weer verricht, waarbij zij tijd en zorg en
moeite heeft veil gehad in 't belang van
een goeden gang van zaken, alsmede den
consciërge Van der Kuip.
Nog werden enkele wenken gegeven, in
't belang van de bevordering eener betere
opkomstde vraag of ook vuurmakers
konden geleverd worden, werd ontken
nend beantwoord, de Werkverschaffing had
er zich vroeger mede belast, doch was er
uit geconcurreerd, verklaarde de heer J.
Adriaanse. Ook wordt nog gesproken over
de mogelijkheid \an productief maken van
't Jaarverslag door daaiin gelegenheid te
gelegenheid te geven tot 't plaatsen van
advertentiën.
Niets meer aan de orde zijnde, sloot de
voorzitter Onder dankbetuiging de ver
gadering.
Goes. De jaarlijksche rondgang aan de
huizen der ingezetonen door het bestuur
van den Chr.-Volksbond en dor Werkver
schaffing voor 't bekendo goede doel zal
doze en de volgende week worden gehou
den. Zij er bij de strengheid van dit jaar
getij te grooter milddadigheid bij nijpender
behoeften. Het is om den werkloozen
werkman en zijn gezin een verdienden boter
ham te doen genieten. Een verdienden,
dit is boter dan een gekregen of bedeelden
Waarde. Een landbouwer alhier heeft
Dinsdag 11. zijne laatste suikerbieten naar
de haven gevoerd. Bij het invallen van
de eerste vorst stonden er nog 12 gemet
bieten in den grond. Niettegenstaande dit
heeft hij daarom altijd nog gemend. Thans
staat er nog 1 gemet in den grond doch
deze bieten zullen daar waarschijnlijk den
winter wel door kunnen brengen.
Alhier heeft iemand het ongeluk gehad
dat bij het wijnpeeën laden zijne tien vingers
bovroren.
Middelburg. Tegen 10 Dec. a. is be
noemd tot brievenbesteller aan het postkan
toor alhier S. Geluk, thans brieven- en
telegrambesteller te Cortgene; en tot hoofd-
brievenbeUeller M. J. Stokmans, thans
besteller to Goes.
Goes. De vrachtrijder Gijzel van Bieze-
linge, liet Dinsdagmorgen zijn vrachtkar
aan het Kerkplein (bij het Slot) even onbe
heerd staan. Bij zijn terugkomst vermiste
hij uit de kar een pakje van nog al flinke
waarde. De politie die hij hier mede in
kennis stelde, had het geluk, het pakje
bestaande uit boerinnenkant in beslag te
nemon, dat door de 12-jarige J. L. alhier
uit de kar was ontvreemd.
Goes. Een flesch met 5 Liter madera
op een der vrachtkarren alhier bezorgd, is
tot heden niet terecht gekomen, er wordt
ook een onderzoek naar ingesteld.
Te Ellewoutsdijk werd in 1894 een
Zangschool opgericht, welke echter, kwij
nende wegens telkens terugkeerende onge
noegens tusschen enkele hoofdpersonen,
dezen zomer werd ontbonden, een aardig
sommetje in de kas overlatendo. J.l. Vrijdag
nu werd dit restant der kas onder gezellig
gekout, muziek voor den dans en een glaasje
rooden baai opgeteerd inde Con
sistoriekamer der Ned. Herv. Kerk gren
zende aan en in verbinding met her kerk
gebouw. Zijn onze herinneringen juist dan
hebben dergelijke stuitende voorvallen in
deze lokaliteit, de zorg waarvoor immers
bij Kerkvoogden berust, al meer plaats
gehad. Tenminste wij meenen vroeger eens
te hebben vernomen dat het was in Febr.
jl. aldaar in genoemd kerkelijk lokaal
een zeer ergerlijke braspartij is gegeven bij
gelegenheid van een verjaringsfeest, waarop
enkelen zeer dronken waren en waarna
zelfs een der genoodigden zijo eigen woning
niet kon vinden. Men sprak ons zelfs van
een «geriefelijke" plaats van samenkomst,
vooral voor hen die do gemeenteherberg
willen mijden en min gewenschte gaston er
liefst buiten houden. Indien deze feiten
juist zijn, hopen wij zeer dat de autori
teiten te Ellewoutsdijk tegen herhaling er
van zullen waken. Moge te Ellewoutsdijk
zich spoedig een andere geest baan breken,
dat men daar leere vragen naar de oude
paden; naar het oude, beproefde evangelie
der zaligheid in kerk en school. Te Elle
woutsdijk schijnt gereformeerdo prediking
in de Kerk, gepaard aan Christelijk onder
wijs in eene vrije school broodnoodig.
Tot directrice van het 15 dezer te
openen ziekenhuis voor Schouwen en Duive-
land te Noordgouwe is benoemd mej.
Joh. van Borssum Waalkes. Als verpleeg
ster is benoemd mej. J. C. Bloemholf.
Krabbendijke. In een der lokalen van
de „School met den Bijbel" hield de anti
revolutionaire kiesvereeniging op 9 Dec.
haar vergadering. De voorzitter J. de
Koning opende op de gewone wijze de
vergadering. Over de prostitutie werd wat
medegedeeld en vervolgens met algemeene
stemmen goedgevonden het adres der
„Vereeniging tegen de prostitutie" enz. te
stsunen, door een adres van adhtesie te
zenden.
Over de Leerplichtwet werd heel wat
gesproken en ten slotte met algemeene
stemmen dit voorstel aangenomen
Het Bestuur zal zich namens de kies
vereeniging richten tot den Minister van
binnenlandsche zaken en dezen melden,
dat, naar het gevoelen der kiesvereeniging
leerplicht voor Krabbendijke niet nood
zakelijk is en dus intrekking gewenscht
wordt. Bij niet-intrekking wenscht de
kiesvereeniging, dat voor het platteland
met landbouwende bevolking de wet in
dien zin wordt gewijzigd, dat de kinderen
tot 9 of 10-j irigeu leeftijd verplicht zijn
het geheele jaar geregeld school te gaan,
dit voor oudeten dan 9 of 10 jaar de ver
lichting tot schoolgaan slechts gedurende
het winter-halfjaar besta en wel zooveel
winter-halfjaren meer dan andere kinderen
als ze zomer-halfjaren verzuimen.
Door den secretaris werd medegedeeld,
dat Ds. Hofstede van Aardenburg Woensdag
17 December voor de kiesvereeniging in
een openbare vergadering hoopt op te
treden. Daar de tijd tot sluiten riep, werd
nog wat voor een volgende verg. bewaard
en sloot Ds. J. de Koning de vergadering
met dankzegging.
Er waren 15 leden tegenwoordig.
Onder St. Jansteen woont in een ar
moedig huisje een oud moedertje, lijdende
aan toevallen. Een buurmeisje van om
streeks 12 jaar kwam den nacht geregeld
bij haar doorbrengen, om zoo noodig het
bestje hulp te verleenen. Zaterdag was het
meisje ouder gewoonte te bed gegaan, toen
zij door een zeer pijnlijk gevoel wakker
werd. Het vrouwtje had hare legerstede
verlaten, een broodmes genomen en het
meisje enkele, gelukkig onbeduidende, won
den toegebracht. Het doodelijk verschrok
ken kind wilde vluchten, doch het hevig
opgewonden zenuwachtig vrouwtje belette
dit: wel verliet zij zelve haastig hare wo
ning. Een weinig later sloop de gewonde
ook de hut uit en haastte zich de buren
te wekken, die het oude moedertje geheel
verstijfd, dicht bij hare woning vonden.
Zij was in een beerput gesprongen om zich
van 't leven te berooven, doch door de koude
waren zeker hare overspannen zenuwen
gekalmeerd, zoodat ze er weer uitgekropen
was. Men hielp de ongelukkige zoo goed
mogelijk en legde haar te bed; genees
kundige hulp werd ingeroepen, doch baatte
niet meer. Na enkele uren hield het
vrouwtje op te leven.
Maandagavond kwamen met den Hol-
landschen sneltrein van 10.3G te Vlissingen
aan de generaals Botha en De la Rey, de
laatste met zijn echtgenoote. De generaals
waren vergezeld van hunne secretarissen de
heeren De Villiers en Ferreira. Een be
langstellend publiek was, niettegenstaande
het late uur, aan het station tegenwoordig.
Met de aansluitende nachtmailboot «Prins
Hendrik" vervolgde het gezelschap de reis
naar Engeland.
Te Haarlem reden twee paartjes
in een wak, een 20jarige jongeling werd
levenloos opgehaald, zijn broeder verdronk
voor twee jaar in het Spaarne. Twee
broers zakten bij het schaatsenrijden te
Sliedrecht door het ijs; een hunner, de
onderwijzer 't Hoen verdronk. Te Slo
ten reod een 12jarige knaap in een wak
en verdronk. Drie jongelieden die een
pleizierreisje maakten naar Genemuiden,
zagen een hunner in het ijs zakken en
verdrinken. Twee broeders to Hattem,
die op het Apeldoornsche kanaal schaatsen
reden zijn door het ijs gezakt en verdron
ken. Te Borger is een 30jarige jonge
man, al schaatsen rijdende door het ijs
gezakt en verdronkon. Te Haastrecht
is de conducteur van de stoomtram afge
vallen en bewusteloos opgenomen, hij over
leed aan de gevolgen. Te Beerta is
een 12jarige knaap zoodanig op het ijs
gevallen dat hij op de plaats dood bleef.
Te Venendaal zakte een I2jarige
knaap door het ijs, terwijl hij er zijn
broeder van onder wilde halen. Hij ver
dronk, en de broeder, schoon nog tijdig
gered, bezweek aan de gevolgen. Te
Rotterdam is een dame door de koude
bevangen op straat ineengezakt en in 't
gasthuis gebracht zijnde, aldaar overleden.
Op het station Boxtel is een arbeider
remmer uit de remkast gevallen, door een
trein aangereden en gedood. Te Gorre-
dijk werd Zondag een oud man dood op
den drempel zijner woning gevonden. Hij
had eenigen tijd buiten vertoefd, was door
de koude bevangen en tengevolge daarvan
binnen weinige oogenblikken bezweken.
Een werkman te Groningen die bij
een in aanbouw zijnd huis van de ladder
viel en in het ziekenhuis werd opgenomen,
is aan de gevolgen van dien val overleden.
Te Oosthuizen geraakten Maandag
tegen het vallen van don avond drie broe
ders bg 't schaatsenrijden in een wak. De
17jarige kon nog gered worden, doch de
twee andere, oud 19 en 21 jaar, verdron
ken. Te Leerdam viel een driejarig
knaapje in een fornuispot met kokend
varkensvoer, en overleed onder een smar
telijk lijden aan de bekomen brandwonden.
Twee kinderen te Assen, een meisje van
6 en een knaapje van 10 jaar, wier moeder
overleden is, waren Zaterdag alleen thuis
en geraakte 't meisje door het haardvuur
in brand. Toen de pogingen van den
knaap om de vlammen te dooven misluk
ten, snelde hij naar zijn grootmoeder die
in de buurt woont, op zijn weg gevolgd
door het meisje. Nadat het vuur door
middel van water was gebluscht, bleek
dat van de arme kleine het geheele vel
was verbrand. Tengevolge der bekomen
brandwonden overleed zij. Op een schip
uit Groningen, te Ruhrort liggende, vond
men 's morgens de twee zoons van den
schipper in hot vooronder bewusteloos,
door kolendamp. De oudste is dood, do
jongste ligt bedenkelijk. Zoüdag 's een
der opvarenden van een stoomtrawler van
IJ muiden gedurende het breidelen over
boord gevallen en verdronken. De man
laat een weduwe en twee jonge kinderen
na. Te Tilburg is een voerman van
zijn zwaar beladen wagen gevallen, over
reden, zwaar veiminkt en op de plaats
gedood. Een arbeider vond gisteren bij
de spoorbrug te Moerdijk een kartonnen
doos met de lijkjes van twee voldragen
pasgeboron kinderen oen jongetje en een
meisje! Het kindje dat bovenop lag, bleek
bevroren. De dood was nog maar pas
ingetreden. In de suikerfabriek der
lirma Daverveldt, Binck k Co., te Ouden
bosch, weid de chef van de suikerkamer,
Cornelis Suykerbuik, bij het doen van
eenige werkzaamheden, door eene in gang
zijnde machine gegrepen, zoodat hij om
de as werd medegesleuvd. De ongelukkige
was terstond dood.
In een der scholen te Rotterdam
bevroor het water in een goudvisschenkom
tot een vaste ijsmassa, waarin de goud-
vissehen door het ijs totaal waren ingesloten.
Des morgens werd de kom na deze ontdek
king bij de kachel geplaatst, welker warmte
het ijs spoedig ontdooide. Even daarna
zwommen de goudvisschen weer lustig in
het rond. Voorzeker een bewijs van de
taaiheid van deze visehsoort.
Tot lid dor Tweede Kamer voor
Amsterdam III (vacature Den Hertog (lib.)
is bij herstemming van de 5992 (aantal
kiezers is 7734), gekozen oir. P. J. Troelstra
(soc.-dem.) met 3397 stemmen. J. W.
IJzerman (lib.) kreeg 2595 stemmen. Bij
de stemming op Dinsdag 2 December werden
uitgebracht 4977 geldige stemmen. Daarvan
verkregen de heeren mr. P. J. Troelstra
(soc.-dem 2476, J. W. IJzerman (lib). 1165,
mr. A. Anema (antir.) 959, H. Groenewegen
(christ.-hist.) 151, A. Sinnema (door onder
officieren gesteld) 122 en B. H. Heldt
(vrijz.-dem.) 101 stemmen.
Bij de herstemming worden een groote
1000 stemmen meer uitgebracht dan bij de
eerste stemming en mr. Troelstra zag zijn
stemmental met meer dan 900 rijzen. De
thuisblijvers van de eerste stemming zijn
hem dus bij de herstemming gunstig ge
weest.
De verkiezing van den heer Troelstra
tot lid der Tweede Kamer in Amsterdam
III heefc 't 8temmencijfer der sociaal-demo
craten in de Kamer van 7 op 8 gebracht;
en hunne gevechtswaarde minstens verdub
beld. O, ministers, o, nationale tijd, o volk,
o proletariërs zelfs, mag men wel uitroepen.
Iutusschen, de partijgenooten in III waren
gisterenavond geestdriftig blij. In hun ver-
kieziDgslokaal werd de heer Troelstra in de
hoogte getild en door eenige stoere broe
deren naar het podium gedragen. Troelstra
schreeuwde een korte rede uit van dank
en lof aan de „kameraden en medestrijders".
De rede werd met donderend applaus be
groet. Later in den avond kwam men
bijeen in Plancius om de overwinning te
vieren. De groote benedenzaal waar Troel
stra, en de groote bovenzaal waar Vliegen
sprak, waren stampvol. Daarna werd een
optocht georganiseerd die echter door de
politie uiteengedreven werd.
Tot Ld der staten van Utrecht vaca-
ture-Bastert, chr. hist,) is in het district
Breukelen gekozen mr. v. Tuyli van Seroos-
kerke (1.) en tot leden van de staten van
Zuid-Holland (vac. v. Kempen, a.r. en
Alma, lib.) zijn in het district Leiden ge
kozen de liberale candidaten Van Dissel
en Juta. De „antilib." meerderheid in
Zuid-Hollands staten verliest een zetel.
De toestand van den Minister van
Marine was hedenochtend minder gunstig.
De lijder bracht een onrustigen nacht door.
Wij deelden reeds iets mede uit het
boek van De Wet.
Nog geven wij een uittreksel uit het
hoofdstuk»Ik moet door een blokshuislijn
en door een kordon van 60,000 troepen",
waarin De Wet beschrijft hoe hij, in de
laatste periode van den oorlog, zich uit
den ijzeren cirkel, die lord Kitchener om
hem heen getrokken had, wist te redden.
Het is in het Noordoosten van den Vrijstaat,
den 23en Februari 1902:
Wij trokken dien nacht tot bijna de
Cornelisrivier, en den volgenden dag tot
op de plaats Brakfontein van den heer
James Howell, van waar het mijn bedoeling
was te gaan om ergens tusschen Vrede en
Bothapas door te breken. Maar toen mijn
verkenners dien avond inkwamen en mij
berichtten, dat er daar evenmin kans als
er op eenige andere plaats was, daar do
colonnes romdom aaneengesloten waren
en daar ik van andere verkenners hoorde,
dat er te Kalkkrans aan do Holspruit een
open eind je was, besloot ik naar Kalkkrans
op te rukken.
Na de zon onderging vertrok ik dan van
Brakfontein in de richting van Kalkkrans,
om, wat het ook kosten zou, door te breken
want, indien ik hier gevangen werd, zou
het een onherstelbare nederlaag geweest
zijn, omdat niet ik alleen, maar ook presi
dent Steyn en de geheele regeering daar
in handen des vijands aldus zouden geval
len zijn.
Ik had nu bij mij een gedeelte van de
Harrismithsche burgers, de commando's
van Vrede en Frankfort en deelen van
Slanderton en Wakkerstroom, ondei Com.
Alberts, die naar deze streken kort te voren
was gekomen om ongedresseerde paarden,
want andere waren er niet meer, voor zijn
burgers te krijgen. Ook waren er andere
burgers van Wakkerstroom en Standerton,
die door don vijand uitgedreven waren.
Benevons dezen, had ik bij mij ouden van
dagen, en vele kinderen en anderen die
met de strijders waren, die, opdat zij niet
gevangen zouden worden voor den vijand,
aan het vluchten warenallen te zamen
had ik wel tweeduizend personen met mij.
Com. Mentz was ook in de kraal, maar
niet hier: zoo ook ten westen van mij
bevonden zich gen. Wessels, com. Beukes
en een deel van de Bethlehemsche burgers.
Ik wist, echter niet met zekerheid waar zjj
waren, on kon hun mijn plan niet bekend
maken, daar ik eerst na zonsondergang
besloot om dien nacht door te breken.
Maar ik wist, dat zij hun weg, tegen eiken
prijs, door het kordon vinden zouden.
Com. Jan Meyer ontmoette ik te Brakfon
tein. Een gedeelte van zijn burgers waren
nog zes mijlen ten zuiden daar vandaan.
Toen ik nu besloot om door te breken, liet
ik hem weten, (daar hij in die streken
goed bekend was) mij te volgen.
Mijn bevel was, dat al de ruiters vooruit
moesten gaan. Bij hen moest mijn wagen
tje, dat getrokken werd door acht muilen,
zijn. Dit wagentje was met mij naar de
Kaapkolonie geweest, en had mij overal
sedert dien tijd vergezeld veertien
maanden lang het was met mij ook twee
weken te voren heen en weder door de
blokhuislijn gegaan.
Achter de ruiters moesten de oude en
ziekelijke personen, die op nog overge
blevene rijtuigen reden, komen en achter
dezen het vee in afzonderlijke troepen, met
eenige manschappen bij eiken troep.
Wij reden voort.
Toen wij de plaats genaakten waar ik
de Engelschen verwachtte, deed ik com.
Ross met omtrent honderd man en ook
de commandanten Hermanus Botha en Al
berts (Standerton) met een gedeelte van hun
burgers vooruitrijden.
Wij gingen door Holspruit. Toen zwenk
ten wij eenigszins west, omdat de weg, die
ons noordoost leidde, ons volgens het rapport
der verkenners, juist op een vsd de kam
pen der Engelschen brengen zou. Maar
de Engelschen waren overal. Wij zouden
nu niet met één kamp te doen hebben
wij hadden een leger vóór ons, want de
getalsterkte van den vijand bestond in zulk
een cijfer, dat menig Engelschman dacht,
dat een Boer te dom en ongeleerd was om
het uit te spreken, veel min de beteekenis
daarvan te begrijpen. Wel laat ik mij dan
maar stellen op het standpunt waar de
Engelschman ons plaatste en zeggen
«Ons het gezien: hulle is 'n gioot, groot
klomp!" Wij waren geen driehonderd pas weg
gedraaid vanwaar wij Holspruit doorgegaan
waren, of de Engelschen schoten van onge
veer driehonderd schreden in een lange
rij recht van voor op ons. Wij wisten dat
zij besloten hadden, dat wij niet gemakke
lijk zouden doorgaan.
De burgers hadden, vóór wij de spruit
bereikten, en toen wij die door waren,
maar altijd naar vorentoe gedrongen, ja,
gingen in hoopen voorbij doch toen de
vijand zoo geweldig begon te vuren, rukten
zij om.
Maar niet do manschappen onder de
commandanten Ross, Botha en Alberts.
Deze officieren en hun veldcornetten be
stormden met op 't hoogst honderd man
het naaste punt van den vijand waar er
een fort was op het steile einde van een
»bank".
Ik riep al wat ik kon «StormtIk
trachtte met allo macht de burgers te koeren.
Zelfs de sjambok werd gebruikt. Maar ik
slaagde er niet in meer dan ongeveer twee
honderd vijftig burgers tekeeren terwijl
zooals ik gezegd heb honderd met de com
mandanten daar straks genoemd, stormden.
De anderen joegen terug.
Ik was ook meteen zonder mijn staf.
Sommigen daarvan bleven bij het wagentje
dat achter onder het vuur stond, wachtende
op order. Anderen, waaronder mijn zoon,
Kootie, die tevens mijn secretaris was, waren
mij gevolgd, maar waren in de groote ver
warring van mij afgedwaald. Dit moet
hoofdzakelijk daaraan toegeschreven worden
dat de burgers met de eerste charge dach
ten, dat zij door waren, en daar plotseling
bevonden dat zij van voren nog beschoten
werden.
Intusschen joeg ik heen en weder om
de burgers aan te sporen door te breken.
In dit jagen reed ik twee van mijn staf
op het lijf: Albertus Theunissen en Buit
Nussey. Ik gaf hen het order«Gaat en
brengt het wagentje door, laat het kosten
wat het wil."
Ik ontmoette ook mijn zoon Isaac, dien
ik bij mij hield.
En nu schoten de Engelschen van voren
niet alleen, maar ook van de rechterzijde,
en wij moesten ons een weg banen. Dit
deden wij, en, na omtrent veertig minuten,
braken wij door.
De Engelschen hadden veertig of vijftig
pas van elkander slooten gegraven, die tot
verschansing dienen moesten. In elk één
dier slooten was er ruimte voor van tien
tot dertig man. Zij hadden ook een Maxim-
Nordenfeldt, die geweldig vuurde doch het
werd spoedig het zwijgen opgelegd, toen
de artillerie neergeschoten werd. De andere
troepen die daar waren, namen met het
stuk de wijk, de caisson in den steek
latende.
Spoedig zag ik nu aan het vuur der
Engelschen, dat zij aan het reiireeren waren.
Ik zond toen twee manschappen naar ach
teren, om die burgers, die teruggeweken
waren, te zeggen, vooruit te komen; maar
zij deden dit niet, meenende ongetwijfeld
den volgenden avond een veiliger plaats te
vinden. Dit was dwaas van üen, daar de
kring die om hen gevormd werd, eiken
dag nauwer zou worden, en tegen den
derden dag zoo dicht gesloten zijn, dat er
geen mogelijkheid van ontkoming zijn zou.
De twee burgers kwamen niet terug, en
wij trokken voort met ons nemende onze
gewonden, twaalf in getal. Onder dezen
waren er twee zwaar gewond, die mijn
staf op mijn wagentje plaatste, de cóu was
Dit gebeurde ook. Het gelukte hen door
te komen waar de colonnes niet zoo dicht aan
elkander gesloten waren, als waar ik doorging.
Van der Merwe, één van president Steyn's
lijfwacht, en de ander een knaap van dertien
jaar oud, met name Olivier.
Wij haasten ons voort en kwamen op
de plaats Bavaria aan Bothasberg kort na
de zon opging.
Van der Merwe bezweek aan zijD wond
daar. Nog vóór hem was de knaap van
zijn smarten verlost, en zoo moest de
aarde weer kinderbloed drinken.
Elf van mijn manschappen bleven op het
slagveld dood. Wij konden niet anders
dan hen daar te laten, want hadden wij
getracht hen uit te brengen, dan zouden
er misschien meer levens moeten opgeotferd
zijn.
Die met mij en de burgers onder het
geweldig vuur doorbraken, waren president
Steyn en de leden der regeering, alsook
ds. J. D. Kestell, predikant van de Neder-
duitsch Gereformeerde Gemeente te Har-
rismith.
De Engelschen bleven op den 24sten
over, waar zij waren. Of al de colonnes
dit deden, weet ik niet, maar zoover wij
zien konden, was dit het geval. Later
hoorden wij, dat wij doorgebroken hadden
juist waar col. Rimingtons colonne stond,
en dat zijn verlies honderd aan dood en
gewond bedroeg.
's Daags daarna trokken de colonnes
voort. Wij gingen toen om onze dooden
ter aarde te bestellen. De vijand had dit
reeds gedaan, maar zeer vlak. Wij be
groeven hen dieperelf in getal.
In den nacht van den 25sten kwamen
er weer driehonderd of driehonderd vijftig
man. Zij troffen het beter dan wij, en
verloren twee man dood en elf gewond.
Die van de tweeduizend, die in de kraal
ingesloten waren, ontkwamen, behalve die
reeds genoemd zijn, waren de burgers onder
gen. Wessel Wessels en com. Mentz.
Met de anderen ging het treurig.
De Engelschen trokken voort en maakten
den kring al nauwer.
Op den 27sten Februari 1902 Maju-
badag vielen in de handen des vijands
com. Jan Meijer en vierhonderd man. s)
Opmerkelijk was het, dat dit op Majubadag
moest gebeuren
Op den 27sten Februari 1881 werd de
slag op Majuba geleverd. Negentien jaren
daarna leden wij op denzelfden dag der
maand een verschrikkelijke nederlaag te
Paardenberg, waar wij gen. Piet Cronjé
met een groote macht verloren. En nu
was de 27ste Februari weer daar. Een-
en-twintig jaren waren voorbijgegaan na
wij het op Majuba gowonnen hadden. De
dag van onze meerderjarigheid was dus
aangebroken om mij zoo uit te drukken
maar instede er van, dat de Republieken
mondig werden, werden zij onmondig ge
maakt, door het groote verlies, dat wij hier
leden niet zoozeer in het getal manschap
pen dat wij verloren, als in het ontzettend
groot getal vee, dat tot voedsel voor de
commando's en de families moest dienen,
dat daar aan haar ontroofd werd want,
tot het ons op dezen dag ontnomen werd,
was het grootste gedeelte van ons vee in
deze districten te vinden. Men had nog
altijd in het oneffen veld van deze streken
met beesten en schapen kunnen wijken
deze keer was het onmogelijk. Wat zal
ik zeggen? Wjj hadden gezondigd;
maar niet, niet tegen Engeland
De koude maakt te Parijs slachtoffers.
Vijf personen vielen gisteren dood neder
en twintig leerlingen der Polytechnische
School moesten, gedurende een inspectie
van den generaal-commandant, naar het
hospitaal der inrichting vervoerd worden.
Een schaking op klaarlichten dag in
de straten van Parijs met behulp van een
automobiel, ziedaar een up to date sensatie
berichtje. Een medisch student had huwe
lijksplan met de dochter van een geneesheer,
die zich evenwel er tegen verzette daar de
jongeling nog geen positie had. Daarom
besloot hij met haar goedvinden haar
te schaken. Zij had juist muziekles gehad
en keerde, vergezeld van eenige vrien
dinnen, huiswaarts. Zij was niet ver van
de ouderlijke woning of zij werd door eens
motormans armen omvat, opgetild, in de
automobiel gezet en tuftufvoort ging
het, voordat hare vriendinnen van de ver
bazing bekomen waren. Wel hadden deze
een poging gedaan Oor te verledigen, maar
zij waren natuurlijk machteloos tegenover
de gespierde automobolistische armen van
den ontvoerder, die bovendien nog een
vriend bij zich had. Het paar is nu uit
de bekende wereld plotseling verdwenen.
De politie heeft vruchtelooze pogingen ge
daan, zeifs te Rouen, Havre en Brussel, om
de vluchtelingen te ontdekker. Het ge
heele geval was in een minuut afgeloopen.
De militaire autoriteiten te Sonora
(in Mexico) hebben kennis verkregen van
den ontzettenden dood van Dan Ryan, den
befaamden Amerikaanschen verkenner, in
dienst der Mexicaansche bereden politie.
Ryan was onlangs met zijn metgezel Wilson
door Yaqui Indianen gevangengenomen
tijdens een expeditie. In tegenwoordigheid
van Wilson werden Ryan's voeten met
een botte zaag afgesneden, waarop de onge-
gelukkige gedwongen werd op de been-
stompen buiten het kamp te gaan, tot hij
dood nederviel. Toen zonden de beulen
Wilson terug met een spottende boodschap
aan zijn chefs.
-) Ook mijn zoon Jacobus (Kootie). Voor
ik deze regelen schreef, was hij terug van St
Helena, waarheen hij als krijgsgevangene ge
zonden werd en wij hadden elkander ontmoet
Hij vertelde mij, dat hij in den nacht, toen ilc
doorbrak, wilde doorkomen, maar dat hij dit
niet doen kon, omdat zijn paard onder hem
gewond werd.