weer verricht, waarbij zij tijd en zorg en moeite heeft veil gehad in 't belang van een goeden gang van zaken, alsmede den consciërge Van der Kuip. Nog werden enkele wenken gegeven, in 't belang van de bevordering eener betere opkomstde vraag of ook vuurmakers konden geleverd worden, werd ontken nend beantwoord, de Werkverschaffing had er zich vroeger mede belast, doch was er uit geconcurreerd, verklaarde de heer J. Adriaanse. Ook wordt nog gesproken over de mogelijkheid \an productief maken van 't Jaarverslag door daaiin gelegenheid te gelegenheid te geven tot 't plaatsen van advertentiën. Niets meer aan de orde zijnde, sloot de voorzitter Onder dankbetuiging de ver gadering. Goes. De jaarlijksche rondgang aan de huizen der ingezetonen door het bestuur van den Chr.-Volksbond en dor Werkver schaffing voor 't bekendo goede doel zal doze en de volgende week worden gehou den. Zij er bij de strengheid van dit jaar getij te grooter milddadigheid bij nijpender behoeften. Het is om den werkloozen werkman en zijn gezin een verdienden boter ham te doen genieten. Een verdienden, dit is boter dan een gekregen of bedeelden Waarde. Een landbouwer alhier heeft Dinsdag 11. zijne laatste suikerbieten naar de haven gevoerd. Bij het invallen van de eerste vorst stonden er nog 12 gemet bieten in den grond. Niettegenstaande dit heeft hij daarom altijd nog gemend. Thans staat er nog 1 gemet in den grond doch deze bieten zullen daar waarschijnlijk den winter wel door kunnen brengen. Alhier heeft iemand het ongeluk gehad dat bij het wijnpeeën laden zijne tien vingers bovroren. Middelburg. Tegen 10 Dec. a. is be noemd tot brievenbesteller aan het postkan toor alhier S. Geluk, thans brieven- en telegrambesteller te Cortgene; en tot hoofd- brievenbeUeller M. J. Stokmans, thans besteller to Goes. Goes. De vrachtrijder Gijzel van Bieze- linge, liet Dinsdagmorgen zijn vrachtkar aan het Kerkplein (bij het Slot) even onbe heerd staan. Bij zijn terugkomst vermiste hij uit de kar een pakje van nog al flinke waarde. De politie die hij hier mede in kennis stelde, had het geluk, het pakje bestaande uit boerinnenkant in beslag te nemon, dat door de 12-jarige J. L. alhier uit de kar was ontvreemd. Goes. Een flesch met 5 Liter madera op een der vrachtkarren alhier bezorgd, is tot heden niet terecht gekomen, er wordt ook een onderzoek naar ingesteld. Te Ellewoutsdijk werd in 1894 een Zangschool opgericht, welke echter, kwij nende wegens telkens terugkeerende onge noegens tusschen enkele hoofdpersonen, dezen zomer werd ontbonden, een aardig sommetje in de kas overlatendo. J.l. Vrijdag nu werd dit restant der kas onder gezellig gekout, muziek voor den dans en een glaasje rooden baai opgeteerd inde Con sistoriekamer der Ned. Herv. Kerk gren zende aan en in verbinding met her kerk gebouw. Zijn onze herinneringen juist dan hebben dergelijke stuitende voorvallen in deze lokaliteit, de zorg waarvoor immers bij Kerkvoogden berust, al meer plaats gehad. Tenminste wij meenen vroeger eens te hebben vernomen dat het was in Febr. jl. aldaar in genoemd kerkelijk lokaal een zeer ergerlijke braspartij is gegeven bij gelegenheid van een verjaringsfeest, waarop enkelen zeer dronken waren en waarna zelfs een der genoodigden zijo eigen woning niet kon vinden. Men sprak ons zelfs van een «geriefelijke" plaats van samenkomst, vooral voor hen die do gemeenteherberg willen mijden en min gewenschte gaston er liefst buiten houden. Indien deze feiten juist zijn, hopen wij zeer dat de autori teiten te Ellewoutsdijk tegen herhaling er van zullen waken. Moge te Ellewoutsdijk zich spoedig een andere geest baan breken, dat men daar leere vragen naar de oude paden; naar het oude, beproefde evangelie der zaligheid in kerk en school. Te Elle woutsdijk schijnt gereformeerdo prediking in de Kerk, gepaard aan Christelijk onder wijs in eene vrije school broodnoodig. Tot directrice van het 15 dezer te openen ziekenhuis voor Schouwen en Duive- land te Noordgouwe is benoemd mej. Joh. van Borssum Waalkes. Als verpleeg ster is benoemd mej. J. C. Bloemholf. Krabbendijke. In een der lokalen van de „School met den Bijbel" hield de anti revolutionaire kiesvereeniging op 9 Dec. haar vergadering. De voorzitter J. de Koning opende op de gewone wijze de vergadering. Over de prostitutie werd wat medegedeeld en vervolgens met algemeene stemmen goedgevonden het adres der „Vereeniging tegen de prostitutie" enz. te stsunen, door een adres van adhtesie te zenden. Over de Leerplichtwet werd heel wat gesproken en ten slotte met algemeene stemmen dit voorstel aangenomen Het Bestuur zal zich namens de kies vereeniging richten tot den Minister van binnenlandsche zaken en dezen melden, dat, naar het gevoelen der kiesvereeniging leerplicht voor Krabbendijke niet nood zakelijk is en dus intrekking gewenscht wordt. Bij niet-intrekking wenscht de kiesvereeniging, dat voor het platteland met landbouwende bevolking de wet in dien zin wordt gewijzigd, dat de kinderen tot 9 of 10-j irigeu leeftijd verplicht zijn het geheele jaar geregeld school te gaan, dit voor oudeten dan 9 of 10 jaar de ver lichting tot schoolgaan slechts gedurende het winter-halfjaar besta en wel zooveel winter-halfjaren meer dan andere kinderen als ze zomer-halfjaren verzuimen. Door den secretaris werd medegedeeld, dat Ds. Hofstede van Aardenburg Woensdag 17 December voor de kiesvereeniging in een openbare vergadering hoopt op te treden. Daar de tijd tot sluiten riep, werd nog wat voor een volgende verg. bewaard en sloot Ds. J. de Koning de vergadering met dankzegging. Er waren 15 leden tegenwoordig. Onder St. Jansteen woont in een ar moedig huisje een oud moedertje, lijdende aan toevallen. Een buurmeisje van om streeks 12 jaar kwam den nacht geregeld bij haar doorbrengen, om zoo noodig het bestje hulp te verleenen. Zaterdag was het meisje ouder gewoonte te bed gegaan, toen zij door een zeer pijnlijk gevoel wakker werd. Het vrouwtje had hare legerstede verlaten, een broodmes genomen en het meisje enkele, gelukkig onbeduidende, won den toegebracht. Het doodelijk verschrok ken kind wilde vluchten, doch het hevig opgewonden zenuwachtig vrouwtje belette dit: wel verliet zij zelve haastig hare wo ning. Een weinig later sloop de gewonde ook de hut uit en haastte zich de buren te wekken, die het oude moedertje geheel verstijfd, dicht bij hare woning vonden. Zij was in een beerput gesprongen om zich van 't leven te berooven, doch door de koude waren zeker hare overspannen zenuwen gekalmeerd, zoodat ze er weer uitgekropen was. Men hielp de ongelukkige zoo goed mogelijk en legde haar te bed; genees kundige hulp werd ingeroepen, doch baatte niet meer. Na enkele uren hield het vrouwtje op te leven. Maandagavond kwamen met den Hol- landschen sneltrein van 10.3G te Vlissingen aan de generaals Botha en De la Rey, de laatste met zijn echtgenoote. De generaals waren vergezeld van hunne secretarissen de heeren De Villiers en Ferreira. Een be langstellend publiek was, niettegenstaande het late uur, aan het station tegenwoordig. Met de aansluitende nachtmailboot «Prins Hendrik" vervolgde het gezelschap de reis naar Engeland. Te Haarlem reden twee paartjes in een wak, een 20jarige jongeling werd levenloos opgehaald, zijn broeder verdronk voor twee jaar in het Spaarne. Twee broers zakten bij het schaatsenrijden te Sliedrecht door het ijs; een hunner, de onderwijzer 't Hoen verdronk. Te Slo ten reod een 12jarige knaap in een wak en verdronk. Drie jongelieden die een pleizierreisje maakten naar Genemuiden, zagen een hunner in het ijs zakken en verdrinken. Twee broeders to Hattem, die op het Apeldoornsche kanaal schaatsen reden zijn door het ijs gezakt en verdron ken. Te Borger is een 30jarige jonge man, al schaatsen rijdende door het ijs gezakt en verdronkon. Te Haastrecht is de conducteur van de stoomtram afge vallen en bewusteloos opgenomen, hij over leed aan de gevolgen. Te Beerta is een 12jarige knaap zoodanig op het ijs gevallen dat hij op de plaats dood bleef. Te Venendaal zakte een I2jarige knaap door het ijs, terwijl hij er zijn broeder van onder wilde halen. Hij ver dronk, en de broeder, schoon nog tijdig gered, bezweek aan de gevolgen. Te Rotterdam is een dame door de koude bevangen op straat ineengezakt en in 't gasthuis gebracht zijnde, aldaar overleden. Op het station Boxtel is een arbeider remmer uit de remkast gevallen, door een trein aangereden en gedood. Te Gorre- dijk werd Zondag een oud man dood op den drempel zijner woning gevonden. Hij had eenigen tijd buiten vertoefd, was door de koude bevangen en tengevolge daarvan binnen weinige oogenblikken bezweken. Een werkman te Groningen die bij een in aanbouw zijnd huis van de ladder viel en in het ziekenhuis werd opgenomen, is aan de gevolgen van dien val overleden. Te Oosthuizen geraakten Maandag tegen het vallen van don avond drie broe ders bg 't schaatsenrijden in een wak. De 17jarige kon nog gered worden, doch de twee andere, oud 19 en 21 jaar, verdron ken. Te Leerdam viel een driejarig knaapje in een fornuispot met kokend varkensvoer, en overleed onder een smar telijk lijden aan de bekomen brandwonden. Twee kinderen te Assen, een meisje van 6 en een knaapje van 10 jaar, wier moeder overleden is, waren Zaterdag alleen thuis en geraakte 't meisje door het haardvuur in brand. Toen de pogingen van den knaap om de vlammen te dooven misluk ten, snelde hij naar zijn grootmoeder die in de buurt woont, op zijn weg gevolgd door het meisje. Nadat het vuur door middel van water was gebluscht, bleek dat van de arme kleine het geheele vel was verbrand. Tengevolge der bekomen brandwonden overleed zij. Op een schip uit Groningen, te Ruhrort liggende, vond men 's morgens de twee zoons van den schipper in hot vooronder bewusteloos, door kolendamp. De oudste is dood, do jongste ligt bedenkelijk. Zoüdag 's een der opvarenden van een stoomtrawler van IJ muiden gedurende het breidelen over boord gevallen en verdronken. De man laat een weduwe en twee jonge kinderen na. Te Tilburg is een voerman van zijn zwaar beladen wagen gevallen, over reden, zwaar veiminkt en op de plaats gedood. Een arbeider vond gisteren bij de spoorbrug te Moerdijk een kartonnen doos met de lijkjes van twee voldragen pasgeboron kinderen oen jongetje en een meisje! Het kindje dat bovenop lag, bleek bevroren. De dood was nog maar pas ingetreden. In de suikerfabriek der lirma Daverveldt, Binck k Co., te Ouden bosch, weid de chef van de suikerkamer, Cornelis Suykerbuik, bij het doen van eenige werkzaamheden, door eene in gang zijnde machine gegrepen, zoodat hij om de as werd medegesleuvd. De ongelukkige was terstond dood. In een der scholen te Rotterdam bevroor het water in een goudvisschenkom tot een vaste ijsmassa, waarin de goud- vissehen door het ijs totaal waren ingesloten. Des morgens werd de kom na deze ontdek king bij de kachel geplaatst, welker warmte het ijs spoedig ontdooide. Even daarna zwommen de goudvisschen weer lustig in het rond. Voorzeker een bewijs van de taaiheid van deze visehsoort. Tot lid dor Tweede Kamer voor Amsterdam III (vacature Den Hertog (lib.) is bij herstemming van de 5992 (aantal kiezers is 7734), gekozen oir. P. J. Troelstra (soc.-dem.) met 3397 stemmen. J. W. IJzerman (lib.) kreeg 2595 stemmen. Bij de stemming op Dinsdag 2 December werden uitgebracht 4977 geldige stemmen. Daarvan verkregen de heeren mr. P. J. Troelstra (soc.-dem 2476, J. W. IJzerman (lib). 1165, mr. A. Anema (antir.) 959, H. Groenewegen (christ.-hist.) 151, A. Sinnema (door onder officieren gesteld) 122 en B. H. Heldt (vrijz.-dem.) 101 stemmen. Bij de herstemming worden een groote 1000 stemmen meer uitgebracht dan bij de eerste stemming en mr. Troelstra zag zijn stemmental met meer dan 900 rijzen. De thuisblijvers van de eerste stemming zijn hem dus bij de herstemming gunstig ge weest. De verkiezing van den heer Troelstra tot lid der Tweede Kamer in Amsterdam III heefc 't 8temmencijfer der sociaal-demo craten in de Kamer van 7 op 8 gebracht; en hunne gevechtswaarde minstens verdub beld. O, ministers, o, nationale tijd, o volk, o proletariërs zelfs, mag men wel uitroepen. Iutusschen, de partijgenooten in III waren gisterenavond geestdriftig blij. In hun ver- kieziDgslokaal werd de heer Troelstra in de hoogte getild en door eenige stoere broe deren naar het podium gedragen. Troelstra schreeuwde een korte rede uit van dank en lof aan de „kameraden en medestrijders". De rede werd met donderend applaus be groet. Later in den avond kwam men bijeen in Plancius om de overwinning te vieren. De groote benedenzaal waar Troel stra, en de groote bovenzaal waar Vliegen sprak, waren stampvol. Daarna werd een optocht georganiseerd die echter door de politie uiteengedreven werd. Tot Ld der staten van Utrecht vaca- ture-Bastert, chr. hist,) is in het district Breukelen gekozen mr. v. Tuyli van Seroos- kerke (1.) en tot leden van de staten van Zuid-Holland (vac. v. Kempen, a.r. en Alma, lib.) zijn in het district Leiden ge kozen de liberale candidaten Van Dissel en Juta. De „antilib." meerderheid in Zuid-Hollands staten verliest een zetel. De toestand van den Minister van Marine was hedenochtend minder gunstig. De lijder bracht een onrustigen nacht door. Wij deelden reeds iets mede uit het boek van De Wet. Nog geven wij een uittreksel uit het hoofdstuk»Ik moet door een blokshuislijn en door een kordon van 60,000 troepen", waarin De Wet beschrijft hoe hij, in de laatste periode van den oorlog, zich uit den ijzeren cirkel, die lord Kitchener om hem heen getrokken had, wist te redden. Het is in het Noordoosten van den Vrijstaat, den 23en Februari 1902: Wij trokken dien nacht tot bijna de Cornelisrivier, en den volgenden dag tot op de plaats Brakfontein van den heer James Howell, van waar het mijn bedoeling was te gaan om ergens tusschen Vrede en Bothapas door te breken. Maar toen mijn verkenners dien avond inkwamen en mij berichtten, dat er daar evenmin kans als er op eenige andere plaats was, daar do colonnes romdom aaneengesloten waren en daar ik van andere verkenners hoorde, dat er te Kalkkrans aan do Holspruit een open eind je was, besloot ik naar Kalkkrans op te rukken. Na de zon onderging vertrok ik dan van Brakfontein in de richting van Kalkkrans, om, wat het ook kosten zou, door te breken want, indien ik hier gevangen werd, zou het een onherstelbare nederlaag geweest zijn, omdat niet ik alleen, maar ook presi dent Steyn en de geheele regeering daar in handen des vijands aldus zouden geval len zijn. Ik had nu bij mij een gedeelte van de Harrismithsche burgers, de commando's van Vrede en Frankfort en deelen van Slanderton en Wakkerstroom, ondei Com. Alberts, die naar deze streken kort te voren was gekomen om ongedresseerde paarden, want andere waren er niet meer, voor zijn burgers te krijgen. Ook waren er andere burgers van Wakkerstroom en Standerton, die door don vijand uitgedreven waren. Benevons dezen, had ik bij mij ouden van dagen, en vele kinderen en anderen die met de strijders waren, die, opdat zij niet gevangen zouden worden voor den vijand, aan het vluchten warenallen te zamen had ik wel tweeduizend personen met mij. Com. Mentz was ook in de kraal, maar niet hier: zoo ook ten westen van mij bevonden zich gen. Wessels, com. Beukes en een deel van de Bethlehemsche burgers. Ik wist, echter niet met zekerheid waar zjj waren, on kon hun mijn plan niet bekend maken, daar ik eerst na zonsondergang besloot om dien nacht door te breken. Maar ik wist, dat zij hun weg, tegen eiken prijs, door het kordon vinden zouden. Com. Jan Meyer ontmoette ik te Brakfon tein. Een gedeelte van zijn burgers waren nog zes mijlen ten zuiden daar vandaan. Toen ik nu besloot om door te breken, liet ik hem weten, (daar hij in die streken goed bekend was) mij te volgen. Mijn bevel was, dat al de ruiters vooruit moesten gaan. Bij hen moest mijn wagen tje, dat getrokken werd door acht muilen, zijn. Dit wagentje was met mij naar de Kaapkolonie geweest, en had mij overal sedert dien tijd vergezeld veertien maanden lang het was met mij ook twee weken te voren heen en weder door de blokhuislijn gegaan. Achter de ruiters moesten de oude en ziekelijke personen, die op nog overge blevene rijtuigen reden, komen en achter dezen het vee in afzonderlijke troepen, met eenige manschappen bij eiken troep. Wij reden voort. Toen wij de plaats genaakten waar ik de Engelschen verwachtte, deed ik com. Ross met omtrent honderd man en ook de commandanten Hermanus Botha en Al berts (Standerton) met een gedeelte van hun burgers vooruitrijden. Wij gingen door Holspruit. Toen zwenk ten wij eenigszins west, omdat de weg, die ons noordoost leidde, ons volgens het rapport der verkenners, juist op een vsd de kam pen der Engelschen brengen zou. Maar de Engelschen waren overal. Wij zouden nu niet met één kamp te doen hebben wij hadden een leger vóór ons, want de getalsterkte van den vijand bestond in zulk een cijfer, dat menig Engelschman dacht, dat een Boer te dom en ongeleerd was om het uit te spreken, veel min de beteekenis daarvan te begrijpen. Wel laat ik mij dan maar stellen op het standpunt waar de Engelschman ons plaatste en zeggen «Ons het gezien: hulle is 'n gioot, groot klomp!" Wij waren geen driehonderd pas weg gedraaid vanwaar wij Holspruit doorgegaan waren, of de Engelschen schoten van onge veer driehonderd schreden in een lange rij recht van voor op ons. Wij wisten dat zij besloten hadden, dat wij niet gemakke lijk zouden doorgaan. De burgers hadden, vóór wij de spruit bereikten, en toen wij die door waren, maar altijd naar vorentoe gedrongen, ja, gingen in hoopen voorbij doch toen de vijand zoo geweldig begon te vuren, rukten zij om. Maar niet do manschappen onder de commandanten Ross, Botha en Alberts. Deze officieren en hun veldcornetten be stormden met op 't hoogst honderd man het naaste punt van den vijand waar er een fort was op het steile einde van een »bank". Ik riep al wat ik kon «StormtIk trachtte met allo macht de burgers te koeren. Zelfs de sjambok werd gebruikt. Maar ik slaagde er niet in meer dan ongeveer twee honderd vijftig burgers tekeeren terwijl zooals ik gezegd heb honderd met de com mandanten daar straks genoemd, stormden. De anderen joegen terug. Ik was ook meteen zonder mijn staf. Sommigen daarvan bleven bij het wagentje dat achter onder het vuur stond, wachtende op order. Anderen, waaronder mijn zoon, Kootie, die tevens mijn secretaris was, waren mij gevolgd, maar waren in de groote ver warring van mij afgedwaald. Dit moet hoofdzakelijk daaraan toegeschreven worden dat de burgers met de eerste charge dach ten, dat zij door waren, en daar plotseling bevonden dat zij van voren nog beschoten werden. Intusschen joeg ik heen en weder om de burgers aan te sporen door te breken. In dit jagen reed ik twee van mijn staf op het lijf: Albertus Theunissen en Buit Nussey. Ik gaf hen het order«Gaat en brengt het wagentje door, laat het kosten wat het wil." Ik ontmoette ook mijn zoon Isaac, dien ik bij mij hield. En nu schoten de Engelschen van voren niet alleen, maar ook van de rechterzijde, en wij moesten ons een weg banen. Dit deden wij, en, na omtrent veertig minuten, braken wij door. De Engelschen hadden veertig of vijftig pas van elkander slooten gegraven, die tot verschansing dienen moesten. In elk één dier slooten was er ruimte voor van tien tot dertig man. Zij hadden ook een Maxim- Nordenfeldt, die geweldig vuurde doch het werd spoedig het zwijgen opgelegd, toen de artillerie neergeschoten werd. De andere troepen die daar waren, namen met het stuk de wijk, de caisson in den steek latende. Spoedig zag ik nu aan het vuur der Engelschen, dat zij aan het reiireeren waren. Ik zond toen twee manschappen naar ach teren, om die burgers, die teruggeweken waren, te zeggen, vooruit te komen; maar zij deden dit niet, meenende ongetwijfeld den volgenden avond een veiliger plaats te vinden. Dit was dwaas van üen, daar de kring die om hen gevormd werd, eiken dag nauwer zou worden, en tegen den derden dag zoo dicht gesloten zijn, dat er geen mogelijkheid van ontkoming zijn zou. De twee burgers kwamen niet terug, en wij trokken voort met ons nemende onze gewonden, twaalf in getal. Onder dezen waren er twee zwaar gewond, die mijn staf op mijn wagentje plaatste, de cóu was Dit gebeurde ook. Het gelukte hen door te komen waar de colonnes niet zoo dicht aan elkander gesloten waren, als waar ik doorging. Van der Merwe, één van president Steyn's lijfwacht, en de ander een knaap van dertien jaar oud, met name Olivier. Wij haasten ons voort en kwamen op de plaats Bavaria aan Bothasberg kort na de zon opging. Van der Merwe bezweek aan zijD wond daar. Nog vóór hem was de knaap van zijn smarten verlost, en zoo moest de aarde weer kinderbloed drinken. Elf van mijn manschappen bleven op het slagveld dood. Wij konden niet anders dan hen daar te laten, want hadden wij getracht hen uit te brengen, dan zouden er misschien meer levens moeten opgeotferd zijn. Die met mij en de burgers onder het geweldig vuur doorbraken, waren president Steyn en de leden der regeering, alsook ds. J. D. Kestell, predikant van de Neder- duitsch Gereformeerde Gemeente te Har- rismith. De Engelschen bleven op den 24sten over, waar zij waren. Of al de colonnes dit deden, weet ik niet, maar zoover wij zien konden, was dit het geval. Later hoorden wij, dat wij doorgebroken hadden juist waar col. Rimingtons colonne stond, en dat zijn verlies honderd aan dood en gewond bedroeg. 's Daags daarna trokken de colonnes voort. Wij gingen toen om onze dooden ter aarde te bestellen. De vijand had dit reeds gedaan, maar zeer vlak. Wij be groeven hen dieperelf in getal. In den nacht van den 25sten kwamen er weer driehonderd of driehonderd vijftig man. Zij troffen het beter dan wij, en verloren twee man dood en elf gewond. Die van de tweeduizend, die in de kraal ingesloten waren, ontkwamen, behalve die reeds genoemd zijn, waren de burgers onder gen. Wessel Wessels en com. Mentz. Met de anderen ging het treurig. De Engelschen trokken voort en maakten den kring al nauwer. Op den 27sten Februari 1902 Maju- badag vielen in de handen des vijands com. Jan Meijer en vierhonderd man. s) Opmerkelijk was het, dat dit op Majubadag moest gebeuren Op den 27sten Februari 1881 werd de slag op Majuba geleverd. Negentien jaren daarna leden wij op denzelfden dag der maand een verschrikkelijke nederlaag te Paardenberg, waar wij gen. Piet Cronjé met een groote macht verloren. En nu was de 27ste Februari weer daar. Een- en-twintig jaren waren voorbijgegaan na wij het op Majuba gowonnen hadden. De dag van onze meerderjarigheid was dus aangebroken om mij zoo uit te drukken maar instede er van, dat de Republieken mondig werden, werden zij onmondig ge maakt, door het groote verlies, dat wij hier leden niet zoozeer in het getal manschap pen dat wij verloren, als in het ontzettend groot getal vee, dat tot voedsel voor de commando's en de families moest dienen, dat daar aan haar ontroofd werd want, tot het ons op dezen dag ontnomen werd, was het grootste gedeelte van ons vee in deze districten te vinden. Men had nog altijd in het oneffen veld van deze streken met beesten en schapen kunnen wijken deze keer was het onmogelijk. Wat zal ik zeggen? Wjj hadden gezondigd; maar niet, niet tegen Engeland De koude maakt te Parijs slachtoffers. Vijf personen vielen gisteren dood neder en twintig leerlingen der Polytechnische School moesten, gedurende een inspectie van den generaal-commandant, naar het hospitaal der inrichting vervoerd worden. Een schaking op klaarlichten dag in de straten van Parijs met behulp van een automobiel, ziedaar een up to date sensatie berichtje. Een medisch student had huwe lijksplan met de dochter van een geneesheer, die zich evenwel er tegen verzette daar de jongeling nog geen positie had. Daarom besloot hij met haar goedvinden haar te schaken. Zij had juist muziekles gehad en keerde, vergezeld van eenige vrien dinnen, huiswaarts. Zij was niet ver van de ouderlijke woning of zij werd door eens motormans armen omvat, opgetild, in de automobiel gezet en tuftufvoort ging het, voordat hare vriendinnen van de ver bazing bekomen waren. Wel hadden deze een poging gedaan Oor te verledigen, maar zij waren natuurlijk machteloos tegenover de gespierde automobolistische armen van den ontvoerder, die bovendien nog een vriend bij zich had. Het paar is nu uit de bekende wereld plotseling verdwenen. De politie heeft vruchtelooze pogingen ge daan, zeifs te Rouen, Havre en Brussel, om de vluchtelingen te ontdekker. Het ge heele geval was in een minuut afgeloopen. De militaire autoriteiten te Sonora (in Mexico) hebben kennis verkregen van den ontzettenden dood van Dan Ryan, den befaamden Amerikaanschen verkenner, in dienst der Mexicaansche bereden politie. Ryan was onlangs met zijn metgezel Wilson door Yaqui Indianen gevangengenomen tijdens een expeditie. In tegenwoordigheid van Wilson werden Ryan's voeten met een botte zaag afgesneden, waarop de onge- gelukkige gedwongen werd op de been- stompen buiten het kamp te gaan, tot hij dood nederviel. Toen zonden de beulen Wilson terug met een spottende boodschap aan zijn chefs. -) Ook mijn zoon Jacobus (Kootie). Voor ik deze regelen schreef, was hij terug van St Helena, waarheen hij als krijgsgevangene ge zonden werd en wij hadden elkander ontmoet Hij vertelde mij, dat hij in den nacht, toen ilc doorbrak, wilde doorkomen, maar dat hij dit niet doen kon, omdat zijn paard onder hem gewond werd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2