H.L. een
cent geheven wordt en ook eveneens van
het graan en kolen en anderzins alsmede
ligplaatsen van boomen, grint en anderzins
zoodat het gelukkig is dat onze gemeente
zulk een haven bezit. Maar nu vragen
velen zich af, of bij zoo schoone inkomst,
het niet gewenscht was dat de gemeente
ile Oostzijde liet bestraten, waar deze immers
in het najaar nog grootendeels bijna on-
rij baar is.
's Heer Hendrikskinderen. Woens
dagavond hield de kolenvereeniging »Een-
dracht maakt macht" alhier, onder voor
zitterschap van den heer A. Zandee, hare
algemeene jaarlijksche vergadering, waarin
59 van de 72 leden tegenwoordig waren.
Uit de door den penningmeester gedane
rekening en verantwoording bleek, dat
werden aangekocht 1735 HL. steenkolen,
waarvan ile leveling aan de leden plaats
had voor f 0.72 per HL. vrij aan huis, terwijl
die van de stukken geschiedde voor f 1.06
per 100 K.G. Verder werd medegedeeld
dat de ontvangsten hadden bedragen
f1454.021 en de uitgaven f 1297.68. Het
goed slot vermeerderd met de waarde van
de kolen die zich alsnog in de bergplaats
bevinden bedraagt f183 751. Vervolgens
werden met algemeene stemmen tot leden
van het bestuur benoemd de aftredende
heeren J. Rijkse en J. Rouw, welke beiden
hunne benoemingen wederom aannamen,
Na sluiting der vergadering bleef men nog I
eenigen tijd gezellig bijeen.
De Middelb. Ct. schrijftNaor wij
vernemen, wordt door do justitie te Mid
delburg een onderzoek ingesteld naar
aanleiding van eeD ingediende klacht wegens
laster in een naamloos of met vermoedelijk
valsche initialen onderteekend geschrift.
Op zichzelf zou dit feit niet de vermelding
waard zijn, maar het eigenaardige in dezen
is dat die brief ook, evonels indevtijd b-t
schrijven aan den hoer S. Lindeman, des
tijds te Wageningen, nu te Delft, ouder-
teekond is met de letters G. L., tervryl,
naar beweerd wordt, ook het handschrift
met dit schrijven en met andere, in onze
omgeving, door sommigen onlangs ontvangen
brieven en briefkaarten zou overeenkomen.
's Heer Arendskerke. Benoemd roet
ingang van 1 'anuari 1904 tot ambtenaar
bij de Indische spoorwegmaatschappij op
Java, de hoer G. J. H. Streef, alhier klerk
bij de Maatschappij tot Exjlritatie van
Staatsspoorwegen.
Biezelinge. Als een zeldzame abnor
maliteit uit de lagere dieronwereld kan
het volgende zeer zeker dienen. Bij het
eten van alikruiken (kreukels) trok iemand
uit zulk een kroukelschelp een diertjo dat
van voren kreeft en van achter alikruik
was. Duidelijk waren kop, borststuk ou
pooton van don kreeft te onderscheiden,
terwijl bet achterdeel volkomen het worm
vormig aanhangsel van de alikruik ver
toonde. 't Is te hopon, dat het diertjo
aan een deskundigo (b. v. Prof. Ritsema
Bos) worde opgezonden.
Onder den rook van een groote stad.
Het volgendé verhaal wordt in een der
groote dagbladen als historisch medegedeeld.
Een onafzienbaro, zwart-brnine, kleverige
grindwegrechts een stroomende sloot,
tot afscheiding dienend van don wog en
van gelijk afgedeelde zich ver uitstrekkende
weilanden links een stilstaande sloot, waar
over hier en daar een van hout getimmerd
wit geverfd bruggetje, leidend naar daggel-
ders-woningeD.
Op dien grindweg tegen het vallen van
den avond een eenzame wandelaar.
Het is een lange, slungelachtige gestalte,
tusscben twintig en dertig jaar oud. Ieder
een zou in hem den daggelder, niemand
den gehuwden man herkennen, noch den
vader van drie elkaar met een jaar opvolgende
kinderen.
Hij loopt, of liever hij glijdt en schuift
over den wog, de linkerhand in zijn broek
zak, de voeten gestoken iü een paar groote
klompen bij is gekleed in een wit-blauw
boezeroen, daaronder komt een met twee
groote lappen verstelde broek uitsteken,
welke hem even over de knieën reikt.
Zijn pet, achter op het hoofd hangend,
wijst met de groote klep Daar den hemel
onder den rechterarm draagt hij een lang
werpig vierkant pakje, geknoopt in een
grooten rooden zakdoek.
Nog een paar stappen, en bij beeft het
doel van zijn reis bereikt, de dorpsherberg,
een uitspanning zooals alle van dien aard.
Naast de herberg de stal; in de herberg
links van de deur het buffet, glinsterend
van karaffen met gouden opschriften, en
verder een met zand bestrooide bouten
vloer voorts een aantal stoelen en tafeltjes.
De eigenaar van deze herberg beeft aan
de aiidere zijde van zjjn huis, niet aan den
stalkant, een winkelhuisje, zoodat bij be
halve 't edele vak van herbergier ook dat
van winkelier uitoefenttevens bekleedt
bij sinds j iren debetrekking van doodgraver.
De slungelende wandelaar schuift deze
herberg binnen met een „Genavend!" tegen
de herbergbezoekers, die met uitgestrekte,
over elkaar geslagen boenen een klein
beetje onder den invloed van Koning Alcohol
aan een tafeltje gezeten zijn. Hij zet het
pakje in den rooden zakdoek tusschen de
leege glaasjes op de toonbank en comman
deert den herbergior „Genavend Manus,
geef me een bittertje
Onder een levendig gespiek over haver,
tarwe en koeken stapt het duiveltje van
„Het Kruisverbond" met kleine stapjes
naar do maag van den slungel, die na deze
antiblauweknoopscbe verkwikking zich ge
reed maakt om te vertrekken.
Vóór zijn vertrek echter richt hij zich
tot den herbergier wijzend op den roeden
zakdoek „Manus, wil je dat eens begraven."
„Begraven," zei Manus, „wat is dat dan?
„Me jongste kindje 't is gestorven, en
ik heb geen centen om anders te doen."
De zakdoek wordt losgeknoopt en daar
komtte voorschijn een dichtgespijkerd kistje,
door den vader voor zijn dochtertje uit
oudo plankjes getimmerd.
„Maar moet je nou dat lijkje tusschen
de ledige glazon op de toonbank zetten
zegt Manus. „En dat begraven gaat zoo
maar nietik moet eerst een begrafenis
briefje hebben van de gomeen'e, dat je op
het Raadhuis moet halen."
„Zoo," zei de slungel, „maar ik neem
het niet meer mee. Dat briefje zal ik wel
gaan vragen."
„Dan zal ik hot kistjo maar zoolang in
het lijkenhuisje zetten, hernam Manus."
„Da's goed," zei de slungel. „Genavend,
samen en hij ging weg. De twee andore
bezoekers gingen ook weg met de woorden
„Hei je nou ooit zoo iets gezien, 't is
oen merakel."
Den volgendon middag kwam een jongen
met een hondenkar het begrafenisbriefje
brengen. Het kindje werd begraven door
den doodgraver.
Niemand was er bjj.
Naar men verneemt, werd Maandag
een man uit Oosterwijk die te Breda in
de strafgevangenis vertoefde, door de
marechaussee, met toestemming van den
minister van Justitie, naar zijn woonplaats
getransporteerd, teneinde aldaar zijn zoon,
die, in stervensgevaar, door het ontstaan
van bloedvergiftiging verkeerde, te bezoe
ken, na welk bezoek de gevangene, die
nog l'L dag moest zitten, werd terugge
bracht.
Viviseutie.
Bij ministerieelo beschikking van 3 Sep
tember 1903, afdeeling Onderwijl, zijn met
betrekking tot het nemen van proeven op
levende dieren do volgoude voorschriften
omtront het gebruik van do verzamelingen,
inrichtingen en hulpmiddelen voor het
onderwijs in de laculteiten der geneeskunde
en der wis- en natuurkunde vastgesteld:
>Art. 1. Proeven op levende dieren
mogen uitsluitend plaats hebbon, waar zjj
voor weton<ehappi'lijk onderzoek of voor het
onderwijs bepaald onmisbaar te achten.
Indien zij voor het onderwijs dienst doen,
moet in den regel de operatie van het levende
dier buiten de gehoorzaal en voor het be
gin van hot college plaats Li"bbeu.
Art. 2. Zij mogen uitsluitend worden
genomen door hoogleeraren, lectoren en
andere docenten of onder verantwoordelijk
heid en leiding van den hoogloeraar of lector
door doctorandi, artsen cd assistenten.
Art. 3. Voor proeven, die zonder schade
voor do uitkomst, am lagere diersoorten
kunnen worden verricht, mogen slechts
deze en geon hoogere diersoorten worden
gebezigd.
Art. 4. Bij elko proef, als in art. 1
bedoeld, moet het proefdier vooraf door
bedwelmendo middelen van voldoende kracht
voor pijn ongevoelig zijn g> maakt.
Curare, ook wel genoomd urari, wordt
niet als bedwelmend middol beschouwd.
Van dezo bepaling mag alleen worden
afgeweken, indien de operatie door een
hoogleeraar of lector plaats beeft en het
wetenschappelijk doel, dat beoogd wordt,
bjj narcose niet te bereiken is.
Art. 5. De dieren moeton onmiddellijk
Da de proefneming worden afgemaakt, tenzij
hun geen ernstig letsel is aangodaan en
zekerheid bestaat dat de pijn niet zal
voortduren."
Do krijgsraad to Karlsruhe heeft
luitenant v. Arnim, dus den drager van
een aristoeratischen naam met een roemrijk
verleden, veroordeeld tot 14 dagen kamer
arrest, omdat bij bjj een oefening een
grenadier met de vuist in hot gezicht bad
geslageD, zoodat dezen hot bloed uit den
neus liep en do helm van bet hoofd viel,
terwijl den officier hem bovendien nog een
scheldwoord had toegeroepen.
Het nieuwe station te Leipzig be
looft een indrukwekkend gebouw te worden.
Het zal een oppervlakte van 96,000 vier
kante meters beslaan, d. i. eens zoo groot
als die van het Augustus-plein te Leipzig,
dat een van de grootste pleinen van Europa
is. Het station krijgt 26 sporen met een
20 meters breed perron dwars op die sporen.
De riehtiDg is dus die van een kopstation.
Ten dienste van het postpakketverkeer
zullen in de ladingloods niet minder dan
32 sporen uitmonden. Do kosten van den
bouw van het station beloopen 130 mil
lioen mk. Pruisen en Saksen betalen hier
van elk 53 millioen, Leipzig 17'/a millioen.
Men rekent in 12 jaar tijds met het werk
klaar te zijn, dus in 1914, daar men ver
leden jaar met het werk is begonnen.
Met do Macedonische woelingen is
het nog niet afgeloopon. Wel zijn 'de
loiders van den opstand voor de winter
maanden naar Bulgarije teruggekeerd, maar
in allo silte worden allerlei maatregelen
voorbereidgroote massa's ontploffings
materiaal en wapenen worden in de dorpen
opgestapeld, die 's nachts voorzichtig met
booten daarheen worden vervoord.
De socialisten te lyon hebben bij ge
legenheid van een katholieken feestdag ton
getale van 3000, geprotesteerd tegen de
feestelijke verlichting in de stad. Zjj
wierpen de ruiten in der kerk en van een
klooster. Eindelijk werd men handgemeen
waarbjj vele personen, onder wie één zwaar
gewond werden.
De Noorsche Storthing heeft met al
gemeene stemmen verworpen liet wotsont-
worp tot invoer van algemeen kiesrecht
voor vrouwen. Vooraf had de voorzitter
voorlezing gedaan van een adres van de
Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht", waar
in do hoop werd uitgesproken, dat het
ontwerp zou worden aangenomen.
Dezer dagen heeft een rat een Fransche
familie in rep en roer gebracht. Een heer,
die tijdelijk zijn kantoor te Parijs ging ver
laten, bergde een taschje met een vijftig
goudstukken in een kast om ze zóó voor-
loopig veilig te bewaren. Den volgenden
morgen, toen hij het geld wilde krjjgen,
teneinde het bij een bank te deponeeren,
was de kast vreeselijk geschonden. De
politie werd gewaarschuwd en ging er op
uit om een paar verdachten in het oog te
houden; maar intusschen ontdekte men in
de kast een klein gat, waardoor men op het
idee kwam of mogelijk een vierpootige dief
de misdaad zou hebben kunnen bedrijven.
Om zich hiervan te overtuigen werden twee
nachten achtereen wat graankorrels in de
kast gestrooid. Deze verdwenen ook, en
nu werd een plank weggenomen waardoor
vier voet verwijderd, het nest van een rat
te voorschijn kwam, waarin niet alleen de
overblijfselen van het taschje, maar ook alle
goudstukken teruggevonden werden.
I