NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 148 1903
Donderdag 17 September
17e Jaargang'
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
De Troonrede.
Chilisalpeter in het najaar.
"STATEN-GENËRAAL
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p, p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Z|j, die zich met 1 Octolier
op ons blad abonneerer» ont
vangen de nog versehijnenda
nummers g x- a t i s.
Door geheel Nederland heeft de telegraaf
den inhoud van de Troonrede, het konink
lijke woord, dat met innig welgevallen op
het Binnenhof is aangehoord, gisteren onder
het volk gebracht.
Ook wij achten ons gelukkig deze rede
in onze kolommen te mogen afdrukken, en
enkele indrukken weêr te geven, welke
deze koninklijke boodschap, waarmede bet
nieuwe zittingsjaar van ons parlement is
geopend, op ons heeft gemaakt.
Het anarchistisch avontuur, door H.M.
terecht, naar waarheid, wars van revolu
tionaire verzachting of vleierij, een misdadige
woeling genoemd, heeft den wettenmaken-
den arbeid zeer belemmerddoch daar is
de regeering alweer over heen.
De vorm is als naar gewoonte. Zulke
stukken munten gewoonlijk niet uit door
beknoptheid en zijn van eigenaardigen zins
bouw. We zjjn daaraan zachtjes aan ge
woon geraakt.
De inhoud is rijk.
De Troonrede bevat weer veel dat den
indruk vestigt van gestadigen degelijken
arbeid aan de ministriüele bureaux. Zij
spreekt van een gunstig verleden gun
stig ton opzichte van onze betrekkingen
met het buitenland, zee- en landmacht, de
bronnen van welvaart en dit alles
ondanks de nadeelige gevolgen van de
»misdadige woeling" treuriger gedach
tenis tegen het openbaar gezag.
Hulde wordt daarbij gebracht aan en
waarlijk niet onverdiend aan het leger
en de burgerlijke ambtenaren voor de des
tijds betoonde veerkracht en toewijding.
En nu het menu, dat de Regeering voor
legt. Behalve reeds vroeger aangekondigde
ontwerpen o. a. inperking vaccine-dwang,
meerdere ontwikkeling van het vakonder-
wjjs, regeling pensiuneering bijzondere
onderwijzers, afschaffing Staatsloterij, worden
tal van ontwerpen in dit zittingsjaar in
uitzicht gegeven.
Een ruim, haast onafzienbaar veld.
Het getuigt van den wil der regeering
en prikkelt tot ontplooiing van arbeidskracht.
In 't voorbijgaan vestigen wij hier de
aandacht op het verband tusschen de beide
voorafgaande Troonreden en deze.
De eerste Troonrede bevatte een program
voor de eerste .vierjarige periode- Daarom
gaf de tweede Troonrede slechts aan wat
in dit jaar kon worden ingedienden ont
brak er op wat naar te voorzien was dit
jaar nog niet in slaat van wijzen kon zijn.
In de derde Troonrede komt dit alles
echter weer voor; met name Zondagswet,
administratieve rechtspraakverzekering
tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom
herziening van het tarief van invoerrechten
uitbreiding ongevallenwet, lager onderwijs.
Alleen de ongelukken-verzekeiing voor
den landbouw wordt gemistIaat ons be
reids tevreden zijn met de toegezegde
hulpe voor de zeevi3scherij.
Het drama in Krammer en Zandkreek
Yrqdag afgespeeld, dringt er wel toe om
desnoods alle kracht op dit vraagstuk te
spitsen en gaarne zal de veldarbeider, ter
wille van den visscherman, een jaar langer
op inlossing van het koninklijk woord willen
wachten. Uitstel is geen afstel.
Aan de Koninklijke toezegging in de
tweede Troonrede is dit jaar eveneens
voldaan.
Men denke aan de wijziging der ge
meentewet; de herziening van hooger-en
middelbaar onderwijsde inperking van
de vaccinedwanghooger en middelbaar
vakonderwijsloterijwetafschaffing S'aats-
loterijlandbouwvertegenwoording; terwijl
van de arbeidswet een „voorontwerp" het
licht zag dat bjj de Kamers van Arbeid in
onderzoek is.
Alleen het ontwerp regeling arbeids
contract kwam nog niet in, wat wel een
gevolg zal zijn van de ophoudende gebeur
tenissen van 't vooijaar.
De zoogenaamde behartiging der belangen
van den arbeider is ook in dat opzicht
averechtsch gebleken, dat de arbeiders zei
ven er dupe van werden in de vertraagde
wetgeving op dit punt.
Deze derde Troonrede bevat nog meer
dat wij er met genoegen op begroeteD. Onder
meer de herziening der Armenwetde
quaestie onderzoek naar het vaderschap
(Art. 342 Burgerlijk Wetboek)een nieuwe
drankwet; en lest niet minsteen ont
werp in zake den rechtstoestand der in-
landsche Christenen.
Nog eens, er is veel werk voor den boeg.
Wanneer de Tweede Kamer, en met name
de uiterste linkerzijde nu maar niet met
allerlei quaestiën van interpellatie en motie
en wetsvoorstel, bekookt of onbekookt, den
eigen parlementairen arbeid in den weg
staat, en de afdoening der zaken belemmert.
Men zegge nu niet»van dit alles komt
toch niets".
Dit zeggon is minstens voorbarig.
Wordt slechts een vierde van het aan
gekondigde werkelijkheid, dan zal men dit
Kabinet niet kunnen verwijten, dat het den
nationalen tjjd heeft zoek gemaakt.
Stel, om iets te noemen men heeft
bij zoo'n rijk program, keur uit dat de
subsidie's bij het onderwijs worden ver
hoogd, de wijzigingen in de wet op het
H. Ónd. worden aangenomen, de Zondags
viering beter worde geregeld, een meer
ge wenschte rechtstoestand voor de inlandsche
christenen worde gemaakt, eene pensioenwet
tot stand kome, en de arbeidersbeweging
in goede banen worde geleid, dan zal dit
parlementaire jaar groote winste afwerpen
voor land en volk ongetwijfeld meer
dan het vorige en Nederland en Oranje
nauwer aan elkaar worden verknocht.
Dat deze Troonrede niet ieder der partijen
bevredigt, spreekt van zelf. Niemand die
dit verwacht.
Er zijn altijd lieden, die hun «stokpaardje"
moeten berijden, wil het goed zijn.
Daarenboven beoordeole men ook eene
Troonrede niet, naar hetgeen er niet in
voorkomt. Er zijn meer belangen, dan die,
waarvan wij in onze eenzijdigheid droomen.
En vergeten wij het niet - «Aan Godes
zegen is 't al gelegen, ook voor ons dier
baar land en volk.".
Vatten wij onze opmerkingen omtrent
dit Koninklijk woord in een paar woorden
saam, dan zeggen wijHet munt uit door
goeden stijlnuchteren eenvoudechten
waarheidszin het getuigt van rustige werk
zaamheid; Christelijke regeerkunst; en
vroed beleidhet is gericht op de kwee
king van echt Nederlandsche gedachten
bevordering der sociale belaDgenweer
standbieding van den revolutiegeest, ook
waar het het kind bij zijn naam noemt
den vinger op de wonde legten winste
doet met de lessen der historie.
LAiM>I{()U W.
Vele voorname landbouwgewassen, o. a.
de wintergranen worden in het najaar, dus
nog voor den winter, gezaaid. Het doel,
dat de landbouwer met deze vroege uit
zaaiing beoogt, is blijkbaar alleen dit, dat
de gewassen reeds zoo vroeg mogelijk
kunnen profiteeren van de voorjaarswarmte,
opdat de rijpheid van het gewas niet te
laat kome, zoo niet uitblijve. Onze zomers
zijn nu eenmaal niet lang en de landbouw
heeft daarmede rekening te houden.
R.Toch komt het mij voor, dat zeer vaak
de landbouwers het doel, dat men met een
najaarsuitzaaiing beoogt, uit het oog ver
liezen. Als het zaad maar in don grond
zit, is men tevreden. Het zaat kiemt van
zelf en de plantjes groeien ook van zelf,
zoo redeneert men. Maar, hoe komt het
dan, zoo mag ik vragen, dat het zoo vaak
gebeurt, dat men in het voorjaar moet
zeggen, dat de tarwe slecht staat, dat de
rogge den winter slecht heelt doorgemaakt
enz. Zou dit feit algemeen zijn en een
noodzakelijk gevolg onzer winters? Zoo
ja, dan werd het tijd, in overweging te
nemen, de teelt der zomergewassen meer
uit te breiden en tot ontwikkeling te bren-
geD. Maar de zaak is anders. Onze win
ters veroorloven zeer goed het uitzaaien
van verschillende landbouwgewassen in den
herfst, als de boer zijn gewas slechts met
de grootst mogelijke zorg en volgens de
best bevonden methodes behandelt. Daar
toe is nooodig, zooals reeds vaker is gezegd
dat men het krachtigste zaad kioze, dat
men niet te dik, zoo mogelijk op rijen,
zaaie en dat men ook in den herfst kunst
mest gebruike.
Laat ik ditmaal een enkel woord zeggen
over het gebruik van chilisalpeter in 't na
jaar. Ik begin met een waarschuwing, die
eigenlijk onnoodig is«gebruikt van deze
meststof niet te veel in den herfst," maar
ik voeg er bij edoch gebruikt ze". Het zaad,
dat in 't najaar ontkiemt, moet vóór den
winter nog een krachtige plant worden,
liefst met lange wortels. De tijd daarvoor
is kort, maar wat aan tijd ontbreekt, moet
aan snelheid gewonnen worden. En dat
kunt ge, door een weinig chilisalpeter di
rect na het zaaien, of zoodra de planten
uitkomen, over het land uit te strooien.
Het is algemeen bekend, dat het salpeter
krachtig en snel werkt. Welnu, vóór den
winter zult gij door het salpeter den krach-
tigen groei bevorderd hebben en deze krach
tige planten zullen den kouden winter
kunnen doorstaan. Het chilisalpeter lo3t
zich, zooals ook bekend is, op in het bo
demwater en komt de jonge worteltjes ge
deeltelijk ten goede, doch gaat met dit
bodemwater voor een ander deel naar be
neden. Doch, niet zóo snel, of de wortel
tjes bereiken dit nog, al groeiande. Het
wortelgestel wordt, juist door dit zoeken
naar -voedsel in diepere lagen, grooter en
sterkér. Daarvan is weder het vroeger en
breeder uitstoelen het gevolg.
Geeft dan de stalmest geen voldoende
stikstof? Zij zou die zeker kunnen geven,
a!s,.'er genoegzaam tijd voor was en de
temperatuur hoog genoeg om de salpeter-
vopming in den stalmest mogelijk te maken.
Maar dat is juist niet het geval. De stal
mest begint eerst later te werken. Op de
stikstof, die daarin aanwezig is, valt voor
de eerste groeiperiode niet te rekenen, tenzij
Èet najaar ongewoon warm is, op welke
.óngewone omstandigheid wij natuurlijk niet
'mogen bouwen.
De vereenigde vergadeiing der beide
Kamers had Dinsdag plaats in 't gebouw
der Tweede Kamer. Da president der
Eerste Kamer baron Schimmelpen-
ninck presideerde.
Hij benoemde in de commissie die H.M. de
Koningin zou ontvangen en uitgeleide doen,
5 leden der Eerste Kamer, de heeren
Regout, v. Velzen, De Jong, v. Lier en
Rengersen 10 leden der Tweede Kamer
de heeren Lohman, Pompe, Brummelkamp,
Arts, v. d. Kun, v. Nispen, De Boer, Dolk
en v. d. Vlugt. Van de Eerste Kamer was
eerstgenoemde Roomscb, de tweede antirev.,
de 3 anderen zijn liberalen. Van de Tweede
Kamer waren de eerste drie antirev., de
tweede drie Roomsch, de laatste drie li
beraal.
Al de ministers en tal van grootwaar-
digheidsbekleeders, in kleurige kleeder
drachten waren tegenwoordig.
H. M. en de Prins waren in de gouden
koets (voor het eerst) naar het gebouw
gereden. Bij hunne aankomst kweet zich
de commissie van haar taaken op het
bestemde uur schreed de Koningin met
haar Gemaal de zaal binnen. De Koningin
was zeer elegant gekleed in lichte zijde,
met hoed en voilette. Aan haar linkerhand
ging het lid der Eerste Kamer de heer
Regout, achter haar volgde de Prins met
den heer De Savornin Lohman. H.M.
nam plaats op den troon, en hield, terwijl
Z. K. H., gekleed als schout bij nacht,
naast haar gezeten is, de volgende
TROONREDE.
Mijne Heeren
Het is Mij aangenaam in Uw midden te
verschijnen, ten einde de nieuwe zitting
der Staten-Generaal te openen.
Onze betrekkingen met het buitenland
bleven zich kenmerken door het gewenschte,
zeer vriendelijke karakter.
De Zee- en Landmacht kweten zich
hier en in de gewesten over zee op lof
waardige wijze van hare roeping. Vooral
toon een misdadige woeling tegelijk het
openbaar gezag en de maatschappelijke le
vensbeweging bedreigde, bleek hoe vast
het Vaderland op zijn weerkracht reke
nen kan. Aan vloot en leger en niet minder
aan het korps burgerlijke ambtenaren be
tuig Ik voor de destijds betoonde veer
kracht en toewijding Mijnen dank.
De bronnen van onze welvaart vloeiden
in menig opzicht op niet onbevredigende
wijze. Wel hield de Nijverheid zich niet
dan m9t moeite op de bereikte hoogte
staande, maar de Landbouw ging ten deele
vooruit. De Handel was niet onbelangrijk
en het Scheepvaartverkeer kon zich her
stellen jan den achteruitgang in het vorige
jaar. Öp het gebied van den arbeid bleef
de stoornis in deD geregelden gang niet
zonder nadeelige gevolgen. Toch doet de
nuchterheid van geest, die zich in de
dagen van spanning bij het overgroote
deel onzer werklieden openbaarde, hope
koesteren voor een gezonden voortgang van
de arbeidersbeweging, tot wier welslagen
Ik door voortgezette sociale wetgeving
wensch mede te werken.
De pacificatie van het noordelijk gedeelte
van Sumatra vorderde dit jaar op hoogst
belangrijke wijze. Het verzet in het land
schap van Kor int ji werd gebroken de
tegenspoed, waarmede de inlandsche bevol
king op Java te worstelen had, bleef hoezeer
getemperd, toch voor een deel nog in die
mate aanhouden, dat herhaaldelijk steun
van R->geering3wege onmisbaar bleek. In
Suriname is meer dan tot dusver op opbeu
ring van handel en nijverheid de aandacht ge
vestigd. Iu de kolonie Curacao kon door
gouvernementshulp voorzien worden in de
schaarste van voedingsmiddelen, door lang
durige droogte veroorzaakt.
Behalve de reeds ten vorigen jare door
Mij aangekondigde wetsvoordrachten, waar
van de indiening door de gebeurtenissen
van bet voorjaar vertraagd werd, is het
Mijn voornemen in dit Zittingsjaar nog
andere ontwerpen van wet in gereedheid
te doen brengen.
Ik wensch Uwe medewerking in te
roepen om de uitkeering van Rijkswege,
zoo aan openbaar als aan bijzonder lager
nader te regelende viering van den
wekelijkschen rustdag beter tot haar
recht te doen komen den openbaren ver
koop van sterken drank aan meer
doeltreffende bepalingen te onderwerpen
het stelsel van verzekering uit te breiden
tot de ongevallen bij zeevisscherij en
tot gevallen van ziekte en de veront
reiniging van de openbare wateren tegen
te gaan. De regeling ter verzekering
tegen invaliditeit en ouderdom en her
ziening der armenwet zijn in voorbe
reiding. Wetsontwergen zullen U worden
aangeboden tot regeling der administratieve
rechtspraak, tot wijziging en aanvulling
van artikel 342 van het Burgerlijk Wet
boek. Voorstellen van wet zullen U wor
den voorgelegd tot herziening van het
tarief van invoerrechtentot regeling
van octrooiwezen en tot bevordering van
zoetwatervisseherjj.
Een wetsvoordracht zal worden ingediend
om de verhouding tusschen het burgerlijke
en militair gezag nader te bepalen. Voor
de nieuwe bewapening van de bereden
artillerie zal Ik U een voorstel doen toe
komen.
De ver van gunstige staat der Indische
geldmiddelen noopt tot zeer omzichtig be
leid ter afdoende verbetering zal hulp
van het moederland niet knnnen worden
gemist. Maatregelen zijn in overweging
strekkende om aan den inlandschen land
bouw op Java duurzaam meer bevredigende
uitkomst te verzekeren. De voorgenomen
decentralisatie van bestuur in Neder-
landsch-Indië zal naar Ik vertrouw aan
de behartiging van de plaatselijke en alge-
meene belangen ten goede komen.
Voorstellen zullen U worden aangeboden
tot wijziging van een tweetal artikelen
in het Regeeringsreglement voor Neder-
landsch-Indië, teneinde een verbeterde
rechtsbedeeling en het scheppen van
een meer gewensebten rechtstoestand voor
inlandsche christenen mogelijk te maken.
Voor deze veelomvattende taak reken Ik,
mijne heeren, op Uwe steeds gebleken
toewjjding aan do belangen van het volk,
dat gij vertegenwoordigt. Doe de almach
tige God Zijn zegen op Uwe werkzaam
heden rusten.
Ik verklaar de gewone zitting der Staten-
Generaal te zijn geopend.
Het uitspreken der Troonrede geschiedde
met de klare, duidelijke en vajte stem,
waarmee de Koningin gewoon is bij open
bare gelegenheden te spreken.
Na 't uitspreken der Troonrede, verlieten
H. M. en de Prins de zaal, terwijl een da
verend Leve de Koningin I Leve de Prins 1
weergalmde; de commissie ging hun voor
en keerde daarna terug, waarop de voorzitter
de vergadering sloot. De Kamers verga
derden hierop elk afzonderlijk. De
TWEEDE KAMER.
onder voorzitterschap van den heer Van
Alphen, als oudste lid in jaren.
De tijdelijke voorzitter heette de leden
welkom in het nieuwe zittingejaar. Hij
herdacht de leden die aan de Kamer in 't
afgeloopen zittingsjaar waren ontvallen, in
zonderheid dr. Schaepman. Hij sprak met
hooge waaideeriag van het voorrecht dat
H. M. in goeden welstand weer de zitting
der Staten Generaal mocht openen, en sprak
de hoop uit op den zegen Gods voor den
parlementaire arbeid.
De geloofsbrieven der heeren Verhey en
Beckers werden in handen gesteld van de
heeren Lohman, Drucker en Van Sasse.
Die van den heer Verhey werden goedge
keurd en tot zijn toelating werd besloten.
Die van den heer Beckers zullen nader
onderzocht worden in verband met een
schrijven van den minister van binnenland-
sche zaken, ten geleide van dat van den
minister van justitie, met de daarbij over
gelegde rapporten in zake de jongste ver
kiezing in het district Sittard.
Daarna werd de nominatie voor het voor
zitterschap opgemaakt, telkens bij eenige
stemming. Zij luidt: Mackay met 56 stem
men (19 blanco)Michiels 79 st. (19 blanco)
Roëll 78 st. (10 blanco).
De nominatie zal H. M- worden aange
boden door een commissie, bestaande uit
de stemopnemeis (Heemskerk, Den Tex,
v. Idsinga en Raaymakers) en de heeren
v. d. Velde, de Ram, v. Raalte, Passtoors
en v. d. Vlugt.
Daarna werden de afdeelingen opnieuw
samengesteld. Zij kozentot hare voor
zitters de heeren Lucasse, van Alphen,
Heemskerk, Lohman en Goekooptot hare
tweede-voorzitters de heeren de Stuers, van
Vlijmen, Cremer, Michiels en van Gijn
en tot leden der commissie van redactie
voor het adres van antwoord op de Troon
rede de heeren de Ridder, de Visser, van
de Velde, Lohman en van S;yrum.
Tegelijkertijd vergaderde ook de
EERSTE KAMER.
Na een door bravo's gevolgd openings
woord van den voorzitterbaron Schimmel-
penninck, werden benoemd tot leden der
commissie voor de verzoekschriften de
heeren Rahusen, Dijckmeester, Hovy, Bosch
van Drakenstein en Sickengatot leden der
gemengde commissie voor de stenografie de
heeren Vening Meinesz, Vlielander Hein
en Rahusen.
—o—