NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 73.1903 Zaterdag 21 Maart 17e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISeH Bij (lil romaer teloorl em Bijvneisel. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT DE PERS. FEUILLETON. Drie gesprekken. .DB CLAMiSv De Echo's Tan de Loreley. Gemengde Berichten. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. ZIJ, dl© zich met 1 April op ons blad abonueercn, ontvan gen het tot <lien datum gratis. Een eigenaardig licht werpen de gebeur tenissen van den tegenwooordigen tijd op de houding der Liberalen van voor een halve eeuw. Toen had men "Zulke booze gedachten van de bjjzondere onderwijzers, dat men ze vr jj wel tot alles in staat achtte, zelfs tot het verwekken van oproer of iets dergelijks. Daarom werd bij de wet daar tegen gewaakt. Thans gevoelt iedereen, dat het gevaar niet van dien kant komt, maar wel van de zijde der openbare onder wijzers, die zich voor een deel reeds solidair verklaarden met de aanstaande politieke stakers. Terecht wijdt dan ook het »Chris- telijk Schoolblad" een artikel aan dit eigen aardig verschijnsel, en ook wij vragen do aandacht voor deze zaak, waarom wij ook het artikel hier laten volgen. Het is van dezen inhoud Niet de noodigst gebleken borstwering. »De onderwijzer, die bij het geven van bijzonder school- of huisonderwijs leeringen verspreidt, strijdig met de goede zeden of aansporende tot ongehoorzaamheid aan de wetten des lands, kan op voordracht van burgemeester en wethouders of van den districts schoolopziener, door Gedeputeerde Staten worden verklaard, zijne bevoegdheid tot het geven van onderwijs verloren te hebben. Deze bepaling is ook toepasselijk op den onderwijzer, die zich aan ergerlijk levens gedrag schuldig maakt". Aldus luidt art. 53 der Wet tot regeling van het Lager onderwijs, van 17 Augustus 1878, herhaaldelijk en laatstelijk in 1901 gewijzigd. Dat artikel wordt gevonden onder Titel IIIVan het bijzonder onderwijs. Bijna gelijkluidend, onder denzelfden titel kwam het als artikel 39 voor in de Wet van 1857. Er werd toen van »de onderwijzers" enz., dus in het meervoud gesproken, en onder de colleges en ambte- ljjke personen, van wie de voordracht tot Verbeeld je, vrouw, wien ik nu tegen ben gekomen. Dien Ritgers, die nog zoo wat een neef van je is. De stumperd loopt nu hier in Amsterdam rondop goed ge luk hier naar toe gekomen, omdat hij ver nomen had dat iedereen hier wel wat ver dienen kan. Ik zeg tegen hemmenschen als jij niet; je hebt nooit een behoorlijk vak willen leer en, ofschoon je vader er bij jou even sterk op aangedrongen heeft als de mijne, Goddank, bij mij. Ja, dat zag hij nu ook wel in. Maar ze moeten het dan bitter arm hebbenals zijne vrouw niet wat verdiende met wasschen, kwam er niets in en ze hebben drie kinderen. Misschien kun je wat missen en er ligt nog wat goed daar de onzen uitgegroeid zijngeef hun dat maar. De Waal, zegt hij tot mij, jij bent op een goede fabriek en je beurt, zoo ik hoor, soms vijftien guldentoe, doe jij eens een woordje voor mij bij de heeren dat ze me in het werk zetten, al was het voor nog zoo weinig; ik kan zóó niet blijven loopen, wij raken er geheel onder. Maar nu vraag ik je, wat moet ik bij den patroon met zoo'n prulvent aankomen, die geen gereed schap gebruiken kan en die te dom is daar, ik had haast wat leelijks gezeid!" „Probeer het toch maar eens, maneen goed woord is licht gezeid en je "yveet niet of het niet een goede plaats vindt. Je klaagt wel eens dat je om wissewasjes uit ontneming der bevoegdheid kon uitgaan, werden toenmaals ook de plaatselijke sehool- commissiën genoemd. t f? Van die leeringen, strijdig met de'goede zeden, en die aansporing tot ongehoorzaam heid aan de wetten des lands, vindt men zoo niets onder den titel van het openbaar onderwijs. Daar schijnt geen ander gevaar zoozeer gevreesd te zijn geweest, als dat de onderwijzer iets zou leeren, doen of toelaten, dat strijdig zou zijn met den eerbied, ver schuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden. Het kostelijk kleinood is daar de neutraliteit. Dat teekent zoo eenigermate den geest, waarin die wetten gesteld zijn. Het bij zonder onderwijs, in de scholen en huizen beide, werd in bijzondere mate een mogelijk gevaar geacht voor de zedelijkheid en de maatschappelijke orde. En daarom plaatste men dat artikel niet onder de algemeene bepalingen, waar het behoorde te staan, dewijl daar over de onmisbaarheid de wette lijke bevoegdheid en het verlies der gehan deld wordt, maar onder het hoofd van het bijzonder onderwijs. Zeker, dat is teekenend voor de gezindheid der verziende meerder heden, die deze wetten in naam van haar meerderheidsmacht hebben doorgedreven. Wat dat buitenhouden van onzedelijkheid en rebellie betreft, had men natuurlijk hetzelfde resultaat bereikt, zoo men onder de bepalingen, die voor alle onderwijzers helden, het dreigement als artikel had ge boekt. Maar neen, het kwam onder het bijzonder onderwijs te staan en daar staat het alleen. Van die zijde dreigde de nood. Hoe hatelijk zijn toch partij wetten. Hoe weinig aanstootelijk zou het geweest zijn, als aan alle onderwijzers te verstaan was gegeven, dat het verspreiden van onzedelijke of opruiende leeringen gestraft kon worden met het ontnemen der bevoegdheid tol het geven van onderwijs Of hebben de profeten van die dagen soms gemeend, dat een openbaar onder wijzer daartoe nooit zou kunnen komen Het trok onze opmerkzaamheid, dat vol gens berichten in de dagbladen een drietal onderwijzers te Arnhem manifesten hadden verspreid onder de opgeroepen miliciens. Dat waren geen manifesten, die aanspoorden tot gehoorzaamheid aan eventueele dienst orders. En nu kan overwogen worden, of men aan deze onderwijzers hun ontslag zal geven. je werk wordt geroepen misschien konden ze hem daarvoor gebruiken. „Ja, dat is een idéé, vrouwjullie weet toch altijd wat. Ik zal het maar eens wagen." EEN WEEK LATER. »Mijnheer, als het niet lastig is, bad ik straks graag een woordje met u." »Best, De Waal, kom maar even me<3 op het kantoor, het kan nu wel. Wat hadt je te reclameeren »Te reclameeren niets, mijnheer, maar wel een vriendelijk verzoek. Er loopteen neef van mijn vrouw hier zonder werk, een man met eon gezin en ze hebben het bitter arm. Die heeft mij aangesproken, of ik niet eens een woordje voor hem doen wou.'' »Maar, De Waal, jongen, gebruik nu je verstand eens. Ik zit overvol met werk volk. Waar zou ik dien man nu aan kunnen zetten Is hij met het vak en met de machinerie bekend »Neen, mjjnheer, dat is het nu net. De man is stevig genoeg en geen drinker, maar hij is dom en heeft in zijn jonge jaren geen vak geleerd. Maar gewillig is hij, haast te gewillig, want hij loopt met iedereen mee. Als we hem hier hadden, geloof ik evenwel dat hij naar mij luisteren zou en dat ik wel de hand asn hem zou kunnen houden." »Nu ja, dat is je van harte vertrouwd. Maar wat doe ik met den man Het is hier geen instelling van liefdadigheid." »Ja, mijnheer, dat begrijp ik wel. Maar ik had zóó gedachtIk word nog wel eens afgeroepen met het wegzetten van die bakken Wij dringen onzerzijds op dat ontslag niet aan. Of het moet en kan gegeven worden moeten zij maar uitmaken, wien het aan gaat. Ook al gold art. 53 uitdrukkelijk voor alle onderwijzers en dus niet zoo in 'tjoog loopend meer bepaald voor de bijzon dere, ook dan nog vielen deze drie colpor teurs er niet onder, aangezien zij de gewraak te propaganda niet bij hot geven van hun onderwijs hebben gepleegd. Maar^'t is toch wel opmerkelijk, dat zich deze apostelen op een gebied hebben vertoond waar het goed vertrouwen van de scheppers hunner school, als de eenig waardige "en nationale,' ze vol strekt niet heelt verwacht. J Niet weinig dragen zulke menschen er toe bij, dat de neutrale overheidsschool niet langer meer voor de alleenzaligmakende doorgaat. Zij heet niet meer het symbool en de moeder onzer nationale eenheid. Is het wonder, dat het geroep om gelijkstel ling van het bijzonder met het openbaar onderwijs niet meer ondraaglijk klinkt in het oor van hen, die voor veertig jaren gebruld zouden hebben, als er maar iets was weggenomen van den druk, waarmede men het bij zonder onderwijs zocht dood te drukken? Voor ongeveer een twintig jaar geleden schoten de kapiteins der stoombooten die op den Rijn voeren het kanon af als de boot zich tusschen Saint Goar en Ober Wesel bevond. Daar bevond zich inderdaad de beroemde rots »de Loreley" genaamd, die zich op honderd meters boven het water bevond. De passagiers stonden ver baasd over de pracht van de echo. De Leroley weerkaatst inderdaad veertien maal de klank. Wij kennen een echo die nog wondervoller is, die zich een ontzag gelijk .aantal malen herhaalt. Hoort men niet eiken dag iemand zeggen »De Pinkpillen hebben mij genezen" en, gelijk een soort van echo zeggen an dere personen op hetzelfde oogenblik in vele steden en dorpen. »De Pinkpillen hebben mij genezen". Het aantal door de Pinkpillen bekomen genezingen is inderdaad zeer groot, en als men al de brieven met dankbetuigingen die in een enkelen dag tot ons komen en de jongen, die bij mij staat, wordt al bekwaam om bij Dirk te werken. Als u dien nu daar een plaats kon geven, dan kon miju neef onder mij staan en tevens voor de bakken zorgen. Ik hoop niet dat mijnheer me kwalijk neemt dat ik zoo aan dring, maar ik heb met de menschen te doen. Mijnheer moet weten of het kan de man is, ik zeg het zelf, maar een klein daggeld waard, maar daar is hij dan ook ruimschoots mee tevreden, als mijnheer het missen wil." »Nu, De Waal, stuur hom eens hier, dan zal ik zien. Ik doe het om jou als ik hem neem, omdat ik weet wat ik aan ;e heb en omdat je hart voor mijn zaak hebt, maar ik vind het eigenlijk vervelenddie lui, die ze buiten niet gebruiken kunnen, moeten wij maar slikken en straks hebben ze een grooter woord dan de beste werklui van jou slag." »Nu mijnheer, ik dank u wel dat u het zóó opvat en ik zal mijn best doen dat u van Rigters zoo heet de persoon geen moeite maar wel dank zult hebben." ZES JAAR LATER. »Zeg, Rigters, gooi zoo niet met de bakken, jong, ze kunnen wel stuk." »0 zoo, heeft mijnheer soms nog meer te commandeeren? Mijnhoer wordt zeker aandeelhouder in do zaak dat hij zoo'n hart voor de bakken heeft." »Toe, maak nou geen drukte Rigters, ik zog het voor je eigen bestwil." »Drukte, kouwe drukte van jou, De Waal! Denk je dat ik onder jou sta; ben jij hier de baas omdat je met de patroon moest vermeldeD, zouden al de bladzijden van deze courant niet voldoende zijn. Laten wij evenwel de wondervollen brief vermelden van een persoon die door de Pinkpillen van influenza is genezen ge worden. De Heer F. HOENSELAAR, volgens portret De Heer F. Hoenselaar, wonende teLobith schrijft ons: »Van mijne jeugd af aan ben ik altijd uiterst zwak geweest, de eetlust was slecht en tot instandhouden mijner krachten gebruikte ik met tegenzin ver sterkende middelen doch niets mocht baten, ik bleef zeer zwak en zeer gevoelig voor alles. Deze zomer gevoelde ik mij op zekere morgen zoo duizelig dat ik meende te vallen, gepaard gaande met hevige hoofd pijnen en een gevoel als moest ik sterven. De geneesheer verklaarde dat ik influenza had, doch helaas wat-ik ook hiertoe aan wende niets mocht baten. Op eens viel mijn gedachte op de Pinkpillen. Zoovelen waren daardoor reeds genezen dat ook ik dit heilzame middel eens wilde probeeren. En ja, reeds bij het gebruik van de eerste doos kreeg ik zoo'n eetlust dat het een aard had. Ik nam een tweede doos en het resul taat was dat ik steeds verlangend het etens uur tegemoet zag. Tot heden heb ik dien goeden eetlust behouden, en ook mijne krachten namen steeds toe. Moge het een ieder tot spoorslag dienen, uwe beroemde en heilzame Pillen te gebruiken zulks is mijn vurigsten wensch en voorzeker zal 't nooit iemand berouwen ze aangewend te hebben. Prijs f 1,75 de doos f 9.per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rotter- heult en mooie praatjes voor hem houdt? Zeker, jij hebt mooi praten. Steek je niet wekelijks negentien gulden in je zak? Negentien guldenhet is een schande, want als ik kom, moet ik voor negen gulden vijftig, nog »dank je" zeggen." »Nu, je moogt blij wezen dat je ze krijgt, want als de patroon niet naar mij geluis terd had, dan had hij je vóór zes jaar niet genomen en dan was je vóór zes weken de laan uitgekuierd, omdat je niet zoo wijs bent om je mond te houden en omdat je hier onder de jongens praatjes uitstrooit, die je niet passen, en blaadjes verspreidt die voor zulke mijnheeren als ze schrijven een schande zijn, waarvoor zij zich schamen moesten. Maar dan laat je je kop warm praten in die vergaderingen, waar je naar toe loopt, en je bederft hier den boel." Bederven, neen, den geest van den werk man wakker makenDe boel der onder hier en de werkman der boven opZoo heb ik het nu leeren verstaan. Jij met je negen tien gulden en je mooie leer van sparen wordt ook al een kapitalist. Maar mij zouten zij met negen gulden vijftig af en ik verdraai het om daarvoor mijn rug te buigen over die bakken. Je moogt die bakken en die patroons nog wel voorspre ken 1 Bloedzuigers zijn het! Ik werk voor ze en zij spelen er mooi weer van." „Rigters, hou nou toch je mond, en als je nog wat verstand hebt, gebruik het dan Wie heeft hier voor de fabriek heen en weer geloopen en haast zijn petje voor mij afgenomen om er in te mogen komen? Wiens vrouw is bij de mijne gekomen om te zeg gen dat ik den Hemel aan jelui verdiend dam, hoofddepothouder voor Nederland en apotheken. Franco toezending tegen post wissel. Ook echt verkrijgbaar voor Middel burg en omstreken bij Joh. de Roos, K 157 Vlasmarkt te Middelburg. Ook echt verkrijg baar voor Goes en omstreken bij Gebr. Mulder, Drogerijen en Verfwaren. De heer Vermeulen lid van den ge meenteraad van Velzen, komt in de N, R. Ct. op tegen de uitlatingen, die den heer Henri Slegtkamp zijn toegeschreven ter gelegen heid van de protestmeeting te IJmuiden, en waarvan wij er een enkele aan genoemd blad hebben ontleendDe heer Slegtkamp heeft niet gezegd„nu mag ik maar lijden dat jelui zoo gauw mogelijk staakt." Het tegendeel is waar. Zijn advies was juist. „Jongens laat je niet opruien om te staken." In de tweede plaats heeft hij gezegd het volstrekt geen schande te vinden een betrekking te aanvaarden, al wordt deze door een ander in tijd van werkstaking uit ontevredenheid of solidariteit verlaten. In de derde plaats heeft hij geheel geen nei ging geopenbaard om tegen de werkstakers daadwerkelijk op te treden. Integendeel zeide hij: „Jongens past op, 't gaat overal hetzelfde, als het aan vechten toekomt krijgt Janmaat de blauwe boonen, en Domela Nieuwenhuis en de spreker van dezen avond gaan om een hoekje staan." Uitvoering der Woningwet. Nu krachtens de Woningwet, het model vastgesteld is voor de aangiften van ver huurders van woningen, welke drie of minder ter bewoning bestemde vertrekken bevatten, zijn de gemeentebesturen uitgenoodigd om thans ter voldoening aan de Woningwet over te gaan tot het vaststellen van den termijn, binnen welken de eerste aangiften moeten geschieden. Eerlang zal de minis ter aan de gemeentebesturen het voor iedere gemeente ongeveer benoodigd aantal for mulieren doen toekomen, met een opgave van het aantal woningen met drie of min der bewoonde vertrekken in elke gemeente aanwezig, volgens de ter gelegenheid van de achtste volkstelling verzamelde woning statistiek. Vervolg der Gemengde Berichten in het Bijvoegsel had ofschoon door Gods genade de Hemel niet te verdienen is, want dan zou het er slecht met ons uitzien. Wie heeft eerst als een hond gekropen, om nu als een hond te blaffen en zijn nijdige tanden te laten zien? Schaam je en pas op! Want als je nog eens onder het volk en tegen mijn eigen jongens durft te praten over den patroon zoo als je gedaan hebt, en ze durft op te stoken om nu, in den diuksten en besten tijd voor de zaak, den boel er bij neêr te gooien, daar, dan zal ik zelf net zoo hard bij mijnheer vragen om je gedaan te geven, als ik vroeger heb staan bedelen om je hier in te krijgen. Denk je dat ik en mijn kameraads die hier, Gode zij dank onder beste patroons ons eerlijk en ruim stuk brood hebben, ons door jou en een troep kwajongens, die naar je luisteren, zullen laten dwingen om te staken, alleen omdat jij afgunstig bent en niet waardeert wat jij hier hebtIk wou wel eens weten waar de werkman boven op staan moet, als hij er eerst den boel onder trapt. Dan heeft hij immers geen grond onder zijn voeten. Nu weet je het, en nu zet je die bakken behoorlijk op hun plaats zonder er meó te smijten! Die bakken geven je een behoorlijk stuk brood en als je in je jeugd een ordentelijk vak had willen leeren, waartoe de gelegenheid je ruimschoots ge boden is geweest, dan kon je nu op eene zelfde plaats staan als ik, en die behoefje mij dus niet te misgunnen of daarom op mij te smalen. Maar, het is juist zooals de patroon opmerktedie het minst kunnen, zetten de grootste monden op." In hoofdzaak historisch. L. C. S. T. P.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 1