NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 152 1903. Zaterdag 26 September. 17e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH Bij iil mier Moort een Bijwegd. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN C A L V IJ N. LANDBOUW, Chilisalpeter in den Herfst. elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA m van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zioh met 1 October op ons blad abonneeren ont vangen de nog verschijnende iiuiniiicrs gratis. De Middelburgsche Courant dezer dagen ons onderhanden nemende, noemde ons »het zich noemend christelijk historisch maar eigenlijk calvinistisch blad De Middelburgsche Courant staat onzes inziens te hoog dan dat wjj ook maar een oogenblib zouden onderstellen dat dit »eal- vinistisch" in smalenden zin was bedoeld. Waar wij evenwel dien naam als partij naam beslist verwerpen, wenschen wij er toch op te wijzen dat, zoo de naam cal vinistisch verkleining van den naam van dezen grootste onzer Reformatoren bedoelde, dit een slag in 't aangezicht der historie en van de persoonsbeschrijvers uit den jongsten tijd, met name over Calvijn wezen zou. In het voorbijgaan herinneren wij er aan dat de stichter onzer partij, Groen van Prinsterer, in zijn Nederl. Gedachten dl. II bladzijde 295 het volgende heeft gezegd omtrent het Calvinisme »Stahl zelf heelt, met de hem eigen scherpzinnigheid en waarheidsliefde, aan het Calvinisme den oorsprong toegeschreven van het echt constitutioneels Staatsrecht. Van den gemeenobestelijken grondtrek, in Koning schap en Republiek beide, in de geschiedenis en in den bloei van de Vereenigde Staten zoowel als van Engeland, openbaar." Over de beteekenis van Calvijn, bestaan eveneens tal van geschriften die een einde gemaakt hebben aan tal van legenden die omtrent hem in omloop waren. De werken van prof. Doumergue, een protestant, door ds. Winckel vertaald, zijn onder ieders bereik. Maar wat zeker niet minder de aandacht verdient, is dat de bekende De Brunetière verleden jaar in de Revue des deux Mondes een artikel over Calvijn schreef, waarin hij als Roomsch-Katholiek natuurlijk Calvijns standpunt veroordeelt, maar toch blijk geeft van een waardeering die het oordeel van menig Protestant over Calvijn beschaamt. Dat artikel is zelfs in zoo nobelen toon geschreven, dat uit zijn critiek ook voor ons te leeren is, maar het geeft Calvijn dan toch de eere, van uit literarisch oog punt aan Frankrijk het eerste stuk in classiek proza te hebben geleverd, en niet minder, van beter dan iemand anders den onheiligen stroom van de onzedelijk heiden- sche-Renaissance gestuit te hebben. Een enkel citaat strekke ten bewijze »Ik bewonder meer zijn zedeleer dan zijn wijsbegeerte, en van geheel zijn «Christe- 9) FEUILLETON. Ds. Scharp en de smid van Zaamslag. Bene bladzijde uit Axels Kerkelijk Verleden. IX. De eerwaarde vergadering weet dan ook niet beter te doen, dan om nog eenmaal deze moeilijke zaak in handen eener com missie te stellen, en wel van zes vroede en ervaren mannen, onder wie de twee oudste predikanten der classis, om vervol gens op eene buitengewone vergadering, de eerste in het nieuwe jaar, deze oude, ingewikkelde quaestie ten finale af te doen. Op Nieuwjaarsdonderdag kwam de classis volgens afspraak bijeen, ook nu in Zeelands hoofdstad. De Yeersche dominé Schadd en bezet den voorzittersstoel, naast hem zitten Ds. Mey- boom van Vlissingen als assessor en de Grjjpskerksche dominé Joh. Steenbakker als scrita. Weinig kon deze laatste toen vermoeden, dat hij een tweetal jaren later den beklaagde als predikant te Axel zou opvolgen. De Praesis herinnert den leden het doel lijko Institutie" is het dit wat ik 't meeste prijzen moet de moedige verontwaardi ging, de strengheid van betoog en de kracht van den stijl, het vuur van overtuiging waarmede hij geijverd heeft tegen al wat er aan onzedelijke gedachte in de zuivere leer van den Renaissance-geest school. Te genover de gevaarlijke misleiding van de natuurlijke goedheid van den mensch heeft niemand noch Pascal noch Schopenhauer, openhartiger in krachtiger of harder laat ons zelfs zeggen, indien men wil, in meer ontmoedigende termen de leer van de hartgrondige goddeloosheid en verdor venheid van het menschdom vastgesteld. Niet éen, zelfs niet Bossuet of J. de Maistre, zeggen wij, heeft met meer stoutmoedig heid en grooter welsprekendheid de leer van de Voorzienigheid gesteld en dat van te voren tegenover de nog onge vormde, maar toch reeds zichtbaar wor dende leer van de onafhankelijkheid of de oppermacht der natuur. En wanneer an deren zich verzet hebben tegen de leer van den vrijen wil, en, gelijk een Spinoza of een Comte, hun noodlotsleer of hun deter minisme hier tegenover gesteld hebben, niet éen heeft standvastiger de leer der uitverkiezing, der genade en der voorbe schikking gesteld, en dat, zonder voor een der consequenties van zjjn beginsel terug te deinzen. Hooren wij hem dus op al deze punten aanhet zijn de schoonste blad zijden uit zijn ^Christelijke Instituties." Dan dit «Laat ons het zonder aarzeling uitspre ken terwijl de wereld het gevoel van de oorspronkelijke ellende van den mensch, en van de hinderpalen, die in ons het ge bruikmaken van onze vrijheid ontmoet, ver loren hadterwijl zij bij hoopen tot de natuurphilosophie terugkeerde en voortaan niets scheen te begeeren dan om in het heidendom terug te zinkenterwijl de ver andering van zeden haar naar den afgrond voerde, heeft niemand móer dan Calvijn er toe bijgedragen om haar hierin te stuiten, en op het hellend vlak tegen te houden en om deze reden kan men zeggen, dat het kwaad door hem gesticht niet zonder eenige schadeloosstelling is geweest. In dien er ketterijen moeten zijn, dan is d.'e van Calvijn niet geheel nutteloos geweest, voor de Kerk zelf zeg iken, om hier niet van het gebied der letteren af te dwalen, ik weet niet, of zonder Calvijn, Pascal, .misschien, en Bossuet, zeker, wel allen zouden zijn geweest wat zij zijnof liever, ik geloof het niet." En eindelijk wat Calvijns literaire ver diensten betreft: tWilde men nu de beteekenis van de «Institutie" duidelijk aanwijzen, en haar den juist en rang in de geschiedenis onzer letterkunde toekennen, dan zou men haar dezer «Classis extraordinaria", om n.l. het praeadvies der Gecommitteerden in de zaak Scharp te behandelen. Daartoe wil hij dan ook de Vergadering in de gelegenheid stellen, doch vooraf zal Ds. Scharp, op zijn verlangen, met toestem ming der broederen, het een en ander voor lezen tot nadere verklaring zijner ingelever de uitvoerige memorie. Het meerendeel der vergadering is na voorlezing echter nog niet voldaan. De leden verzoeken dan ook het prae advies der heeren Gecommitteerden te mo gen hooren. Bereidwillig wordt aan dit verlangen voldaan. De assessor Ü3. Meyboom verheft zich van zijn stoel of zetel en leest, zeker onder hoorbare stilte, het rapport voor, waarvan de eindclausule, aldus luidt: „En dus declareert de Eerw. classis, dat zij in UEerw. elucidatie nopende het personeel cliarakter van den overleden Pastor, en in de responsiven op de voorgestelde bedenkingen, berust, terwijl zij het gewijsde van den Axel- schen kerkeraad ten dezen opzigte adprobee- rende, UwEerw. met genoegen vrijspreekt van alle afwijkinge van de zuivere leer onser Her vormde kerke, intraërende intusschen de kunnen vergelijken met het werk van Ra belais, en natuurlijk, vóór alles, zou men zich verweren tegen de belachelijke be geerte om die beide met elkaar in over eenstemming te brengen." Wij zouden nog heel wat kunnen over nemen. Be Standaard heeft ons ten vori- gen jaro daartoe den weg gewezen. Enkele citaten namen wij uit haar betoog over. Doch 't is genoeg om te doen uitkomen dat, waar men ons den naam „Calvinistisch" toedenkt, wij dien naam stellig als een eerenaam zouden hebben te aanvaarden en wjj zeiven, niet het minst op staatkundig, rechtskundig, letterkundig gebied, en in de Christelijke opvatting onzer taak als volksvoorlichters, helaas, nog maar al te ver van dezen grooten wijsgeer, staatsman, belletrist en kerkhervormer afstaan. NOGMAALS Ofschoon in den laatsten tjjd op lezingen, in tijdschriften, vakbladen etc. meermalen op bovengenoemd punt de aandacht is ge vestigd, meenen we juist nu nogmaals hier voor de attentie te mogen vragen. Wanneer we hierboven plaatsen «Chilisalpeter in den herfst" dan bedoelen wij daarmee de nood zakelijkheid van eene gift Chilisalpeter in den heifst voor onze wintergewassen, 'tls bekend, dat onze landbouwgewassen de stik stof uitsluitend opnemen in den vorm van een salpeterzuurzout. Wil de landbouwer dus beslist succes hebben dan dient hij te zorgen, dat deze stikstofvorm in zijn bouw grond steeds voorhanden is, ook in den herfst. Is daarvoor een opzettelijke be mesting met Chilisalpeter inden heifst be slist noodig Vroeger beweerde men alge meen van niet. Doch de dichter de Genestet heeft ook hier weer gelijk wanneer hij zegt »Wat de Wijzen ons heden als waarheid veikonden, straks komt een Wijzer die 't wegredeneert." Is men in Duitschland reeds lang over tuigd van de noodzakelijkheid eener matige Chiiisalpetergift in den heifst, ook op de rijksproefvelden in Nederland is ten duide lijkste de groote waarde hiervan gebleken. Nog meer nut zal een weinig Chilisalpeter thaDS doen, nu we zoo'n kouden natten zomer achter den rug hebben. Wat toch is het geval Op zeer vruchtbare gronden zal, onder gunstige omstandigheden uit ammoniak salpeterzuur gevormd worden. Niet of weinig echter in de allerbovenste laag, omdat genoemde omzetting volgens onderzoekingen van Warington het bestin het donker geschiedt. Men lette hierop, omdat de kiemplantje3 direct opneembare stikstof in den boven grond moeten kunnen vinden. Ve:der is broederlijke opwekkinge, om in UvvE. woorden, Geschriften en daaden voorzichtig vervolgends te vermijden dat alles, hetwelk eenige ergernis zou kunnen geven en tegens UwEerw. zoo plechtig betuigde intentie, in eenen verkeerden zin zou kunnen worden uitgelegd". Dit voorgelezen praeadvies wordt onder dankbetuiging aan de rapporteurs, behou dens eene zeer geringe wijziging eene inlassching van enke'e woorden door de Vergadering overgenomen en in eene resolutie der classis veranderd. In de Boekzaal las men later de volgen de advertentie »Alzoo sedert eenigen tijd hier en daar veele ongunstige geruchten verspreid zijn ten nadeele van den Weleerw. heer Scharp, Predikant te Axel en Zuiddorpe, gesproten uit zeker Grafschrift door Z.Eerw. gemaakt op eenen overledenen Priester der Roomsche Kerke, en hetgeen daartoe betrekking heeft, heeft de Eerw. Classis van Walcheren, deze zaak be hoorlijk onderzogt, en daarop het schriftelijk bericht van Z.Eerw. gehad hebbende, het noodig geoordeeld ter wegneminge van de ongunstige gedachten, welke tegens Z.Eerw uit dien hoofde mogten ontstaan zijn, te be richten dat de heer Scharp de uitdrukkingen in dat Grafschrift gebezigd op die wijze heeft op de salpeterzuurvorming de temperatuur van den bodem van overwegenden invloed. Bij 37" C heeft zij het snelst plaats en neemt dan af naarmate de temperatuur meer tot 5° nadert. Onder normale omstan digheden zal nu de bodemtemperatuur in den nazomer het geschiktst zijn. Dit is thans helaas niet het geval. De zomer is nat en koud geweest; door de lage bodem- temperatuur is er gedurende den zomer weinig of geen salpeterzuur gevormd. De aanwezige voorraad is door het gewas op geteerd, zoodat we mogen aannemen, dat er thans in den landbouw gebrek aan direct opneembare stikstof is. Da nazomer kan hierin weinig verbetering brengen, want mochten er nog warme dagen komen, dan dient de aangevoerde warmte in de eerste plaats om het overtollige water te doen verdampen. De bodemtemperatuur zal dus dit jaar laag blijven en de uitgezaaide kor rels, hoe goed van kwaliteit ze ook zjjn mogen, zullen plantjes voortbrengen, die in hun prilste jeugd gebrek aan direct opneembare stikstof zullen krijgen. Een kwijnend bestaan is hiervan het gevolg. Dat mag niet. Onze wintergewassen gaan een kwaden tijd tegemoet en moeten flink toegerust worden. Naast voldoende hoe veelheden kali en phosphorzuur is aanwe zigheid van direct opneembare stikstof dringend noodzakelijk. En om zeker te zijn, dat deze aanwezig is, is een matige gift Chilisalpeter straks bij het zaaien of het opkomen een zaak van niet geringe beteekenis In de meeste gevallen zal een hoeveelheid van 100 kgr. per hectare vol doende zijn. 25 September 1903. Gedraai. Aan het draaien van sommige liberale organen in de stakingsquaestie schijnt geen eind te komen. De rede van mr. Goeman Borgesins, met name zjjn verklaring dat ook de Regeering schuld had aan de beroering, schijnt nu weer het sein te wezen om, op socialisten manier, een deel van de schuld der tweede staking op het Ministerie te schuiven. Zoo schrijft het Vaderland; De staking was misdadighet is door ons niet ontkend. Maar enkel daarmee is zij on voldoende gekarakteriseerd. Het was en is een partijquaestie van ten naastebij links tegenover rechts - of de «misdaad" begrij pelijk en ten deele te verontschuldigen was of niet aan de opwinding, te midden waarvan zij bedreven werd, de Regeering mede schul dig stond. Ditzelfde blad schreef 6 April nota bene het volgende Deze staking is een daad van hen, die haar begaan, zóó onbezonnen, van hen die haar verklaard, dat de Eerw. classis daarin genoe gen heeft genomen. Getuigende dus de Eerw. Classis op dien grond, dat Ds Scharp zig aan geene de min ste afwijkingen van de zuivere leere heeft schuldig gemaakt, maar door haar gehouden wordt voor een Rechtzinnig Leeraar der Her vormde Kerke, tegen wien in die betrekking niets met eenigen grond kan worden ingebragt." Eu hiermede was de geruchtmakende zaak uit het land van Axel van de baan. Ds. Scharp kon tevreden zijn over den afloop. De broeders hadden inderdaad een oor deel der barmhartigheid uitgesproken over den dominé van Axel, die een les ontvan gen had voor zijn geheele leven. De geheele Kerkeraad feliciteerde hem. Vrij en fier kon hij na de uitspraak der classis het hoofd opheffen tegenover zijne gemeente, welke hem niet minder achting en liefde toedroeg dan te voren. Doch het verblijf te Axel zou niet lang meer duren. Niet ten onrechte had de classis van onzen ds. Scharp getuigd, dat zijne meer dan gewone kundigheden en talenten hem in meer dan één opzicht van Neerlands proclameerden, zóó misdadig, dat van steun, moreel of stoffelijk, aan de stakers geen sprake mag zijn. De gebeurtenissen van einde Januari waren van den kant der aanleggers een niet minder te laken bedrijf, maar voor de toen meegesleep te menigte golden verzachtende omstandig heden. Thans is de toestand een geheel andere In April schreef het Vad.. dat voor de tweede staking niet eens verzachtende om standighedengolden. Thans schrijft het zelfde blad, dat die staking zelfs „ten deele te verontschuldigenwas, wat zeker nog heel wat sterker uitdrukking is. En bjj zulke wendingen van een groot liberaal orgaan zou men niet het recht hebben, te wijzen op de onwrikbaarheid der Regeering, en de meening uit te spreken, dat onder een liberaal Kabinet er vermoe delijk niets van terecht gekomen zou zjjn Nederlander. In Atjeh doet zich het gewone verschijn sel voor. Het verzet is gebroken, het middelpunt van het verzet heeft het hoofd in den schoot gelegd, en nu volgen de minderen. Panglima Polem, die het langst volhield schijnt niet alleen een dapper soldaat, maar ook een idealist, die bezield was met goede hoop en wist te bezielen. Hij schijnt het middelpunt geweest te zijn waaromheen het verzet zich concen treerde. Hij onderwierp zich en zijne familieleden en de naaste volgelingen gaan successievelijk ook hun verzet opgeven. Vermoedelijk zal dus weldra het einde, niet meer het begin van het einde gekomen zijn van dezen dertigjarigen oor log. Het eilandenrijk dat we onze Oost- Indische bezittingen noemen, woidt alzoo door omstandigheden buiten onzen wil al weder zooveel grooter. Onder de sociale wetten door dit Kabinet is er een dat onze lezers zeker bijzonder interesseert. Het is die tot pensioneering van onder wijzers der bijzondere scholen, op den zelfden voet als die bij het openbaar on derwijs. Wie is er in onze kringen die in meer dere of mindere mate niet meeleeft met de Christelijke School,] en wie heeft het meer dan wjj betreurd dat de middelen ont braken om onze onderwijzers of hunne nagelaten betrekkingen blijvend te ver zorgen De pensioenwet thans ingediend is een belangrijke stap nader tot gelijkmaking van het bijzonder en openbaar onderwijs. Een belangrijke schrede nader tot rechts gelijkheid en een eerezuil voor het Chiiste- lijk Ministerie. Kerke nuttig konden doen zijn. Er kwamen beroepen en geruchten van beroepen. En 15 maanden later was hjj tot groot leedwezen der gemeente en velen buiten haar, reeds op eene andere plaats werk zaam. Doch nimmer heeft Ds. Jan Scharp, alas Welgeslepen, zijne lieve gemeente in het kleine afgelegene grensstedeke geheel kunnen vergeten. Evenmin zijn vriend en broeder Walraven van Zaamslag, die tot loon van zijne getrouwheid aan de Gerefor meerde leer, bjj gelegenheid van zijne soliicitatie naar een postje van sluismeester te Axel in eene correspondentie van Scharp met eene Haagsche juffer nog in 1790 dus een jaar na de verzoening een „onwaardig subject" werd genoemd. Zeven jaar later werd het „onwaardig subject" Agent-Municipaal oftewel Burge meester van zijne woonplaats, de Commune van Zaamslag. EINDE. 'F Te Noordwijk-binnen, van waar hij na een verblijf van slechts een negental maanden, naar Rotterdam vertrok,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 1