NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 111. 1903,
Dinsdag 23 Juni.
17e Jaargang,
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Zij, die zich met 1 Juli a. s. op
ons blad abonneeren, ontvangen liet
tot dien datum gratis
BEKENDMAKING.
Gemengde Berichten.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—6 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De vergadering van aandeelhouders
van ons blad besloot dat voortaan
geen advertentiën van rechtstreek-
sche GELD-LOTERIJEN meer mogen
worden opgenomen.
DE ADMINISTRATIE.
22 Juni 1903.
De Telegraaf bevat het portret van
jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, met
een bijschrift, dat wy hieronder volgen
laten.
»Jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman is
ongetwijfeld een der merkwaardigste man
nen in onzen tijd.
In 1879 in het kiesdistrict Goes tot lid
der Tweede Kamer gekozen, heeft hij, met
een geringe tusschenpoos gedurende en na
zijn ministerschap, al die jaren het Neder-
landsche volk vertegenwoordigd op een
wijze, die bij vriend en vijand in toene
mende mate bewondering wekte.
"Voogeiusu teel eeu Uilgeorelue nennis,
met groote werkkracht en met nooit falen-
den ijver, heeft hij bovendien in hooge
mate dat gevoel voor recht en algemeen be
lang, dat zich boven het klein gedoe van
de partijpolitiek in den ongunstigen zin
van het woord weet te verheffen en dat
hem in veler oogen gemaakt heeft tot het
type van den idealen volksvertegenwoor
diger.
Onder de vele voortreffelijke eigenschap
pen van den heer Lohman is het vooral
de qualiteit van opvallende onpartijdigheid,
die hem die buitengewoon invloedrijke
positie in de Kamer verschaft heeft, welke
aan allen bekend is.
In deze dagen brengt men dien invloed
nu en dan in verhand met de politieke
constellatie waaronder wij leven en die
aan de party van den heer Lohman een
belangrijke plaats verschaft. Doch al
moge dit feit niet geheel en al zonder be-
teekenis zijn ieder, die de politieke
geschiedenis van ons land in de laatste
jaren gevolgd heeft, weet dat ook onder
het Kabinet-Pierson en niet minder onder
dat waarin de heer Roëll Premier was,
het woord van den heer Lohman in de
Tweede Kamer vaak van beslissenden in
vloed was. De Kamer weet en gevoelt, hier
te doen te hebben met een man, niet
alleen van groote scherpzinnigheid en hel
der doorzicht, maar ook van heerlijke pu
bliekrechtelijke integriteit (uit één stuk),
een man die de deelen kan voorbijzien
voor het geheel, en voor wien staatsmans
kunst nog iets anders is dan partyzucht.
Dit wekt vertrouwen.
Er zyn jaren geweest, waarin de heer
Lohman meer als partijman bekend stond
dan thans. Het was in het eerste decennium
(tiental jaren) van zijn parlementair optre
den, toen hij de aanvoerder der rechterzijde
was in den bekenden »schoolstryd«.
Toch is, wanneer men achteraf de geschie
denis beschouwt, de plaats, destijds door
den heer Lohman ingenomen, geheel in
overeenstemming met zijn latere politieke
onbevangenheid.
Er geschiedde in die jaren een groot
onrecht tegenover het hij zonder •onderwijs.
Dat onrecht werd door de leden der
rechterzijde, ook door den heer Lohman,
diep gevoelddag aan dag gevoeldte
meer gevoeld, naarmate de tegenpartij het
met scherpzinnige sofismen poogde weg te
redeneeren. Toen was de heer Lohman
partijman. Maar het was, omdat hij man
was van het recht! Hartstochtelijk, als zijn
temperament is, wierp hij zich in de voorste
gelederen. Logisch en scherp-snijdend als
zyn woord is, droeg hij er meer dan iemand
anders toe bij, om de publieke opinie van
het goed recht der bijzondere school te
overtuigen.
De vrucht van dien stryd was de schoolwet-
Mackay, aan welker totstandkoming de heer
Lohman, als voorzitter der commissie van
rapporteurs, in de Tweede Kamer een
werkzaam aandeel nam.
Na de aftreding van het Ministerie-Mack ay,
in 1891, waarin ook de heer de Savornin
Lohman gedurende ruim een jaar als mi
nister van Binnenlandsehe Zaken zitting
had, opende zich voor dezen staatsman
allengs een nieuwe periode. De eerste jaren
bleef hij huiten de Kamer, en toen na het
overlijden van mr. Keuchenius, 1893 het di-
trict Goes hem andermaal afvaardigde, bleek
al spoedig, dat de polemiek, die hij denlaat-
sten tijd had moeten voeren met dr. Kuyper,
ook tot een breuk in de Kamer zou leiden.
Het is hier niet de plaats de toen op den
voorgrond getreden geschillen te bespreken.
Genoeg zij het te herinneren, dat het op
den duur tot een scheuring in de anti-re
volutionaire gelederen kwam, en dat de
verdeeldheid ook nawerkte aan de Viije
Universiteit, waar de heer Lohman ohgeveer
15 jaar geleden als hoogleeraar in het straf-
en staatsrecht was opgetreden, een schit
terende carrière hij de rechterlijke macht
prijsgevend, ten dienste van de wetenschap
pelijke stichting zijner geloofsgenooten.
Hij moest thans aftreden, een bittere levens
ervaring rijaer geworuen.
Doch het bekende woord »palma sub
pondere crescit« (de palmboom groeit onder
den druk), werd ook hier bewaarheid. Nooit
hebben de staatsmantalenten van den heer
Lohman meer geschitterd, nooit heeft zyn
vurig, maar onbevangen, eerlijk, rechtvaar
dig woord krachtiger en heilzamer werking
in de Kamer gehad dan juist in de laatste
7 4 8 jaren.
In den heer Lohman is vereenigd intense
trouw aan een zeer positief beginsel, en
nobele, eerlijke onpartijdigheid.
Daarom is het bezit van het parlementslid
Lohman in onzen tijd van scepticisme
(twijfelzucht) en van partijzucht een voor
recht, dat wij mogen hopen nog lang te
zullen behouden«.
Een homplement van een politieleen tegen
stander.
In de Tweede-Kamerzitting van j.l. Vrij
dag heeft de heer Hugenholtz de volgende
goede aanteekening gericht tot het Kabinet
en den nieuwen minister van Marine,
wiens begrooting aan de orde was.
»Dit ministerie is niet zoozeer een Christe
lijk ministerie als wel een ministerie van
bet gezag en in een Ministerie waar het
gezag zoo hoog wordt gehouden, is deze
minister volkomen op zijn plaats."
Den spijtigen toon nu daargelaten, heeft
dit socialistische lid door dit zeggen een
welverdiende hulde aan het Ministerie
gebracht.
Ministerie van het gezag
Daarin ligt juist zijne verdienste.
In de Zuider Kerhbode staat de volgende
correspondentie, waarmee wij hartelijk in
stemmen.
Donderdag werd te Middelburg eene ver
loting gehouden van paarden, landbouw
werktuigen, enz. Nu zou men denken,
daaraan zullen toch zeker geen Gerefor
meerden deelgenomen hebben. Het lot toch
is een buitengewoon middel om Gods wil
te weten en dus te heilig om dit te ge
bruiken voor zulke doeleinden. Toch scheen
het, alsof men dit zoo niet beschouwde.
Het feit toch, dat leden der Geref. Kerk
zich zelfs met den verkoop van loten be
lastten, is genoegzaam bewijs, dat men het
geen zonde acht, aan deze onheilige in
stelling mede te noen, ja ze te bevorderen.
Zou het niet gewenseht zijD, door middel
van uw blad eens met nadruk te wijzen
op de zonde, die er ligt in dit spelen met
Gods Voorzienigheid Het is toch een
treurig feit, dat zulke dingen geschieden,
zonder dat zelfs de Kerk er tegen getuigt.
Een getrouw Lezer.
„Wij danken onzen broeder voor dit
ernstig leggen van zijnen vinger op wat
een wondeplek in ons maatschappelijk leven
ismisbruik van het heilig lot uit ge
winzucht. Niemand, die zulk een lot neemt,
zal het aangezicht des Heeren zoeken en
de bede opzenden om een paard of rijtuig
te mogen winnen, dat anderen hebben be
taald. En ook stokt den „fortuinlijke"
den gezegende zou godslasterlijk klinken
stokt den fortuinlijke de dankzegging aan
God in de keel en prijst hij zijn fortuin,
zijn goed gesternte, lijnrecht tegen het
eerste gebod. Daarom ondersteunen we
het bezwaar van den inzender. Wagenaar".
De Nieuwe Courant (lib.) eindigt een
artikel over »spel, weddenschap en spe
culatie" aldus
»Wat de speelwoede zelve betreft, de
zeden, begrippen van eenvoudig fatsoen
vooral zijn alleen in staat haar te breidelen.
Het worde regel dat in goed gezelschap
men zich leere schamen over op oneerbare
wijze verkregen winst, in plaats van, zoo
als thans zoo dikwijls voorkomt, er op te
stoffen en een belangstellend en begeerig
gehoor te vinden".
Over de vraag wie die begrippen van
4iliiAviA <Vjlj uiuiTUik'LuviVniw
blad wel verschillen. Maar met haar aan
wijzing zijn wij het volmaakt eens.
Maar wij voegen er aan toe met een
zucht: Waar vindt men de kringen die
tegen de speelzucht getuigen? Die den
door de loterij verrijkte straffen met hun
boycot Die dood verklaren tot in geslachten
allen die op eenigerlei andere wijze dan
door eerlijke winst of noeste vlijt, hetzij
van zichzelf of hunne vaderen, hunne
schatten hebben verkregen
Integendeel, men neemt in den regel
voor dezulken den hoed nog dieper af en
verhaalt met ingenomenheid van de »leuke"
manier waarop die aan hun fortuin"
kwamen.
Van liberale zijde tracht men het biblo-
theken-besluit bespottelijk te maken.
Dat is jammer.
Het bewijst dat men daar van den doo-
delijken invloed van slechte boeken nog
niet veel gelooft.
Nu, wie de werking van dit gif nog
niet zag, zal er wel nooit achter komen.
In dit licht beschouwen wij dan ook den
spot van die bladen welke de opmerking
maken dat nu Brakel en Smijtegeld en
Bunyan, zullen komen in de plaats van
Zola en Multatuli en Ibsen.
Toch durven wij wel zeggen dat ons
meer dan een jongmensch bekend is die
als leerling der hoogere burgerschool ro
mans van Zola en anderen leerde genieten,
waar zijn vader en grootvader zich hadden
hegeven tot Brakel en Bunyanmaar dat
ons in levensbeschouwing en in uitkomst
hunner wandeling zoo schreiende tegen
stelling was opgevallen, dat wij onwille
keurig dachten, had men dien jongens op
de H. B. S. maar Bunyan te lezen ge
geven.
Nu] voegen wij er aanstonds bij dat de
jongens door ons bedoeld niet van de H.
B. S. maar van een weinig consciëntieuzen
boekhandelaar-bibliotheekhouder van der
gelijke de schandelijkste, de meest ver
giftigende lectuur werden voorzien.
Dat men door plaatsing van dergelijke
lectuur op den index der Hoogere Burger
schoolbibliotheken den trek naar het ver-
bodene kweekt, ontkennen wij. Trouwens
hier ligt niet de aanleiding in het verbod
maar in het hart.
Maar de liberale pers is niet tevreden
te stellen op dergelijke punten.
Tracht de Regeering het kwaad te weren,
gelijk de schadelijke boeken in de biblio
theken, dan wordt zij uitgelachen, en
schreeuwt men haar smalend Smyte-
geltna.
Tast de Regeering het kwaad aan, doch
wil zij 't geleidelijk uitroeien, dan wordt
haar halfheid, schijnheiligheid verweten
Laat de Regeering het kwaad onaange
tast, omdat toch, na een meer dan een
halve eeuw lang scheef getrokken toestand,
het recht niet overal op eenmaal kan wor
den hersteld, dan wordt haar toegevoegd
dat men van hare Christelijkheid niets kan
merken.
De Regeering is gelukkig verstandig
genoeg haar eigen weg te gaan, haar door
hare beginselen en 't volksbelang gewezen.
Wij juichen dan ook dezen index-maat
regel ten zeerste toe. De openbaarmaking
van sommige boekenlijsten voor de hoogere
klassen van sommige hoogere burgerscholen
zal dan ook, naar wij vreezen, wel wat te
zien geven.
ik
Een prachi-exemplaav.
Bij de behandeling der interpellatie-De
Vries over het verbod van vrouwenarbeid
in de IJselsche steenplaatsen verklaarde
de (vooruitstrevend liberale) heer De Klerk
met dankbaarheid dat het Koninklijk Be
sluit meer gegeven had dan de werklieden
gevraagd hadden.
Dit vertoornde den (vrijzinnig democra-
tischen) heer Nolting zeer. Hij zei»dat
mag een werkman niet zeggen hij moet
het toejuichen wanneer op dit gebied meer
worrif. rrorroTTP" rlon «oTrvnor.J
Dat de heer De Klerk op slechts gelei-
delijke invoering aandrong en 't verbod niet
wilde uitstrekken tot kostwinsters en wedu
wen had den heer Nolting ook verbazend
geïrriteerd.
Terecht merkt de Nederl. op »Er zitten
toch pracht-volksvertegenwoordigers in onze
Kamer, meDSchen die de eenzijdigheid tot
stelsel verheffen en dit openlijk erkennen,
ja een uitbrander durven geven aan wie
nog gedachtig is aan de breede basis waarop
de grondwet hen stelt. Het komt ons voor
dat prof. Drucker wel eens een cnrsus in
Jiet staatsrecht, ja in publieke moraliteits-
leer mocht geven aan sommige zijner club-
genooten".
Waarlijk de minister Kuyper mocht bij
dit debat met reden waarschuwen tegen
pathos-dienst en pathos-autocratie.
Men spreekt met pathos over zekere
toestandenmen wil elkander in pathos
overtreffen of neemt den ander kwalijk dat
die pathos bij hem ontbreekt.
Niet pathos zei de minister terecht
zal hier helpen bij wetgevenden arbeid,
maar nuchter toezien op stipte uitvoering
der wetten.
Da heer Staalman de Christen Demo
craat heeft in de Tweede-Kamerzitting
van jl. Vrijdag een lans gebroken voor
Zondagsheiliging.
Hy heeft in verband daarmee den mi
nister van marine uitgenoodigd de Zondags
concerten te Willemsoord af te schaffen.
Wij steunen dit verzoek.
Maar terwille dierzelfde hoognoodige
Zondagsheiliging vragen wij op onze beurt
van den heer Staalman dat hij protesteere
tegen de Zondagmiddagsopenluchtsamen-
komsten, vooral tegen dezulke waar»onge-
loovigeen »geloovige" sprekers in bond
optreden.
Wij vragen dit dewijl blijkens mededeeling
in de bladen op Zondag 5 Juli van 2 tot 7
uur te Arnhem in een openbare nationale
samenkomst van geheelonthouders twee
socialisten en Staalman zullen optreden
een en ander opgeluisterd door zang en
banieren.
Staalman en v. d. Zwaag in een open
luchtmeeting met muziek en banieren
en Staalmans verzoek aan den minister tot
afschaffing van Zondagsmuziek
Maar de heer Staalman kan antwoorden
dat het hem niet om Zondagsheiliging, maar
alleen om Zondags rust te doen is.
Maar dan is zyn daad toch ook weer in
stryd met zijn woord.
Immers door zijn optreden lokt hij mede
misschien wel duizenden op Zondag naar
Arnhem, helpt hij den Zondagsdienst van
het spoorwegpersoneel verzwaren, en geeft
hij den stakers van Januari en April ge
gronde reden tot klachten.
Goes. Openbare verpachting bij opbod
op Vrijdag 3 Juli 1903 ten Raadhuize des
voormiddags 10 uren, van ie. 1 H.A. 3 A.
25 c. A. gemeentegrond, gelegen aan de west
zijde der haven, thans in pacht bij P. van
Zweeden. 2e. 43 A. 40 c. A. gemeentegrond
gelegen buiten de 's-Heer Hendrikskinderen
barrière thans in pacht bij W. Duvekot. 3e. de
grasetting van den singel, beginnende aan den
z. g. Zeedijk in galghoek tot aan de Verlaat
bij het Ravelijn de Grenadier, thans in pacht
bij P. Schrijver. 4e. de grasetting van de wegen
langs den Westsingel en den poel. 5 e. de
grasetting van de wegen in den Goeschen
Polder. Alles voor den tijd van 7 jaren en op
de voorwaarden, die ter secretarie gedurende
eiken werkdag van 92 uren ter lezing liggen.
Middelburg. De raadsleden Graiama,
v. d. Harst en Fruin stellen voor school
D op te heffen, de nog op die school
gaande meisjes over te brengen naar school
J en aan die laatste school te verbinden
gedurende een jaar eene klasse parallel
aan de vijfde, en gedurende twee jaren
een klasse parallel aan de zeg'1»
j. ,1 ci-^erwns aan die
fhfvr Honnril mi, m b If
beide klassen te voorzien doof de aanstel-
ling eenertijdelijke onderwijzeres gedurende
twee jaren, en de beschikbaarstelling eener
ambulante onderwijzeres gedurende de
morgenuren van het eerste jaar.
In de toelichting wijzen zij er op dat
in 1905 school D ophoudt te bestaan en
het hoofd alsdan op wachtgeld moet gesteld
wordennu echter het hoofd overleden
is, is 't wenschelijk geen plaatsvervangster
te benoemen, maar te handelen gelijk is
voorgesteld. De meeste vakken kunnen aan
jongens en meisjes gezamenlijk onderwezen
worden. Uilgespaard kan worden het sala
ris van een onderwijzeres, de huur van
het huis waarin thans school D gevestigd
is, en vergoeding voor huishuur en later
het wachtgeld van het anders te benoemen
hoofd van school D.
Het is gesteld in handen van B. en W.
Goes. De commissie ontviDg nog, ten
behoeve der landbouwtentoonstelling een
groote zilveren medaille van H. M. de Ko
ningin Moeder. Terwijl wij gaarne hiervan
melding maken, wekxen wij tevens de
Goesche burgerij op om door het uitsteken
der vlaggen op Woensdag en Donderdag
a. s. hunne belangstelling te toonen in de
tentoonstelling en hunne hulde te bieden
aan de vele vreemdelingen die door hunne
tegenwoordigheid hunne belangstelling in
den bloei van den Zeeuwschen landbouw
willen toonen.
Wolfertsdijk. Zaterdag j.l. hield de
Werkmansvereeniging E. M. M. alhier een
vergadering, teneinde te spreken over
coöperatieve plannen. Besloten werd tot
aankoop van petroleum, ten gebruike der
leden. Door den voorzitter werd een per
soon aangewezen om de olie te bezorgen,
doch na veel discussie werd door de leden
beslist, dat de persoon bij loting zou be
noemd worden. De aankoop van voedings
artikelen werd aangehouden tot een vol
gende vergadering.
Wolfertsdijk. Zaterdag is alhier een
landbouwer, terwijl hij naar het dorp kwam,
onderweg inéén gezakt en op de plaats
dood gebleven. De geneesheer die er bij
kwam kon slechts den dood constateeren.
Haitverlamming schijnt de oorzaak te zijn
geweest.
Ellewoudsdijk. De visch, de laatst-
vorige week te Ellewoudsdijk gevangen en
op 't eiland langs de huizen vertoond, was
een vinvtsch, hij behoort tot de walvisch-
achtigen. Hij woog 200 Kilo, en was der
halve nog zeer jong. Het dier is naar
België verkocht voor f 15.
Tot opvolger van den J. F. Ylekke
is gekozen de heer Goossens te Calloo in
België, als directeur der beetwortelsuiker
fabriek St. Anthonie te Oudgastel. Het direc
teurschap der Gastelsche be et wortel suiker
fabriek zal echter voorloopig onvervuld