NIEU WSBLAE
VOOR ZEELAND.
No. 37. 1902
Donderdag 25 December.
17e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISeH
lelburg.
erenuieid
Bij lit t bÉmrt cm Bpepel.
Z. 12 W 1> I rv Gr,
nakersknecht
Dienstbode.
I A A R.
e Smidsknecht
in Zee:
et Armstok.
eerste Knecht
"Wegens liet Kerstfeest verschijnt
het nummer vau Zaterdag 27 De
cember niet.
Principiis Obsta.
LANDBOUW.
De kali en het zetmeelgehalte der
planten.
LEESTAFEL
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
1 Maart
KOUSEMAKER, te
•odigd.
t 286, Vlissingen.
r a a g d
GLERUM, Vlissingen
an stonden aan
MEID
MALIEPAARD, Oude
ri gevraagd een be
ar. Zonder goede
zich aan te melden.
fc M. BOOGERD.
Mei
tcht gewaagd,
V, Serooskerke.
Mei
ECHT gevraagd,
Adres Vlugtenburg,
i
Mei
3CHT benoodigd,
>che weg.
Maart
takersknecht
LAMAIN, schoen-
amperland.
Hei a. s.
bekend met boeren-
ig, bij G. GELUK,
Noordwelle.
aan den vinder ken-
M. MERIZON Mz.,
Aart a. s.
KOSTENSE,
Kruiningen.
TELEGRAAF.
smber.
n van Antwerpen
an dag) s'morg.8,u
DRBOOTDIENST
e, Hulst—Vlak e
OTDIENST.
naar Vlake vm. 6,
orden onmiddellijk na
rrespondeerende trein
5,20.
DIENST.
Walsoorden vm. 7,30
niddellijk na aankomst
i. 9,en ,30 n.m.
AMDIENST.
•Middelburg.
>n Zeilm. vm. 4,50r,
L,11,45 nm.12,30,
50, f 4,15,5,10, f 5,55
9,15, 10,15.
Remise.
•g(Markt) vm. 5,20,
,50, nm. f 12,35, 1,20,
|0, f5,15, 6,-, 7,-
0, 11,-.
n goederen.
eesche Spoortijd.
ajb) nm.3,30 c)
a) nm.3,55
nm.1,55^)
a)b) 3,30c)
i na bet vertrek van
reskens, Borsselen en
naar Breskens, Bors-
en naar Borsselen en
akt.
aangelegd.
1,55 van Neuzen naar
De heer N. Oosterbaan, een schoolman
van onverdacht Christelijk democratische be
ginselen, schrijft over de quaestie der
»sehoolpantoffels" (een zusje van die der
subsidiëering van »Kindervoeding") het
volgende dat wij met instemming overnemen:
Er zijn menschen, die weinig geven om
wat ze de theorie noemen, maar uitsluitend
practisch willen zijn, naar ze zeggen. Over
't algemeen kortzichtige menschen, die niet
begrijpen, dat de leginselen doorwerken,
met of tegen onzen wil. De goede begin
selen maar ook de slechte. Aanvankelijk
onmerkbaar, maar op den duur steeds krach
tiger. Zoo was het enkele weken geleden
in den Gemeenteraad van de hoofdstad van
ons land de allerbelangrijkste kwestie, of
de arme schoolkinderen schoolpantoffels van
de stad zouden hebben, ja dan neen. Zoo
op 't eerste oog zou men zeggen, dat deze
vraag van niet zooveel belang kon zijn.
Indien de beurs het lijden kan van den
gemeenteontvanger, zal menigeen denken,
geef het arme schoolkind dan schoolpantof-
feltjes en kan het er minder goed af, geef
het dan schoolklompjes, of kan het er
heelemaal niet uit, laat dan de zorg hier
van over aan particuliere weldadigheid, aan
edele menschenvrienden, die voor het plan
iets voelen.
Toch is zoo eenvoudig deze kwestie niet.
In de eerste plaats niet, omdat hier in 't
geding zijn de dieper liggende grondbe
ginsels voor ons maatschappelijk leven.
Zeker, ik weet wel, dat de sociaal-demoeraat
smalend roeptwat heeft dat nu met uw
christendom te maken, of. ge het arme
schoolkind van gemeentewege een bord snert
en een paar klomjes of pantoffeltjes geeft
Is het dan zoo onchristelijk zulke arme
stumperds, die honger hebben en kou lijden,
te voeden en te helpen kleeden Heeft
niet Jezus Christus zelf u geboden, te klee
den, die naakt zijn en te spijzigen, die
hongeren Eu hoe kunt gij nu in naam
uwer beginselen hiertegen opkomen? »Ge
moet me niet kwalijk nemen," roept de
sociaal-democraat ten slotte in geestdrift
uit, »dat ik dan van uw zoogenaamde Chris
telijke beginselen niets moet hebben Uw
beginselen zijn om do Brandkast te be
schermen door Bijbel en Wierookvat, maar
met het Evangelie zelf vloeken ze".
Toch is het slechts de oppervlakkigheid,
die zich door dergelijke schoonschijnende
taal laat misleiden. Immers, als ge een
klein stukje der redeneering van den sociaal
democraat vervolgt, ziet ge dat dadelijk in.
Ik zeg in den regel tot die heerenO,
gij ongevoelige en hardvochtige sociaal
democraat, ge wilt wel zorgen voor het
arme schoolkind, maar ge hebt niet in uw
program opgenomen, dat de zorg van den
Staat, van de gemeente ook zal gaan over
het kleine kindje, dat de schooljaren nog
niet bereikt heeft, en het andere, dat de
eerste kinderjaren pas achter zich heeft.
Toch hebben vooral die heel kleine kinder
tjes de zorgen van moeder Staat noodig.
Ik neem het woord dan maar vrouwelijk,
omdat ik het meer passend acht, een ver
zorger voor de kinderkamer meer als een
vrouw te denken. Juist zooveel van die
kleine kindertjes sterven weg niet alleen
door gebrek, door armoede, maar wellicht
nog veel meer door onoordeelkundige voe
ding, door vertroeteling. Laat moeder
Staat dan ook die verzorgen, want deze
zijn nog veel meer hulpbehoevend dan het
arme schoolkind. Natuurlijk, stemt een
sociaal-democraat dat toe, maar hij voegt
er bijzoover zijn we nog met. Precies daar
hebt ge het: zoover zijn we nog niet. De
heeren begrjjpen zelf heel goed, dat hier
tegen geen ander middel is dan de socia
listische dwangmaatschappi), waar de Staat
voor u tracht te zorgen van de wieg tot
in het graf.
Daarenboven, al die dingen van school-
pantoffeltjes, van schoolvoeding en school
kleeding zijn minder dan halve maatregelen.
Goed, oen bengel heeft door een paar plassen
water gebaggerd, en komt met natte voeten
op school. Hij trekt zijn smerige schoenen
uit en schiet in zijn schoolpantoffels. Hij
maakt zich daarbij nog extra vuil, moet
dan natuurlijk naar de waschinrichting, en
komt ten slotte in zijn klasse. Maar het
spreekt wel vanzelf, dat zijn pantoffels
binnen een half uur precies net zoo nat
zijn, als de kousen. Hij moet derhalve
schoone kousen hebben. De bengel heeft
het goed begrepen, want zijn eigen kousen
konden dien naam haast niet meer dragen
en nu krijgt hij een paar lekkere, warme
sokken, waarmee hij tegenover zijn oudere
broers kan geuren, 't Spreekt wel vanzelf,
dat hij die oude vodden niet meer kan
aantrekken, als hij de school verlaat, hij
stapt in zijn nieuwe sokken naar moeder.
Kees, de oudere broer, die op 't fabriek is,
heeft het al gezien, 's Morgens eer zijn
broer van bed is, heeft hij de nieuwe kousen
te pakken en is er mee vandoor.
De jongen weer, maar nu zonder kousen,
naar school. Hetzelfde geval van den vorigen
dag herhaalt zich. De juffrouw vindt het
wel niet, »heel lief" van hem, maar bij slot
van rekening kan de stumperd het toch niet
helpen, dat Kees hem de sokken aftroggelde.
Hij krijgt een paar nieuwe, maar weet nu
een paar grootere te bemachtigen, want
moeder heeft gezegd, dat vader er ook nog
wel een paar gebruiken kan.
Dat is de praktijk, waarop al die schoone
theoriGen te pletter stooten. Schoolvoeding
en schoolkleeding voeren ons tot den soci-
alistischen Staat en daarom weigeren we,
den eersten stap op dit glibberig pad te
zetten.
Die eene boterham, of die paar pantof
feltjes zullen het hem niet doen, maar wel
het verkeerde beginsel.
Terecht is dan ook door den Baad besloten,
in deze zaak zich niet van de wijs te laten
brengen. In de Commissie, waarin deze
zaak te sprake kwam, zei Ds. Schuller tot
Peursum, dat hij behoort tot de minderheid
in de Commissie van Praedvies, die er voor
was, niets te doen. Wat B. en W. voor
stellen is een halve maatregel en een ge
vaarlijke ook. Sommigen willen ook kousen
geven. Maar wat geeft het, als de kinderen
na schooltijd hun natte kousen weer aan
trekken. Men denke ook, dat ook vóór en
na schooltijd een groot arbeidsterrein braak
ligt. Hij herinnert, dat er kinderen zijn,
die 's avonds, als zij uit school komen, voor
de gesloten deur komen en tot 10 uur op
moeder moeten wachten. Er is een stand,
die niet rekenen kan, en een stand, die
veel rekenen moet. De arbeiders behooren
tot den eersten; ten bewijze diene, hoeveel
er in de volksbuurten in de snoepwinkeltjes,
aan de ijskarretjes en in de kroegen wordt
besteed. In een school in de Markerbuurf,
waar de kinderen flink genoten van kinder
voeding, waren zij ook goed op de hoogte
van stukken, die in de theaters in de
Amstelstraat werden opgevoerd. Voorts
zegt hij, dat bestrijding van armoede van
Rijks of gemeentewege steeds duur geschiedt.
Iu het algemeen is hij tegen het geven
van hulp van gemeentewege, maar vóór
hulp door particulieren en vereenigingen.
Nu de Commissie door het besluit van de
vorige vergadering geroepen is, advies te
geven, stelt hij voor, eerst te stemmen over
het voorstel der minderheid der Commissie
van Praeadvies, dat de Raad zich geheel
zal onthouden, en ook niet de voorgestelde
f 14,000 voor schoolpantoffels zal toestaan.
In »Uet Volk" is wel vreeselijk op dezen
dienaar der liefde geschetterd, die, ik neem
het gaarne aan, zeer overdreef, maar dat
bewijst natuurlijk niets tegen het beginsel.
Nog altijd moeten de Soc.-dem. aantoonen
dat bun schoolvoeding en schoolkleeding
ons niet brengen op de weg der socialisten,
waar we niot willen en mogen zijn.. Maar
dat juist hunnen en willen ze niet. Integen
deel, ze weten heel goed, dat het zoo is
on daarom juist zijn zij de groote voorstan
ders van dergelijke maatregelen. Al hun
werken, al hun streven bedoelt de verwezen
lijking van hun ideaal.
Daarop is hun doen en hun denken ge
richt.
We prijzen dit in hen, maar we bedanken
er voor, ons te laten spannen voor hun
zegekar! Wanneer de Staat de armoede
moet lenigen, dan komt er niets van terecht,
omdat deze moeder Staat niet heeft in haar
hart, wat voor deze taak noodig isde hef de.
De liefde tot den naaste, die wonderen
heeft verricht, waar ze geheiligd wordt
door liefde tot den Christus. Die Christe
lijke liefde, welke haar lof niet zoekt in
den goedkoopen lof van mensehen, maar in
de ernstige en oprechte begeerte, ook in
deze zaak te zijn navolgers Gods, als geliefde
kinderen.
Een maatschappij, waarin die liefde leeft
als het zout, dat bewaart voor het bederf,
als de olie, welke geneest de wonde, gaat
het goed. Zonder die liefde kunt ge stellen
regel op regel, gebod op gebod, ge kunt
alles afmeten en afpassen, ge kunt alles
reglementeeren, mr. r ge mist het leven,
ge houdt slechts over het lijk.
Hot is voornamelijk uit onderzoekingen
der laatste halve eeuw gebleken, dat de
aschbestanddeelen der planten een zeer
voorname rol spelen bij de vorming der
organische stoffen als eiwit, vet, suiker,
zetmeel, enz. Wel is men nog niet achter
het fijne der zaak, maar men is toch al
vele schreden voorwaarts gekomen in de
kwestie. Zoo schijnt het vast te staan, dat
de phosphorzure zouten een voorname rol
spelen bij de vorming van het eiwit, de
kalizouten bij de vorming van de kool
hydraten, voornamelijk bij die van het zet
meel. Men treft namelijk deze laatste zouten
altijd in de grootste hoeveelheden aan, in
die plantendeelen, waarin het zetmeel in
groote hoeveelheden is opgehoopt. Geheel
in overeenkomst met deze leer zijn de
resultaten, die de Duitsche Landbouw-
Maatschappij in den laatsten tijd met hare
proeven op dat gebied heeft verkregen.
In opdracht van de genoemde Maat
schappij, hebben Dr. Welfarth, Dr. Wimmer
en andere deskundigen proeven genomen,
om den invloed van een rijke kalibemesting
op verschillende landbouwgewassen, o .a.
op aardappels, tabak, boekweit, mosterdzaad
haver en cichoriewortels na te gaan. Daar
bij is gebleken, dat de kali niet medewerkt
tot een evenmatige vergrooting of vermeer
dering van alle doelen der planten, even
min tot een evenredige vermeerdering van
alle organische bestanddeelen, maar dat
voornamelijk die plantendeelen, waarin
suiker, vet en zetmeel als reservevoedsel
wordt neergelegd, door een sterke kalibe
mesting zeer worden vermeerderd en ver
groot. Aldus worden door een rijke kali
bemesting, de knollen, de wortels, de zaden
talrijker en grooter en blijven b.v. de blade
ren, in vergelijking met genoemde deelen,
meer in ontwikkeling achter. Evenzoo
worden naar evenredigheid meer zetmeel-,
suiker en vetdeelen in genoemde organen
afgescheiden.
Ik meen, dat de resultaten van verschil
lende met kalibemesting genomen proeven,
meer in deze richtiDg wijzen. Een duide
lijke vingerwijzing zijn deze resultaten
voor den landbouwer, die zooveel mogelijk
uit den grond wil halen en den oogst zoo
veel mogelijk aan het doel wil doen beant
woorden.
Alle wortelgewassen, zooals aardappels,
knollen, wortels, enz., waarbij het te doen
is om het gehalte aan zetmeel, suiker en
vet, moeten rijkelijk met kali bemest worden.
Evenmin mogen die zaadgewassen, waarin
zetmeel of vetten een hoofdvereischto is,
een kalibemesting ontberen.
Een roepstem van een Zendingsveld.
Verwachten de Zendelingen, dat hun Be
stuur medeleeft met hen, kostelijk is het,
wanneer dat Bestuur ondervindt, dat ook
de Zendelingen zich weten te verplaatsen
in de nooden en behoeften van hen op wie
de taak rust de aangelegenheden der Zending
in het Vaderland te leiden.
Eene proeve daarvan levert het hieronder
volgende, dat wij aan de aandacht onzer
lezers aanbevelen.
M. A Adkiani,
Director der Utr. Zendingsver.
AAN HEN, DIE BIDDEN VOOR DE
ZENDING!
Er waren eens vrienden en vriendinnen
van het Godsrijk, die met smart gedachten
hoevele menschen er nog waren, die buiten
dat Godsrijk stonden, ja, niets van God
wisten, niets wisten van Zijn rijk, niets*
wisten van de komst des gezegenden
Verlossers.
En omdat hun smart echt was, vereenig-
don zij zich, en zonden mannen uit om den
volken, die nog buiten God leefden, aan te
zeggen, dat zij zich zouden bekeeren tot
den levenden God, dat zij zich zouden laten
verlossen van hunne zonden door den Ver
losser, dat zij zich zouden laten zaligmaken
door den van God gezonden Zaligmaker!
En niet alleen dat, ze deden nog veel
meerze wisten dat werken alleen niets
geeft, daarom baden zij, niet één- of twee
maal, neen, zij baden geregeld, zij baden
met geloofsvertrouwen, zij riepen den Heer
aan, opdat Hij don arbeid der uitgezonden
mannen zoude zegenen!
Het scheen echter wel of de Heer hun
geloof op de proef wou stellenNiettegen
staande toch met ijver werd gearbeid door
velen, en de blijde boodschap der verlossing,
die daar is in Christus Jezus, gebracht werd
met getrouwheid door de uitgezonden man
nen, was daar niet veel vrucht te zien.
»Het werk was zwaar, de vrucht kwam
traag en zorglijk voort" men getroostte
zich dit echter, »men werkte door en bad"
wetende dat »God werkte en hoordeJa,
hoe moeilijker het was, hoe meer men bad,
wetende dat langs dien weg alleen de zegen
op den arbeid verkregen wordt.
En eindelijk, ziet, God toonde te hooren
er kwamen velen die het Evangelie hooren
wilden, wel niet juist daar, waar men het
verwacht had, maar toch kwamen zijZij
kwamen bij honderden, ja, bij duizenden.
Heerlijk toch, dat God zoo de gebeden der
zijnen hoort, en hen wel lang laat wachten,
maar dan ook zooveel duidelijk antwoord!
De zendingsvrienden en vriendinnen juich
ten en verheerlijkten den Heer, en daar was
groote blijdschap! Maar, owee! Dat
had men niet geweten of niet bedacht, dat
het zóó duur was, door den Heer gezegend
te worden. Verbazend, wat een geld kostte
dat! Steeds meer, het was niet te bere
kenen, zooveel!
En God ging nog steeds voort met zege
nen, in volle mate, als verhooging der tal-
looze gebeden, steeds meer, steeds rijker!
Maar nu werd het den bidders toch bang
om het hart, het kostte zooveel geld, zooveel
had men er toch eigenlijk niet voor over,
op zooveel had men niet gerekend!
Het ging als met den kleinen jongen,
die zijne Moeder vroeg, al haar koekjes op
te mogen eten, en die, toen hij al zooveel
gegeten had, dat hij zeer onpasselijk was,
en nog steeds Moeder koekjes aan zag
dragen, schreiend uitriep: Ach Moeder, ik
wist ook niet dat ik zoo klein en uw voor
raad koekjes zoo groot was, anders zou ik
het niet gevraagd hebben."
De bidders hadden ook altijd gebeden
om Gods rijksten zegen op den arbeid, en
ziet, nu zeide GodHoe I ik schenk pas iets
van ^nijnen zegen, en het is u reeds te
veel, waarom valt gij Mij dan lastig met
uwe gebeden, waarom bidt gij dan, zoo gij
niet de kracht hebt, uwe gebeden om te
zetten in daden, gij kleinen! Ziet, ik zegene
u niet meer!
Vrienden en vriendinnen der Utrechtsche
Zendingsvereeniging! zoo ver is het, God
lof! nog niet: de Heer gaat nog voort ons
te zegenen, maar hoe lang nogZal God
altijd lankmoedig blijven? Is niet die haast
f30.000 tekort over het afgeloopeD jaar
een ontzettende aanklacht? Is het niet
ijselijk, dat in de »Berichten" geschreven
moet wordenOnze uitgaven stijgen on
rustbarend? Immers toch zijn die uitgaven
een rechtstreeks gevolg van den ontvangon
zegen.
En bereidt u er maar op voor, met Gods
hulp zullen die uitgaven nog veel meer
stijgenIk zou u nog veel meer op kunnen
noemen dat u in de toekomst wacht! Heel
wat meer Zendelingen, bouw van woningen,
oprichting van een kweekschool 700r Inl.
Onderwijzers, ja wat niet al
»Ja daar hebben we het wel voor over,
maar ziet ge, er zijn zooveel tegenspoeden
met de Zendelingen-zelve door ziekte en
anderszins,- dat is het wat ons kregelig
maakt
't Is fraai, ge gelijkt wel wat op dien man,
die zoo gaarne rozen in zijn tuin wilde
zien bloeien, en ten slotte wat boos werd,
omdat er ook nog doornen aangroeiden
Kom, gemeente, toon u den zegen waard,
dien de Heer u schonkGe hebt geduld
gehad om te wachten, volharding om vol
te houden, heb nu ook den moed de conse
quentie uwer gebeden te aanvaarden, ja,
wees dapper om te zeggenHeer, doe de
uitgaven toch stijgen, heerlijk stijgen, want
daarbij weten we nu dat Gij ons zegent
Komt, broeders en zusters, de Heer zegent
ons nog, maar in de zegeningen beproeft
Hij onsWee onzer, zoo we gebeden hadden,
en uit ons doen bleek, dat onze gebeden
behoorden tot de »kwalijken."
Laat het niet zoo zijn Komt geeft een
extra-gift, omdat de Heer zegent, geeft een
ruime gift, geeft een zegeningsgiftDe
Heer heeft u pas iets doen zien van Zijn
zegeningen,Hij zal u meer doen zien,
Hij zal u veel doen zien, Hij zal u heerlijke
dingen doen zien zoo gq het u waardig
toont
De Heer beware u zelf in Zijne genade
voor de zonde van onwaardigheid
De uwe in Chr. Jezus,
A. Hüeting.
lobelo-Halmaheira, Sept. 1902.
Jac. C. v. d. Stal, uitgever te Utrecht
gaf de 2 eerste boekwerken uit van de
Christelijke Bibliotheek. Om aanschaffing
van deze bibliotheek gemakkelijk te maken,
is zij ook in 20 afleveringen van 4 h 5
vel druks ad slechts 20 cent per aflevering
die om de 2 3 weken verschijnt, ver
krijgbaar. Men vrage en raadplege den
(gratisj geïllustreerden catalogus.
lo. Zeevolk, door H. B. v. Lummel. Een
aangenaam geschreven Jongensboek, dat
door onze jongens met graagte zal gelezen
worden. Het begint met velerlei akelig
heden, doch de tooneelen worden vriende
lijker, ten slotte komt iedere kat op zijn
pooten terecht. Zeeroovers, krankzinnigen,
stervenden, dooden zelfs, allen werken mee
om den levensloop van een paar weezea
tot een goed einde te brengeneen en
ander is zoo ongekunsteld, boeiend verteld
dat men meeleeft met al dat volkje. Het
is een mooi boek met oolijke illustraties in
den tekst en op goed papier gedrukt.
2o. Woudstilte en Wereldsmart, door A.
von Blomberg, vertaald door N. K. Bieger.
Wij kenden dit verhaal reeds uit »De
Nederlander", en lazen het nog eens over,
nu het in boekvorm, door platen gesierd,
op onze leestafel terugkwam. De titel is
zeer juist gekozen. In de stilte van het
woud ontloken twee karakters die in de
wereld, onder zoo verschillende omstan
digheden, kortstondig zouden optreden
Maria, de pessimist die nog zoovele donkere
wolken zal wegvagen, en Serena, de opti
mist die in de drukte eener garnizoenstad
overgebracht, na een kortstondigen bloei,
el ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
—mm I HITmranra