NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. J. 611 C. ORANJE LZ. J. DONNER C. ORANJE Lz. No. 72. 1903. Donderdag 19 Maart 17e Jaargang. HISTORISCH cHiezen CHRISTELIJK- Steunt de Raadsleden die op de beurs passen en brengt Uw stem uit op de Heeren iedenken dat alle En terwijl nog in er Janssen en de iging waar die steeren de lasten rij roepen U toe: [ielden op raadslid >r U met over- |plichtsbetrachting Le het belang en iteint de heeren lie uw vertrouwen er en werkman, ilEZERS. Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. St^mt morgen Donderdag de heeren I Dan zijt ge zeker dat in den Raad komen: goede sprekers, bekwame raadsleden, bezuiiiigiiigsmannen. De gemeentelasten worden steeds grooter de uitgaven klimmen voortdurend. EN UT- De Stembus is open van 8 tot 5 uur. Wie zijn oproepingskaart kwijt is kan op 't Secretarie een ander bekomen. schrijvéntkVze1! t0P SeV°0rd' °nZin tS PRIJS DER ADVERTENTIËN Uit de Tweede Kamer. BEKENDMAKING-. i/rneniii LM T UITGAVE DER FIRMA EN VAN nog zoo'n dat echt Zij dieid >r en at in ingt, van bting ïacli- i een s man gden wee ihuis eer- ïhten i het sft in elens waar ver heeft >t op had, heeft ,mera rand" rland i ge- men veten i om- ikend agers 3tten. ;ische >ogen jvers, Natie één wol waaiipis. uu geiuuvige, ue vuribieii m den volleD, heerlijken zin des Woords. Dat is dan ook 't geheim zijner kracht, die hem jong deed blijven tot zijn jong- sten ademtocht een verhooring van zijn bede Mijn God! hier bid, hier schrei ik om: Laat mij èn herfst èn zomer derven, Laat me in mijns levens lente sterven Maar, Heer! geen wintersche ouderdom! „Die den Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwenzij zullen opvaren met vleugelen als der arendenzij zullen loopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden." Een schoone trek in ons volksleven, een erfdeel van 't oud-Germaanscke volk, dat Tacitus reeds ten spiegel voorhield aan zijn eigen verbasterd geslacht, is de voor liefde voor stil, rein huiselijk geluk. Ook te dezen opzichte is Beets Nederlander in hart en nieren, en aan dezen trek danken wij dien schat van familieliederen, dien we niet gaarne uit zijn bundels zouden missen, al doen zjj een half minachtenden glimlach rijzen op 't gelaat van sommige nieuw eren, die verheven zijn boven dat gelijkvloersche. Wat is dan ook reine liefde voor gade en kroost, die niets harts- 'ft t -8' niets buitensporigs heeft? Is och eigenlijk niet bespottelijk, dat een va r, telkens als hij weer op nieuw dien eernaam mag dragen, zjjn blijdschap en dankbaarheid uit in een lied Ja, is 't niet hart> miin vijftiend kind! heb ii net zoo lief als 't eerste. illeen stisoh sr die neer- tuizer velen lkens a ko- jllicht itaan- uaaioiu laai ojjioojm, ai uvjoi< t uuiuuör £19.11 Hildebrand dan aan Beets denken, over schrijven Laat 't dan zijn BLINDE ELZE. Blinde Elze zingt en spint haar vlas Maar zou zij zingen mogen, Als 't overal zoo duister was Als in blinde Elze's oogen Was daar geen lampje voor haar voet, Geen lichtje op haar wegen, Geen vlammetje in haar oud gemoed, Van Goddelijken zegen Geen straaltjen in haar zwart verschiet, Om troost en kracht te leenen Blinde Elze ziet het kerkhof niet, Maar wel er over henen. Zij draagt haar Bijbel in haar hart, Die doet haar alles hopen En tuurt ze ook hier in nacht en zwart, Zij ziet den hemel open. Beets is niet alleen een uitnemend ken ner en teekenaar van ons Volksleven ge weest, maar waarljjk niet minder kenner onzer taal. In keurigheid van stijl en zuiverheid van vorm zoekt hij zijn weder gade. Zijn proza en zijn poëzie zijn glas helder, en dat niet wijl zij niet diep van gedacbto zijn. Oppervlakkigheid hult zich trouwens eerder in 't kleed der onverstaanbaarheid dan diepte. Wat Beets zegt, zegt hij zóó, dat ieder, ook de eenvoudigste, hem be grijpen kan, als 't onderwerp, dat hij be handelt, niet boven zijn bevatting gaat. Zóó te kunnen schrijven bewijst een hel derheid van hoofd, die waarlijk niet ieders deel zijn. Dat Beets trouwens een man was van groote levenswijsheid, geput uit van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. de heldere bronnen van Bijbel, mensebe- ljjk leven, natuur en kunst, bewijst al wat hij geschreven heeft. Neem alleen 't overgroot getal dier korte, zoo veel zeg gende puntige verzen waaraan vooral zijn latere bundels zoo rijk zijn, en waaruit we voor ditmaal alleen dit willen ont- leenen als een schoone les voor 't bedenk AFVAL. Wat afvalt van den hoogen God, Moet vallen. Een zelfde schuldeen zelfde lot Voor allen. 't Gezin, 't geslacht, het volk, de staat, De kleinen en de grooten: Verlaten wordt wat God verlaat, Wat God verstoot, verstooten. Wel hoort men daaglijks stem op stem Weerklinken „Geen noodwij redden 't zonder Hem Maar die het zeggen zinken. (Wordt vervolgd.) 18 Maart 1903. Iu zijn jongsten brief met bekend adres schrijft ds. Gispen: „De politiek die zich uit het revolutie beginsel ontwikkeld heeft, en de moraal van het Darwinisme leiden elk voor zich en als vereenigde kracht tot decadentie en barbarisme, tot "iangkaam verval en ver lating, tot dierlijkheid. Voor wie dit niet gelooven kan mogen de woorden, door so cialisten en anarchisten in deze dagen ge sproken en hun gedrag in de openbare vergaderingen een onderwijzing zijn. En ook is de houding van de liberale pers tegenover de regeeringsvoorstellen, en zijn de verschillende manifesten der bezadigden, liberalen van alle gading uit den beschaaf den stand tegen de voorgestelde wijziging van het wetboek van strafrecht bijzonder leerzaam. Tenminste voor hen die niet uitsluitend zien op de spoormannen-werk- stakers, maar nadenken over den geeste lijken oorsprong der verschijnselen. Deze oorzaken zijn aanwezig in hetgeen thans de wetenschap genoemd wordt en aan de Universiteiten wordt onderwezen. Men moet ze zoeken bij onze Staatslieden, letterkundigen, handelslieden en allen die zich verlicht achten, en die nu jaren lang bezig zijn om hunne verderfelijke leeringen onder het volk te brengen, rusteloos voort gaande om ook den ambachtsman en den spoorwerkman met God en godsdienst, met hemel en hel te leeron spotten. Ze hebben in 't leven geroepen waarvoor ze nu schrikken en kunnen het daarom niet van zich verkrijgen het kindeke, dat zij voortbrachten, met strenge tucht van het kwaad af te houden, maar hopen met zachtheid en lieve woordekens het wel zoo te knanen opvoeden, dat het even bezadigd en verstandig zal worden als zij zeiven zijn. Wij zijn nu bezig aan de uitlegging van het tweede geloofsartikel der revolutie ik geloof de gelijkheid. De vrijheid hebben we al, gelijk uit tal van verschijnselen, niet het minst uit dat van 31 Januari blijkt. Maar de gelijkheid die is er nog niet. Die is er pas dan als de man van de loco motief de staatsmachine in zijne hand heeft. Dat zal de overwinning zijn van den vierden stand op den derden. En dan volgt de vijfde stand, die de broederschap op aarde zal brengen, als laatste gevolgtrek king van het revolutionaire credo. Wij gewaagden de vorige week van een stationschef in onze buurt die manifesten zou hebben verspreid of doen verspreiden. De ons gedane mededeelingen blijken onjuist te zijn geweest. Onze zegsman bedoelde den heer Bruinshoofd te Vlake, en noemde dezen stationschef, ons is ech ter gebleken dat genoemde heer geen stationschef is. Dit doet ons leed, wijl men daardoor onscbuldigen er op aangezien heeft. Wij wekken alle lezers op Walcheren op om te Middolburg bij dhr. D'huij het adres to toekonen, door ons in 't vorig no. van ons blad meegedeeld. •c-w-iKi Er is nog eon adres blijkens adverten tie in datzelfde no., waarop de teekeniDg is opengesteld tot heden Donderdagavond 7 uur. Wij hopen dat op beide adressen vele handteekeningen zullen worden ingezameld. Doch wij vragen in de eerste plaats steun voor het onze. De vïijheidswet der Regeering. De heer Korthals Altes, de liberale eerste onderteekenaar van bovengenoemd adres ten gunste der strafwetnovelle, deelt in het Handelsblad mee, dat bij een betuigmg van instemming ontving van oen werkman, die hem o. a. schreef »Velen schijnen een weg van halve goed heid op te willen, en vergeten de onbarm hartige gemeen- en laagheid, die iD practijk gebracht is en nog veel meer geuit tegen arbeiders die nog werken wil den en geen lid waren van »Recht en Plicht". »Mag ik een waar voorbeeld noemen Bij de Stoomvaart-Mij. Nederland waren de meeste arbeiders tevreden, doch vele moedige, flinke mannen zijn geëindigd met lid te worden van »Recht en Plicht" mit vrees voor gevaar, door dreigen van enkelen, zoowel voor hun persoon als voor vrouw en kinderen. Mag dit nu blijvon bestaan?" g gj Een mooie bijdrage"""weer" van" ;wat de Socialisten onder «vrijheid" verstaan. Als zij zeggen dat de Regeering hun vrijheid aanrandt, dan bedoelen ze blijkbaar hun vrijheid om anderen te dwingen. Maar de Regeering zal zien te zorgen, dat ook de niet-Soeialisten nog eon beetje vrijheid overhouden. Het kijken over den muur bij buren kan blijk van onbescheidenheid zijn, maar het kan ook ontstaan door leergrage be langstelling. Als zoodanig willen we dan ook beschouwd zien de hier volgende mededeelingen be treffende de Evangelische filantropie in Rhijnland en Westfalen, dus bij onze naaste buren oostelijk. Het Westduitsch Jonge lingsverbond maakt ons door zijne opgaven dezen leerrijken arbeid gemakkelijk. Het wereldberoemde diakonessen-huis te Kaiserswertli, moeder van alle, of althans de meeste, dergelijke stichtingen in de heele beschaafde wereld, staat met haar 1100 zusters bovenaan de lijst. De uitgave voor deze stichting bedraagt schrik niet ieder jaar 4'/a ton gouds Hollandsch geld, en tal van inrichtingen" daarom heen zijn reeds uit deze geboren. Diakonen-inrichtingen en diaconessen-hui zen, inrichtingen tot verzorging en onder wijs van idioten en achterlijke kinderen. In Rhijnland en Westfalen namen de christelijke werklieden-bonden, ondanks of door het drijven der, ook daar vrij krach tig ontwikkelende, sociaal-democratie met 5000 leden toe. Het gemuthlich» Duitsche christelijke leven, vindt in ons Calvinistisch Holland mis schien minder waardeering dan het ver dient. De plant van anderen bodem, in ander klimaat geboren, wekt misschien meer onze bewondering dan onze belangstelling. En toch onze belangstelling verdient ze. Die christelijke arbeid te midden van een maatschappij van arbeid en industrie, te midden van socialistische propaganda wat heeft ze ons veel te zeggen veel te leeren veel te danken. Daar is zegt men in Duitschland een nieuwe ziekte ontdekt, en die is een nieuwen naam gegeven Unfallneurose, d. i. ongeval-zenuwlijdeD. Sints de ongevallen-wet, ginds gelijk aan de onze, hier in werking is getredeD, Niet te verwarren met de anti-socialis tische spoorwegvereeniging van dien naam. is daar de dwaze neiging ontstaan om, na geringe verwonding, naar schadeloosstelling, krachtens de ongevallenwet te trachten. Door zich voortdurend te verbeelden dat zijn ongeval of ongevalletje verontrustend worden kan is menig werkman in 't midden zijner jaren ongeschikt voor den arbeid geworden, en ziet reikhalzend uit naar een pensioen, dat redding brengen zal. Redding alsof pensioen voldoende redding brengen zou voor hem wiens werk- ader gebroken is Zoo bracht ons dan do vorige week het eerste bedrijf van het treurspel om recht of revolutie, om gezag of volks macht in ons land ingezet. Het praeludium op het lied der revolutie. Met de handigheid van eon advocaat en met de tactiek aan mr. Troelstra eigen klonk hot lied dat buiten de Kamer forto gezongen wordt in do Kamer pianissimo. Zendt uwe troepen naar huis en trekt de ingediende wetsontwerpen in, en er zal geen wolkje meer aan de lucht zijn. Ach, niemand denkt aan kwaaddoeD. Er was overspanning aan beide zijden, maar meest aan de zijde der pers, der regeering en dor conservatieven. Wij mishandelen niet maar wij worden mishandeld. Wij schreeuwen, maar alleen omdat wij onderdrukt worden. Wij slaan er op maar uit baloorigheid. Wij dreigen omdat redeneeren niet helpt en overtuigen niet gelukt. Ziedaar het lied, het Sirenen lied van mr. Troelstra. Een lied dat de regeering slechts had te beantwoorden met de ver zekering dat haar het gezag is toebetrouwd, en dat zij dat zal handhaven, desnoods met den sterken arm, tegen allen die het om welke oorzaak dan ook, aanvallen. Dat was de korte inhoud der beraad slaging over de interpellatie van mr. Troelstra die informeeren wilde naar de toekomstige plannen der regeering en toen dit niet gelukte nog een uiterste poging waagde om de rechterzijde in de Kamer, en ook om de andere partpen, liberale zoowel als democratische, tot spreken zoo mogelijk tot afkeuren van de regee- ringsmaatregelen te brengen. Maar ook deze poging mislukte. Niemand, zelfs niet de heer Staalman deed den mond open. En zoo werd deze interpellatie eene volslagen mislukking. Die van den heer Mees mislukte evenzeer. Voor de toekomst scheen geen vuurkolom en bet verleden bleef verborgen achter een wolkkolom. De regeering had reeds gezegd dat de spoorwegstaking haar onverhoeds, onvoor bereid overvallen was. De heer Mees meende dat achter deze waarheid nog een waarheid lag, maar de regeeiing verklaarde de volle waarheid gezegd te hebben en geen sluier te kunnen oplichten waar er geen opgehangen was. Alzoo de Tweede Kamer bracht deze week niet wat door eenigen of velen was gewacht. Met het behandelen van een formeelo kwestie betreffende de financieële verhou ding van Indië tot het moederland eindig don do werkzaamheden der Kamer voor deze week. De volgendo week brengt ons het afdeo- lingsverslag betreffende de spootwegwetton. Goes. De schoonmaakwerken van de openbare gebouwen (met uitzondering van het Raadhuis) en scholen zullen worden aanbesteed op Vrijdag 27 Maart 1903 des voormiddags ten 10 uren, ten raadhuize. Bestek en voor waarden liggen van heden af ter secretarie ter inzage voor belanghebbenden, op eiken werkdag, van 's morgens 9 tot 's namiddags 2 uren. De inschrijvingsbiljetten moeten Donderdag 26 Maart 1903 vóór des namiddags 3 uren in een gesloten bus, staande op de secretarie, worden geworpen. De aandacht wordt er nogmaals op gevestigd dat de werk lieden moeteu worden verzekerd door de aan-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 9