NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 107.1903, Zaterdag 13 Juni, 17e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH elburg. ^houdster, Bij flit immer Boort eet Bijwpel. dienstmeid AN STRIEN, VERSCHIJNT blkbn MAANDAG-, woensdag- en vrijdagavond. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. uitgave der firma Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Zij, die zicli met 1 Juli a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. Onderzoek Verlofgangers der Militie te Land. tond St. Filipsland. tond lende Meid erenstand, bij Mej. liddelburg. zonder kinderen of half Juli d, P. G., liefst niet ar. Brieven onder boekhandelaar A. C. i k z e e. TELEGRAAF. uni. a van Antwerpen andag) s'morg.7,u it. HAVENDIENST. ingen 6.6.20, 7. 0, 10.—, 10.20, 10.40 1.10, 1.30, 2.— 2.20 50, 4.10, 4.30, 4.50 7.50. 8.20. lis 6.10, 6.30, 7.20, 10.10, 10.30, 10.50, 1.20, 1.40, 2.10, 2.30, 4.20, 4.40, 5.-, 8.—, 8.30. rten vallen Zondags uit. OTDIENST EN VLA KE. ni. laar Vlake vm. 5,45 en en 3,30 u. Walsoorden v.m. 7,48 en 5,18 u., onmiddellijk na respondeerenden trein, vorden geene goederen >OTDIENST DELB. ROTTERDAM. ani. nderd Zondags. Van Middelburg 8,45. Van iVoensdag 10 en Don- in Rotterdam. Don- Jg 19 Juni alleen van lburg. „SCHELDE" ast ini. Zond. 21 8,30 9,30 Maan. 22 8,3010, Dins. 23 9,— 10,30 Woen 24 10,11,30 Dond. 25 10,30 12,— Vrijd.26 6,30 12,— Zater 27 7,— 12, Zond. 28 7,3012,— Maan 29 8,30 12, Dins. 30 8,30 12,— achter een datum is eehet tweede getal •dam.) LBÜRG—ZIERIKZEÏ. uni. Van Zierikzee. Vrijd. Zater. Zond. Maan. Dins. Woen. Dond. Vrijd. Zater. Zond. Maan. Dinsd. Woen. Dond. Vrijd. Zater. Zond. Maan. Dinsd. Juni van 10 uur 12 7,30 3,— 13 7,30 3,— 14 6,30 5,30 15 7,30 3,— 16 7,30 3,— 17 7,30 3,— 18 6,30 3,— 19 7,30 3,— 20 7,30 3,— 21 6,30 5,30 22 7,30 3,— 23 7,30 3,— 24 7,30 3,— 25 7,30 3,— 26 7,30 3,— 27 7,30 3,— 28 6,30 5,30 29 7,30 3,— 30 7,30 3,— Zierikzee naar en 11,30 n che Spoortyd. 0«)i) nm.3,23 en 6,05 5a) nm.3,50 6,35 5 nm. 1,55«)» 4,45 0a)b) 3,23 en 5,50«) uten na het vertrek van 3reskens, Borsselen en gen naar Borsselen en vorden des Woensdags rsselen en Neuzen ten op 15 September en es. Enkele nummers0,025. EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De vergadering van aandeelhouders van ons blad besloot Vrijdag dat voortaan geen advertentiën van recht- streeksche GELD-LOTERIJEN meer mogen worden opgenomen. DE ADMINISTRATIE. Goes, Zaterdag 13 Juni 9 uren voorm., voor die te BaarlandBorsselen, Driewegen Kllewoutsdijk, 's-Gravenpolder 's-lieer Abts- kerke, s-Heer Arendskerke, 's-IleerenJioek, Heinkenszand, Eoedekenskerke, Nisse, Ou de- lande, Ovezande en Wolphaartsdijk', en om 1 uur nam., voor die te Goes, Kattendijke en Kloetinge. Tholen, Maandag 15 Juni 10 uren voorm. voor die te St. AnnalandSt. Maartensdijk, Ond- Vossemeer, St. Phihpsland, Poortvliet, Scherpenisse, Stavenisse en Tholen. Kapelle, Dinsdag 16 Juni ll'h uren voorm., voor die te Yerseke, Kapelle, Krgb- bendijke, Kruiningen, RillandBathSelwre, Waarde en Wemeldinge. 12 Juni 1903. Waarom wij het vaccinewetje steunen? Omdat wij ons verzetten tegen eiken dwang, zoolang daar geen rechtsgrond voor wordt aangevoerd. Dien rechtsgrond nemen wij aan indien vastgesteld is dat ongevaccineerde kinderen gevaarlijker zijn voor hunne omgeving dan gevaccineerde. Maar hiervan bewijs te leveren vermag men niet; men probeert het zelfs niet. Komaan, heeren geneeskundigen, levert ons dat bewijs eens. Maar gij zult het niet kunnen. Het is zoo waar wat dr. Huizinga laatst schreef, namelijk dat het meerendeel der medici in ons land omtrent pokken geen eigen ervaring heeft. De gewone klacht is dat begrootingen van bouwwerken zoo dikwijls tegenvallen. De gemeente Amsterdam had een stads drukkerij te bouwen die begroot werd op f 11.000. Deze begrooting nu is met f 11.050 overschreden! De Goesche Courant is ontstemd over de benoeming van een antirevolutionairen burgemeester in het kleine 's-Heer Abts- kerke. Zij noemt dat een pattijbenoeming, en laakt de ministriëale aanbeveling, die er toe leidde. Natuurlijk zal de Goesche Courant wel kunnen bewijzen dat de benoemde door den minister was voorgedragenover de voor dracht van den Commissaris der Koningin spreekt zij overigens niet; hieromtrent schijnt men haar derhalve niet te hebben ingelicht. Aangenomen echter dat hier een anti revolutionair minister een antirevolutionair heeft voorgedragendan wordt het ons nu duidelijk hoe het komt dat onder liberale regeeringen zooveel liberale burgemeesters benoemd zijn, ook in overwegend niet- liberale gemeenten. Over heel 'tland toch zijn ruim drie vierden der burgemeesters liberaal De partijbenoemingen zijn derhalve door liberale kabinetten in de mode gebracht. Wij hebben nu een antiliberaal minis- tene, derhalve is het met die benoeming van by na uitsluitend liberale burgemees ters uit. De Goesche Courant heeft, zoo zij op 't verleden ziet, geen reden van klagen en, wa liet heden aangaat zal zij moeten trach ten er aan te wennen. De verhoudingen, in Zeeland, dat 4 an tiliberalen ter tweede kamer afvaardigt en maar één liberaal, zijn neg lang niet zooals zij wezen moeten. Van de ruim honderd burgemeesters zijn 69 liberalen, 20 anti revolutionairen of chr. historischen, en 15 Roomschen. Op het antirevolutionaire Zuid-Beveland, waar bijna geen enkele gemeente in haar meerderheid liberaal is, telt men 15 libe rale burgemeesterstot kort geleden 191 en slechts 10 niet-liberale, tot kort ge leden 6. Overigens zijn wij 't met de Goesche Crt. eens, als 't eenigszins kan, moeten inge zetenen burgemeester worden. Dat zal men te Hoedekenskerke, 's-Heer Arends kerke, Heinkenszand, Kattendijke waarvan, dank zij liberale «partijbenoemingen" de burgemeesters te Goes wonen, ook wel zeggen. Maar of dit hier strikt genomen mogelijk was, betwijfelen wij. Immers naar ons van geachte liberale zijde werd medegedeeld waren alle sollicitanten voor 's-Heer Ablskerke op een na uitwonenden, en die eene scheen nog verhuisplannen te hebben. Wat overigens die adressen met hand- teekeningen, zelfs van raadsleden betreft. en die «liberalen (welke) met hunne macht een tegenwicht (moeten) aanbrengen" kom, Goesche Courant, laat naar u kijken 1 Het is nu de tijd der examens. Misschien kan 't goed zijn nog eens te herinneren aan wat nu wijien dr. A. Pier- son tien jaar geleden in de Gide over de onbetrouwbaarheid en onmogelijkheid van examens schreef. Zelden is de examen-manie naar de be kende drilmethode van den tegen woordigen tijd scherper gehekeld. En de toestand is er sedert heusch niet op verbeterd. «Examens bevorderen de dofheid van geest. Welke vertoornde Godheid, welke Ate heelt ze toch opgedrongen aan onze moderne maatschappij Ik heb tegen exa mens vooral hunne innerlijke onwaarheid. Examens afnemen onderstelt natuurlijk, dat een vaste hoeveelheid weten officiëel dient te worden geconstateerd, en dat die hoe veelheid vooruit in het afgetrokkene, onaf hankelijk van dezen of dien persoon, moet worden bepaald. Een examen is öf niets, öf het is een meteneen meten, dat uit maakt of de hoeveelheid weten van een gegeven individu beantwoordt aan de hoe veelheid weten, aangewezen in het bureel van den Minister van Binnenlandsche Zaken. «Ziedaar de theorie. «Wat is er van deze wraakbare theorie in de praktijk? „Stellen wij de voorgeschreven hoeveel heid weten 10. Spoedig blijkt, dat dit cijfer door niemand wordt bereikt. De besten brengen het tot 8. Feitelijk wordt nu de algemeene maatstaf met 2 verlaagd. Het zij zooZijne Excellentie heeft zich vergist, de ervaring beeft haar verbeterd; wat nood Maar dezelfde ervaring leert, dat van vijftien examinandi slechts vijf de 8 kunnen halen. Dus, zegt een eenvoudig burgerman, druipen er tien. Goede Hemel Kan men zoo weinig in de gedienstigheden der examenpraktijk zijn ingewijd? Ziehier een leerling, die slechts 6 haalt; maar gij moet niet vergeten, dat hij zwakke geest vermogens heelt en het zeker nooit verder zal brengen. Die daar heeft hetzelfde on gunstige cijfer, maar gij kunt natuurlijk niet weten dat de jongen een heel slechte gezondheid heeft. Een derde is een vlug kereltje, maar heeft voor dit en dat bepaalde vak volstrekt geen kop. Een vierde bereikt, het is waar, slechts de helft van 8, maar hij is een heel lieve jongen en hij is ver schrikkelijk zenuwachtig. Zijn moeder is ook zoo zenuwachtig, zij is gistereD nog hier geweest en is in tranen uitgebarsten. Verder hebben wij nog een vriend, die nauwelijks het cijfer 4 verdient. Het is eigenlijk een minus 4, maar hij heeft een maand of zes geleden zijn vader verloren, zoodat bij onder minder streng toezicht heeft gestaan en de lessen niet meer zoo regelmatig heeft bijgewoond. Het zijn alte- gader verzachtende omstandigheden, zoodat gij het alleszins verklaarbaar zult vinden, wanneer ik voorstel alle examinandi toe te laten, met uitzondering van één, een naren, stuggen, luien jongon, dien wij hon derdmaal hebben gewaarschuwd. Ik weet wel, 8 is geen 10, en 6 en 5 en 4 en mi nus 4 gelijken.nog veel minder op 10, maar vooreerst kunnen we ze toch niet altegader afwijzen en gaan we dus eens van het wettelijke cijfer 10 af, dan is er geen reden, om niet bij eiken candidaat in persoonlijke overwegingen te treden. »Voor deze of soortgelijke vertooning geeft de Staat jaarlijks zijn goud. Of is mijn ervaring te beperkt en daarbuiten de toestand belangrijk veel gunstiger? Offici eel bepaalt het gelukkig doorgestane examen do hoeveelheid weten, onmisbaar voor het een of ander diplomafacto bepaalt dat examen de hoeveelheid weten, die mensch- kundige en menschlievende examinatoren in gemoede van een gegeven leerling meenen te kunnen vorderen. Alsof de Staat bij deze laatste bepaling ook slechts het aller minste belang had. De Staat zegt: 10 is noodig en vraagt: is dit cijfer bereikt? Het examen antwoordt toestemmend, maar neemt daarbij stilzwijgend aan, dat naar gelang van bijzondere omstandigheden elk cijfer onder de 10 met 10 gelijk staat. «Past deze vertooning nog in onze samen leving met haren rechtmatigen afkeer van het officiëele van de leugen In de geschiedenis der christelijke phi- lantropie in Nederland is Woensdag een bladzijde volgeschreven. 3 Het was veertig jaren dat de weesin richting te Neerboseh bestond en met dit veertigjarig jubilé ging ook de stichter, Joh. van 't Lindenhout, heen om plaats te maken voor zijn opvolger, ds. J. Schrijver van Schiedam. Het is den heer Van 't Lindenhout ge lukt het onbekende Neerboseh te maken tot een der meest bekende plaatsen in Nederland. En evenzeer is het den heer Van 't Lindenhout gelukt de sympathie en de liefde van ons christen-volk to winnen op zoodanige wijze dat zijn weezen-inrich ting de grootste philantropische stichting van ons land geworden, en jaren lang gebleven is. En nu moge men zeggen dat die stich ting al te groot is geworden dat de sympathie en liefde van ons volk al te zeer met goud en goed eene stichting heeft overstort, die juist daarvan topzwaar werd. Dat alles kan waar zijn, maar waarheid is toch ook dat der stichting oen vrucht des geloofs was en een moedige daad des geloofs. En dat de gebreken die in later jaren openhaar werden, en ontstonden door aller lei omstandigheden, niet konden te niet doen het beginsel dat aan deze stichting het aanzijn gaf, de wortel waaruit ze op bloeide. Als de gebreken lang zullen vergeten zijn dan zal de geschiedenis verhalen van de weesinrichting te Neerbosch en van haren geestelijken vader, den heer Joh. v. 't Lindenhout. Zijn ruste is wel verdiend! Koningsmoord. De Koning en Koningin van Servië, twee broers (een was vermoedelijk troonopvolger) van deze laatste, haar zusters en enkele mi nisters zijn gisteren in de vroegte als slachtoffers van een soldatenoproer gevallen. Het leger, de jonge officieren voorop, was in opstand gekomen, de oproerlingen te Belgrado drongen het paleis binnen en vermoordden hun vorst en vorstin, wier lijken later, door kogels doorboord, in de slaapkamer gevonden werden. Een verbijsterende tijding die ons met mededoogen vervult. Mededoogen voor het arme slachtoffer Koning Alexander wiens vreugdelooze jonge leven van slechts 26 zomers zoo jammerlijk werd uitgebluscht. Mededoogen voor het arme Servische volk dat door revoluties op de been gehouden, aan partijschappen ten prooi, de twistappel der omwonende vorsten, door dezen gruwel der verwoesting tot een aanfluiting der volken werd, en inmiddels rijpt voor zijn nationalen ondergang. De landstreek die thans den naam Ser vië draagt, werd tijdens de heerschappij van Keizer Augustus (in Lukas II genoemd) door de Romeinen onderworpen en als provincie Moesia bij hun rijk gevoegd. Daarna werd het door de volken vertreden. Tijdens de volksverhuizing vestigden zich daar de Gothen, later trokken de Avaren verwoestend er door, zij werden door de Kroaten ten onder gebracht, en deze op hun beurt door de Serviërs, die uit het gebied langs de monden van den Dnjastr en de Proeth waren komen af zakken (663), zich tot nijvere landbouwers bekwaamden en het Christelijk geloof om helsden. Tot 1365 was het land van den Byzantijnschen Keizer afhankelijk doch in laatstgenoemd jaar stichtte Stefanus Ne- manja een Servisch Czarenrijk, en ver overde de omliggende landenAlbanië, Bulgarije, Macedonië en Thessalië. Na zijn dood viel Servië don Turk ten buit en van dien tijd dagteekent zijn lijdensgeschiedenis. Nu eens vrij, dan weer Turksch, in voort durend verzet en slavernij, bleel het fiere volk, vooral na de nederlagen op het Am- solveld (hoogvlakto van Kossawa) waarin zijn koning, zijn adel, zijn geestelijkheid, zijn gansche bestaan vernietigd werd, in de doodelijke omarming van den Turkseken dwingeland, tot in 't begin der vorige eeuw de strijd om do volkomen vrijmaking werd hervat, onder de bezielende leiding van Georg Petrowitz die don bijnaam kreeg van Kara of Czerny Georg, hetwelk ruwe of zwarte Georg beteekent. Bij verdreef de Tur ken in 1804. Bij don vrede van Boekarest in 1812 werd den Serven wol is waar een eigen binnenlandsch bestuur en een vol komen vergiffenis toegestaan, maar de Turken kwameD opnieuw in het land, en Kara Georg hervatte don oorlog. Hij moest ecktor naar Oostenrijk vluchten, en de Serven moesten weer onder het knel lende dwaDgjuk terug. Toch weer maar voor een poos; want in 1815 brak een nieuwe opstand uit onder leiding van Milosj Obrenowitsj, waarbij deze tot erfeljjk vorst werd verheven, terwijl de Turken de ves tingen in bezit hielden en een jaarlijksche schatting vorderden. In 1839 evenwel werd Milosj afgezet, ovenzoo in 1842 zijn zoon Michael; en de zoon van Kara Georg (Alexander Karage- orgewits) werd tot koning uitgeroepon. En ziedaar de oorzaak van den partij- strgd. Twee groote partgen, eigenlijk vorstenhuizen, streden sinds dion igd om de Kroon. Het zijn de afstammelingen van twee dapperenvan Milosj en van Kara Georg tusschen wie de strjjd loopt. En zij zijn niet kieskeurig in de keuze der middelen. Zij leven uit de revolutie steunen op hun zwaard, begunstigen sluip moord en verraad, regeeren met Oostersch despotische gestrengheid, en leiden niet zelden daarbij een zeer loszinnig leven. Zoo is de toestand al sinds zestig jaren. Alexander, die sinds 1848 als alleen- heerscher regeerde, de volksvertegenwoor diging (Skoepstjina) niet meer bijeen riep, werd in 1858 verdreven, waarna de oude Milosj, hier boven genoemd, weer op den troon kwam, en bij zijn dood in 1860 al weer door zijn zoon Michael opgevolgd werd. Deze regeerde derhalve voor de tweede maal, en deed dit met groote wijsheid, en wist achtereenvolgens de ontruiming der grensvestingen te verkrijgen, zoodat de Ser viërs, op een jaarlijksche belasting na, ge heel onafhankelijk van de Turken werden. Helaas reeds in 1868 werd deze vorst, door huurbenden van bovengenoemden Alexander Karageorgewits in het park van Topsjider vermoord, waarop de jonge Milan Obrenowits, en achterneef van Vorst Milotsj tot koning werd uitgeroepen. Onder zyn regeering kwam Servië, met Russische hulp, tot bloeidoch de oorlogen met Turkije en de kuiperijen van Rusland en Oostenrijk hielden het volk in gestadige onrust. Daar bij was Milan zelf ook sedeit hem, in 1882, de koningskroon was opgezet geworden, een karakterloos, zedeloos mensch, die in openbaren oorlog met zijn heerschzuchtigo vrouw Nathalie van Keschko, een Russische kolonelsdochter, leefde. In 1889 legde hij de kroon neder ten behoeve van zijn zoon, den twaalfjarigen Alexander. Deze was al heel ongelukkig. Reeds als kind van drie jaar ontviel hem de moederzorg wijl zijn moeder uit bet land gebannen werd, terwijl hij van zijn vader meer slechte voorbeelden dan wijze lessen genoot, altijd wanneer hij met dien vader in aanraking kwam, want dit laatste geschiedde hoogst zelden. Koning Milan leidde, meestal te Parijs, een verkwistend leven. Nadat Alexander den troon beklommen had, vervolgde zijn vader hem met lastige vragen om geld, en verkeerde invloeden. En inmiddels woedden en woelden de partijschappen voort. Oostenrijk en Rus land worstelden al door om den voorrang. Tot Alexander in 1893 tot een revolutio nairen coup overging, zichzelf meerder jarig verklaarde, zijn vader uit 't land verwijderde, zijn ministers ontsloeg en door voorstanders van zijne Russisch-ge- zinde staatkunde verving. Het was de doodsteek voor het, dank zij Milans gedrag, toch reeds zoo doodelijb geknakte koning schap. In 1900 huwde hij met de tien jaar oudere gewezen hofdame zijner moeder Draga Machin Longnèvitza, die feitelijk het heft in handen kreeg, en haar zwak- hoofdigen man wist te overhalen haar broeder, een Russischen luitenant, tot troon opvolger aan te wijzen, en voortaan in plaats van met Rusland, met Oostenrijk voeling te houden. Dit huwelijk en die invloed waren den Koning noodlottig. Tegen Draga en baar invloed richtte zich de haat van leger' en volk. Nog dezer dagen gingen ernstige geruchten dat de Koningin ver giftigd was en de koninklijke lijfkok zelf moord pleagde. Ook ten vorigen jare had men, zij 't ook al tevergeefs, gepoogd den koning te onttro nen. En nu kwam er de terugkeer nog bjj van den „troonopvolger''' of in ieder geval den man dien Draga gaarne troon opvolger zien zou. Hij heet Nicodemus Loenjewitsa. Dit verhoogde de gisting, ook zelfs in de kringen der ministers, en dit dreef don Koning tot een nieuwe re volutionaire schanddaad, die de maat deed overloopen. Hg schafte de grondwet af, ontsloeg zijn ministers, benoemde andere, ontbond de Skoepsjtina en schreef nieuwe verkiezingen uit, waarbij hij zorgde dat geen enkele zijner staatkundige tegenstan ders gekozen werd. En nu meende hij in zijne verdwaasdheid dat hij de onaantast bare macht bezat. Doch, o vreeselijke ontnuchtering. In stilte werd het werk der revolutie voor bereid. Woensdagavond 11 uur drongen de samen zweerders het paleis binnen. Aan hun hoofd stond overste Alexander Masjin, een broeder van Draga's eersten man. Op denzelfden dag dat zijn edele voor vader Michael in het park te Topsjider vermoord werd, viol ook deze laatste van zijn stam door moordenaarshand. Met hem verdwijnen derhalve de Obrenowitsj voor goed van het tooneel, en heeft 't geslacht van «Zwarte" Georg of «ruwe" Georg ver moedelijk het rijk alleen. Daarop ontstond een wild tumult, waarbij de Koning op den drempel van zijn slaap- kamei werd neergeschoten door de overige opstandige officieren. Hij heeft nog eenige minuten geleefd. Intusschen waren twee ministers en eenige trouw gebleven officie ren naar het paleis gehaald; daar zjjn zij echter dadelijk gevallen onder de schoten en sabelhouwen der samenzweerders, die

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 1