NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 150. 1903.
Dinsdag 22 September.
17e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Buitenlandseh Overzicht.
•urg.
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
STORM.
Een nieuwe slag op een oud
aanbeeld.
L K Q E A A F.
Antwerpen
s'morg.7,u
I. ROTTERDAM.
103.
van van
iliddelb. Rott.
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
8,45
9,-
9,-
9-
9,
9,
9»
8,55
8,13
8,25
8,40
9,1
9,10
9,23
9,27
9,45
B.—ROOSEND.
2,3 4,2 7,5
2,12 4,12
2,20 4,20
2,32 4,32
2,44 4,46
3,5 5,7
13,14 5,15
3,37 5,28
3,30 5,31
5,55
6 6,18 10,6
4 6,37 10,19
0 7,5 10,40
4,15 8,15 11,10
4,39 8,43 11,35
4,58 9,3 11,48
5,20 9,3512,5
6,— 9,4012,17
6,2 9,4212,19
6,15 9,55 12,30
6,2410,4 12,37
6,5110,27 12,58
7,2 10,38 1,10
7,14 10,50
7,22 10,57
7,32 11,6
1,20 7,30
2,25 8,35
2,25 6,17
4,— 7,20
1,22
1,29
1,38
„SCHELDE"
er. 26 8,30 12,—
id. 27 8,30 12,—
in.28 8,30 12,—
s. 29 8,30 12,—
en 30 8,30 12,—
er een datum is
et tweede getal
G—ZIERIKZEE.
Van Zierikzee.
1. 20 7,30
n. 21 7,— 3,—
id. 22 7,30 3.—
n. 23 7,30 3,—
a. 24 6,30 3,—
1. 25 7,30 3,—
r. 26 7,30 3,—
1. 27 7,30 3,-
n. 28 7,30 3,—
id. 29 7,30 3,—
m. 30 7,30 3,—
oer van Zierikzee
g naar Zierikzee
diddelburg 11,30.
Hoofdkantoor te
geoefend door de
en Zeelandia,
ische Spoortyd.
I) nm. 3,23c).
nm. 3,50.
nm. 1,55.
b) 3,23c).
het vertrek van
ns, Borsselen en
naar Breskens,
aar Borsselen en
akt
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 October
op ons l»lad abonneeren ont
vangen de nog verscliljnendo
nummers gratis.
Wij verklaren ons bereid gelden aan ons
bureau ingekomen voor de nagelaten be
trekkingen der slachtoffers van den jongsten
storm,aan het aangegeven adres te verzenden.
Waar geen bestemming bij vermeld is, gaat
naar het Comité te Arnemuidenen het
overige gaat daarheen waar de gevers het
voor bestemd hebben, hetzij Tholen, hetzij
Arnemuiden.
Reeds herhaaldelijk, vooral in de verga
dering van den Geneeskundigen Raad werd
gewezen op de wenschelijkheid van een
gesticht voor krankzinnigen in Zeeland.
De kantonrechter van Middelburg Jhr.
mr. Van der Mieden van Opmeer stelt
deze zaak opnieuw aan de orde door een
ingezonden stuk in de Midi, Courant van
den volgenden inhoud
Terwijl men verneemt hoe telkens in
andere provinciën van ons Rijk gestchten
voor krankzinnigen en idioten worden op
gericht, blijft Zeeland hierop steeds eene
uitzondering maken en gaat men hier ge
regeld voort zijne krankzinnigen ter ver
pleging naar andere provinciën te zenden.
Toch is het aantal gevallen van krank
zinnigheid in onze provincie vry groot.
Reeds heel wat machtigingen tot voorloo-
pige plaatsing van zoodanige lijders uit
Walcheren zijn door my, ondergeteekende,
als kantonrechter te Middelburg verleend,
terwijl ik niet twijfel dat zulks ook kan
worden waargenomen in de andere Zeeuw-
sche kantons.
Nu meen ik de aandacht te mogen ves
tigen op het feit dat, vooral in de laatste
jaren, de bij mij ingediende verzoekschriften
om machtiging tot plaatsing steeds voor
zichtiger werden gesteld. Men bepaalt zich
daarbij niet meer tot de aanwijzing van het
gesticht waarin de opneming het liefst wordt
gewild, doch men wijst een viertal gestichten
aan, opdat, wanneer, zooals dikwijls ge
schiedt, in het eene geen plaats is, subsidiair
de opneming in een ander mogelijk wordt
gemaakt.
De steeds toenemende bevolking, ja over
bevolking der gestichten voor krankzinnigen
maakt dien maatregel raadzaam, opdat de
opzending niet telkens worde vertraagd
door het antwoord der directiën dat voor
den lijder uit Zeeland geen plaats is.
Zoo deed het zich dezer dagen voor dat,
nadat van mij machtiging tot opneming
voor vier alternatief aangewezen gestichten
was verleend, bij allen tevergeefs tot plaat
sing was aangeklopt, zoodat het noodig was
een hernieuwd verzoekschrift in te dienen,
tengevolge waarvan een oponthoud ontstond,
hoogst nadeelig voor den krankzinnigen
lijder, wiens opzending was een zeer spoed-
eischend geval.
Dat lijders, die een andere provincie be
wonen als die waarin een zoodanig gesticht
gevestigd is, voor plaatsing een zekeren
voorrang genieten boven die eener provincie,
welke voor een eigen gesticht niets over
heeft, ligt voor de hand, en meer dan tijd
schijnt het dat Zeeland niet langer van den
"wil van elders afhankelijk zij.
Doch andere gewichtige redenen zijn er
die eene vestiging meer in onze nabijheid
wensehelijk maken. Men heeft slechts te
wijzen op het transporteeren van krank
zinnigen naar ver afgelegen provinciën,
hetgeen voor den lijder dikwijls nadeelig
kan zijn, vooral wanneer dit met dwang
middelen moet geschieden. Voorts komt
het smartelijk voor dat de ongelukkige zoo
ver uit zijne vroegere omgeving moet worden
weggezonden. Aan den lijder wiens ver
stand niet geheel beneveld is, of by wien
heldere tusschenpoozen by periodieke ver
standsverbijstering worden aangetroffen,
verschaft het in zijn lot, waarin hij reeds
van zijne vrijheid wordt beroofd en van zijn
gezin en van alles wat hem goed en lief
is wordt gescheiden, een troost zijne nabe
staanden van tijd tot tijd eens terug te zien,
en toch voor die nabestaanden leveren de
kosten eener reis tot het bezoeken van ver
buiten Zeeland gelegen gestichten dikwijls
financieel een onoverkomelijk bezwaar.
Worden dergelijke omstandigheden, welke
met andere kunnen worden aangevuld, in
verband gebracht met de in den aanvang
van dit stuk vermelde ervaringen, door mij
als kantonrechter opgedaan, dan rijst de
vraag, of de eer onzer provincie langer
gedoogt dat nog meer worde gewacht om
aan eene lang gevoelde behoefte te voldoen
door de oprichting van een gesticht voor
krankzinnigen en idioten binnen hare gren
zen, waarvan het tot stand komen door de
in die provincie practiseerende genees
kundige faculteit vermoedelijk niet zonder
ingenomenheid zal worden begroet.
In een ingezonden stuk in dezelfde Cou
rant bevestigde dr. Geill van Nisse, deze
mededeelingen, door zijne droeve ervaringen
op dit gebied, meldende dat aan 15 ge
stichten, nog zeer onlangs door hem drin
gend, maar tevergeefs plaats werd ge
vraagd. Eu eindelijk opslaande het 181e
verslag het jongst verschenen van
het staatstoezicht op krankzinnigen en
krankzinnigen-verpleging, vinden we dat
uit Zeeland in 18971898 en 1899 in de
verschillende gestichten werden verpleegd
322 mannen en 258 vrouwen, alzoo 580
in 't geheel.
Bijna 200 lijders per jaar uit de pro
vincie Zeeland. Zou éen gesticht in de
provincie overbodig zijn
Is het bearbeiden van de openbare mee
ning in dien geest niet gewettigd en ge-
wenscht? We gelooven zeer zeker.
Een belangrijk financ'ëel offer zou ten
behoeve van zoovele lijders aan een der
treurigste ziekten mogen gevraagd worden,
maar er deen zich moeilijkheden voor.
Een dier moeilijkheden is, misschien de
minste, de plaats van vestiging. Zeeland
is arm aan geschikt terrein tot het vestigen
van zoodanige stichting. De minste eisch
die men stellen mag is wel dezedat de
stichting in boschrijke streek, gelegen in
de nabijheid van spoor of tram geves
tigd zij.
En waar zoekt men in Zeeland een
boschstreek verbonden met het algemeen
verkeer
Maar een andero, veel grooter moeilyk-
heid doet zich voor.
Indien de provincie een stichting opende
zou het een neutrale moeten zijn, en dat
zou de meerderheii der Zeeuwen niet zeer
vertrouwbaar schijnen.
Neutraliteit heeft haar tijd gehad. De
vereeniging voor Christelijke verzorging
van Krankzinnigen in Nederland deelt in
haar laatste jaarverslag mede, dat met de
stichting te Zuidlaren, thans voltooid, haar
arbeid is afgerond, en zij thans alleen
wenscht voorttegaan met ontwikkeling van
de gezins-verplegiDg.
Voor onze behoeften is er alzoo van die
zijde niets te hopen.
Als we goed zien blijft alleen de vraag:
bevat Zeeland niet de fiaanciëele en ad
ministratieve kracht om, op het voetspoor
van de Vereeniging voor Christelijke ver
zorging van Krankzinnigen in Nederland,
eeu gesticht, gtëvenredigd aan onze be
hoeften te ontwerpen
Of voelt zich niemand geroepen en in
staat om de verspreide krachten te verza
melen en voor dit doel te benutten?
Kon deze nieuwe slag op een oud
aanbeeld nog geen doel treffen?
21 September 1903.
Provinciale Stoombootdienst op de Wes
terscheids Vlissin gen. Staat van vertraging in
den treinenloop te Vlissingen van Vrijda»
11 Sept. tot en met Donderdag 17 Sept. 1903.
Sept. 11 in plaats van 3,16 te 3,32
12 11,44 11,53 O
12
14
15
16
3,16
11,44
11,44
11,44
3,30
12,02 0)
11,56,-')
11,570
Deze had wel aansluiting niet Breskens,
doch niet met Neuzen. 0) Deze had met beide
aansluiting. (3) Deze had met geen van beide
aansluiting.
Voor de openbare school is het een veeg
teeken dat zoovele harer onderwijzers in
dienst der S. D. A. P. zijn en tegen het
wettig Gezag ageeren, of sympathie be
tuigen met de oproerlingen.
Maar het is toch ook weer een goed
teeken dat nog enkele openbare onder
wijzers tegen dit stout bedrijf protesteeren.
Het hoofdbestuur van den Bond van
Nederlandsch Onderwijs plaatste in de Bode,
orgaan van dien Bond, een oproep om van
wege den Bond do te Hilversum ontslagen
sociaal-dem. onderwijzers, Kroes en Sluyter,
steun te verleenen uit do weerstandskas
met f775 en f700, met verhooging in
overeenstemming met de verordening die
hunne jaarwedde regelde bij langoren
diensttijd.
Tegen dit voorstel hebben zich o. a. ver
zet de heeren v. d. Vijver, S.bbeles en
Brokkelkamp.
De heer S. wijst op de verhouding waarin
de onderwijzer-ambtenaar slaat tegenover
de kinderen en waarschuwt dan
«Laat het nooit gezegd kunnen worden dat
het de openbare onderwijzer geweest is, die
de openbare school onmogelijk gemaakt heeft.
Er is reden tot zoo'n uitspraak. De openbare
onderwijzer trad vroeger graag op ais kamp
vechter voor 't liberalisme, en deze liberale
kemphaan maakte de propaganda voor de
school met den Bijbel gemakkelijk, Thans
ziet men hem optreden als voorvechter der
sociaal-democratie, die over de bestaande orde
spreekt als ware zij een instelling des duivels.
Dit felle optreden maakt onzen stand, onze
school gehaat, want het volk (wat gij ook
bazelt) het volk, het gansche volk moet op
ons allen kunnen vertrouwen, niet om de be
staande orde te helpen bestendigen, maar om
zijn kinderen te helpen opvoeden. Waar haat
is, is het vertrouwen weg. Zooals de liberaal
den onderwijzer als liberaal woordvoerder of
stemmenwerver toejuichte, zoo zal de sociaiist
den onderwijzer-geestverwant toejuichen. Maar
noch socialisten, noch liberalen alleen behooren
ons te kunnen vertrouwen als «vriend" bij de
opvoeding kunner kinderen, maar allen."
De waarschuwingen hebben echter niet ge
holpen. Want het referendum heeft met
3447 van de 3892 stemmen beslist dat uit
de weerstandskas de voorgestelde steun aan
deze twee zal worden verleend.
Ook hier mag gevraagd«Waar gaat
men heen
Uit zooveel wat op onderwijsgebied tot
stand komt en gebeurt ook in onze on
middellijke omgeving blijkt voldingend,
dat de vrije school, het vrije Christelijke
onderwijs, de school en het onderwijs zijn
der toekomst.
Dat hebben trouwens onzo grootouders
reeds begrepen of beter gezegd, als bij
intuïtie gevoeld. Van daar de moed, de
veerkracht en bezieling, die hen staalde
en prikkelde tot bijzondere actie en werk
zaamheid ook op dit terrein.
En we mogen het met dank aan God
vermelden, dat de oude veerkracht nog niet
is verdweneD.
De onderhouding van al onze christelijke
scholen in den lande is er bewijs van.
En nu en dan wordt een kostelijke, ver-
meldingswaardige proeve gegeven, zooals nu
weer in een dorp in Friesland, waar een
drietal particulieren ieder duizend gulden
schonken voor den bouw eener christelijke
school, dat de voorstanders van dat onder
wijs hunne woorden nog steeds omzetten
in daden.
Blijve onze schoone provincie niet achter,
om het aantal scholen met den Bijbel te
vermeerderen, kon het zijn te verdubbelen.
Onder de jaarvergaderingen die in eigen
kring, deze Septembermaand gehouden wer
den, nemen uit den aard der zaak, en door
de geschiedenis die achter ons ligt, die van
de werkmansbonden of vereenigingen de
eerste plaats in.
De Chr. W. B. is nog in de eerste jeugd.
Haar groei ging voorspoedig en ongestoord
de zorgen des levens drukken haar nog niet.
Met Patrimonium is het anders. Patrimoni
um stond in zijn laatste jaarvergadering voor
moeielijke vraagstukken, gelijk die zich zoo
veelvuldig in het sociale leven voordoen.
Vooreerst moet niet is het wensehelijk,
maar is het verplicht moet oen arbeider
georganiseerd zijn
Moet een arbeider lid van zijne vakor
ganisatie zijn
In de tweede plaats stond Patrimoniums
jaarvergadering voor de lastige vraag
hoe moet de verhouding van den werkman
tot den patroon zijn Een vraag, ook van
exegese, die al een heele geschiedenis ach
ter zich heeft.
En eindelijk, in de derde plaats de vraag
hoe behoort de vakorganisatie naar chris
telijke beginselen te zijn
Drie vragen alzoo, voorzeker niet gemak
kelijk te verantwoorden, vragen die het
sociale leven voor een goed deel beheer-
schen. Vragen welker beantwoording veel
studie, en veel scherpzinnigheid, veel ruimte
van blik en veel onderscheidingsvermogen
eischt.
Vragen die ons by eenig nadenken een
kijkje gunnen op het terrein vol hinder
nissen dat men de sociale kwestie heet, en
die we daarom alleen onzen lezers ditmaal
onder de oogen brengen.
Met belangstelling zien wij de eandidaat-
stelling in het kiesdistrict Hulst te gemoet.
Van R. K. zijde zijn eenige eandidaten
voorgesteld terwijl van antirevolutionaire
zijde aan 't stellen van een eigen candidaat
gedacht wordt.
Mits het voor elk der partijen bjj 'eén
candidaat blijft, is- tegen dat stellen van
een eigen candidaat geen bezwaar.
Bovendien is 't door het beginsel geboden.
Bij de herstemming kan dan alles terecht
komen.
Waakzaamheid en wijs beleid zij den
vrienden daar toegebeden.
Op den grooten Dresdenschen socialis-
tischen partijdag hebben heftige disputen
plaats gehad, naar aanleiding van 't op
treden van sommige partijgenooten als
„broodschryvers" van de liberale pers.
Onder de beschuldigden was ook de be
kende Paul Göhre, vroeger, Luthersch
predikant die drie maanden fabrieks-arbeider
werd, teneinde de toestanden in de Duit-
sche fabrieken te leeren kennen.
De eigenlijke quaestie is echter het
voorstel tot herziening van het partijpro
gram, teneinde opereeren in de regeerings-
kringen mogelijk te maken. De jongere,
meest Zuid Duitsche, socialisten zijn daar
zeer voor. De oudere, meest Noord Duitsche,
fel tegen.
Bebel, de machtige leider der party,
gooit al de fiolen van zijn toorn uit over
deze „verraders" en-over den „kapitalist"
Vollmarr, den leider der Beijersche sociaal
democraten, en zijn mededinger naar de
volksgunst. Hij schold hem een Millerand,
den Franschen socialist die minister werd.
Ook Bernstein kreeg op zijn schaleD,
dewijl hij daag3 na de overwinning der
sociaal democraten de quaestie van het
vice-presidentschap van den Rijksdag en
de daaraan verbonden noodzakelijke bezoe
ken bij den Keizer had ter sprake gebracht.
Drie soorten van „verraders" werden door
hem gehekeld: de broodschryvers, de ka
pitalisten en de hovelingen, en met een
geduchte meerderheid stelde de vergadering
hem daarbij in 't gelijk.
Maar het was er een helsch lawaai. Het
was al schelden en tieren, wat men som
wijlen hoorde. Schoone profetie van het
geen de schoone socialistische toekomst
staat zal te zien en te hooren geven. Ten
slotte werd op al dit fraais de kroon gezet
do$r de aanneming eener motie, waarin de
energische aanwending der obstructie in
den Rijksdag werd geprezen.
Die obstructie beteekent dan de poging
der sociaal democraten om de wetgevings
machine te doen stilstaanen te verhin
deren dat hetgeen de meerderheid in 's
lands belang acht, tot stand komt.
Groote ellende is 't gevolg van de eenige
maanden geleden openbaar geworden ka
toentrust. Niet alleen dat de katoenprij zen
ontzettend oploopen, maar ook de katoen
industrie ligt op sommige fabrieken stil.
Reeds vernam men uit Engeland dat er
groote ellende heerscht onder de katoen
spinners, met name die te Bury. En dit
alles is een gevolg van het gebrek aan
grondstoffen, teweeggebracht door de katoen-
„corner" van Brown te New-Orleans en een
paar van zijn mede-speculanten. Er zijn
te Bury gezinnen die op gekookte aardap
pelschillen teren, terwijl Browne.s. eiken
dag hun duizenden opstrijken.
Niet minder ergerlijk is dit bedryf der
kapitalisten. Hartelooze, goddelooze tak-
tiek van geldkoningen die den arbeider
tot het uiterste drijfc, en hem een wissen
prooi maakt van allerlei volksleiders.
Gansch het politieke Engeland spreekt
over Chamberlains aftreden. Wat er de
naaste gevolgen van zullen zijn, ligt in het
duister. Maar wij zijn geneigd ons aan te
sluiten bij hen die gelooven dat Chamber
lains aftreding slechts een kortstondig terug
treden is. Een stap achteruit om straks
een des te grooter en zekerder sprong te
doen (Reculer pour mieux sauter).
Want hoe men ook over Chamberlains
plannen denke, Chamberlains ideaal is ook
dat van het Engelsche volk gemeenschap
pelijke belangen van 't groote Britsche
wereldgebied, ook administratief en fiscaal
onder óan schepter. Dat hij thans op al
gemeen verzet stuit, ligt aan zijn voorge
stelde invoerrechten op granen, waarvan
de staatkunde der tegenpartij zich heeft
meester gemaakt, om onder de leus „duur
brood" de natie er van te vervreemden.
En nu zullen Balfour in, en Chamberlain
buiten het kabinet voor hunne protectie-
plannen werken. Zij zullen, gelijk een
Duitsch blad misschien niet ten onrechte
schrijft, gescheiden optrekken, doch ver-
eenigd slagleverenen dan zal Chamber
lain het winnen. Een staatsman als hij
treedt om een dergelijk wissewasje niet
voor goed van het staatstooneel. In ieder
geval ligt de groote conservatieve Tory-
partij op dit oogenblik in drie groepen
hopeloos uiteen. Zal de regeering de Kamers
ontbinden? Het ware misschien het best,
teneinde 't optreden van het liberale kabinet
en daardoor haar eigen terugkeer te be
spoedigen.
Want een liberaal kabinet dat steunen
moet op de radicale groep van Labouchè re
op de conservatieve unionisten van Arthur
Chamberlain (broeder van den oud-minister)
en op de oude Gladstonianen met de grillige
Ieren, kan evenmin groote levensvatbaar
heid hebben.
Over den toestand in het Balkan-schier
eiland wordt op 't oogenblik niet door de
belanghebbenden Turkije en Bulgarye!
maar door hunne voogden Oostenrijk
en Rusland 1 beslist. Te Weesen hadden
de beide keizers van Oostenrijk en Duitsch-
land een bijeenkomst, waai in zjj allerlei
onbeduidendheden zeiden. Doch hunne
ministers waren er ook Von Bülow en
Golochowsky en die hebben in ander
halt uur tijds heel wat belangrijks verhan
deld. De kans dat het Russisch-Oosten-
rjjksche hervormingsplan in Macedonië
doorgaat, is door deze conferentie verbeterd.
Do Duitsche, Engelsche en Italiaansche
attache's zijn reeds naar Sefla vertrokken,
met 't oog op den Bulgaarsch—Turkschen
oorlog die in aantocht schijnt. Fransche
oorlogsschepen kruisen bij den Levant met
'toog op de toestanden in Macedonië. De