Uit de Tweede Kamer. Kerknieuws. Schoolnieuws. Rechtszaken. Gemengde Berichten. Ook uit een Brief van Dr. Otte te Amoy China/. 11. De Geschiedenis van Lin-Tiang. Lin-Tiang is een zeer knap en aardig jongetje van ongeveer elf jaar. Hij is goed opgevoed en is zoo gelukkig als iemand van zijn leeftijd behoort te zijn. Toch is hij niet altijd in dezen toestand geweest, want het is nog niet zoo heel lang geleden dat hij ziekelijk was en veel pijn moest doorstaan. Ik ben er zeker van dat de kinderen zijne geschiedenis gaarne hooren. Lin-Tang werd geboren in een dorp, ge legen in de Kiang-si provincie, vele hon derden mijlen van Amoy. Daar hij een eenig kind was genoot hij thuis een goede behandeling, maar ongeveer twee jaren ge leden stierven zijne ouders en lieten hem dus alleen achter. Hij had evenwel een oom bij wien hij nu zijn intrek nam. In zijn nieuw verblijf gevoelde hij zich onge lukkig daar zijn oom hem slecht behandelde. Na eenigen tijd werd hij naar een veraf- gelegene stad gebracht en daar aan eenen vreemdeling verkocht. Een maand daarna werd zijn enkel door een ziekte aangetast. Zijn meester deed voor hem wat in zijn vermogen was. Eenige Chineesche dokters werden ontboden en toen deze hem niet kondon helpen, werd hij naar Hope hos pitaal gebracht. De ziekte was evenwel van dien aard dat het onmogelijk werd ge acht, den voet te behouden.Toen zijn meester dit zag vertrok hij zonder zelfs zijn adres achter te laten. Zonder verlof vaD iemand die verantwoordelijk was durfden we het been niet aftezetten. Daar hij evenwel ge heel en al verlaten was, werden de Chi neesche ambtenaren verantwoordelijk voor hem. Wij vroegen verlof om het been af tezetten, maar het duurde een langen tijd vóór we antwoord ontvingen. Eindelijk toch werd het toegestaan, maar toen was het jongetje zoo zwak, dat we weinig hoop koesterden om zijn leven te behouden. Niettegenstaande dit, zetten we het been af en na ettelijke maanden van worsteling is hij nu weer geheel hersteld. Hoeveel heeft dit arme knaapje niet geleden! Nacht op nacht waren we genoodzaakt hem «morphine" te geven om de pijn te dooden. En toch was hij altijd geduldig. Waarlijk, een geduldiger en dankbaarder patient heb ik zelden gezien. Daar hij geheel en al verlaten is, behoort Lin-TiaDg niemand toe. Een onzer Chris telijke Vereenigingen alhier is voornemens hem te onderhouden en op te voeden. Zoo dra hij volwassen is, zal deze vereeniging hem een kunstbeen koopen. Wij hopen dat op Zijn' tijd Christus zijn hart zal winnen en dat hij dan een prediker des Woords zal worden. Wie weet of hij nog niet terug zal keeren naar zijn eigen tehuis om daar Christus aan de betrekkingen en vrienden zijner ouders te prediken. Men had het over het onderwijs. Eerst vak-onderwijs. Daar bestaat een algemeene overtuiging die zegt dat ons vak-onderwijs theoretisch hoog staat, maar practisch onbruikbaar is, en dat er ook te weinig aan gedaan wordt, om in den strijd om het bestaan niet onder te komen liggen. En dan wijst men op Duitschland, waar Engeland kan het getuigen industrie, fabriekswezen, nijverheid zeer hoog staat, en waar de vakscholen tech- nicums veel tot dien bloei toebrengon. De regeering schijnt ook van die mee ning en wil dus daarheen koers zetten, en de Kamer keurde het sturen in die richting goed, wat duidelijk werd door het toestaan van een som om een onderzoek van Rijkswege door bevoegden te doen in stellen naar de inrichting en werkkring dier technicums ter opleiding voor land bouw en industrie, om die ook op onzen bodem over te brengen. Zooals in 1863 de middelbare school tusschen gymnasium en lagere school is geplaatst, zoo zal het technicum nu plaats moeten vinden tusschen de polytechnische school en de plaatselijke ambachtsschool. Hooger, middelbaar en lager vak-onder wijs alzoo. Vermelden we nog dat voor de opterichten Zeevaartschool te Vlissingen door den Mi nister een subsidie werd voorgedragen en door de Kamer aangenomen een verhoogd subsidie tot f2500 waar de heer Talma voor gepleit had. Daarna volgde het lager onderwijs. Het hoofdmoment in het debat over het lager onderwijs was de rede van den heer Troelstra. Met een kalmte en overreding die bewondering wekten, hield de heer Troelstra een pleidooi voor het bij zonder onderwijs en de christelijke onder wijzers Hunner was het lijden en de armoede, de miskenning en de ver drukking. Slecht bezoldigd, aan willekeur blootgesteld, werkende in slechte lokalen met overbevolkte klassen. Ziedaar volgens mr. Troelstra de toestand van het bijzon der onderwijs. Staatstusschenkomst, ook met een arbeids-contract voor den onder wijzer was hier meer dan ergens noodig. De Minister van binnenlandsche zaken denkende aan den vos die de passie preekt, zag in de toeschietelijkheid der sociaal democraten, openbaar wordende in de rede van den heer Troelstra, zoowel als in de welwillende tegemoetkoming van het Gro ninger socialistisch Congres een middel om propaganda te maken onder de antirevolu tionairen. En toen stoof de heer Troelstra op om op zijn oude manier zjjn hartstocht bot te vieren. Wat een ooggetuige (N. R. C.) er van verhaalt, gaven wij reeds. En wat was nu de kern, do inhoud van deze bulderende toespraak Gij, antirevolutionairen zoekt uwe kracht in verdachtmaking. Vroeger, toen ge de socialisten noodig hadt, tijdens het Groninger Congres b. v., toen kwaamt ge ons in 't gevlei. Nu uwe meerderheid de minder heid maken en breken kan, en gij ze niet meer noodig hebt wijst ge iedere connectie af en voegt ons een insinuatie toe. Dat was de korte inhoud van een betoog waarover men socialist zijn moet om het alzoo te durven opzetten. Laten we nog even aanstippen dat de Minister bij de vraag van school voeding en schoolkleeding natuurlijk accoord ging met alle antirevolutionairen en betoogde dat, afgezien van practisehe bezwaren, daar mee aan de rechtmatige en noodzakelijke verplichting der ouders wordt te kort ge daan, en dat het de eerste schrede is op den weg van staatsopvoeding, waarvan ver nietiging van het huisgezin het gevolg zal zijn. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Ferwerd, U. P. Okken te Beerta; te Midlum, A. G. v. Willens- waard, cand. te Schoonhoven te Wilnis en te Zevenhoven, E. Warmolts, cand. te Hilversumte Wijnjeterp, D. Edens te Eext. Aangenomen naar Over- en Neder-Asselt door J. L. Meijer, cand. te Arnhem naar Maastricht door H. J. A. Douwes te Winterswijknaar Vledder door J. Se- venster te Drachtstercompagnie. Bedankt voor Mid woud door W. Th. Wie- landt. O.-I. pred. met verlofvoor Dor drecht door W. v. d. Waal te Overschie en J. M. Ph. Schippers te Huizen voor Beers door J. W. Visscher te Terwispel voor Wouterswoude door E. Warmolts, cand.voor Wissenkerke door T. Doe- vendans te Elburgvoor Eijerland (Texel) door K. P. Datema, cand. te Rotterdam. Geref. Kerken. Goes. Door dhi. G. de Jager Jzn., is met goed gevolg het candidaats-examen in de theologie afgelegd. Poortvliet. Zondag in de namiddag godsdienstoefening deed ds. J. Meulink zijn intree met Joh. 1 43a na 's morgens be vestigd te zijn door ds. H. Meulink van Meliskerke met 2 Tim. 1 123. Beide malen was het ruime kerkgebouw vol, vooral des namiddags. Aan de universiteit te Leiden is het candidaats-examen in de rechten afgelegd door mejuffrouw A. F. Luijt. Kantongerecht te Goes. In de zitting van 16 Dec. 1902 zijn ver oordeeld wegens: z. acte poging doen om wild te bemachtigen: D. L., te Hoedekenskerke, f 5 b. s. 4 d. h. H. H., en P. J. H. v. D., beiden te Hoedekenskerke, ieder f 2 b. s. 1 d. h. verb, verkl. opbrengst eendvisschen z. acte en verg.: C. v. S., te 's Heerenhoek, 2 X f 3 b. s. 2 X 3 d. h. verb, verkl. bevel uitl. kruisnet of te betalen f 0.75 b. s. 1 d. h. A. v. d. S., P. v. d. S., beiden te Kruiningen, ieder 2 X f3 b. s. 2 X 2 d. h. verb, verkl. bevel uitl. paling of te betalen fl b. s. of ieder 1 d. h. M. v. d. B., te Shore, 2 X f3 b. s. 2 X .2 d. b. verb, verkl. bevel uiti. kruisnet of te betalen f 0.75 b. s. 1 d. h.straatschenderijP. v. d. B te Kruiningen, f 0.50 b. s. 1 d. h.; strooperij A. T., te Wemeldinge, f2 b. s. 1 d. h. J. v. H., J. Z., te 's Heer-Arendskerke, C. B., A. H., te Ierseke, ieder f 3 b. s. 2 d. h. nachtrumoer: H. de J., te Hoedekenskerke, f 1 b. s. 1 d. h.pluimvee op anders grond laten loopen: J. v. d. P., te Krabbendijko, f 1 b. s. 1 d. h.; brandgevaar doen ontstaan: A. K., te Kruiningen, f 5 b. s. 3 d. h. zich met wapen op weg bevinden: A. B., te Biezelinge, f 3 b. s. 2 d. h. J. W., te Ier seke, f5 b. s. 4 d. h.sterken drank ten verkoop in voorraad hebben z. verg.'. J. S te Hoedekenskerke, f3 b. s. 2 d. h.; te laat in herberg te Wolfertsdijk vertoeven: M. B., M. B., J. T., L. G., allen te Wolfertsdijk, W. K., te Nieuw- en St. Joosland, ieder f 1 b. s. 1 d. h.te laat in herberg te Wol fertsdijk bezoekers hebben: M. v. H., te Wol fertsdijk, fl b. s. 1 d. h.visschen in kanaal door Zuid-Beveland: J. G., te Hansweerd, f 10 b. s. 5 d. h.; scheld» bevisschen met ver boden vischtuig: J. M., te Santvliet, f 2 b. s. 2 d. h.schelde bevisschen met vaartuig z. letterteeken en no.: D. D., te Graauw, f 1 b- s. 1 d. h.; schelde bevisschen z. consent: J. v. A., te Kruiningen, f2 b. s. 2 d. h.schelde bevisschen z. verg.F. C. P., te Clinge, f2 b. s. 2 d. h. K. Q-, te Terneuzen, f20 b. s. 8 d. h. J. M. Pzn-, te Ierseke, flb. 8. ld. h. z. verg. zich bevinden op eens anders perceel in schelde: W. H., J. P., te Ierseke, ieder f2 b. s. 2 d. b.; fietsen z. bel of signaalhoorn: J. M-, te Biezelinge, L. R., te Middelburg, ieder f 1 b. s. 1 d. h.; 's avonds fietsen z. lichtgevende lantaarn: J. E., te Goes, M- A., J. D., te Baarland, M. V., te Ovezande, ieder f 1 b. s- ld. h.; openbare dronkenschap: A. de L., te Wissenkerke, J. O., te Krui ningen, J. M. P., te Ierseke, ieder f 1 b. s. 1 d. h. G. M., te Hoedekenskerke, f2 b. s. 2 d- h. J. C- v. H-, te Goes, flO b. s. 3 d. b.; dronkenschap bij le herh.: C. R-, te Goes, J. V., te Hansweerd, ieder 3 d. h.; dronkenschap bij 8e herh.'. J. B., te Hein- kenszand, 3 weken b.; overtred. Leerplicht wet: C- P., A. v. d. B., Ch. E., te Ierseke, ieder f 1 b. s. 1 d, h H. O., te Ierseke, 2 x fl b. s. 2 x 1 d. h. Ph. P., J. S., G v. d- K., C. P., allen te Ierseke, D. V., J. H., M. II., G. H., K. H., C. H., allen te Colijnsplaat, L. M. v. G., te Cortgene, J. M., F. v. B-, J. G., allen te Ierseke, ieder f 2 b. s. 2 d. h.overtred. Leerplichtwet bij le herh: A. B., te Colijnsplaat, f 3 b. s. 3 d. Vrijgesproken werd: C- S. te Heinkens- zand, beklaagd van straatschenderij. Bekrachtigd werden de verstek vonnissen tegen: lo. P. A., te Alfen en Riel d.d. 28 Oct. 1902 waarbij deze wegens het niet minstens drie minuten voor aankomst trein, slniten der boomen werd veroordeeld tot f 20 b. s- 10 d- h. 2o. J. V., te Heinkens- zand, d.d- 16 Juni 1902 waarbjj deze wegens in dronkenschap orde verstoren werd ver oordeeld tot f 5 b. s. 5 d. h-3o. A. v. d. E., te Heinkenszand, d.d. 20 Oct-1902, waarbjj deze wegens alsvoren werd veroordeeld tot 10 d. h-; 4o. J. D., te Wemeldinge, dd. 20 Oct. 1902, waarbij deze wegens alsvoren, werd veroordeeld tot 14 d. h. 5o. denzelf den J. D-, dd. 30 Sept. 1902, waarbij deze wegens dronkenschap bij 5e herh. werd veroordeeld tot 14 d. h. tegen welke von nissen verzet was gedaan- Vervallen werden verklaard het verzet tegenlo. het vonnis van den 28 Oct. 1902 door C. Q-, te Vlake, waarbij deze wegens jachtdelict werd veroordeeld tot 2 X f 5 b. s- 2 X 4 d. h. verb, verkl. uitl. geweer of te betalen f3 b. s. 2 d- h. 2o. het von- nes van den 5 Aug. 1902, door L. V., te Goes, waarbij die wegens nachtrumoer werd veroordeeld tot f 3 b. s. 3 d. h. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Dinsdag zijn veroordeeld wegens: mishandelingA. S., 23 j., werkman, Clinge, en E. d. C., 33 j., houtzager, Westdorpe, beiden tot 2 m., Th. M. d. C., 19 j., land bouwersknecht, Axel, en P. J. H., 19 j., bootwerker, Terneuzen, beiden tot 14 d. en C. J. M., 26 j., dienstknecht, Bouchante (België), tot 10 d. gev. straf; eenvoudige be- leedigingP. <J., 24 j., koopman, Goes, tot f 15 b. s. 5 d. h., en bedelarij'. P. d. W. H., 40 j., sjouwerman, en P. d. P., 29 j., koop man, zonder vaste woon- of verblijiplaats, thans in hechtenis, ieder tot 3 d. h. en plaatsing in eene rijkswerkinrichting ge durende den tijd van 4 maanden. Neeltje oftewel Nelly L. heeft deze week voor de rechtbank te 's-Gravenhage in haar Zuid-Bevelandsche kleeding ten aan8chouwe van een groot publiek terecht gestaan, beschuldigd van poging tot moord op den zaakwaarnemer B., op wien zij op 12 Sept. jl. in het gebouw van het kanton gerecht had geschoten doch zonder hem te treffen. Zij had met hem in intieme ver houding gestaan, en hij had geweigerd voor haar kind te zorgen of haar te trouwen, dit had haar verbitterd. Zij is door geneeskundigen eenigen tijd geobserveerd geweest, doch deze rappor teerden dat zij goed bij haar zinnen is, ook is zij hoogmoedig, kan geen beleediging verkroppenheeft een hooge mate van eerzucht, lijdt aan zelfoverschatting, houdt er prachtige theorieën op na over opheffing van zedelijk gevallen vrouwen, maar.... verzuimde zelve die in practijk te brengen. De beklaagde verklaarde dat de zaak waarnemer B., wiens kantoor zij had leeren kennen als een oplichterskantoor en een verdacht huis, eerst zeer edel tegenover haar had gehandeld in financieele aange legenheden. Een zekere S., werkzaam op het kantoor van B., beschouwde zij dan ook als den persoon die B. een andere houding tegenover haar had doen aannemen. De bekl. ontkende beslist het doel ge had te hebben B. te dooden. Had zij S. kunnen doodschieten, zij zou zich waar schijnlijk niet hebben kunnen inhouden, wijl die haar dol, meer dan dol gemaakt heeft. Get. B. eikent als zaakwaarnemer eene zaak voor de bekl. te hebben behandeld, waaruit eene intieme relatie is voortge sproten. Het was get. bekend, dat bekl. moeder moest worden. Herhaalde malen had zij hem gevraagd haar te trouwen, maar hij had dit geweigerd. Bekl. had hem meermalen met een revolver gedreigd. Get. ontkent bekl. beloofd te hebben haar te zullen trouwen, en zegt haar inder daad geld geweigerd te hebben voor haar kind. Een get. die volgons de bekl. ten kantore van den zaakwaarnemer B. zoowat de rol van «uitsmijter" vervult en haar dikwijls ernstig heeft beleedigd, verklaart dat get. S. aan het schot eene andere dan de be doelde richting heeft gegeven, hetgeen bekl. beslist ontkent, toen zij schoot was er^nie- mand in hare onmiddellijke nabijheid en niemand heeft haren arm aangeraakt. Een meisje dat met bekl. omgang had, verklaart dat deze bij haar haren nood had geklaagd over de lage wijzo waarop B. haar had behandeld, zij zou o. a. gezegd hebben op een gegeven oogenblik«wanneer ik hem hier had, zou ik hem in zijn pooten kunnen schieten". Ook had zij gezegd dat zij wel eens een proces voor de rechtbank zou willen hebben zooals zij wel eens in een boek had gelezen. Bekl. ontkent dit. Op een vraag van den verdediger ver klaart de get. dat ook zij leelijk door den zaakwaarnemer B. is bedrogen. Hoe, daar omtrent laat zij zich hier liever niet uit. Eene volgende get., bij wie bekl. aan huis bevallen was, verklaart dat bekl. ge zegd had tegen B. in hare tegenwoordig heid, dat wanneer hij geen geld gaf voor onderhoud van het kind, zij hem voor zijn kop zou schieten. Bekl. ontkent dit. Nog een get. bevestigt evenwel dat bekl., zij 't dan ook met eenigszins andere woorden, het voornemen had te kennen gegeven dat zij B. het levon zou benemen, wanneer hij haar niet in haar eer herstelde of voor het kind zorgde. Bekl. ontkent ook dit. Subst.-off. v. just, was van oordeel dat bekl. reeds lang van te voren het plan had om den zaakwaarnemer B. van het leven te berooven, indien hij haar niet trouwde of voor haar kind zorgde. Toen zij de revolver kocht, stond bij haar het voor nemen vastdo uitvoering was slechts een quaestie van tijd. Dat het hier slechts bang maken was, is in flagranten strijd met de feiten. Had zij slechts willen bang maken, dan had zij eenvoudig in de lucht kunnen schieten. In plaats hier de ver drukte onschuld te spelen, had bekl. haar passie behooren te onderdrukken. Het O. M. vorderde wegens poging tot moord 1 jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. J. Limburg pleitte vrijspraak of mocht de rechtbank de schuld van bekl. bewezen achten, dan diep mede gevoel, diep medelijden voor deze beklaagde. Uitspraak over 8 dagen. Goes. Alhier is een 8-jarig knaapje, het eenigst zoonlje van den heer de B. aan diphteritis (besmettelijke keelziekte) over leden. Een ingezetene van Zaamsiag was in het bezit van een ouden, afgeleefden hond, wien het leven meer en meer tot last werd. Door medelijden bewogen, be sloot hij een einde aan het lijden van het dier te maken. Heel vroeg 's morgens stond hij op, zonder een der huisgenooten iets van zijn plan meegedeeld te hebben. Of hij geïnspireerd was door Alva's plan, om de Brusselsche winkeliers in hun eigen deurposten op te hangen, is onbekend maar zeker is, dat hij deze behandeling den hond liet ondergaan, en zich daarna den tuin in begaf om een gat te graven. Inmiddels was de vrouw wakker geworden van het gestommel en, haren man missende, stond zij op, en zag daar in het donker een ge daante in den den deurpost hangen. Hevig ontstelde zij, meenende dat haar man daar hing en schril klonk het: „o kinderen, je vader heeft zich opgehangen 1" Op dit geschreeuw kwamen de kinderen en buren toesnellen en ook, heel bedaard, de ge hangene zelf. Tot vreugde van iedereen was nu de zaak spoedig opgehelderd. Zierikzee. Bij den gemeenteraad is ingekomen een adres van den heer A. van Seteis te Rijswijk, houdende concessie aanvraag van een drinkwaterleiding in deze gemeente. De grootste Amerikaansche post, die ooit over Vlissingen is aangebracht, is, vol gens „De Ned.", Zondag met de nachtboot alhier aangekomen. Gelijktijdig arriveerden de mails uit de West, Japan en China, zijnde met de Engelsche post er bij 625 zakken, zoodat er 5 postrijtuigen iu den Duitschen trein noodig waren om dat zaakje te vervoeren. Ook moesten twee locomo tieven dienst doen. In den afgeloopen dektijd werden gedekt in Zeeland 8399 merriën waarvan in Zuid-Beveland 1492, Noord-Beveland 327, Tholen 708. Wegens het heerschon van roodvonk en diphtheritis zijn te Tilburg alle lagere scholen gesloten. In de Katholieke kerken is door de geestelijkheid tot de parochianen het verzoek gericht, bij zoodanig ziektegeval in hun huis de kerk niet te bezoeken. De gebroeders Galema van Welsrijp zijn tot dusver de eenigen goweest, die in één dag »de èlf steden van Friesland" hebben bezocht. Dit is werkelijk een tocht van belang, vooral ook door de afgelegen ligging van Dokkum. Vroegor was het eene liefhebberij van vele Friezen dezen tocht te maken. Zoo kwamen in den strengen winter van 1890 dagen voor, waarop meer dan 80 personen die reis ondernamen. In de verschillende steden lieten zij in een logement, als bewijs van aankomst, hunne reisroute afteekenen. De gebroeders Ga lema handelden thans evenzoo. Een echt Hollandsch hartie. Op een der vreeselijk koude dagen van de vorige week kwam een 6-jarig jongetje, dat onge veer een uur moet loopen, alvorens de school te Haarlem te bereiken, met nage noeg bevroren vingertjes in zijn klas. Door doelmatige zorg van den onderwijzer her stelde de kleine patiënt, nadat door de tinteling menig traantje aan het oog was ontvallen. Toen des middags de kinderen weer ter school kwamen liep een meisje van ruim zeven jaar, eveneens van niet rijke ouders, langs de bank waarop onze kleine man zat en legde een paar wollen mofjes voor hem neder. Natuurlijk was een welgemeend dankje van het jongetje en een woord van lof van den onderwijzer het loon dat het kleine medelijdende kind ten volle had verdiend. (O. H. CJ >De lijd?' verneemt, dat de gezond heidstoestand van Dr. H. I. A. M. Schaep- man in den laatsten tijd veel te wenschen overlaat. Reeds sedert de eerste vergade ring, waarin de Indische Begrooting werd behandeld, heeft hjj dientengevolge de zit tingen der Tweede Kamer niet kunnen bij wonen. Een hongerige rat kroop in het warme bed van een slapend kind van slechts eenige maanden te Nieuwenhagen (Lim burg.) De hongerige knager had nauwe lijks een handje aangebeten van het arme wicht, toen dit angstig begon te gillen en te schreeuwen, waarop onmiddellijk do be zorgde moeder toeschoot. Toen zij de dekens opsloeg ontwaarde zij oon groote rat, die angstig een heenkomen zocht in het mouwtje van het arme kleintjede moeder zelf scheen vrees voor dit dier te hobben, daar zjj mannelijke hulp inriep, die onmiddellijk verscheen en den roover dooddrukte. Het handje, dat op twee plaatsen aangebeten was, is gelukkig weder hersteld, na een tijd van drie weken. Verbetering. Niet minister Kuyper maar minister Bergansius voerde bij :t graf van minister Kruijs het woord. Te IJselmonde is een 16-jarige zoon eener weduwe door het ijs gezakt en ver dronken. Te Leiden zijn vier Delft- sche jongelui die daarheen een tochtje op schaatsen maakten, op het Galgewater in een wak gereden, een hunner verdronk. Een 17-jarige jongeling te Roelof Arend veen die zich, ondanks den dooi, op het Brasemermeer begaf om schaatsen te rijden, is in een wak gereden en verdronken. Een bloemistknecht te Bennekoni sprong van de in vollen gang zijnde stoomtram met het gevolg dat hij door twee wagens overreden en gedood werd. Hij laat een weduwe na met zeven kinderen waarvan het oudste zeven jaar, en het jongste zeven dagen oud is. Te Sint Jansga zijn de kleeren van een oude vrouw die een bran dende lamp vulde in t rand geraakt, en is de vrouw aan de brandwonden overleden. Zooals gemeld is zakten dezer dagen twee broeders te Clinge door het ijs en verdronken. Sedert het bekend worden van het ongeluk ligt de moeder der slachtoffers sprakeloos te bed, is de vader zeer ziek geworden en is de zuster der broeders van verdriet krankzinnig geworden. In een fabriek te Hengelo werd een machine smeerder, terwijl hij eenig herstelwerk aan een drijfriem verrichtte, daardoor gegrepen 6D tusschen den riem en een as der ma chine gedood. Het lijk van den te Zwolle vermisten 23-jarigen matroos is uit een wak nabij Genemuiden opgehaald. De on gelukkige zou binnen enkele dagen in het huwelijk getreden zijn. Een vrouw te Breda die bij een water- en vuurvrouw een emmer kokend sodawater gehaald had werd terwijl zij daarmee naar haar huis ging op straat door twee vrouwen aange grepen, de een wierp haar bij de haren tegen de straat, de ander wierp haar het kokende waterover het lichaam. Da vrouw werd bewusteloos en met brandwonden overdekt, weggedragen. Een der daderessen was zoo pas uit de gevangenis ontslagen. Te Enkhuizen is een knaapje, terwijl de moeder eene boodschap was gaan doen, met vuur in aanraking gekomen, en heeft zich zoo deerlijk gebrand, dat het dien- tenvolge is overleden. Te Barneveld deed zich een geval van bloedvergiftiging met doodelijken afloop voor bij een varkens slachter tijdens de uitoefening zijner be trekking. Een ander verwondde zich den duim aan een verroesten spijker waarop bloedvergiftiging ontstond die zijn overbren ging naar Utrecht noodzakelijk maakte. Te Bolsward viel op straat een 13-jarig meisje en op het ijs een 18-jarige schaat- senrijdster met het hoofd achterover; beiden stierven aan hersenschudding. In de sui kerfabriek te Oud-Beijerland toen het jachtrad aan den gang werd gemaakt, werd een werkman eensklaps door het rad gegre pen, eenige malen in de rondte geslingerd, en ernstig verminkt. Hij bezweek aan de gevolgen. Te Amsterdam viel een kost winner zijner hoogbejaarde moeder bjj het uithangen van het hijschblok uit het zolder luik. Men droeg hem met verpletterd hoofd naar binnen, waar hij kort daarop overleed. Een paar dagen geleden is een familie te Raalte aan een groot gevaar ontsnapt. De kamer der echtgenooten is met een deur verbonden aan de kinderkamer, waar een vijftal spruiten in hun bedjes slapen. Wegens de strenge koude was 's avonds een petroleumkachel aangestoken en blijk baar te hard laten branden, 's Nachts werd mevr. wakker door benauwdheid en bemerkte dat mijnheer geheel zwart zag. Met moeite maakte zij haar echtgenoot wakk«r, die ook hevig benauwd was; met inspanning werd een raam geopend, waardoor de damp kon worden afgevoerd. Inmiddels waren de ouders naar de kinderen gegaan, ook dezen waren geheel zwart evenals al het bedde- goed. De kachel had zoodanig gewalmd dat het plafond zwart was en met raggen was bezet. Zoo mevrouw niet wakker was geworden, zouden ongetwijfeld de zeven leden van het gezin en een keukenmeid 's morgens dood gevonden zijn. Een waar schuwing voor hen, die in het bezit van petroleumkachels zijn De bizondere correspondent van de Daily Neuws die tijdens den oorlog als Engelsch officier in de Kaapkolonie de krijgswet uitgevoerd heeft schrijft uit Kaapstad dat de oorlog de Afrikaanders in Zuid-Afrika tot één volk heeft gemaakt. En dan vertelt hij het volgende „Een paar dagen geleden sprak ik met de zuster van een voornaam politiek persocn. Zij kan geen Hollandsch spreken. Yoor den oorlog, zeide zij, wist zij nauwelijks of zij Hollandsch of Engelsch was. Zij be hoorde tot onze kerk (de Angkliaansche dus), de leden van haar familie droegen Engelsche voornamen en in haar huis was het Engelsch de eenige gesproken taal. „Maar nu", zeide zij, „ben ik een Hol- lansche, en wij spreken Hollandsch; som migen onzer hebben het sinds den oorlog geleerd." Toen wendde zij zich tot haar broertje van vijf jaar, en vroeg hem wat hij was„Ik ben een Boer", zeide hij dadelijk. „Wat gebeurd is in deze familie van hoog ontwikkelde menschen, is de heele

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2