NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 16. 1903.
Donderdag 5 November
18e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Gemengde Berichten.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
VAKONDERWIJS.
LANDBOUW,
Op goeden Zandgrond,
blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De groote kracht en de meest practische
beteekenis van het „ontwerp tot wijziging
en aanvulling der wet op het middelbaar
onderwijs" ligt in de bepalingen omtrent
het vakonderwijs.
Voor het hooger vakonderwijs (Polytech
nische School) is in een ander ontwerp
gezorgd.
Thans is het middelbaar vakonderwijs
aan de orde.
Dat onderwijs, alsmede het lager vak
onderwijs moesten het tot op heden met
slechts enkele hier en daar in de wet ver
spreid^ bepalingen doen. Eene regeling
was er niet. Die wordt nu door dit wets
ontwerp mogelijk.
In 1863 had de wetgever de burger
dag- en avondscholen aangewezen voor die
jongens, welke zich later in bepaalde vak
ken wenschten te bekwamen.
Dit gold voor aanstaande ambachtslieden
en landbouwers.
Gemeenten van meer dan tienduizend
inwoners moesten minstens één burger
dag- en avondschool hebben.
Wat de dagscholen betreft, liep het met
deze verplichting mis. Zij verrezen en
verdwenen in een paar groote gemeenten.
Alleen te Leeuwarden heeft men er nog
een; en ook daar is men op reorganisatie
bedacht.
De praetijk heeft bewezen dat de aan
staande ambachtslieden en landbouwers
iets anders noodig hadden dan het theo
retisch onderwijs dat de wet van '63 hun
wilde verschaffen.
Nu wil de regeering het theoretisch
onderwijs tot de avondscholen beperken,
en de dagscholen bestemmen voor practische
vakopleiding, in aansluiting aan het tlieo-
rethisch onderwijs van die avondscholen.
De regeering gevoelt ook de juistheid
der opmerking dat degelijk teekenonder-
wjjs, aangevuld met eenige wis- en werk
tuigkundige kennis, den aanstaanden vak
man beter te pas zou komen, dan het
onderwijs in velerlei overtollige kennis
waartoe de wet van '63 verplicht.
Ook is twee cursusjaren aan de burger
avondscholen te weinig gebleken. Het moet
er minstens drie zijn.
Ook elders deed zich de behoefte aan
vakonderwijs gevoelen, en tot in de kleinste
gemeenten, ook ten plattelands verrezen
of verrijzen inrichtingen waar dit vakon
derwijs kan worden aangeleerd.
Er kwamen cursussen voor land- en
tuinbouwhandels- en ambachtsscholen
voorts de Nederlandsche school voor Nij
verheid en Handel te Enschedé op textiel
gebiedde kweekschool voor machinisten
te Amsterdamindustriescholen voor meisjes
te 's-Gravenhage en elders. Te Middelburg,
waar de ambachtsschool al sedert jaren
goede diensten bewjjst, sloegen verschil
lende belangstellenden de handen ineen,
om te trachten een volks huishoudschool
te verkrijgen, ter opleiding der Middel-
burgsche meisjes tot dienstbode, linnen
meid, keukenmeid, huishoudster en kinder
juffrouw (examen Tesselschade).
Het was te voorzien dat, toen de minis
ter Kuyper optrad, deze bewindsman zich
haasten zou het particulier initiatief door
middel van een rijkswet tehulp te komen.
En dat niet alleen om te steunen, maar
ook om te regelen.
Zjjn organiseerend talent spreekt zich
dan ook in dit wetsontwerp en in de me
morie van toelichting duidelijk uit.
Naar een vast omschreven plan zal wor
den gewerkt; en een band zal worden
gelegd tusschen al hetgeen tot nu toe ver-
Spreid en zonder behoorlijken samenhang
tot stand gebracht was.
Wij zouden breede aanhalingen uit de
memorie \»i toelichting kunnen doen, om
dit te bewijzen.
Noodig is dit echter niet, dewijl het
door niemand wordt tegengesproken, al
is het ook dat verschillende persorganen
tal van bedenkingen tegen onderdeelen van
het ontwerp deden hooren,
De onderscheidene inrichtingen op het
gebied van vakonder wijs zegt de regee
ring behooren in de wet uitdrukkelijk
erkenning te vinden.
Ook behoort eenige meerdere eenvormig
heid te worden gebracht in de voorwaar
den voor de Rijkssubsidie.
Ook zijn niet alle provinciën, gemeenten
en particulieren even mild in het verlee-
nen van geldelijken steun.
Eén inspecteur voor vakonderwijs heeft,
ondanks zijn grooten ijver, veel te groot
inspectiegebied om zijn taak behoorlijk te
vervullen.
En zoo voegt zij sr aan toe thans
mag het vakonderwijs geacht worden, ge
noegzaam vasten vorm te hebben erlangd
om zekere lijnen te kunnen aangeven, langs
welke het zich zal hebben te bewegen, en
door de Overheid mag thans dan ook niet
langer getalmd om door het stellen van
eenige wettelijke regelen de leiding en
ordening in handen te nemen.
Bij de vele aanbevelingen voor dit ont
werp komt ook deze dat de regeering
zooveel mogelijk het bestaande handhaaft.
Wat uit zichzelf opgekomen is, wordt be
hoorlijk ontzien. Men wil er een behoor
lijken grondslag aan geven. Het particu
lier initiatief bljjft in eere. Haar eenig
doel is den groei van het vakonderwijs,
voorzoover reeds in particuliere handen,
nog steviger te maken.
Zoo min mogelijk zullen daarbjj de ge
meenten met nieuwe en grootere lasten
bezwaard worden.
»Voor gemeenten met meer dan tienduizend
zielen kan gehandhaafd de plicht tot het
onderhouden van ten minste ééne burgeravond
school en, waar van eene burgerdagschool thans
niet meer zal worden gerept, is het niet onbil
lijk te verlangen, dat voortaan de cursus ten
minste een driejarige moet zijn, waar dusver
een tweejarige cursus eisch was. Tot het
ontvangen van de op vakgebied meest onont
beerlijke theoretische kennis moet aan die
inrichtingen gelegenheid bestaan. Onderwijs
in hand- en rechtlijnig teekenen, ook toege
past op het ambacht, voorts in de beginselen
der Nederlandsche taal, die der wiskunde, der
natuurkunde, der werktuigkunde en der kennis
van werktuigen ware mitsdien verplicht te
stellen. Al wat echter boven deze matige
eischen gaat, wenscht de Regeering door den
Staat niet aan de gemeenten als verplichting
opgelegd maar aangemoedigd te zienburger
avondscholen dus in gemeenten met minder
dan tienduizend zielen, uitgebreider cursus
dan de driejarige, onderwijs in andere vakken
dan de verplicht gestelde, worden van de ge
meenten niet geëischt, maar zoo de gemeente
besturen daartoe zouden willen overgaan,
zullen zij in de daaruit voortvloeiende meer
dere kosten op krachtigen steun uit 's Rijks
kas kunnen rekenen."
Uit deze toelichtirig blijkt voldoende de
zin der regeering om leidend en ordenend
op te treden.
Doen nu de gemeenten wat zij kunnen,
en zorgen de bestaande vereenigingen, met
name de besturen, en vooral de voorzitters,
dat het Vakonderwijs aan zijn doel beant
woordt, dan kan, met behulp van den Rijks-
wetgever, nog heel wat goeds op dit ge
bied tot stand komen.
Wij hopen dat dit belangrijk wetsont
werp wet worde.
Hier is de neutrale zóne, waar alle partijen
eendrachtig kunnen samenwerken, of waar
zij dit reeds deden, dit ook kunnen blijven
doen.
4 November 1903.
Provinciale Stoombootdiemt op de Wes
ter schelde Vlissingen. Staat van vertraging in
den treinenloop te Vlissingen van Vrijdag
23 Oct. tot en met Donderdag 29 Oct. 1903.
Oct. 25 in plaats van 11,44 te 12,09
27 11,44 12,—
29 8,52 9,04
Deze hadden geen en die van 27
Oct. wel aansluiting met Breskens en Neuzen.
Sociaal democratie en Godsdienst.
In het sociaal-democratisch dagblad Eet
Volk, schreef de bekende Jos. Loopuit,
ongeveer drie maanden geleden, een artikel,
getiteld Ons standpunt in zake Godsdienst.
Hjj zegt daarin:
„Onze strijd kan nooit tegen den gods
dienst gaaneen ideologie bestrijden wij
nietmaar onze strijd gaat tegen het op
treden der kerk voor andere dan zuiver
ideëele en ethische doeleinden en oogmerken.
Onze strijd gaat tegen het zich mengen van
de kerk en haar dienaren in de politiek en
in het maatschappelijk leven. In welken
strijd wij juist, krachtens den aard en den
grondtoon van het Christendom, welks
stichter het: „Mijn koninkrijk is niet van
deze wereld op den voorgrond stelde, de
goede, vrome Christenen eerder op onze
hand, dan tegen ons moesten hebben."
Aldus de heer Jos. Loopuit 25 Juli 1903.
Maar dezelfde heer Jos. Loopuit, schreef
in Tak's Kroniek van 10 Dec. 1902 (bladz.
408 e.v.)
„In onzen tijd is er maar een criterium
voor hen, die zich in de rijen van onze
(sociaal-democratische) beweging stellen. En
dat ishoe staat gij tegenover den klassen-
s t r ij d, en nietvoelt gij o, zooveel voor
het socialisme.
Christendom en klassenstrijd zijn twee
begrippen, die elkander in onze dagen,
volkomen uitsluiten."
Man behoeft bovenstaande aanhalingen
niet eens bijzonder aandachtig met elkander
te vergelijken om te zien, dat de laatste
woorden precies het omgekeerde van de
eerste uitdrukken.
Maar hoe is dit mogelijk, zal men niet
zonder reden vragen
Men kan toch niet aannemen, dat een
man, als de heer Loopuit, die in de voorste
gelederen der sociaal-democratie een eerste
plaats inneemt, zoo in een half jaar van
zienswijze kan veranderen. En daarom,
vragen wij, is het soms ook mogelijk, dat
de heer Loopuit den raad van don sociaal-
democratschen docent aan de Amstordamsche
stedelijke Universiteit volgt, om het ongods
dienstige van het socialistische stelsel voor
eerst maar voor de geloovige arbeiders bedekt
te houden, teneinde ze niet af te schrikken?
Is dit laatste het geval, dan is het
raadsel van het verschil opgelost. De
Kroniek is geen arbeidersblad, maar een
tijdschrift dat meer door vooruitstrevende
heeren wordt gelezen, en waarin men der
halve wat eerlijker mag spreken.
Intusscheu vragen wij den heer Loopuit,
of hij het al of niet met den heer van
der Goes eens is, dat „de godsdienstloosheid
een evenzeer wezenlijk deel van de socia
listische theorie uitmaakt als welke econo
mische of politieke leerstelling ook."
Graaf schapper.
Provinciale Staten van Zeeland.
Najaarsvergadering van 3 November 1903.
Afwezig met kennisgeving zijn de heeren
De Smidt en Moerdijk.
De vergadering wordt in naam der Ko
ningin geopend door den Voorzitter, die
in eenige gevoelvolle woorden hulde brengt
aan de nagedachtenis van de heeren Van
Deinse en Van Waesberghe Janssens, die
aan de Staten ontvallen zijn de eerste door
vertrek uit de provincie, de tweede door
den dood.
Daarna stelt hij de geloofsbrieven van
de in hunne plaats gekozen leden, de heeren
E. B. Dumoleijn en Jos. van Waesberghe,
ten fine van onderzoek in handen eener
commissie, bestaande uit de heeren Henne-
quin, Dieleman en Fruijtier.
Bij monde van eerstgenoemde brengt
die commissie rapport uit, concludeerende
tot toelating, hetgeen algemeen wordt goed
gekeurd.
Door den grifhor ter vergadering binnen
geleid, leggen de nieuw gekozen leden in
handen des Voorzitters de gevorderde eeden
af, waarna zij door dezen geluk gewenscht
worden en zitting nemen.
De Voorzitter deelt daarop mede
a. dat zijn ingekomen verschillende Ko
ninklijke besluiten, houdende goedkeuring
van vroeger genomen beslissingen
b. een brief van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, houdende opgaaf van
de voorloopig voor 1904 uitgetrokken kosten
van het Provinciaal Bestuur, voor zooveel
het Rijksbestuur is
c. een brief, houdende mededeeling door
de familie van het overlijden van den heer
Van Waesberghe Janssens te Hulst
d. mededeelingen van Ged. Staten omtrent
den post ter bestrijding van behoeften, welke
hare omschrijving niet vinden in de arti
kelen der begrootingen omtrent onderhand-
sche aanbestedingen
e. een verzoek van Ged. St. om diligent
verklaring ten opzichte van een verzoek
van de afdeeling Middelburg van den Mi
litairen bond om een jaarlijksch subsidie
van f 100 voor het Militair Tehuis te Mid
delburg en van een adres van de afdeeling
Zeeland van de Nederlandsche Vereeniging
tot bescherming van dieren
f. verschillende voorstellen van Ged. St.
in de laatste nummers van ons blad reeds
opgesomden
g. eene mededeeling dat de presentie
lijsten van de vergaderingen van Ged. St.
ter griffie zijn nedergelegd.
De stukken sub a b d en g worden voor
kennisgeving aangenomen, dat sub c is reeds
met een brief van rouwbeklag beantwoord;
omtrent dat sub e wordt het verzoek om
diligentverklaring geflatteerd, terwijl die
sub f worden verzonden naar de afdee-
lingen.
Tot het trekken dier afdeelingen wordt
overgegaan, met het gevolg dat zitting
zullen hebben
in de le afdeeling de heeren Dumoleijn,
Heijse, Van der Meer, Vader van 's-Graven-
polder, Hollestelle, Van der Have, Eras
mus, Den Boer, Hennequin, Van Tellingen,
Noordijke en Van Dam, met de heeren Van
Rompu en De Casembroot als leden van
Ged. St.
in de 2e afdeeling de heeren De Veer,
Bolle, IJsebaert, Lucasse, De Bats, Bolier,
Kakebeeke, Hombach, Fokker, Loois, Diele
man en Mulder, met de heeren van Lijnden
en De Jonge als leden van Ged. St.
in de 3e afdeeling de heeren Ham-
macher, Fruijtier, Van der Lek de Clercq,
Wisboom Verstegen, Maas, Bos, Moes,
Oggel, Houterman, flocke Hoogenboom,
Van Waesberghe en Moerdijk, met den heer
Siegers als lid van Ged. St.
De Voorzitter stelt alsnu voor
a. een lid van Ged. St. te benoemen
in do eerstvolgende bijeenkomst, en
b. die bijeenkomst te bepalen op Dins
dag 10 November a. s.
Had men al geen bedenking tegen het
eerste gedeelte, met het tweede konden
verschillende leden zich niet vereonigen.
De heer Fruijtier wees op de gelijktijdige
heropening der Tweede Kamer, de heer
Lucasse besprak den Goeschen marktdag,
totdat ten slotte werd voorgesteld en goed
gekeurd om te vergaderen op Vrijdag 13
November a. s.
Hierna wordt de zitting opgeheven.
Op veie plaatsen ziet men op goede zand
gronden proeven nemen en ook gelukken
met kleicultures, met kleigewassen. Zoo
ziet men op dergeljjke gronden bieten ver
bouwen, suikerbieten, die, alhoewel nu niet
absoluut een gewas der klei, daar toch
meer eigenaardig thuishooren. Zoo wordt
hier en daar op dergelijke gronden tarwe
verbouwd, ja zelfs koolzaad en vlas. 't Is
duidelijk, dat men, om dergelijke proeven
te doen slagen, bijzondere maatregelen moet
nemen. De zandgrond onderscheidt zich
van den kleibodem 0. a. ook door zijn
samenstelling, door zijn inhoud. Zoo bevat
de zandgrond, vergeleken bij den kleibodem
heel wat minder kaliverbindingen, die als
voedsel kunnen dienen voor de planten.
Wil men daarom op bedoelde gronden ge
wassen gaan telen, die op kleigronden
groeien en zich daar thuis gevoelen, dan
moet men beginnen met die zandgronden
door een uitstekende bemesting voor dat
doel gereed te maken. Behalve stalmest,
die aan den bodem 0. a. den noodigen
humus moet geven, zal er een rijkelijk
gebruik gemaakt moeten worden van kunst
mest, zooals dan ook inderdaad gedaan
wordt, in die streken, waar men op goede
zandgronden dergelijke gewasser, als de
bovengenoemde teelt. Deze gewassen,
suikerbieten, tarwe, koolzaad, vlas, e. a.
nemen alle een betrekkelijk groote hoeveel
heid kali uit den grond sommige ervan
zijn bepaald kaliplanten. Behalve stalmest
en in het voorjaar chlisalpeter en super-
phosphaat, zal deze zandgrond in de eerste
plaats moeten hebben een kalibemesting.
Daaraan heeft hij, met het oog op de in
te voeren cultuur in de allereerste plaats
behoefte. Betreft het een wintergewas,
dan worde de kalibemesting reeds zoo vroeg
mogelijk in het najaar gegeven en kan men
daarvoor het best kaïniet gebruiken. Het
mislukken van ge gansche proef zou het
gevolg zijn van het niet gebruiken van
eenige kalihoudende meststof. Betreft het
een voorjaarsgewas dan kan men vroeg in
het voorjaar chloorkalium gebruiken of
anders gedurende den winter kaïniet. Het
is duideljjk, dat daar, waar zulke gewassen
op zandgronden gelukken, de opbrengst
heel wat grooter is dan van de gewone
zandproducten. Dat men dus in die rich
ting werkzaam is, is vrij natuurlijk. Men
verzuime dan echter ook niet zich uitstekend
op de hoogte te stellen van de eischen,
die bovengenoemde gewassen aan den bo
dem stellen.
Bruinisse. In de Maandagvoormiddag
gehouden vergadering van den gemeente
raad werd de tot tijdelijk secretaris be
noemde, de heer W. G. Elenbaas, beüedigd
en geïnstalleerd. Des avonds vond weder
eene raadsvergadering plaats waarin de
definitief benoemde gemeente-secretaris, de
heer Johs. Kastelein van Ilpendam, werd
beëedigd en geïnstalleerd. De voorz. feli
citeerde hem namens den Raad met zijne
benoeming waarop de geïnstalleerde met
eenige welgekozen woorden antwoordde.
Vlissingen. Alhier heeft bij de loting
voor de nationale militie een incident plaats
gehad. Een 17-jarige knaap, die voorgaf
te heeten B. S., heeft geloot in plaats van
den werkelijken persoon. Na afloop der
loting meldde zich de ware persoon aaD,
doch voor hem was geen briefje meer aan
wezig. De loting zal nu waarschijnlijk,
voor wat de ingeschrevenen van af B. S.
betreft, worden vernietigd en een nieuwe
loting voor die personen worden uitgeschre
ven. Tegen den jongen, die een valschen
naam opgaf, werd procesverbaal opgemaakt.
(M. C.)
Te Biervliet is bij den publieken
verkoop eener hofstede in 13 perceelen ge
bleken, dat een dier perceelen 23 jaar lang
door een anderen inwoner gebruikt werd,
terwijl een ongeveer even groot perceel
van dezen door den pachter der hoeve be
boerd is geworden. Zonder die veiling in
perceelen had die vergissing, een verwisse
ling van twee partijen bouwland, die aan
de beide eigenaars onbekend was, nog jaren
kunnen voortduren.
Voor die hofstede van 42 hectaren is bij
inzet 81 duizend francs geboden. MC.)
Vlissingen. De Eerw. heer C. A. J.
ten Hagen, kapelaan alhier, gaat met 1 Jan.
a. s. voor zeven maanden naar Regensburg
om aldaar aan de kerkelijke muziekschool
zijn muzikale studiën te voltooien.
's-Heer Abtskerke. De raad dezer
gemeente heeft in de politieverordening een
artikel ingelascht betreffende het houden
en oprichten van bierhuizen. Voor het
oprichten of houden dier inrichtingen is
verlof van burgemeester en wethouders
noodig. Het verlof kan worden geweigerd