NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND J. Dormer, C. Oranje Lz. No. 70.1903. Zaterdag 14 Maart. 17e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Bij Uit iiimiiisr Moert een Bijvoegsel Abr.Abrahamse. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN WlSSENKERfiE Gemengde Berichten. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p, 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 April op ous blad abounccren, ontvan gen het tot dien datum gratis. Voor de a. s. stemming van twee leden in den gemeenteraad bevelen wij dringend aan de bekende, bekwame, antirevolutio naire candidaten En voor herinneren wij dat de candidaat van alle antirevolutionairen is en derhalve zonder voorbehoud moet gesteund worden, opdat het liberalisme in 't overwegend orthodoxe en antirevolutionaire Wissenkerke niet zegeviere, Past op, kiezers van Wissenkerke, past op! Het gaat hier niet om personen, maar om beginselen, en het is een ernstige tijd. Onze roeping in donkere dagen. Debat. Vervolg van het verslag uit lerseke). De heer Wibaut uit Middelburg (soc. dem.) weerspreekt de bewering als zou de soc. democratie alleen de stoffelijke dingen verlangen. Omtrent „de broodvraag voorop" acht hij het juist dat in de allereerste plaats een regeling verlangd wordt waarin voor allen althans brood is. Eerst moet de broodvraag opgelost, dan komt het ziele leven van zelf, en daarmee de vrijheid ook in de richting die de arbeider aan zijn zieleleven zal geven. Geen mensch is vrij, ook in zijn hoogere leven, die in armoede leeft. In dezen zijn de soc. democraten materialisten. Waar inleider beweert dat in de Schrift velerlei onrecht verboden en van God vervloekt is, daar zegt Spr. dat deze voortreffelijke voorschriften slecht worden nagekomen. Daarom spoort Spr. zijn geestverwanten tot eigen krachtsinspan ning aan teneinde te komen tot zooveel invloed op de wetgeving dat deze de daartoe onontbeerlijke regelingen make. Spr. ontkent dat de soc. democratie uit vindsel van geleerden is, hoe ware zij anders zulk een machtige wereldbeweging ge worden. Neen de oorsprong van de arbei dersbeweging in alle landen ligt in de ontwikkeling der eigendomsverhoudingen die in den loop der tijden den arbeider vervreemd heeft van 't arbeidsmiddel, en een groep heeft doen ontstaan van eigenaars die ai de productiemiddelen hebben, en van eigendomloozen die slechts hebben de kracht van eigen hand of hoofd om die te verhuren en een zeker loon in ontvangst te nemen. Spr. kon om des tijds wil, hij moest weer weg, slechts enkele grepen doen. Maar waar gezegd is dat het Socialisme het ge zin ontwricht en de maatschappij ondermijnt, daar zegt Spr. neen dat doet het Kapitalisme, het stelsel van eigendom, dat u, eigendom loozen, dwingt tot werken van vroeg tot laat. Wij soc. dem. willen u opheffen door den eigendom gemeenschappelijk te maken. Als dat bereikt is, eerst dan zal voor waar gezinsleven de tijd gekomen zijn. Spr. pet, ia tegenstelling met den inleider, de toekomst donker in. Hij schetst in -groote trekken de spoor staking en de wetsontwerpen (natuurlijk naar zyn wijze van zien) en spelt dat bij aanneming dezer laatste aan den groei der arbeidersorganisatie de kracht zal zijn ont nomen. Geen klassenstrijd, had de heer Uoaterbaan gezegd. Maar waarom dan wel klassenhaat en klassenwrok Spr. noodigt dan ook allen uit om te teekenen op 't bekende adres der 20 dat hij in de zaal heeft neergelegd. Het is een adres van „liberalen en eenigszins Christelijken". (Deze opponent verlaat hierop de ver gadering. Velen schenen 't met hem eens.) De tweede debater was de heer De Korte, hoofd der school, (liberaal). Hij zegtDe Spr. heeft gezegd dat de arbeider minder van zijn recht, meer van zijn plicht behoort te spreken. Maar is het zoo'n wonder, vraagt de heer De Korte, dat de arbeiders den soc.-dem. weg opgaaD. Velen moeten hard zwoegen en kunnen niet denken zelfs aan een gezinsleven. Eeuwen na eeuwen heeft de arbeider gehoopt en is hij gepaaid met een geloof dat hem misschien in de eeuwigheid beloonen zal voor het tekort. Maar toegenomen is de weelde bij de rijken, en aan zijn zijde meerdere achterstelling. Daarbij komt dat de regeering van de trusts en kartells die de prijzen van zijn levens middelen, straks van zijn brood, duurder maken, niet zegt schiet ze dood maar wel zegt wanneer de arbeider, de arme hout hakker en waterputter, in organisatie staken gaat, schiet ze dood. Tegenover het Kapi talisme staat hij alleen. Immers als hij alleen staakt, beteekent dat voor hem den hongerdood. In de tweede plaats begrijpt Spr. niet dat de inleider tegen alle revolutie is, en wijst op de schoone vruchten der revolu tie, die men toch aan antirevolutionaire zijde ook niet versmaadt. En eindelijk vraagt hij of de antirevolu tionairen nu wel zoo vast staan met hun wissel op de eeuwigheid, dien zij den arme voorhouden. Is dat voor iedereen wel zoo zeker? Velen gelooven aan de vaste zekerheid van het orthodoxe geloof. Maar er is toch geen enkel mathematisch bewijs, noch voor het bestaan van een Opperwezen, noch voor het voortbestaan van den geest. Daarom zullen wij rekening er mee moeten houden dat iemand vrij moet zijn dat geloof op zij te zetten. Ook deze menschen moeten gehoord worden. Ver volgons trad op de heer Osseivaarde, onderwijzer, sociaal democraat. Deze heer begon met groote zelfingenomenheid te ver halen: Dames en heeren, ik sta hier weer op mijn plaats, in de zaal van Klaasse, ik heb hier almenig genoeglijk avondje door gebracht, en ook van avond heb ik bijzon der veel genoegen had. En ik ben van plan (terwijl hjj eenige paperassen ook „Het Volk" voor den dag haalt) om hier nog lang te bljjven. Zich tot den kastelein wendende en ik zou u willen vragen Klaasse is je sluitingsuur wel verlengd, want het zal wel over elven wordeD. De voorzitter, valt hem in de rede dat hij hom slechts een kwartier kan toestaan. De op ponent begint hierop zijn rede. „Donkere dagen", zegt hjj, dat ben ik niet eens, want het daagt in het Oosten, en daar zijn wij blij mee, dat is door aan sluiting, door 't optreden der arbeiders ver kregen. Het licht komt, ook hier te lerseke, en wjj zullen ons best doen om dit licht te doen doorbreken. Hij wekt dan ook al len op het adres te teekenen tegen do sta- kingswetten. Leest een citaat van dr. Kuyper voor die contractbreuk goedkeurt, on gaat dan voort: de stakers zijn dus geen con tractbrekers, maar wie is de contractbreker? Kuyper heeft een contract aangegaan met het Nederlandsche volk, en nu komt hij met die wetten, en nu zeg ik dat bij de contractbrekor is. Had de heer Oosterbaan gezegd dat de Christenen een stad op een borg zjjn en dat dit vast en zeker beteekent, hij Osso- waarde, stelt daartegenover dat do Christe nen het beeld zijn van groote onvastheid en onzekerheid. Zegt de heer Oosterbaan dat de discipelen arm wareD, de evangeliepredikers van onzen tijd kan men 't wel aanzien dat zij een goed leventje er van nemen, zij kiezen zich de discipelen niet ten richtsnoer. Hij zegt dat de a. r. de prediking van het Evangelie op den voorgrond stellen, maar wat komt gij dan nog aan met uw politiek? Weest dan gewillig en stilalle macht is van God, wilt dan niet trachten de machten te schra gen, daar zal God wel voor zorgen. Er bestaat volstrekt geen zekerheid voor dien wissel op de eeuwigheid dien gijlieden trekt. Er zijn nog andere belijders dan de Chr. historische partij, en die gelooven niet in dat boek, hetwelk gij lieden den Bij bel noemt. Hebt gij, spreker gezegd, dat wij soc. dem. nog in den dop zitten, gij Christenen, komt met de nachtschuit, ik zou u raden, zet er een automobiel voor. Zegt gij, steunt de a. r. pers, ik roep allen toe leest Eet Volk. Een politieke lezing zoudt gij houden, was aangekondigd, maar gij hebt mij teleurge steld, uw eerste deel was een preek. Ik raad u dus aan de brochure te lezen Weg met de knutselaars 1 Gij zegt de autirev.- partij is voor het volk, waarom hebt gij en de uwen u dan niet als sprekers opgegeven bij het Comité van Verweer? Gij zegt, ik weet niet of hier te lerseke sociaal demo craten zijnIk hoop dat er veel zijn en dat de sociaal democratie hier steeds meer kracht zal uitoefenen en een groote krachtige zon zal zijn. Maar de antirevolutionaire partij, als zij leeft, leeft om den dood te krijgen. Lafaards zijn zij, die Christelijke arbeiders die zich zonder denken overgeven aan hunne leiders. En nu hebt gij gezegd dat de a. r. de schoone vaderlandsche historie moeten leeren. Ik zeg u dat daar vele smerige, leelijke, vuile bladzijden in staan. Onder anderen Atjeh, waar de Oost Indische Compagnie bewerkt heeft dat de Atjehneezen een zeerooversvolk moesten worden. Dat de poging der liberalen tot verbete ring door onderwijs niet geslaagd is, zegt gij Oosterbaan, maai' ik zeg u daar kunt gij nog niets van zeggen. En zoekt gij de slechtsten onder de geleerden, ik zeg de grootste deugnieten vindt gij onder de beste Christenen. De antirev. partij steunt het Kapitalisme. Nu Kuyper op het kussen zit gaat hij 't staken heelemaal verbieden, en nu moeten de arbeiders er onder Do voorzitter zegt dat 't al 20 minuten is. Dat vindt de Spr. jammer, want hij wou nog wat voorlezen, maar hij zal dan maar eindigen. Do hoor Bom ontwikkelde eenige bezwa ren togen de wetsontwerpen. De heer Oosterbaan constateert met leed wezen de afwezigheid van|den heer Wibaut, waardoor hij hem bij zijn afwezigheid be antwoorden moest, want hij kan er toch niet geheel van zwijgen, en ook is 't door dezen gesprokene de moeite der weerleg ging waard, hetgeen de anderen gaven was slechts lichte kost. Spr. moet met alle antirevolutionairen op komen tegen 's heeren Wibauts beweren dat er geen zieleleven komt voor eerst de brood vraag is opgelost. Want het is niet zoo. Het zou erg zijn voor die duizenden die worstelen om 't bestaan. Het godsdienstig leven bloeit daar het rijkst waar de strijd om het bestaan dringt. Spr. herinnert hier bij aan het godsdienstig leven onzer vaderen, hun worstelstrijd, enz. De Heiland leert in woord en handel het tegendeel. Hij ging tot de armen. Niet veel rijken, niet vele edelen, Lazurus werd gedragen in Abrahams schoot, niettegenstaande de broodvraag voor hom hier nooit werd opgelost, en de rijke man met zijn opgeloste broodvraag ging in de pijn. Hierin ligt dat fatale pogen om eerst de broodvraag op te lossen, veroordeeld. De s. d. willen de quaestie overbrengen van 't terrein der beginselen op dat van het stoffelijke leven. Hoe stellen zij zich de oplossing voor? Dat grond en productie middelen komen in handen der gemeenschap. Dat middel, zegt Spr., zou tegenvallen. Indien een eiland, waarop 100000 men schen wonen en werken eens naar dit ideaal werd ingericht, zon men niet meer dan nu uit den grond halen, tal van op zichters enz. zouden noodig zijn die dan weer aan het langste eind zouden trekken, veel zou aan den strijkstok blijven hangen, alvorens 't bjj de anderen terecht komt, en het zou nog veel erger dwangstaat zijn. Dit zeggen Treub, Iiautsky, Bernstein, Nieuwenliuis. Gij spreekt van muiikorfwet, maar uw staat zou een muilkorfstaat zijn. Den grond meer te doen opbrengen en de prijzen op te drijven, dat vermag de soci aal democratische heilsstaat niet, dat doen factoren buiten dezen. Neen, zegt Ferri, soc. dem. verzwakking van 't Godsgeloof is een der eerste hulpmiddelen tot het verkrijgen van dien soc. dem. staat. De spreker (wordt aanhoudend door den heer Ossewaarde in de rede gevallen en) zegt dat hij uit een werk door Troelstra vertaald, wel mag aanhalen. Bebel heeft gezegd dat Chris tendom en socialisme ais water en vuur tegen elkander overstaan. Troelstra heeft gezegdkomt tot ons en gij zult bij ons dingen hooren die erger zijn dan ratte- kruid voor uw geloof. En dat het Socia lisme de vrije liefde predikt, toont Spr. aan uit Reindorp, Huwelijk en vrije liefde, en Melchers zelf zei eens tot Spr. „huwelijk is een quaestie van contract"als zij elkaar niet meer bevallen verbreekt men het OssewaardeDat staat niet in onze pro grams. De heer OosterbaanDaar komt gij soc. dem. altijd mee aan. Uwe leiders zeggen het, en ik heb het recht er mij op te beroepeu. De interruptie van genoemden heer Osso- waarde houdt aan, waarop de spreker hem verzoekt hem niet meer in de rede te vallen, wijl hij het heeft tegen den heer Wibaut. »Straks, ik beloof het u, krijgt u een beurt." De spreker zet hierop zijn rede voort. Eindelijk komt bij aan dé beantwoor ding van den heer Ossewaarde. Ook hij hoeft dien heer met genoegen gehoord, want nog nooit hoorde hij een sociaal democraat met zoo groote onkunde eenige zinnen sa menflansen, en daarbij totale onbekend heid met de geschriften der a r. partij en met die zijner eigene partij verraden als deze heer. Had Ossewaarde gezegd dat het licht ook te lerseke komen zal, zeker is zegt spr. dat hij, Ossewaarde, het er niet brengen zal. Het citaat omtrent contract breuk van dr. Kuyper is door Het Volk aan de Christen Democraat ontleend, doch ziet op het synodaal verband en den kerk rechtelijken strijd. Een ander citaat, door Ossewaarde voorgelezen uit dezelfde bron omtrent de mogelijkheid om Christen en Sociaaldemocraat te zijn, is een uit zijn verband gerukte volzin, waarvan de laat ste helft is weggelaten, waarin dr. Kuyper zegt dat nooit ofte nimmer van een partij kiezen voor het Socialisme kan sprake zijn. De heer Ossewaarde valt hem herhaaldelijk in de rede, wat den spreker doet constateeren dat deze, schoon opvoeder der jeugd, een onopgevoed mensch schijnt te zijn. Hierop kan hij rustig zijn betoog voortzetten. Wat deze opponent van de tractementen der predikanten gezegd heeft, wordt door de feiten, vooral in de geref. kerken, weer sproken, trouwens de priesterschap die 't altaar bedient, mag er ook van eten. De verwijzing naar den geest der eerste chris tenen is verward, toen toch gold: al het mijne is het uwe. Gij soc. dem. zegt: al het uwe is bet mijne. Dat God zelf wel voor het gezag zal zorgen is een aardig heid waarvan spr. niets begrijpt. Bedoelt de hoer Ossewaarde er mee dat hij op school niet voor do orde behoeft te zor gen, want dat God dit wel zal doen? Gij zegt: uw wissel op de eeuwigheid is niet zeker. Maar gij soc. dom. spiegelt den menschen ook een onzekere toekomst voor. Loopuijt (soc. dem.) sprak van dat andere Evangelie, van den soc. dem. toekomst staat, maar gij weet niet of die zon wel ooit zal dagen, al is het ook zeker dat de heer Ossewaarde ze niet brengt. Deze opponent heeft ook sprekers beeld van de nachtschuit niet begrepen. Toen wij Ons Program hadden zaten de soc. dem. nog in den dop. Zij zijn er nog niet nit. Wij loopen allen een ontwikkelingsgang door, de een is daar vroeger door dan de ander. Welnu, in 1873 drong de antirev. partij al aan op een Wetboek op den Arbeid. Had men toen naar hem gehoord, rampen als deze staking zouden waarschijnlijk niet gekomen zijn. Was de opponent ge woon naar de kerk te gaan, hij zou zien dat een preek heel iets anders is dan hij er zich van voorstelt. En dat hij mij de brochure over de knutselaars ter lezing aan beveelt, omdat ik een preek geleverd heb, zegt genoeg dat hij niet op de hoogte is, zelfs met de litteratuur van zijn eigen partij. Die brochure is van Vliegen, in 1894, en behandelt dekiesrechtuitbreidiug die toen aan de orde was in de Kamer. Wat moet ik daar nu mee doen 1 Dat wij ons als sprekers bij het Comité van Verweer moeten aanmeldenHet zou de onnoc- zelheid gekroond zijn, want wij zijn tegen dat Comité. Lafaards scheldt gij onze OhristeDarbei- ders, omdat zij aan uwe beweging tegen de stakingswetten niet meedoen. Hoe duift gij 't zeggen als lid eener partij, welker leden gelijk bij de jongste spoorweg staking willoos de bevelen der leiders volgen, uit oorzaken en om doeleinden die zij niet kennen. Wat Atjeh betreft, herinnert Spr. er aan dat dit een erfenis is ons door de liberale partij nagelaten. Toeh willen ook wij van die quaestie gaarne af zijn. De heer Osse waarde raadplege overigens zijn geschie denis en aardrijkskunde en hij zal zien dat Atjeh met zijn rijke opbrengsten niet behoefde te gaan „zeerooven". Ook tegen opponents beweren de grootste deugnieten onder de beste Christenen komt Spr. op. Trouwens ware zij jnist, zij zou mede een aanklacht zijn tegen de openbare school die opleidt tot Christelijke deugden. De statistiek der strafwetgeving heeft echter onomstootelijk aangetoond dat de grootste deugnieten elders gevonden wor den. Van de gereformeerden en antirevo lutionairen maakte slechts een zeer zwak procent kennis met den strafrechter. De arbeiders er onderzou nu dr. Kuypers bedoeling zijn Hij die in 1873 reeds een Wetboek op den Arbeid aanprees, waar echter de liberalen niet aan wilden, en waardoor deze toestand is voorbereid ge worden. Slot volgt. Goes. Dinsdag zijn alhier voor de con sumptie afgekeurd 2 varkens en een paard. Ze zijn onder toezicht der politie onbruik baar gemaakt en begraven. Goes. Dinsdag is een minderjarige knaap E, (16 jaar), door de politie te 's Graven- hage aangehouden, naar hier overgebracht. Bij onderzoek bleek dat hij hier wel was geboren maar niet woonachtig. (Toen hij hier geboren werd, woonde zijn vader te Terneuzen en was zijn moeder genoodzaakt te Goes te wonen.) Vermoedelijk hoort de knaap te Middelburg thuis. Hij is naar Rozendaal opgezonden. Heinkenszand. Donderdagmiddag werd de eerste steen gelegd van het kerkge bouw der Gerf. Gemeente door den Weleerw. heer ds. Hoek' alhier. Na het lezen van eenige verzen uit 1 Koningen 8hield hij een passende toespraak, wees op de groote dingen die de Heere aan de Gem. ge daan had en vermaande de aanwezigen tot dankbaarheid en standvastigheid. Ver volgens richtte hij het woord tot den aan nemer, de verdere bouwlieden en den Edel Achtb. heer burgemeester en verzocht de aanwezigen te zingen Ps. 118 vers 11. Daarna werd nog een woord gesproken door den oudsten ouderling C. de Schipper, die mede de daden des Heeren herdacht en als nestor van den kerkeraad, sinds de stichting der Geif. Gem. nu het derde kerkgebouw ziet verrijzen. Ook de Edel Achtb. heer burgemeester sprak op zeer humane wijze en verklaarde zijn hooge ingenomenheid met den bouw dezer kerk welke beloofde ook een fraai monument voor ons dorp te worden. De plechtigheid werd besloten met dankgebed door ds. Hoek. Vervolg der Gemengde Berichten in het Bijvoegsel

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1903 | | pagina 1