NIEUWSBLAD
TOOR ZEELAND
No. 93. 1903.
Zaterdag 9 Mei
7e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
[üil(D(LA\M)ilSe
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
IJ K.
De vriend der vrouwen.
J
blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p, p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Wemeldinge 11 en 12 Mei voorm.
lerseke 12 Mei nam., 13 en 14 Mei.
Kruiningen 15 Mei.
Hansweert 16 Mei.
Krabbendijke (ook voor Waarde) 18 Mei
en 19 Mei voorm.
RiMand-Bath 19 Mei nam. en 20 Mei.
VERGADERING
van den Raad der gemeente Middelburg
van 6 Mei 1903.
Afwezig zijn de heeren van Teijlingen
en de Veer.
Onmiddellijk na het openen der zitting
Btelt de Voorzitter aan de orde de volgende
punten der agenda als:
I. Notulen vorige vergaderingen.
Deze worden door den Secretaris voor
gelezen en onveranderd gearresteerd.
II. Ingelcomen stukken.
Slechts één stuk kwam in en wel een
rekest van den onderwijzer van Houte, die
wegens voortdurende ongesteldheid een
eervol ontslag uit zijne betrekking verzoekt
conform het voorstel des Voorzitters
wordt dat ontslag zonder discussie of stem
ming eervol verleend.
III. Benoeming voorzitter van het Bestuur
der Godshuizen.
Op de voordracht staan de heeren A. P.
Snouck Hurgronje en van Adrichem Bogaert,
van wie eerstgenoemde met algemeene
stemmen benoemd wordt.
IV. Voorstel van B. en TV. betreffende
aanleg van werken voor de duinivaterleiding
aan de Oranjezon.
Ingevolge raadsbesluit van 26 Februari
1902 werd, met betrekking tot de voorge
nomen uitbreiding en verbetering der wer
ken voor de duinwaterleiding aan de Oranje
zon, de ingenieur Schotel uitgenoodigd
eene meer gedetailleerde begrooting met
de noodige stukken voor de aanbesteding
te leveren.
Bij schrijven van 4 juni 1902, werd aan
die uitnoodiging door den Ingenieur voldaan,
zijn rapport c. a., ter beoordeeling gezonden
aan de commissie voor Fabricage, vond,
behoudens enkele kleine opmerkingen, bij
die commissie een gunstig onthaal.
Het was intusschen tengevolge van de
hieruit voortspruitende correspondentie te
laat geworden om de werken nog in 1902
te doen uitvoeren, terwijl ook bleek dat,
volgens de tot stand gekomen gezondheids
wet, de gezondheidscommissie nog gehoord
moest worden*
Deze commissie bracht by schrijven van
25 Maart jl. advies uit, onder overlegging
tevens van een advies van den betrokken
inspecteur van de volksgezondheid. In
menig opzicht bestond er verschil van
meening tusschen de commissie en den
Ingenieur. Hoofdzakelijk bestaat thans nog
tusschen beiden een verschil van inzicht
omtrent de te maken nieuwe prise d'eau,
een verschil, waarvan de oplossing groot
gevaar oplevert, dat de zaak weer op de
lange baan zal geschoven wordeD.
En toch, de qualiteit van het water in
aanmerking genomen, achten B. en W. een
langer uitstel ongeraden, te meer daar èn
de Ingenieur èn de gezondheidscommissie
eenparig van oordeel zijD, dat uitbreiding
van de prise d'eau op de eene of andere
manier eene urgente zaak is.
Op grond hiervan achten zij zich dus
genoodzaakt voor te stellen, onder leiding
van den ÏDgenieur Schotel te doen maken
de in zijn rapport omschreven werken be
treffende eene prise d'eau, filter- en out-
yzeringsinrichting [met bezinkbakken, be
nevens eene dienstwoning op het terrein
van het pompstation, een en ander begroot
op een totaal bedrag van f 32530, echter
met dien verstande, dat overeenkomstig
het advies der gezondheidscommissie le.
alvorens de maximum-diepte der putjes
vast te stellen, eene proefboring worde
gedaan om de grens te bepalen, waarop
jhet brakwater wordt bereikt, zonder echter
dat op het verrichten van de proefboring
(welke na bespreking met de gezondheids
commissie ook door den Ingenieur wen-
schelijk wordt geacht) de uitvoering van
do urgente werken behoeft te wachten en
2e in de bedoelde dienstwoning geene bed
steden worden gemaakt maar ijzeren ledi
kanten worden geplaatst.
Tevens verzoeken B. en W. hen voor
diligent te honden ten aanzien van een
door hen in te dienen voorstel tot het aan
gaan van een geldleening voor bedoelde
werken (waarbij dan tevens een paar kleine
leeningen zonden kunnen worden gecon
verteerd en opgenomen), alsmede voor het
opmaken van een ontwerp besluit tot wijzi
ging der gemeentobegrooting voor 1903.
De heer Snouck Eurgronje (tevens lid der
gezondheidscommissie) brengt in het midden,
dat er werkelijk verschil van inzicht be
staat tusschen de commissie en den Inge
nieur, hoofdzakelijk over de plaats, waar
de nieuwe prise d'eau moet gevestigd wor
den. Daar echter èn commissie èn Inge
nieur eenparig van oordeel zijn, dat hoe
eer hoe beter aan de zaak een einde moet
komen, kan hij, vooral na de door B. en
W. gestelde reserve, met hun voorstel mede
gaan. Men bemerke echter wel, dat hij
hier niet spreekt uit naam van de gezond
heidscommissie, maar alleen zijne persoon
lijke meening uitdrukt.
De heer Sprenger komt op tegen het
vervangen van bedsteden door ijzeren ledi
kanten. Arbeiders zijn gewoon aan bedste
den bovendien jaagt men hen op onnoodige
kosten, daar het beddegoed van bedsteden
niet altijd passend is voor ledikanten. Hij
doet het voorstel om die clausule uit het
voorstel te verwijderen.
De heer W. E. Snouck Eurgronje kan
die zienswijze van den heer Sprenger ten
opzichte der bedsteden niet deelen en
blijft het gevoelen der commissie verdedi
gen, die uit een gezondheidsoogpunt ijzeren
ledikanten prefereert.
De heer van Dunne daarentegen is het
volkomen eens met den heer Sprengerde
arbeiders, die het pand moeten bewonen,
zijn gewoon aan bedsteden en veeren bed
den om hen te noodzaken gebruik te
maken van koude ijzeren ledikanten, waar
aan zij niet gewoon zijn, is zulken lieden
een schromelijk overlast aandoen.
De heer Schorer zegt, dat men, bij het
verschil van meening tusschen Ingenieur
en commissie, niet de minste zekerheid
heeft, veel minder zich eene vaste over
tuiging vormen kan. In dien toestand weet hij
niet wat te doenmet het voorste] meegaan,
zich er tegen verklaren of een nieuw voor
stel indienen. Hoofdzakelijk loopthet verschil
over de nieuwe prise d'eaude commissie
wil de bestaande vergrooten, de Ingenieur
eene maken ten zuiden van het pompsta
tion. Wat zullen wij, leeken, nu doen De
zaak maar eenvoudig goed heeten om mis
schien later bedrogen uit te komen? Hier
toe kan hij niet besluiten, zelfs het urgente
der zaak, dat hij niet ontkent, moet onder
deze omstandigheden naar zijne meening
geen beletsel zijn om de beslissing te ver
dagen. Hiertoe doet hij het voorstel, B.
en W. uitnoodigende aan een derden des
kundige een geologisch onderzoek op te
dragen.
De heer van Dunn'e merkt op, dat de
Raad den heer Schotel als deskundige heeft
benoemd deze heeft, naar het oordeel van
de commissie van Fabricage, stukken in
gezonden, die van kunde in zake waterlei
dingen getuigen, men moet nu ook zijn
plan volgen een geologisch onderzoek zou,
even als te Amsterdam, veel geld kosten.
In zoovele zaken zijn wij leeken en rest
ons niets dan het advies van de door ons
benoemde deskundigen te volgen. Raadple-
ging van nog meer deskundigen kan ver
warring te weeg brengen. Bovendien de
zaak moet tot een einde gebracht worden
De heer TV. E. Snouck Eurgronje is ook
van meening dat een geologisch onderzoek
geen nut zal hebben en bovendien veel
geld zal kosten.
De heer Koole zegt dat een geologisch on
derzoek totaal overbodig is zoodanig onder
zoek vindt men op de teekeningen geleverd
door den Ingenieur, die goed op de hoogte
is van al de grondslagen. Door toename
van het waterverbruik is de bestaande prise
d'eau te klein geworden vergroot men ze
dan zal naar zijne meening het water ver
beteren. 1
De heer Gratama wijst er nog op, dat er
volgens het gevoelen van de commissie en
van den Ingenieur haast bij het werk is.
De heer Schorer blijft bij zijne bezwaren.
Hier bestaat verschil tusschen twee des
kundigen en de haast, die bij het werk is,
mag geen onberaden stap rechtvaardigen.
De heer van Dunne betwist dat hier twee
deskundigen tegenover elkander staan. Het
lid der gezondheidscommissie, dat het niet
eens is met den Ingenieur, kan toch kwalijk
als deskundige in zake waterleidingen aan
gemerkt worden.
De heer Wisboom Verstegen gaat mede
met den heer Schorer. Alleen zon hij niet
een gsoloog, maar een deskundige op het
gebied van waterleidingen willen raadplegen.
Het voorstel Schorer om de beslissing
aan te houden wordt verworpen met 11
tegen 4 stemmen, die der heeren Schorer,
Wisboom Verstegen, de Kijeke en Fruin.
Het voorstel Sprenger, om de clausule
omtrent de bedsteden uit bet voorstel van
B. en W. te doen vervallen, wordt aange
nomen met algemeene stemmen, behalve
die van de heeren Snouck Hurgronje en
Tak.
Ten slotte wordt het voorstel van B. en W.
aangenomen met algemeene stemmen, be
halve die van den heer Wisboom Verstegen.
V. Voorstel van B. en W. tot wijziging
der verordening op liet Burgerlijk Armbestuur.
Deze zaak, vroeger aangehouden zijnde
conform een voorsteljjvau den heer Do Veer,
vraagt de Voorzitter of het niet wensche-
lijk is ze, bij afwezigheid van dien heer,
weder aan te houden.
De heer Snouck Eurqronje zegt geïnfor
meerd te zijn,(dat ;de) heer van Teylingen
spoediger zaL;,terugkeeren dan men heeft
gedacht. Hij zou daarom uitstel wenschen.
De heer Tak daarentegen is voor geen
uitstel, daar de zaak (Jreeds lang genoeg
hangende is.
In omvraag gebracht wordt tot verdaging
besloten met 9 tegen 6 stemmen, die der
heeren Sprenger, Wisboom Verstegen, Den
Bouwmeester, Van der Harst, Tak en Fruin.
Nadat nog waren vastgesteld de kohieren
voor 1903 a voor den hoofdelijken omslag
op f 120.160,61 en b van de hondenbelasting
op f 1718.50, werd de zitting gesloten.
Lasten en smarten der vrouw, zwakte
en vermoeidheid van den man, gij zijt de
straf Adams en de vervloeking van Eva.
Men kan de smarten niet beschrijven die
U vergezellen. Is het voor eene zwakke
vrouw mogelijk de lange dagen van ellende
te verdragen, als haar hoofd brandend is
en haar lichaam trilt, als zij in het geheele
lichaam pijnen gevoelt, als alles wat haar
omringt treurig is, als het voedsel haar
tegenstaat. Deze vrouw kan echter zeer
welvarend en gelukkig zijn indien zij wil.
Er zijn weinig mannen die niet aan rheu-
matiek lijden, vele hebben hevige maagpij
nen, slechte psijsverteringsommigen heb
ben de levenslust geheel en al verloren,
lijden aan heupjicht of jicht. Zij kunnen
niet erger lijden!
Voor de vrouwen zoowel als voor de man
nen zijn de Pinkpillen onmisbaar. Zij
hebben mannen genezen, zij hebben vrouwen
genezen met hun bloed te verrijken, hun
lichaamsgestel te regelen en hunne zenuwen
te versterken. De Pinkpillen zijn niet pur-
geerend en verzwakkend, integendeel, zij
geven kracht en bloed. Eene vrouw die
door de Pinkpillen de gezondheid terug
bekomen heeft richt zich tot hare lijdende
zusters en zegt hun»Luistert naar mijne
geschiedenis. Weest gelukkig en welvarend
zooals ik ben!"
Sedert langen tijd leed ik aan slechte
spijsvertering, rheumatiek in de gewrichten,
zware hoofdpijnen en door dat lijden kon
de slaap mij niet de minste rust verschaffen.
Op aanraden mijner kennissen en door het
lezen der verschillende attesten ben ik tot
het [gebruik der Pinkpillen overgegaan en
ook ik mocht de wondervolle werkdadigheid
der Pinkpillen op mijn gestel weldra onder
vinden. Thans ben ik een
Juffrouw BARTJE van 't Hek Volgens'portret.
heel ander mensch geworden, vanaf den
vroegen morgen tot den laten avond ben
ik opgeruimd en verricht met lust mijne
werkzaamheden. Maakt het gerust bekend
want geen mensch kan beseffen wat de
Pinkpillen waard zijn als men het zelf niet
zooals ik ondervonden heeft. Ik raad ze
dan ook een ieder aan, overtuigd zijnde aan
mijne zusters hiermede eene dienst te be
wijzen, get. Bartje van 'tHek,
jij,?'*" te Garderbroek, gem. Barneveld.
De Pinkpillen kunnen in stukjes gesneden
worden ten einde ze aan bloedarmoedige
of bleekzuchtige kinderen te geven. Zij
zijn onschadelijk zelfs voor de zwakste
lichaamsgestellen. Zij geven de kracht en
alleen de kracht.
Prijs f 1,75 de doos; f9.per 6 doozen.
Verkrijgbaar bij Shabilié, Steiger 27, Rotter
dam, hoofddepothouder voor Nederland en
apotheken. Franco toezending tegen post
wissel. Ook echt verkrijgbaar voor Middel
burg en omstreken bij Joh. de Roos, K 157
Vlasmarkt te Middelburg. Ook echt verkrijg
baar voor Goes en omstreken bij Gebr.
Mulder, Drogerijen en Verfwaren.
8 Mei 1903.
Het zeldzame feit doet zich voor, dat in
het Geldersche kiesdistrict Ede herstem
ming voor een lid der Provinciale Staten
moet plaats hebben tusschen de candidaten
der christelijke partyen de antirevolu
tionaire en de christelijk-historische.
Namen en cijfers zijn voor onze lezers
van weinig beteekenis, maar het feit zelf
is van algemeene beteekenis.
Een afloop als van deze verkiezing is
eenvoudig het gevolg van het dry ven van
kerkelijke politiek, dat voor den goeden
gang van zaken ons een vreemd element
moest blijven.
Aan wie de schuld dat die wigge hier
en daar in gedrongen is en splijten doet?
Och, is twee mans kijven ook hier wel
eens mans schuld
Toen de doleantie kwam, ontstond ang
stige bezorgdheid in den kring der Ned.
Herv. Kerk en men ging aan kerkelijke
politiek doen en zag overal den vijand, den
belager, den verwoester van een dierbare
instelling. De manie van dr. Bronsveld
sloeg in in breede kringen, en in de practijk
zeide men den Fransehman nala doleantie
c'est l'ennemie.
Maar is er ook aan de andere zijde geener
lei schuld?
Heeft men wel altijd bedacht dat de
scheidingslijn in de wereld niet loopt
tusschen Calvinisme en ODgeloof, maar wel
tusschen geloof en ongeloof, m. a. w. dat
geen mensch, ook niet Calvijn, het criterium
van volmaaktheid mag zijn, maar Een die
meerder is dan Calvijn
Zoo is, meer nog dan deze of gene, de
omstandigheden oorzaak, van een scheeve
positie als hier en daar opgemerkt wordt
en in het distriet Ede nu tot een onaange
name herstemming heeft geleid.
Wij waren ook van plan naar aanleiding
van de in ons bezit gestelde schrifturen
over de Edesche Statenvergadering een
en ander te zeggen, wat ons hoog noodig
scheen.
In verkiezingsdagen moet niet ieder woord
op een goudschaaltje gewogen, niet iedere
uitdrukking letterlijk opgevat worden.
Maar de inhoud blijve waar, de toon
waardig. Fijn en juist heeft de Nederlander
het bedrijf der vrij-antirevolutionairen in
Ede afgekeurd.
Daarom zeggen wij er ook niets van.
Maar even grievend als in een blad de
vrij antirevolutionairen met „doleerende"
en „doleerende partij" schermden, even
stuitend was in een circulaire van „vele
kiezers" (waren het antirevolutionairen?)
dat spreken over „jonkheeren en baronnen".
Moge by de herstemming, moge bij elke
stemming, hier en elders „heiligt den strijd"
de leus zijn, worden of blijven
Het bovenstaande was reeds geschreven,
toen wij de Nederlander ontvingen met eene,
door ons bedoelde, aanhaling in haar pers
overzicht en de ietwat ongeloovige uitspraak
er opHet zal ons benieuwen of een even
beslist protest anderzijds zal uitgaan tegen
deze schendtaal.
Dit laatste legt op onze eritiek wel wat
den schijn niet van het delict maar van de
zijdelingsche aansporing vrucht te zyn
maar enfin.
Maar nu gaan wij dan ook een stap
herder en schrijven uit de Neder Veluwe"
de volgende vrij-antirevolutionaire, stellig
in haar protest door de Nederlander even
eens bedoelde zinnetjes over
„Wilde men geen liberaal dan was men
gedwongen te stemmen op iemand dien
men öf om kerkelijk standpunt, of om zijn
in de politiek door dik en dun meegaan
met de aanhangers van dr. Kuyper naar
overtuiging niet zyn stem kon geven
»Wie in dat geloof staat kan evenmin
de verkiezing bevorderen van hem die zich
in zijn politiek leven laat binden door
menschelijke stelsels en van bovenaf voor
geschreven regelen hij kan niet stemmen
op iemand die door zich te laten indeelen
bij de georganiseerde Antirevolutionairen
slechts heeft uit te voeren wat bij partij-
besluit is vastgesteld
»Daar tal van Hervormden zouden wei
geren op den heer De Wilde, den adjudant
van Kuyper hunne stem uit te brengen,
werden toen de Hervormde kiezers gelijmd
met een candidaat die wel Hervormd is,
maar toch in zijn politieke beginselen aan
de zijde van Kuyper en de Katholieken
staat. En die lijmstok heeft velen gevangen.
Overmoedig door dit succes hebben de
Doleerenden daarom ook nu den heer San
ders, behoorende tot de Hervormde Kerk,
maar op politiek terrein een met de Do
leerenden, candidaat gesteld
„Niemand late zich bedriegen door de
tegenpartij die niet nalaten zal van de
daken te verkondigen dat toch ook hun
candidaat lid is der Herv. Kerk. Maar
gij weet dat hij behoort tot de Kuyper-
partij
Van dergelijke taal loopt dat blad over.
Niet zonder reden, al spyt 't ons, dat in
een circulaire van antirev. zijde er het
woord „laag" op werd toegepast.
Nu een fragment uit een antirevolutio
naire aanbeveling in liberale, socialistische
en vrij-antirevolutionaire pers aan 't circu-
leeren is, meenden wij, bij wijze van
Postscriptum, deze citaten als pendant er
aan te moeten toevoegen, met herhaling
van den wenseh dat dergelijke wijze van
strijd voeren nu eens voor goed uit moge
zijn en bij den strijd tusschen broeders
gelijk nu te Ede wordt voorbereid, niet
hetgeen scheidt maar hetgeen vereent, moge
voorgebracht worden.