Merrie-veulens.
een Woonhuis,
De Hollandsche Hypotheekbank
Gemengde Berichten.
Advertentiën.
Maandag 8 December 1902,
Jinsdag den 9 DsccÉer 1902,
Den Heer A. S. J. Dekker,
COHEN, Vlasniarkf. MMiilrt,
15 Belgische
MERRIE VEULEN S
2 Belgische
Hengsten-veulens,
verkoopen
Janna Joanna,
VEILEN EN VERKOOPEN
PUBBIEK VERKOOPEN
eene aanzienlijke partij Axminster
en andere Tapijten, Axminster,
Tijger, Venetiaansche en andere
Gang- en Traploopers, Perzische en
Japansche Karpetten, gebloemde
en gestreepte Karpetten, Tule en
andere Vitrages, afgepaste Gor
dijnen, Spreien, rose en blauwe
gebloemde Wollen Dekens, ge
watteerde Dekens, Serre- en Wa
randa-kleedjes, Overloopers, flu-
weelen en andere Tafelkleeden,
Gordijnstof, enz. enz.
Notaris LIEBERT te K a p e 11 e zal op
des avonds 7 uren, in de herberg bij
de Weduwe J. Hanson te K a p e 11 e
ten verzoeke van de familie de Pree
aldaar,
PUBLIEK VERKOOPEN
Erf en Tuin
te K a p e 11 e op het dorp, kadaster
Sectie B no. 196, 197, groot 8 Aren
36 Centiaren.
Aanvaarding 1 Mei 1903.
Als 1ste hypotheek kan f 1400 tegen
5 pCt. intrest 'sjaars op het verkochte
gevestigd blijven.
De Notaris A. M. TAK zal op
WOENSDAG 17 DECEMBER 1902,
voormiddags te 10 uren, op de Buiten
plaats „Duinvliet" bij Domburg
in het openbaar
Eene partij zwaar geslagen HAK
HOUT waaronder veel Esschen,
geschikt voor Boonstekken
BoomstammenTa'khout en
Brandhout.
En daarna in het Overbosch
Ongeveer vier Hectaren vijfjarig
zwaar HAKHOUT op STAM,
eenige opgaande BOOMEN en
droog BRANDHOUT.
TE KOOP
2 Stroosnijders, bij P. DE KAM
Jz., Smid, Grijp s kerke.
In een stadje in Zeeland TE HUUR
of TE KOOP aangeboden een Zaak in
Koloniale Waren en aanverwante
artikelen. Verdiensten per week f 25
a f30. Voor clientèle over te nemen
f 1500. Tusschenpersonen komen niet
in aanmerking.
Brieven onder motto „Zaak" druk
kerij DITTOOIJ, Middelburg.
GOES.
Het Packard-Orgelmij door U
geleverd, voldoet mij in alle opzich
ten. De toon is zeer welluidend, de
kast een waar pronkstuk en de prijs
alleszins billijk.
A. MINDERHOUD,
Bij C. MULDER, Schoorsteenvegers'
singel Q 83 te Middelburg is te bekomen
acht brieven omtrent de levensge
schiedenis van nu wijlen Ds. D.
JANSE te Middelburg.
Prijs 30 cent.
J. A. ZIP VAU TEIJLIN&EN,
Middelburg. Agenten.
5 December 1902.
De nederlaag te Leiden.
Het Centrum zegt dat de nederlaag voor
ons geen verrassing was, sedert de chr.-
historische kiesvereeniging besloot «zich
van aanbeveling te onthouden", waarmee
men bedoelde op den liberaal te stemmen.
De aangeboden candidatuur voor de Prov.
Staten werd door de heeren afgeslagen
zij zijn liever slippendragers van de libera
len, dan dat zij met anti-revolutionaire en
katholieke hulp een hunner naar de Prov.
Staten afvaardigen.
Ook hadden de gezamenlijke predikanten
en ouderlingen der Hervormde Kerk met
algemeene stemmen op drie na een motie
aangenomen waarbij zij het afkeurden, dat
niet een man van hun Kerk, maar een
«Gereformeerde" gecandideerd was. Be
sloten werd, voor den liberaal te werken.
Toen het Zaterdag bekend was, wisten
wij, dat onze kans slecht stond. Toch is
er onzerzijds gewerkt, zooals wellicht nooit
te voren. En nóg zou professor Van der
Vlugt niet zijn magere elf stemmetjes ge
kregen hebben, indien niet op den voor
avond van de herstemming (dus te laat
om er nog op te antwoorden) de hooglee
raar prof. mr. S. J. Fockema Andreae een
persoonlijk schrijven zond aan vele kiezers
waarin o. m. deze zinsnede
«Gaat het in die richting naar gesubsi
dieerde zoogenaamd vrije universiteiten
van onderscheiden tint, dan loopt het uit
op de ontvolking van de Rijksuniversiteiten
die er altijd roem op hebben gedragen,
onbevooroordeeld wetenschappelijk onder
zoek en onpartijdige wetenschappelijke op
leiding voor te staan, ontvolking ook van
do oude Leidsche Universiteit.'"'
Zeg zoo iets aan menschen, die van kamers
aan studenten verhuren moeten leven Prof.
mr. S. J. Fockema Andreae kon weten,
welk effect het leugenachtige woord ontvol-
hng hebben zou.
Ten slotte werd de deur toegedaan door
een advertentie van de beroemde Vereeni-
ging van Meelhandelaren, aan wie de anti-
rev. candidaat verklaard had, dat hij in de
gegeven omstandigheden was tegen graan-
en meelrechten. Deze beroemde vereeniging
plaatste nu op dienzelfden laatsten avond
met vette letters een advertentie in het
Leidsch Dagblad, waarin zij de arbeiders
mededeelde, dat als Prof. v. d. Vlugt niet
gekozen werd, het brood subietelijk duur
der worden zou.
Het Volle dat nog niet zoo heel lang ge
leden Staalman een stinkdier schold, ver
heft hem thans tot in de wolken.
En dat waarom?
Enkel maar omdat hij speelt in de kaart
der socialisten en liberalen.
Staalman heeft gisteren in de Kamer
een rede uitgesproken, zoo heftig tegen
dit kabinet, zoo persoonlijk beleedigend
zelfs voor den premier, zoo geheel in 't
gevlei der oppositie, dat hem deswege van
alle kanten links altijd lof is toe
gezwaaid.
Het Handelsblad stelde zijn speech zelfs
op één lijn met die van prof. Drucker.
En Het Volk (om nu maar bij deze twee
uiterste flanken der oppositie te blijven)
noemde Staalmans rede „het groote moment
van den dag", zag hem nooit zoo frisch
en hoog ernstig, en jubelde„hoe een
mensch er toch bij wint als hij den moed
neemt zich geheel en onverdeeld aan den
dienst van een beginsel te geven Maar
zegt zij met zekere vreeze er bij (want zij
weet wel Staalman is een aalman, hij ont
glipt u op het oogenblik als gij meent hem
te pakken te hebben) er is nog veel on
zekers in Staalmans houding.
"Wat Staalman dan alzoo gezegd heeft
Hij heeft het ministerie verweten dat 't
geen komaf maakt met allerlei sociale wet
ten, de Kamermeerderheid dat zij op een
enkel punt niet eenstemmig denkt, den
premier dat hij weigert zoo menige demo
cratische gedachte van voorheen in wets
ontwerpen om te zetten.
En dat alles gekruid met een tal van
citaten uit, dr. Kuypers talrijke werken.
De rede zal op dit punt althans wel
door Staalmans politieken tweelingbroeder
mr. Tiemen de Vries ingegeven zijn.
Men behoeft immers niet altijd Kamer
lid te zijn om zich in de Kamer te doen
hooren.
Zoo hoorden wij in de Kamerspeeches
van deze week de krijgskreten van mr.
Troelstra, mr. Anemna, mr. Kerdijk en mr.
Tiemen om beurte na-schallen.
De oppositie van Staalman getuigde van
groote oppervlakkigheid in zooverre zij de
partijmannen der overzijde napraatte om
trent den weinigen spoed die gemaakt wordt
met sociale wettenen zij den minister
trachtte in tegenspraak te brengen met
zijn verleden.
Van de ministriëele banken was zijne
rede een hors d' oeuvre. Ergerlijk vooral
hierom dat hij, volgens zijn eigen ver
klaring, de coalitie-positie van 1901 mede
aanvaard had. Terecht voegde dr. Nolens
hem toe gij zijt tot de oppositiepartijen
overgeloopen. En zijn critiek werd in één
enkele zinsnede door den heer Lobman
zoo treffend gekarakteriseerd.
De heer Lohman zei: de heer Staalman
lijdt op dit punt aan gezichtsbedrog. Hij
staat zoo ver van dr. Kuyper dat hij dezen
op dien afstand even groot ziet als hij zelf is.
Die was raak, en waaren verdiend,
zouden wij zeggen.
Dr. Kuyper kan er best tegendaarvan
niet. Maar dat de felste oppositie on-
noodig, dunkt ons, en onverdiend van
Christelijke zijde komt, van de Christen
democraten, dat moet hem hinderen, spijten,
smarten.
Zooveel wantrouwen of mistrouwen heeft
deze minister aan ons Chirstenvolk, aan
dat deel allerminst, waarvoor Staalman
zegt op te komen, niet verdiend.
Cijfers kunnen toch welsprekend zijn.
Een heele geschiedenis van vele jaren
spreekt u somtijds uit een paar cijfers tegen.
Zoo hier.
2476 stemmen op den socialistischen
candidaat Troelstra in Amsterdam III en
101 op den vrijzinnig-democratischen can
didaat Heldt.
2476 en 101.
Troelstra en Heldt.
De Sociaal-democraten en de],vrijzinnig
dito.
De vooruitstrevend liberalen en de radi
calen met van Houten en Heldt aan 't hoofd.
Vult deze regels maar aan, en ge hebt
een brok staatkundige geschiedenis van den
jongsten tijd voor u.
En denk er dan bij aan de oude bekende
waarheid, maar die we, als 't ons zelf raakt,
altijd trachten te vergetenalles wisselt
hier op aarde, niets bestendigs. Er is een
tijd van opkomst, van bloei, ook van ver
dwijnen.
En ook in het politieke leven, gelijk in
het maatschappelijke, gelijk in het kerke
lijke leven, gelijk overal en altijd.
Dezer dagen kwam een werkje in het
licht, „ter nagedachtenis van den Weleerw.
Heer D. Janse, in leven predikant bij de
Geref. gemeente te Middelburg", bevattende
behalve een grafschrift en een brief van
L. B. aan 's mans eenigen zoon, een aan
tal brieven van 's leeraars hand, geschre
ven aan een vriend of eene vriendin.
Genoemde brieven vormen eenigszins
een zelfbiographie, aantrekkelijk door een
voud, zooals in leven de waardige leeraar
zelf, die van zijn meester geleerd had
zachtmoedig te zijn en nederig van halt.
Daarbij gunnen zij den onpartijdigen
lezer een blik in het gemoed van den
schrijver, die op ongekunstelde wijze zijne
vrienden wil verhalen, hoe de leidingen
Gods hem voerden van uit hof en schuur
te Oostkapelle naar den kansel in de Se-
geerstraat.
Vermoedelijk zijn deze brieven niet voor
openbaarmaking bestemd, maar op verzoek
door de familie in het licht gegeven.
De minder juiste woordenkeus hier en
daar in deze brieven moge verontschuldi
ging vinden in 's mans eigen, gulle be
kentenis „School- noch taalgeleerde ben
ik niet, zoodat ik met reden verschooning
van taal- of schrijffouten mag vorderen".
De correspondentie van den beminden
leeraar met zijne veelgeachte vriendin of
zeer geachten vriend en Broeder vormt de
kern, den hoofdinhoud van het kleine ge
schrift. Het overige is meerendeels blad
vulling, een soort van pennewerk, dat o. i.
meer strekt tot ontsiering, dan wel tot
versiering van het geheel, dat in ieder
geval kon gemist worden, een enkel versje
daargelaten.
Hierdoor komt 's leeraars beeltenis in
een lijst te staan, waarin deze eigenlijk
niet behoort.
Onder de volgelingen van Ds. Ledeboer
zal dit werkje, ondanks zijne eigenaardig
vreemde inkleeding de electrische druk
kerij te Terneuzen zorgde voor een net
uiterlijk, ongetwijfeld een groot aantal
lezers vinden.
De zekerheid des doods.
Onze lichamen zijn slechts levende gra
ven. Wij begonnen niet eerder te leven,
dan toen wij begonnen te sterven. Even
als iedereen zijn Genesis, zijn begin, zijn
komen-in-de-wereld heeft, zoo zal ook ieder
een zijn Exodus, zijn eind, zijn gaan-uit-
de-wereld hebben. Vlei u niet met een
onsterfelijken staat. Er is geen tegenstand
mogelijk bij een aanval des doods en van
zijne vonnissen kunt gij niet in hooger
beroep komen. De mannen, wier hoogen
ouderdom de Heilige Schrift aan de na
komelingschap meedeelt, zijn allen gestorven.
Zij leefden lang, maar zij overleefden den
dood nieter is een dag gekomen, waarop
zij geen dag langer konden leven.
Goes. Donderdag werd de algemeen
geachte commies ter secretarie de heer
A. A. v. Dellen, die, gelijk wij reeds meld
den, Maandag zoo plotseling aan zijn gezin
en werkkring ontviel, ten grave gebracht.
Op de begraafplaats merkten wij o. a.
op de leden van het dageiijksch bestuur,
den secretaris, de collega's van den over
ledene, den gemeentebode en de gemeente
raadsleden Buijse en Dekker. Aan de ge
opende groeve, nadat de lijkkist door een
fraaien krans gedekt, daarin was neerge
laten, trad de heer burgemeester naar voren,
om voor zich en de ambtenaren ter secre
tarie een woord van dankbare waardeering
te spreken voor den verdienstelijken amb
tenaar die gedurende meer dan een kwart
eeuw met groote nauwgezetheid zijn taak
had verricht, en van wiens korte, hoogst
aangename kennismaking met spreker bij
steeds de dankbaarste herinnering zou be
waren. Maandagmiddag nog had Spr. een
aangenaam gesprek met hem gevoerd, en
reeds eenige uren daarna ontving Spr. de
tijding van zijn dood. Dit sterven roept
ons allen een memento mori toe. De secre
tarie verliest in hem een getrouw ambte
naar, de gemeente een braaf burger, zijn
gezin een voorbeeldig huisvader, wiens
voetstappen te drukken hij de zonen van
den overledene op het harte bond, terwijl
hij de weduwe en den kinderen den troost
toebad van Hem die beloofd heeft een Vader
der weezen te zullen zijn.
Krabbendijke. Woensdagavond was er
in de „School m/d. Bijbel" vergadering der
Schoolvereeniging onder leiding van den
voorzitter A. A. Allaart. Nadat de ver
gadering op de gewone wijze was geopend
en de aanteekeningen der vorige vergadering
waren gelezen en goedgekeurd, had er
stemming plaats voor een bestuurslid en
werd het aftredende lid, J. van Liere met
19 van de 23 stemmen herkozen. Als leden
tot het nazien der jaarrekening werden
door den voorzitter benoemd P. van Harn
en C. Zeevaart, die zich daartoe beschik
baar stelden.
Na uiteenzetting van wat het herhalings-
onderwijs bedoelt, werd besloten gelegen
heid te geven en dan de volgens het regle
ment verplichte avondschool te doen ver
vallen. Bij een voldoend aantal leerlingen
zal de volgende week reeds hiermee een
aanvang worden gemaakt. Voor bespreking
over het reglement was niet veel tijd meer
en daarom zal eerst in een volgende verg.
worden uitgemaakt of er wijziging zal
plaats hebben.
Toen de rijksveldwachter I. Vermeulen
en de jachtopzieners V. d. Bliek met diens
zoon en Hogesteger in den nacht van
Dinsdag op Woensdag zich onder Elle-
woutsdijk op surveillance in het jachtveld
bevonden, bespeurden zij op eenigen afstand
een paar personen met zoeklicht. Zij wisten
te naderen, doch toen de stroopers bemerk
ten dat zij betrapt werden, legde do drager
van het geweer, op ongeveer 30 meter
afstand,op één der surveilleerenden aan, zoo
dat deze een gedeelte van het schot in het
gelaat kreeg. De beide personen gingen
op de vlucht, doch een hunner, de drager
van de hazen, werd gevat. Voor den bur
gemeester geleid en in voorloopige bewaring
gehouden noemde hij ten slotte den naam
van den schutter, zekeren J. R. van Ovezand,
zoon van een rentenier. Deze is naar het
huis van bewaring overgebracht. De ver
wonde P. J. van der Bliek, de zoon van
den jachtopziener, ontving van den genees
heer de verzekering dat de verwonding in
het gelaat, hoewel vrij ernstig, geen onge
rustheid behoefde te baren. Behalve hagel
korrels in dat lichaamsdeel werden er ge
vonden in zijne handen en beenen. M. C.
In Engeland is het verboden, dat
couranten advertentiën opnemen van ge
legenheden waar gewed kan worden op
den uitslag van wedrennen. Het bekende
Engelsche sportblad The Sportsman wordt
achtervolgd voor te hebben opgenomen oen
advertentie van bet Engelsche wedbureau
van Topping en Spindler te Vlissingen.
Bjj die procedure bleek, dat de firma Top
ping en Spindler te Vlissingen aan The
Sportsman voor de advertentie van Mei tot
October betaalde f 11.240 en jaarlijks onge
veer f 22.000. Als men rekent, dat ge
noemde firma in verscheidene andere cou
ranten adverteert en gratis zelf een blad
verspreidt, behoeft men niet te vragen wat
aan die wedbureau's omgaat. Reeds vroeger
wezen wij er op, dat die wedbureau's daar
zjj in Engeland verboden zijn, behalve in
Vlissingen nog bestaan in Schiedam, Mid
delburg, Delft en Roosendaal. Er worden
dan ook in Holland millioeDen en millioenen
verwed door buitenlanders op den uitslag
van buitenlandsche rennen. (O. P.J
Het boek van Generaal De Wet is
verschenen. Wjj willen ons bepalen tot
één enkel citaat om een donkbeeld te geven
van de kernachtige taal en stijl.
De Wet beschrijft, hoe hij in Augustus
1900 met ongeveer 240 ruiters, waarbij
Philip Botha en kapitein Scheepers, in het
gezicht van den vijand een stouten tocht
deed over de Magaliesbergen. Dat was de
eenige uitweg, maar het gebergte was zeer
steil, zonder eenig voetpad. Maar Generaal
De Wet besloot het onmogelijke te doen.
Hij schrijft aldus
In de nabijheid was een Kafferhut. Ik
reed daarheen.
Naar de Magaliesbergen wijzend, vroeg
ik den Kaffer «Kan 'n mensch daarover
«Nee, baas, jij kannie", antwoordde de
Kaffer.
«Heeft nooit een mensch eiover gereden
vroeg ik verder.
«Ja, baas, vammeleven" (lang geleden).
«Loopen daar bobbejane over
«Ja helle loop daar, maar die mensch nie 1"
«Rukt op", riep ik den burgers toe.
«Dit is onze eenigste weg, en waar een
baviaan erover kan, daar kunnen en moeten
wij er ook over
Er was bij ons een korperaal, Adriaan
Matthijsen, een burger uit het district
Bethlehem, die dikwijls heel droog een grap
kon maken. Hij keek op tegen het ge
bergte, 2000 voet hoog en zuchtte
«O, Roode Zee
Daarop zeide ik«De kinderen Israëls
geloofden en gingen door de zee. Wel
aan, geloof maar, het is niet de eerste Roode
Zee, waarmee wij te doen hebben gehad en
het zal ook niet de laatste zijn."
«Korporaal Matthijsen zweeg, maar trok
een leelijk gezicht, alsof hij zeggen wou
«Noch gij noch iemand bij ons zijt Mozes."
«Wij gingen bergopwaarts zonder dat,
naar ik geloof, de Engelschen het merkten,
in een lap bosschen, die om bij de Bijbel-
sche vergelijking te blijven een wolkkolom
was, die ons voor den vijand verborg. Wij
kwamen aan een kloof en stegen er in
Z. W. richting in op, steeds buiten gezicht
der Engelschen, tot wij meer dan do helft
van het gebergte beklommen hadden. Nu
moesten wij in Z. richting uit de kloof
gaan om onder de oogen van den vijand
den klim te voltooien. Het was nu zoo
steil, dat het rijden onmogelijk werd. De
burgers moesten hun paard aan den toom
leiden en hadden de grootste moeite zich
en de dieren op de been te houden. Het
gebeurde dikwijls, dat een burger viel
en ruggelings onder zijn paard gleed. Het
werd steeds bezwaarlijker, tot wij bijna
boven op een groote granietplaat kwamen,
die zoo glad was als ijs. Menschen en
dieren struikelden en vielen hier nog meer
dan tevoren.
«Wij waren, zooals ik zeide, in het ge
zicht van den vijand en, ofschoon de Lee-
Metfords ons niets meer doen konden, waren
wij voor grof geschut niet veilig. Ik hoorde,
hoe eenige burgers jammerden en zeiden
«Als de vijand nu de kanonnen op ons
richt, wat zal er dan van ons worden?"
Ik antwoordde, dat dit alleen mogelijk was,
als de Engelschen houwitsers hadden; maar
dat soort van geschut was niet naar hun
smaak, althans niet bij de colonnes, die
ons vervolgd hadden. Maar er gebeurde
niets. De Engelschen beschoten ons niet,
en zij trokken ons ook niet na. Korporaal
Matthijsen zal wel gedacht hebben, dat zij
voorzichtiger zijn geweest dan Farao.
«Wij bereikten den bergtop, halfdood van
uitputting. Ik heb veel bergen beklommen;
Majoeba's ruwe rotswanden heb ik beklom
men, of ben de steile zijden van Nichol-
sonsnek uitgekropen, maar nooit was ik zoo
moe geworden als toen. Toch was er op
den grond van mijn hart een zekere vol
doening, en voor al de narigheid die wij
moesten verduren, werden wij rijkelijk
beloond door het heerlijke vergezicht, dat
zich in het Zuiden voor ons uitbreidde.
Het was een heuvelachtige streek tusschen
het gebergte, waarop wij stonden, en den
Witwatersrand. Door een moot (kloof) kon
den wij ver zien, maar waarheen wij ook
de blikken wendden, van den vijand zagen
wij geen spoor."
De beide generaals en hunne echf-
genooten zijn te Brussel. De la Rey ontving,
juist toen hij naar Dij on reisde, om daar
een feestmaal te zijner eere bij te wonen,
bericht van het overlijden zijner oudste
dochter. Het feestmaal moest echter door
gaan, en hij moest er aan deelnemen.
Generaal Botha moet nog op een zieken
stoel blijven liggen, zijn vrouw is ook nog
niet geheel beter. Zij zouden heden over
Den Haag naar Londen en zoo naar Zuid-
Afrika zijn teruggekeerd, doch De la Rey
en zijn familie zullen wel alleen moeten.
Zij zijn in Den Haag aangekomen.
Bij een brand in het Lincolnhotel te
Chicago Donderdagmorgen vroeg zijn 23
menschen omgekomen, de meesten dewijl
zij uit de ramen der vierde verdieping
waren gesprongen.
De bewoners van Lenoxville (Ver.
Staten) hebben een verschrikkelijke ka
stijding toegepast op een Neger, die een
blanke vrouw had vermoord. Zij hebben
hem vastgebonden aan zijn slachtoffer en
hem zoo gedurende drie dagen en drie
nachten in een cel opgesloten. Na verloop
van die 72 uren heeft men de cel geopend
en bevonden dat de ongelukkige volslagen
krankzinnig was geworden. Men heeft hem
toen met revolverschoten afgemaakt.
Verdere Gemengde Berichten in het Bijvoegsel.
Wij werden wederom verblijd met
de geboorte van een flinken zoon.
Goes, 5 Dec. 1902.
J. en C. BUIJSEWabeke.
Ons ouderhart werd heden op het
diepst gewond, naardien de Heere van
ons wegnam na eene ongesteldheid van
enkele weken onze eenigste lieveling
in den aanvalligen leeftijd van 3 jaar
en 4 maanden.
JAC. VAN LIERE.
A. C. VAN LIERE de Regt.
Borssele, 1 December 1902.
Strekkende deze tot algemeene kennisgeving.
De deurwaarder HOLLMANN te Goes zal
op Dinsdag 9 December 1902,
des namiddags om half één uur, aan het
Stationskoffiehuis van dhr. J. Tas te Goes,
ten verzoeke van den heer Ch. v. d. Linde
te Louise-Marie bij Rene (Henegouwen)
van vijf maanden tot 3 jaar oud,
EN
van extra kwaliteit.
De Deurwaarder HOLLMANN zal
des namiddags om 2 uur in «de Prins van
Oranje" te Goes,
Kijkdag Maandag voormiddag van 9 tot
1 uur. Betaaldag 1 April 1903.
Hoofd der School en Organist.
Zoutelande, 4 Dec. 1902.
verstrekt gelden onder eerste
hypothecair verband.
betaalt de hoogste prijzen voor KOE-,
OSSEN- en PAARDENHUIDEN.
01^* Tevens ruim voorzien van puike
kwaliteit OSSEN- en KALFSVLEESCH.