NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 62. 1903,
Dinsdag 24 Februari.
17e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
Bij lil mer lelnort cm Bpepel.
VERSCHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een Christelijk Sanatorium voor
Longlijders.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—6 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Nu de plannen tot stichting van een
Christelijk Sanatorium voor longlijders
eenigszins vasteren vorm schijnen aan te
nemen is het tijd voor de christelijke pers
om hare lezers, naar vermogen, over dit
onderwerp eens te onderhouden.
Onbekend maakt onbemind, en de oor
zaken die tot zoodanige stichting nopen
verdienen meer algemeene bekendheid.
Longlijden of longen-tubereulose, zooals
het meer gespecificeerd, in de geneeskun
dige wereld heet, is onder ons een ware
volksziekte. Men begroot het aantal aan
getasten door deze ziekte in ons land op
8 a 9000 per jaar.
Aan proeven tot genezing van deze ver
woestende ziekte heeft het natuurlijk niet
ontbroken. Jaren lang heeft men troost
gezocht bij teermiddelen. Korten tijd was
het oog der beschaafde wereld gericht op
de proeven met inspuitingen door dr. Koch
te Berlijn genomen. Maar het eene zoo
min als het andere gaf resultaten.
In onze dagen wordt het door de ge
neeskundigen in heel de wereld als vast
staande aangenomen, dat longen-tubercu-
lose ontstaat door het zich vestigen en
voortplanten van een ontelare hoeveelheid
insecten, bacillen genaamd, niet dan na gezet
onderzoek en door vergrootglazen te ont
dekken.
Deze lacillen knagen de longen door en
veroorzaken het lijden dat men in het ge
wone spraakgebruik longtering noemt.
Evenzeer wordt in onze dagen als vast
staande aangenomen dat geen medicijnen
tegen die kwaal kunnen helpen. Alleen
door den bodem te zuiveren waarop deze
lacillen leven en voortwoekeren is zeggon
deskundigen genezing mogelijk. En om
dien bodem te zuiveren is zoo zegt men
verder versche lucht een eerste vereischte,
en verder een geregelde, zeer zorgzame
levenswijze. De versche lucht, door mond,
ooren en neus ingedrongen, en dan ge
paard met een zorgzame leefwijze oefenen
Dp de meeste patiënten een duidelijk merk
baren invloed, op sommigen zelfs tot herstel.
Nog wordt als vaststaande aangenomen
dat de plaats onzer woning ook de plaats
van geheele of gedeeltelijke genezing zijn
kan, en een verhip fin hooggelegen streken
als Davos in Zwitserland b. v. niet te
verkiezen is bovon eigen bodem.
En in de vierde plaats wordt als vast
staande aangenomen dat velen de gelegen
heid tot het inademen van voldoende versche
lucht missen, en dat velen evenzeer de
macht of de gelegenheid missen om een
leven te leiden zooals noodig is voor deze
lijders.
Daarom beproeft men in z. g. sanatoria
de patiënten te bezorgen versche luchten
goede tucht.
Duitschland en Zwitserland zijn ons
daarin voorgegaan.
In het dezer dagen door den Daitschen
Rijkskanselier dus officieel uitge
bracht verslag betreffende de tubercolose
in het jaar 1899 wordt gezegd dat 226.000
lyders aan deze ziekte niet tot arbeid in
staat waren en dat in 8 jaren tijds in
Duitschland aan deze ziekte ruim 1 millioen
menschen stierven, dat is ruim 118 duizend
per jaar. Van de 1000 sterfgevallen waren
316 aan tuberculose.
In 1902 werden 30.000 lijders in sanatoria
verpleegd. Toen waren 33 nieuwe inrich
tingen in aanbouw.
Van de 100 kon men rekenen dat 87,
zoo al niet hersteld, dan toch aanmerkelijk
verbeterd waren.
„Geen werk zoo eindigt dit rapport
is mensehlievender en meer in 't algemeen
elang dan het inrichten van longliiders-
gestichten."
Bij deze stem uit het vaderland der Sa
natoria voor longlijders, het groote Duitsch
land, vraagt men zich onwillekeurig af
wat doet het kleine Nederland
Klein maar dan toch 8- a 9000 lijders
ieder jaar
Het eerste van dergelijke inrichtingen in
Nederland werd geopend door dr. Haentjes
te Putten op de Veluwe. Het was en is nog
van zeer beperkte afmeting. En toen een na
tionaal geschenk van het Nederlandsche volk
bij haar aftreden als Regentes aan Koningin
Emma geschonken werd, bestemde deze
hooggeplaatste en weldadige vrouw dit ge
schenk vooreen Volkssanatorium voor long
lijders, en gaf er een harer bezittingen
Oranje-Nassau-oord, in het schoone Gel
derland bij, om te bouwen naar eisch.
Alles bezet zijnde, biedt Nederland in
zijn sanatoria aan 150 patiënten plaats.
En wat zijn deze onder zoovelen
Het was de vereeniging voor Gerefor
meerde Ziekenverzorging die nu de koe
bij de horens vatte, en beproeven wil een
sanatorium in haren geest te openen, want
dat zal een Christelijk sanatorium zijn.
Voor een Sanatorium is, dat zagen we
zoo even, overvloedig plaats. Hoe beperkt
is de opname op dit oogenblik, en wat
marteling voor den lijder en voor zijne om
geving als de docter geen ander middel
weet, en plaats te krijgen schier onmoge
lijk is.
En voor een C/imfufjffc-Sanatorium
Daar is nu eenmaal tweeërlei levensbe
schouwing. Het oog van den een ziet een
anderen kant uit dan dat van den ander.
Wat dezen ten zeerste interesseert laat den
ander koud. De toon van dezen kan den
toon van dien niet behagen. Neutraliteit,
hoe goed bedoeld en hoe welwillend toe
gepast ook, is altijd een onding, maar
vooral dan als een ernstige crisis in het
leven intreedt of voortgaat. Hoe zeer wordt
alle levensvreugde gedoofd als de een den
ander niet tot hand of voet maar tot er
gernis is.
O, de christenen in Nederland zullen
bij niemand willen achterblijven in het
waardeeren van de edele daad van Konin
gin Emma, maar een ChristelijkS&naXonxim
zou hun toch liever zijn dan een Voïks-
Sanatorium. Het ademen in versche, reine
lucht voor den geest, naar hunne opvatting
altijd, is hun niet minder, maar nog veel
meer waard, dan het ademen in versche,
reine lucht voor het zieke lichaam.
Geest en Jichaam zijn zoo nauw ver
bonden, en zal men voor het lichaam zoe
ken naar zuivere lucht, levenwekkend en
prikkelend, doordringend en sterkend, en
voor den geest naar neutrale lucht, zonder
pit of kracht Immers geen onzer die
het wenschen zou.
Een Christelijk- Sanatorium.
Yan oudsher kweekte de christelijke
levensbeschouwing, eenvoudigheid en sober
heid.
In onze stichtingen moet een hooge
prijs betaald worden f 7 a f 8 per dag en
per persoon. Natuurlijk dat dit geen prijs
is waarvoor men tevreden is met voedsel
en deksel. En nu zegge men niet, ook voor
f 250 kan men terecht, want bij dien prijs
mist men juist wat de meesten boven alles
begeereneen vrij kamertje» Dan moet men
zijn verblijf met anderen deelen.
Het opteriehten Christelijk-Sanatorium
zal voor f 1,25 en f 1,50 per dag opnemen,
en alzoo dien stand bereiken die nu eene
behandeling als de bedoelde niet bereiken
kan om financiëele redenen.
Daarom is er plaats voor een Christelijk-
Sanatorium in Nederland.
Daarom zal het Christelijk Nederland
zich, naar Graaf van Bulow's woord, door
een Christelijk-Sanatorium een monument
tot algemeen belang en van menschlievend-
heid stichten.
Daarom volgen we met belangstelling
de poging thans beproefd om een droppel
honig te werpen in menigen beker des
lijdens, aan zoovelen, ook onder ons, op
de hand gezet.
23 Februari 1903.
WERKSTAKING.
IV.
Prof. D. P. D. Fabius behandelt in een
ingezonden stuk in de Standaard het vraag
stuk van recht op staking.
Hij merkt op, dat het begrip staken
niet voor ieder hetzelfde is
Een werkman is als vrij man bevoegd,
na afloop van den termijn, waarvoor hij
zich bond, te weigeren zich op dezelfde
voorwaarden opnieuw te verbinden. Ook
acht ik onloochonbaar, dat de werklieden
het recht bezitten hierin gemeenschappe
lijk te handelen.
In dien zin wordt staken opgevat in het
Handwörterbuch der Staatsvvissenschaften
van Conrad c. s. dl. I, bl. 730, ofschoon
daar niet duidelijk uitkomt, dat men alleen
mag weigeren het werk voort te zetten
na afloop van den termijn, waarvoor men
zich verbond, welke termijn gewoonlijk
moet gerekend worden naar den tijd, waar
over het loon wordt uitbetaald.
Ook in Elstor's Wörterbuch der Volks-
wissehenschaft, dl. I, blz. 172, wordt sta
ken eenvoudig opgeval! als een gemeen
schappelijk neerleggen van den arbeid door
de werklieden, wat echter tevens wordt
genoemd een opzeggen van het contract
hunnerzijds.
Maar merkt do schrijver op tegen
woordig vatten volen het begrip staken
zóó op, dat werklieden niet alleen gemeen
schappelijk het voortzetten van den arbeid
onder de bestaande voorwaarden weigeren,
maat dat zij zich daarbij ook niet behoe
ven te houden aan den termijn van hot
contract, en bovendien nog van den patroon
kunnen eischen, dat deze, trots het niet
werken, de dienstbetrekking blijft erken
nen, en zich onbevoegd zal achten anderen
voor goed of tijdelijk in dienst te nemen.
En nu acht hij het moeilijk houdbaar, dat
een werkman tot staking in dien zin te
allen tijde het recht zou hebben. Het
gemeentebestuur van Amsterdam erkent
dit recht dan ook niet.
Hot heeft in zijn werklieden-reglement
bepaald, dat opzegging van dienst, verzoek
■om ontslag, gedaan moot worden 14 dagen
te voren. De werkman is dus altijd na
14 dagen geheel vrij. En voorts is bepaald
dat staking, verstaan als het neerleggen
van den arbeid binnen dien termijn, zal
worden beschouwd als willekeurige ver
breking der dienstverhouding, waardoor
de werkman de voordeelen van den eervol
ontslagen werkman verliest.
Tot dusver vernam ik nooit, dat iemand
dit onredelijk noemde. En duizenden van
werklieden hebben tot dusver deze uitslui
ting van een recht tot staken aanvaard.
Zelfs staat de gemeente daarmee betrek
kelijk nog zwak. Indien toch alle werk
lieden der gemeente zich aan den termijn
van 14 dagen niet storen, en zonder ver
zoek om ontslag op een gegeven oogenblik
staken, heeft de gemeente, ja, wel het
recht allen ontslagen te rekenen, maar
tegenover de ontzaglijke schade, die haar
kan zijn toegebracht, niet anders dan dat
alle recht op pensioen vervalt. Van een
algemeen recht om op ieder oogenblik,
binnen den gecontracteerden termijn, den
dienst te verlaten, kan, naar mij voorkomt,
geen sprake zijn. Binnen dien termijn het
werk neer te leggen, en bovendien te
eischen dat de patroon zijnerzijds de dienst
betrekking moet handhaven, acht ik in
het algemeen tweevoudig onrecht.
Verstaat men echter onder staken alleen
het gemeenschappelijk opzeggen van den
dienst op de bestaande voorwaarden, met
inachtneming overigens van de daarvoor
uitdrukkelijk of usueel gestelde termijnen,
dan erken ik dit recht ten volle.
In een Christel. Jongelingsvereeniging,
aangesloten bij het Nederlandsch Jonge
lingsverbond, was aan apolitiek" gedaan.
Daar kwam in de Jongelingsbode zekere
Vera" tegen op. Het jongmensch meent
dat bedoelde Jongelingsvereeniging zich
had verlaagd tot een propagandaelub tot
verbreiding van partijbeginselen.
Een inzender in een vorig no. bestrijdt
dezen afkeer van partijbeginselen onder
meer aldus
»Vera" weet toch, dat overal waar het
Evangelie komt, de strijdt ontbrandt, en par
tijen gevormd worden En waar Groen naar
waarheid schreef«Le parti anti revolutionaire
est le parti du Dieu vivant" (de antirevolu
tionaire partij is de partij des levenden Gods),
verlaagt men zich dan, als men voor de
beginselen van die partij in 'tvuur gaat?
»Vera" meent dat men goochelen moet, om
te bewijzen, dat liberaal revolutionair. Daar
tegenover weer een woord van Groen
»De Revolutie werpt alle wetten der maat
schappij,. zooals ze door God zijn verordend,
„omver, door het Christendom te verwerpen.
„Te betreuren is, dat velen nog vermeenen,
„dat het ongeloovig liberalisme een enkele
„zijner schoone beloften in waarheid kan ver
sullen.
»Waar de gedachten niet tot gehoorzaam
heid aan Christus geleid zijn, zal noch
kunde, noch vernuft, noch ervaring, noch ook
bestudeering van al wat in de afgrijselijkheid
der revolutie leerrijk geweest is, zal niets in
éen woord beletten, dat men langs dezelfde
baan naar denzelfden afgrond geleid wordt.
»Het ongeloof heeft geen uitweg dan
in het revolutie-beginsel."
»Vera" vraagtwaarom Christelijke poli-
t i e k, en geen Christelijke Zeevaart kunde,
Christelijke Kook kunst, Christelijke Bouvi-
kunde, enz.
AntwoordIn de hier genoemde weten
schappen staan geen twee beginselen tegen
over elkander. Toch zal, gelijk Prof. Bies-
terveld onlangs opmerkte, een gereformeerde
hnismoeder (ik zou liever zeggen een chris-
telike huismoeder) haar beginsel ook doen
gelden bij het koffiezetten, door er voor haar
huisgenooten alles uit te halen, wat de Schep
per er in gelegd heeft ten nutte van den mensch.
Ook zal een Godvrezend bouwmeester niet
willen meedoen aan het »licht en dicht"
bouwen, dat in Amsterdam als »revolutiewerk"
berucht is.
Wat dit laatste betreft ware 't wel wen-
schelijk dat de redactie aan »Yera" het
referaat van ds. Rumscheidl uit de Chr.
Familiekring over Chr. Onderwijs (met
name de tirade over Chr. Rekenkunde)
eens liet lezen.
Een manifest. Het bestuur der S. D. A.
P. heeft een manifest gericht tot het Neder
landsche volk, om tot kalmte aan te manen
eener-, en te waarschuwen anderzijds. Het
begint met o. a. te zeggenSedert
eemge dagen wordt ons land in rep en roer
gebracht door de oproeping der lichtingen 1900
en 1901 van de Nationale MilitieMaar wie
zijn van dat alles juist de schuld, de heeren
zeiven. Zij hebben Nederland in rep en
gebracht, en nu hun belet zal worden om
dit weer te doen, schreeuwen ze moord en
brand en werpen de schuld op de oproeping
onzer militairen. De ellenden, die daaruit
voortvloeien zijn voor hun rekening.
Yerder luidt het: de rustige
ontwikkeling van ons volk wordt bedreigdde
volksgeest wordt vergifligd tot haat en wraak
zuchtja tot dadén van geweld, wordt een groot
deel des volks uitgelokt
Maar wie anders dan de socialisten zeiven
hebben de ekonomische ontwikkeling van
ons volk bedreigd Wie hebben den volks
geest reeds jaren achtereen vergiftigd en
blijven daarmee voortgaan? Wie anders
dan de Socialisten zeiven, die niets anders
dan ontevredenheid prediken en spotten
met al wat hoog en heilig is Wie zetten
tot haat en wraakzucht op? Wie meer
dan de Socialisten zeiven?
Maar wat dunkt u dan van zulk een
manifest Is het niet brutaal
Bruinisser Crt.
De heer De Wilde heeft in een ver
gadering te 's-Gravenhage gezegd dat de
antirevolutionaire partij conservatief is in
dezen zin dat zij behouden wil wat zij
heeft veroverd; en ook het goede dat in
onze wetten ligt opdat de Chr. grondsla
gen van ons volksleven in stand blijven.
Maar de a. r. partij wil ook vooruit, dat
wil zeggen, zij wenscht ontwikkeling en
voltooiing van hetgeen aanvankelijk werd
verkregen.
Bij de verdediging van zijn subsidie-
wetje (voor de bijzondere scholen) heeft
minister Goeman Borgesius gezegd, dat dit
nu ook het allerlaatste zou zijn doch jrist
dit staat de a. r. partij en staan de christe
lijke partijen niet voor. Ze willen verder,
ze wenschen finale oplossing van de sehool-
quaestie. Eerst binnen de grenzen van
art. 192 der Grondwet, daarna overeen
komstig het bekende Unie-rapport. De
eerste oplossing mag van dit ministerie
verwacht worden, in den zin n.l. van vol
komen gelijkheid in geldelijken zin tus-
schen openbaar en bijzonder onderwijs.
Ook ten aanzien van de kerstening in
lndië zal dit ministerie ons verder brengen.
Dit zijn goede woorden.
Wie met ons gelooft dat de daden er op
kloppen zullen, die laat zich door Staal
man noch door den tegenstander wijsmaken
dat dit ministerie aan zijn eigen program
ontrouw zou zijn.
Daar zou het uit eigenbelang wel voor
oppassen.
Meer dan trouw aan zijn eigen program,
dus hetgeen in de Troonredes is toege
zegd, mag men dan ook van dit Kabinet
niet vergen.
Wij mogen wel, ja wij moeten, zijne
wetsontwerpen die komen, toetsen aan de
antirevolutionaire beginselen.
Is ons vee geschikt voor Zuid-Afrika?
Deze vraag is ernstig ter sprake geweest,
de vorige week, onder anderen in de ver
gadering der Geldersch Overijselsche Maat
schappij voor Landbouw te Arnhem en in
de vergadering der Zuid-Afrikaansche
vereeniging te Amsterdam.
Woensdag 4 Maart komt deze zaak ook
te Amsterdam in de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw weer ter sprake.
De sterfte schijnt nogal groot te zijn.
De heer Wessels uit Transvaal moet
gezegd hebben de geschiktheid van ons
vee voor bedoelden uitvoer op grond daar
van te betwijfelen.
Wij weten natuurlijk niet of hij het
Zeeuwsche vee ook heeft bedoeld.
Wij zullen hieromtrent nadere inlich
tingen afwachten, alvorens het beroep op
de medewerking der Zeeuwsche landbouwers
hetwelk per circulaire gevraagd wordt, en
waarvoor de heeren H. A. Hanken, J. M.
Kakebeeke en D. J. v. d. Have, subcom
missie voor Zeeland, zich namens de hoofd
commissie zoo belangeloos interesseeren,
te steunen.
Dat moet wel een comiek gezicht ge
weest zjjn die zitting van de Belgische
Kamer die Zaterdagmorgen 10.10 begon
en onafgebroken voortduurde tot Zondag
morgen 7.45.
Het was er de regeering om te doen om
de wet tot verhooging van den accjjns op
iterke dranken met '/3 er door te krijgen
•n het was er de socialistische linkerzijde
om te doen om dit te voorkomen.
En nu moesten de leden der rechterzijde
op die der linkerzijde passen en omge
keerd. Men mocht elkaar geen oogenblik
uit 't oog verliezen. Zoo lang kon de
zitting niet duren of er moest gediscussi
eerd worden.
10 leden der rechterzijde en 10 der
linkerzijde namen de wacht waar.
De sprekers spreken om de leden bezig
te houden, als 't ware in het luchtledige.
De Minister lag met zijn beenen rechtuit
en met den rug naar de sprekers zijn cou
rant te lezen. Zij die niet tot praten of
wacht houden aangewezen waren lagen op
de banken te slapen.
Een caricatuur van het parlementair
stelsel.