No. 28 1903.
NIEUWSBLAD
Donderdag 3 December
18e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISGH.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
OME KOLONIE*.
Een bladzijde uit Engelands geschiedenis.
elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Met belangstelling en blijdschap verna
men ongetwijfeld onze lezers de aanneming
der begrooting voor Indië, in onze Tweede
Kamer voor de tweede maal, door den
Minister Idenburg ingebracht en verdedigd.
Minister Idenburg heeft ons hart en ons
vertrouwenen onze koloniën zjjn een na
tionaal bezit dat we hoogelijk waardeeren.
Nederland zonder koloniën we kunnen
het ons niet voorstellen. Hoeveel armer
aan zorgen en bezit, aan energie en be-
drjjf zou Nederland niet zonder koloniën zijn.
Ons oog viel dezer dagen op deze eigen
aardige beeldspraak: De Republiek der
Zeven Provinciën was uit zich zelve meer
een huiskat dan een leeuw, die zoo zij
niet spoedig van tanden verwisselde, en
een tijgerkat werd.jfgevaar liep afgemaakt
te worden, gevild en verkocht aan den
Spaanschen of Franschen poelier. Zij
was een vogel zonder zwemvliezen, die of van
honger sterven of leeren moest te drijven
en door eigen kracht zich over het water
te bewegen. Zij was een paard aan een
touw, dat langs den steilen oever een
zware schuit moest voorttrekken, en dood
gebloed zou zjjn aan de gekwetste voeten,
indien niet een beschermende hoornen
korst over zijn arme nagels was komen
groeien.
Voor het paard der Republiek is de
Oost-Indische Compagnie die weldadige
hoef geweest, voor den vogel der Zeven
Provinciën het reddende zwemvlies, voor
het Noord-Nederlandsche huisdier dat weer
baar gebit. Zulke instellingen bedenkt of
verzint men niet.
Zij worden.
Alzoo waren de koloniën voor Holland,
maar wat was Holland voor zijne koloniën
Hoe behandelde de voogd zijn pupil?
Het is al zoo dikwijls gezegd en geschre
ven dat wjj de behoefte niet inzien om
het hier te herhalen.
Liever dan oude koeien uit de sloot ha
len willen we even wijzen op de verblij
dende verschijnselen die, jaar op jaar, toonen
dat een andere koers, op het Plein en te
Buitenzorg voor Indië wordt ingegaan.
Meet den afstand die daar ligt tusschen
de toestanden door Multatuli in zijn Max
Havelaar geschetst en onzen tijd Herin
nert u het eerste optreden van den anti
conservatieven staatsman, wijlen mr. Keu-
chenius en vergelijk daarmee een begroo-
tings debat als het nu gepasseerde.
Welk een afstand, en toch scheiden ons
slechts veertig jaren van dien tijd. Ons
6
feuilleton.
Er bleef voor Karei Stuart slechts over,
zoo meende hij althans, om verdeeldheid
te zaaien onder deze drie uitstekende mannen
en de eerzucht van Wentworth te streelen,
nadat bij te vergeefs getracht had, hem
door gevangenschap zijne ongenade te doen
gevoelen.
Na den dood van Buckingham (1628)
werd Wentworth door den koning tot graaf
van Stafford verheven. Dit was voor de
ijdelbeid van den volksvertegenwoordiger
te veel. Hij verliet de zijde der oppositie
en offerde de volkszaak aan zijne belangen
op. Yanaf dit oogenblik werd hij met eer-
bewijzingen overladen, ja zelfs tot onder
koning van Ierland benoemd. Karakteris
tiek is het woord, dat zijn oude medestrijder
Pym hem in dien tijd toevoegde »Gij gaat
uw' ondergang te gemoet, maar denk er
aan, hoewel gij ons nu verlaat, zal ik u
nooit verlaten, zoolang uw hoofd op uwe
schouders staat". De historie heeft deze
uitspraak op droeve wijze bevestigd.
Naast deze krachtige en toch zoo zwakke
figuur verrijst de beeltenis van een man,
wiens laag voorhoofd en doordringende oogen
te zamen met zijne pijnlijke gelaatstrekken
een karakter verraden, dat geen middel te
laag en geen straf te wreed vond, om zijn
haat tegen de Puriteinen te koelen. Het
verheugde het dat de Minister Idenburg
als overwinnaar uit het debat kwam. In
de moeilijke jaren, door de bewoners van
Java, meer nog dan in de buitenbezittingen,
doorleefd, wil de Minister hen te hnlp
komen met een geldelijke bijdrage. Over
de oorzaken van den treurigen oeeonomi-
schen toestand, in het centrum onzer be
zittingen, op Java, zijn als altijd de go-
leerden het niet eens.
De een zoekt de oorzaak in overbevol
king, een ander in geldgebrek, nog een
derde in onoordeelkundige cultuur, een
vierde jin gemis aan voldoende bevloeiing
der landen, een vierde of vijfde in nog
weer iets anders.
Maar welke ook de oorzaak zijn moge,
de toestand der bevolking op Java is hulp
behoevend. Lang en veel is er gesproken
over de vraag of die hulp als renteloos
voorschot dan wel als bijdrage zou gege
ven worden. Een vraag die beantwoord
is door de aanneming van het voorstel van
den Minister.
De heer Van Kol kon geen gehoor vin
den voor zijn denkbeeld om een deel van
onze bezittingen te verkoopen en met de
opbrengst de anderen te helpen.
Gelukkig niet
Indien het Nederlandsche volk geen hart
meer heeft, om voor het verheffende levens
doel dat koloniaal bezit van zelf sehenkt,
arbeid en middelen te wagen, dan zou ons
geslacht de eere van zoodanig bezit ook
niet meer waard zijn. Dan trekke het de
hand af van de kostbare bezitting over
zee, en ontga de schande van te versjacheren
wat haar als rentmeester is toebetrouwd.
De voormalige Oost-Indische Compagnie,
voortgekomen uit de natie, ontstaan door
den handelsgeest onzer voorouders, zag
haar bedrijf verloopen, en toen het woelige
einde der achttiende eeuw kwam werden
die bezittingen door den Staat geëigend
en verklaard te zijn bezittingen van den
Staat.
Maar die bezittingen van den Staat zijn
ons, niet in handen gegeven of in den
schoot gevallen om er van te halen wat er
van te halen is.
Dat is, naar de uitlegging van onzen Ca
techismus over het achtste gebodzonde.
»Hij noemt ook dieverije alle booze
stukken en aanslagen, waarmede wij onzes
naasten goed denken aan ons te breDgen."
Dat deed het cultuurstelsel.
Dat vorderde gedwongen arbeid van op
rjjksgrond geteeld product, en gedwongen
afgifte van dat product tegen veel te lagen
prijs. Een zoodanig stelsel maakt het mo-
is het beeld van William Laud, later aarts
bisschop van Canterbury, hoofd der Sterre-
kamer. Reeds als student te Oxford open
baarde hij op ondubbelzinnige wijze zijn
afkeer van de Puriteinen en maakte zich
later onder Jacobus I in Schotland ver
dienstelijk door de herstelling van het
bisschoppelijk gezag. Geen wonder, dat
Karet Stuart dezen gunsteling zijns vaders
aan zich wist te verbinden. Ook hem
wachtte eer en aanzien, hij steeg hooger
en hooger, om later des te lager te vallen.
Zijn doel was om de kerk van Engeland
meer en meer in ritus en plechtigheden
op de Roomscho te doen gelijken daartoe
voerde hij verschillende voranderingen in,
werd het kerkgewaad der priesters voor
geschreven en altaren in de kerk geplaatst
tot groote ergernis der Puriteinen, wier
handelingen tot in de kleinste bijzonder
heden door den Prelaat van Engeland werden
bespied en zoo noodig op de vreeselijkste
wij ze werden getuchtigd. Algemeen heersehte
de meening, dat Laud de kerk van Enge
land met die van Rome wilde vereenzelvigen.
De dochter van den hertog van Devonshire
ging tot het Roomsche geloof over en toen
haar door den prelaat naar de redenen van
die verandering gevraagd werd, antwoordde
zij heel naief»Voor gedrang hen ik altijd
erg bang geweest, Hoogeerwaarde, en nu
ik zie, dat de aartsbisschop zelf met zeer
veel anderen den weg naar Rome inslaan, heb
ik mjj gehaast, u allen vóór te zijn", (Guizot).
gelijk dat ons land overdekt wordt met
een net van spoorwegen 150 millioen gul
den waard, maar de zedelijke schade is
grooter dan het stoffelijke voordeel.
Ea tegenover dit stelsel riepen onze
koloniale hervormers met Keuchenius aan
't hoofd, en gesteund door meer dan een
liberaal op om Christelijke voogdij voor het
pleegkind dat Indië heet.
Tot voogdij om het zedelijk op te voeden,
om zijn kapitaal ten meesten bate voor
hemzelf te beheeren en om in de toekomst,
zoo God wil, hem het innemen van een
zelfstandige positie mogelijk te maken.
Door dit stelsel van voogdij te aanvaar
den is van zelf exploitatie ten bate van
het moederland, en van de hand doen, om
aan anderen te geven, uitgesloten.
Ea staat de voogdijschap alzoo voorden
antirevolutionair als onafwijsbare plicht
tegenover zijne geestelijk minder bedeelde
natuurgenooten dan staat daarnaast voor
den Christen de even onafwijsbare eisch
van kerstening.
Tegenover de afgoden en de valsehe leer
van Mohammed heeft de Cnristennatie den
eenigen waren God te eeren, ook in de
opvoeding van de onder hare voogdij staande
natiëa.
Volksontwikkeling, opleiding tot zelf
standig optreden, vermag alleen het christe
lijk levensbeginsel.
Een menschelijk samenleven, een be
schaving, zoo men wil, een ontluiking tot
edeler kracht en hooger levensideaal is
alleen bekend en bereikbaar onder de
Christelijke volken in de oude en de nieuwe
wereld.
En is die kerstening voor Indië als
eerste voorwaarde van ontwikkeling nood
zakelijk geacht, dan komt de vraag: hoe
zal Indië gekerstend worden
De overheid die slechts roeping heeft,
het volk op de baan der ontwikkeling te
leiden en hinderpalen weg te nemen die
deze ontwikkeling belemmeren, kan dat niet.
Haar taak is te blijven aan de oppervlakte.
Maar zij kan den weg banen of vrij
maken voor de christelijke kerk aan welke
het bevel is gegeven: Predikt het Evan
gelie aan alle creaturen. Haar roeping tot
behoud van zielen behoort te prikkelen
tot ontferming. De Zending die een steeds
wassenden stroom naar Iadië leidt om daar
met geestdrift en toewijding zijn kracht
aan de omvangrijke en ontzaglijke taak
van dit bekeeringswerk te wijden, de
Zending die de Mohammedaansch-Aziati-
sche maatschappij tracht in aanraking te
brengen met de christelijk-Europeescke
Het behoeft waarlijk niet te verwonderen
dat onder zulke omstandigheden de begin
selen der Puriteinen bij de massa zulk
een gunstig onthaal vonden. Zij werden
overal verspreid door afgezette Puriteinscho
leeraars, die het land doortrokken en gloei
ende van verontwaardiging met donkere
kleuren de vervolging schilderden, waaraan
zij en hunne partijgenooten voornamelijk
door toedoen van Laud blootstonden. Zij
konden gewagen van do Inquisitie van
Hoogen raad en Sterrekamer, die meer dan
ooit hunne waakzaamheid verdubbelden om
met boete, gevangenschap en te pronk-
stelling allen te straffen, die in de politieke
en kerkelijke zaken de democratische en
godsdienstige beginselen der Puariteinen
huldigden.
Zij konden wijzen op het voorbeeld van
dr. A. Leighton, een Schotsch geestelijke,
die gevangen genomen, gegeeseld en ge
brandmerkt werd, omdat hij in een ge
schrift de dwingelandij en macht der bis
schoppen had veroordeeld, op Prynne, den
rechtsgeleerde, die wijl hij in een verhan
deling de geliefkoosde vermakelijkheden
van het hof, als dans, tooneel en muziok
had aangevallen, niet alleen van de balie
werd geweerd, maar ook na onteerende
straf tot 5000 pond sterling boete en levens
lange gevangenisstraf weid veroordeeld
(1633).
En hoe zouden zij hebben kunnen zwjjgen
van de standvastigheid, waarmede de mees
maatschappij om, niet door geweld, maar
door zedelijke meerderheid te overwinnen,
wordt niet langer geduld als een noodza
kelijk kwaad maar geaccepteerd als een
middel ten goede.
Ziedaar den koers nu ingeslagen.
Eerst noodlijdenden helpen en niet
speeuleeren op batige sloten en evenzeer
Indie's volken opvoeren, niet alleen tot
stoffelijke maar ook tot geestelijke zelfstan
digheid.
Die nieuwe koers loopt Excelsior en is
door de regeering welbewust aanvaard.
De Minister wers er bij de laatste be
grooting nog uitdrukkelijk op.
Ea het is om die redenen dat we ein
digen zooals we begonnen zijnmet be
langstelling en blijdschap vernamen onge
twijfeld onze lezers de aanneming der
begrooting voor Indië in onze Tweede
Kamer voor de tweede maal door den
Minister Idenburg ingebracht en verdedigd.
Minister Idenburg heeft ons hart en ons
vei trouwen.
2 December 1903.
De jaarlijksche revue, het parlementaire
steekspel, de ^ontmoeting", de behande
ling der Staatsbegrooting (ditmaal over
1904) is gisteren weer ingezet.
Het kabinet kreeg al dadelijk vier zwaar
geharnaste ridders tegen zich.
De maximum druk begon uit het Noor
den met de speech van Druckerwon in
kracht toen Troelstra met zij n breede slag
zwaard in het krijt traden bereikte zijn
hoogtepunt in de oppositie van Staalman.
Daar tusschon in deed de voorzitter der
Liberale Unie Goeman Borgesius zich, vol
gens de Hollandsche bladen, weinig krachtig
hooren.
Alle vier ontzeiden zoo ongeveer dit kabi
net hun vertrouwen, of verklaarden zich
bittor in dit kabinet teleurgesteld.
Vrijzinnig democraat, Unie Liberaal,
Sociaal democraat en Christen democraat,
bleken op dit punt eenstemmig.
Men zie verder »Uit de Tweede Kamer".
Het vonnis van de Oud Liberale fractie,
bij monde van dr. Mees, zal heden wel
niet anders luiden.
Hetgeen wel eenigzins de taak voor het
kabinet, of liever van den premier die
namens het kabinet de aanvallen heeft af
te weren, vergemakkelijkt.
Wij zijn nieuwsgierig wat de liberalen
op Troelstra's ondeugende herinnering aan
hun vaderschap van de sociaal democraten
zeggen zullen.
Diens bewering dat het Calvinisme de
ten hunner, inzonderheid Mr. Burton, kwaad
en schande verdroeg, ja het zich eene eer
rekende, het lichte juk van Christus te
dragen, omdat zijn Heer en Heiland het
zwaarste juk droeg? Dit zaad, met kwis
tige hand gestrooid, ontkiemde weldra en
droeg zestig-, ja honderdvoudige vrucht.
Eenige jaren later was het wanbestuur
des konings en do ontevredenheid des
volks tot zulk een hoogte gestegen, dat
eene verandering volgen moest. Men schreef
1737. John Hampden, die om het beginsel
hardnekkig weigerde, de onwettige seheeps-
belasting te betalen, werd door eene kleine
meerderheid daartoe veroordeeld. Hij be
sloot met zijn neef Cromwell Engeland te
verlaten en naar Amerika te omigreeren.
Hij werd echter in zijn voornomen ver
hinderd door een bevel van hooger hand.
In hetzelfde jaar werd de pers bij besluit
van de Sterrekamer onder strenge contröle
gesteld. Inmiddels wilde Karei ook in
Schotland de bisschoppelijke hiërarchie in
voeren. Dit plan mislukte echter geheel
en al; de Schotten teekenden het Cove
nant, waardoor zij zich verbonden den
zuiveren godsdienst tegen het Pausdom te
besehermen, grepen naar de wapenen en
de koning zag zich genoodzaakt 13 April
1640 een vierde Parlement bijeen te roepen,
dat echter spoedig werd ontbonden, nadat
hot geweigerd bad subsidie toetestaan, vóór
de grieven waren weggenomen.
Den 20 Aug. 1640 rukten de Schotten
vader van het Liberalisme zou zijn, zal
wel afdoend worden weerlegd.
Deze ïlwaling" schijnt ons al te tast
baar.
Hoe het lij zoo'n verkiezing (als men
daar nu gehad heeft in de Staten van Zuid-
Amerika toegaat, daarvan doet prof. H. E.
Dosker uit Kentucky een en ander zien in
de Hope het Amerikaansche Weekblad van
Hope College te Holland Michigan.
De schrijver woont thans in een der
Zuidelijke staten: Kentucky.
Hij schrijft
Wij zitten hier middenin de narigheid
van een politieken strijd. Ik heb vroeger
wel eens gelezen hoe die dingen in het
Zuiden toegingen, maar heb dat nooit ten
volle begrepen. Nu heb ik er meer klaar
heid in gekregen. Ik begrijp nu ook waar
om men verder in het zuiden, de negers
eenvoudig op politiek zwart zaad zet.
Alles wat men hcort en ziet is „Belknap"
en „Beckham" of omgekeerd. Zooveel
personaliteit heb ik nog nooit gezien in
een politieken str ijd. Met modder en slijk
te gooien de lui aan de overzij zoo zwart
te kleuren als mogelijk is en zichzelf zoo
schoon te wasschen als men kan courant
artikelen met heel dikke letters tot op
schriften optochten te paard en te voet,
met en zonder flambouwen; vechtpartijen,
als het bloed aan het koken komt zie
dat alles is aan de orde van den dag.
Men vreest dat er bij de stemming a. s.
week bloed zal vloeien. Hoe zou het anders
kunnen, als de menschen nu reeds zich
zoo opblazen en zoo heet gebakerd zjjn.
Vat ik een Republikeinsch9 courant op,
dan zijn de Democraten de grootste schof
ten en boeven, die de wereld ooit zag en
de Republikeinen engeltjes en neem ik
een Democratische courant ter hand, dan
staat de zaak krek andersom.
Zooveel echter heb ik reeds begrepen
dat bijna de helft der stemmers hier on
verschilligen zijn, noch aan de eene noch
aan de andere partij verbonden.
En dat is hier de beste weg.
Van beide zijden wordt er grootelijks
geknoeid en ik weet niet voor welke der
partijen ik hier bet meeste of minste respect
hebofschoon de Democraten de dingen
zoo van heeler harte en zoo ronduit ver
keerd doen dat elk die loopt kan lezen.
Van een paar candidaten kreeg ik reeds
brieven om toch vooral voor hun Ed.
Mogendheden te stemmen. Gelukkig echter
kan ik dit najaar niets doen dan toekijken
en leeren. De wet van dezen staat vordert
met een leger van 25000 man de grenzen
over en namen na enkele dagen New-
OaBtle in bezit. De koning trekt tegen
hen op, doch zijne soldaten sidderon bij
het gezicht des vijands en weigeren te
strijden. Hij ziet zich genoodzaakt naar
York terugtetrekken. De toestand is
hachelijk. Er valt niet to dralen. Het
volk wordt oproerig en vordeit de afschaf
fing van Hooge Commissie en Sterrekamer.
De schrik slaat den koning om het hart.
Hij sluit een wapenstilstand met de Schotten
en neemt in zijn angst en zijne vertwij
feling zijne toevlucht tot het bijeenroepen
van een vijfde Parlement, het lange Par
lement genoemd (3 Nov. 164010 April
1653).
Den 3en November werd het geopend.
Het was een donkere dag, oen van die
dagen zooals het jaar er meer telt voor
de bewoners van Londen. Dikke, zware
wolken, grauw van nevel, hingen laag in
de straten, en een fijne regen, zoo onaan
genaam voor het gevoel, gaf aan alles nog
somberder aanzien. De natuur drukte op
dezen dag ontegenzeggelijk de stemming
uit van het Engelsche volk, dat in angstige
spanning de gebeurtenissen afwachtte en
de Parlementsleden, ware het mogelijk ge
weest, had nagestaard tot binnen de zalen
van het Huis.
Wordt