Merrie-veulens. een Woonhuis, De Hollandsche Hypotheekbank Gemengde Berichten. Advertentiën. Maandag 8 December 1902, Jinsdag den 9 DsccÉer 1902, Den Heer A. S. J. Dekker, COHEN, Vlasniarkf. MMiilrt, 15 Belgische MERRIE VEULEN S 2 Belgische Hengsten-veulens, verkoopen Janna Joanna, VEILEN EN VERKOOPEN PUBBIEK VERKOOPEN eene aanzienlijke partij Axminster en andere Tapijten, Axminster, Tijger, Venetiaansche en andere Gang- en Traploopers, Perzische en Japansche Karpetten, gebloemde en gestreepte Karpetten, Tule en andere Vitrages, afgepaste Gor dijnen, Spreien, rose en blauwe gebloemde Wollen Dekens, ge watteerde Dekens, Serre- en Wa randa-kleedjes, Overloopers, flu- weelen en andere Tafelkleeden, Gordijnstof, enz. enz. Notaris LIEBERT te K a p e 11 e zal op des avonds 7 uren, in de herberg bij de Weduwe J. Hanson te K a p e 11 e ten verzoeke van de familie de Pree aldaar, PUBLIEK VERKOOPEN Erf en Tuin te K a p e 11 e op het dorp, kadaster Sectie B no. 196, 197, groot 8 Aren 36 Centiaren. Aanvaarding 1 Mei 1903. Als 1ste hypotheek kan f 1400 tegen 5 pCt. intrest 'sjaars op het verkochte gevestigd blijven. De Notaris A. M. TAK zal op WOENSDAG 17 DECEMBER 1902, voormiddags te 10 uren, op de Buiten plaats „Duinvliet" bij Domburg in het openbaar Eene partij zwaar geslagen HAK HOUT waaronder veel Esschen, geschikt voor Boonstekken BoomstammenTa'khout en Brandhout. En daarna in het Overbosch Ongeveer vier Hectaren vijfjarig zwaar HAKHOUT op STAM, eenige opgaande BOOMEN en droog BRANDHOUT. TE KOOP 2 Stroosnijders, bij P. DE KAM Jz., Smid, Grijp s kerke. In een stadje in Zeeland TE HUUR of TE KOOP aangeboden een Zaak in Koloniale Waren en aanverwante artikelen. Verdiensten per week f 25 a f30. Voor clientèle over te nemen f 1500. Tusschenpersonen komen niet in aanmerking. Brieven onder motto „Zaak" druk kerij DITTOOIJ, Middelburg. GOES. Het Packard-Orgelmij door U geleverd, voldoet mij in alle opzich ten. De toon is zeer welluidend, de kast een waar pronkstuk en de prijs alleszins billijk. A. MINDERHOUD, Bij C. MULDER, Schoorsteenvegers' singel Q 83 te Middelburg is te bekomen acht brieven omtrent de levensge schiedenis van nu wijlen Ds. D. JANSE te Middelburg. Prijs 30 cent. J. A. ZIP VAU TEIJLIN&EN, Middelburg. Agenten. 5 December 1902. De nederlaag te Leiden. Het Centrum zegt dat de nederlaag voor ons geen verrassing was, sedert de chr.- historische kiesvereeniging besloot «zich van aanbeveling te onthouden", waarmee men bedoelde op den liberaal te stemmen. De aangeboden candidatuur voor de Prov. Staten werd door de heeren afgeslagen zij zijn liever slippendragers van de libera len, dan dat zij met anti-revolutionaire en katholieke hulp een hunner naar de Prov. Staten afvaardigen. Ook hadden de gezamenlijke predikanten en ouderlingen der Hervormde Kerk met algemeene stemmen op drie na een motie aangenomen waarbij zij het afkeurden, dat niet een man van hun Kerk, maar een «Gereformeerde" gecandideerd was. Be sloten werd, voor den liberaal te werken. Toen het Zaterdag bekend was, wisten wij, dat onze kans slecht stond. Toch is er onzerzijds gewerkt, zooals wellicht nooit te voren. En nóg zou professor Van der Vlugt niet zijn magere elf stemmetjes ge kregen hebben, indien niet op den voor avond van de herstemming (dus te laat om er nog op te antwoorden) de hooglee raar prof. mr. S. J. Fockema Andreae een persoonlijk schrijven zond aan vele kiezers waarin o. m. deze zinsnede «Gaat het in die richting naar gesubsi dieerde zoogenaamd vrije universiteiten van onderscheiden tint, dan loopt het uit op de ontvolking van de Rijksuniversiteiten die er altijd roem op hebben gedragen, onbevooroordeeld wetenschappelijk onder zoek en onpartijdige wetenschappelijke op leiding voor te staan, ontvolking ook van do oude Leidsche Universiteit.'"' Zeg zoo iets aan menschen, die van kamers aan studenten verhuren moeten leven Prof. mr. S. J. Fockema Andreae kon weten, welk effect het leugenachtige woord ontvol- hng hebben zou. Ten slotte werd de deur toegedaan door een advertentie van de beroemde Vereeni- ging van Meelhandelaren, aan wie de anti- rev. candidaat verklaard had, dat hij in de gegeven omstandigheden was tegen graan- en meelrechten. Deze beroemde vereeniging plaatste nu op dienzelfden laatsten avond met vette letters een advertentie in het Leidsch Dagblad, waarin zij de arbeiders mededeelde, dat als Prof. v. d. Vlugt niet gekozen werd, het brood subietelijk duur der worden zou. Het Volle dat nog niet zoo heel lang ge leden Staalman een stinkdier schold, ver heft hem thans tot in de wolken. En dat waarom? Enkel maar omdat hij speelt in de kaart der socialisten en liberalen. Staalman heeft gisteren in de Kamer een rede uitgesproken, zoo heftig tegen dit kabinet, zoo persoonlijk beleedigend zelfs voor den premier, zoo geheel in 't gevlei der oppositie, dat hem deswege van alle kanten links altijd lof is toe gezwaaid. Het Handelsblad stelde zijn speech zelfs op één lijn met die van prof. Drucker. En Het Volk (om nu maar bij deze twee uiterste flanken der oppositie te blijven) noemde Staalmans rede „het groote moment van den dag", zag hem nooit zoo frisch en hoog ernstig, en jubelde„hoe een mensch er toch bij wint als hij den moed neemt zich geheel en onverdeeld aan den dienst van een beginsel te geven Maar zegt zij met zekere vreeze er bij (want zij weet wel Staalman is een aalman, hij ont glipt u op het oogenblik als gij meent hem te pakken te hebben) er is nog veel on zekers in Staalmans houding. "Wat Staalman dan alzoo gezegd heeft Hij heeft het ministerie verweten dat 't geen komaf maakt met allerlei sociale wet ten, de Kamermeerderheid dat zij op een enkel punt niet eenstemmig denkt, den premier dat hij weigert zoo menige demo cratische gedachte van voorheen in wets ontwerpen om te zetten. En dat alles gekruid met een tal van citaten uit, dr. Kuypers talrijke werken. De rede zal op dit punt althans wel door Staalmans politieken tweelingbroeder mr. Tiemen de Vries ingegeven zijn. Men behoeft immers niet altijd Kamer lid te zijn om zich in de Kamer te doen hooren. Zoo hoorden wij in de Kamerspeeches van deze week de krijgskreten van mr. Troelstra, mr. Anemna, mr. Kerdijk en mr. Tiemen om beurte na-schallen. De oppositie van Staalman getuigde van groote oppervlakkigheid in zooverre zij de partijmannen der overzijde napraatte om trent den weinigen spoed die gemaakt wordt met sociale wettenen zij den minister trachtte in tegenspraak te brengen met zijn verleden. Van de ministriëele banken was zijne rede een hors d' oeuvre. Ergerlijk vooral hierom dat hij, volgens zijn eigen ver klaring, de coalitie-positie van 1901 mede aanvaard had. Terecht voegde dr. Nolens hem toe gij zijt tot de oppositiepartijen overgeloopen. En zijn critiek werd in één enkele zinsnede door den heer Lobman zoo treffend gekarakteriseerd. De heer Lohman zei: de heer Staalman lijdt op dit punt aan gezichtsbedrog. Hij staat zoo ver van dr. Kuyper dat hij dezen op dien afstand even groot ziet als hij zelf is. Die was raak, en waaren verdiend, zouden wij zeggen. Dr. Kuyper kan er best tegendaarvan niet. Maar dat de felste oppositie on- noodig, dunkt ons, en onverdiend van Christelijke zijde komt, van de Christen democraten, dat moet hem hinderen, spijten, smarten. Zooveel wantrouwen of mistrouwen heeft deze minister aan ons Chirstenvolk, aan dat deel allerminst, waarvoor Staalman zegt op te komen, niet verdiend. Cijfers kunnen toch welsprekend zijn. Een heele geschiedenis van vele jaren spreekt u somtijds uit een paar cijfers tegen. Zoo hier. 2476 stemmen op den socialistischen candidaat Troelstra in Amsterdam III en 101 op den vrijzinnig-democratischen can didaat Heldt. 2476 en 101. Troelstra en Heldt. De Sociaal-democraten en de],vrijzinnig dito. De vooruitstrevend liberalen en de radi calen met van Houten en Heldt aan 't hoofd. Vult deze regels maar aan, en ge hebt een brok staatkundige geschiedenis van den jongsten tijd voor u. En denk er dan bij aan de oude bekende waarheid, maar die we, als 't ons zelf raakt, altijd trachten te vergetenalles wisselt hier op aarde, niets bestendigs. Er is een tijd van opkomst, van bloei, ook van ver dwijnen. En ook in het politieke leven, gelijk in het maatschappelijke, gelijk in het kerke lijke leven, gelijk overal en altijd. Dezer dagen kwam een werkje in het licht, „ter nagedachtenis van den Weleerw. Heer D. Janse, in leven predikant bij de Geref. gemeente te Middelburg", bevattende behalve een grafschrift en een brief van L. B. aan 's mans eenigen zoon, een aan tal brieven van 's leeraars hand, geschre ven aan een vriend of eene vriendin. Genoemde brieven vormen eenigszins een zelfbiographie, aantrekkelijk door een voud, zooals in leven de waardige leeraar zelf, die van zijn meester geleerd had zachtmoedig te zijn en nederig van halt. Daarbij gunnen zij den onpartijdigen lezer een blik in het gemoed van den schrijver, die op ongekunstelde wijze zijne vrienden wil verhalen, hoe de leidingen Gods hem voerden van uit hof en schuur te Oostkapelle naar den kansel in de Se- geerstraat. Vermoedelijk zijn deze brieven niet voor openbaarmaking bestemd, maar op verzoek door de familie in het licht gegeven. De minder juiste woordenkeus hier en daar in deze brieven moge verontschuldi ging vinden in 's mans eigen, gulle be kentenis „School- noch taalgeleerde ben ik niet, zoodat ik met reden verschooning van taal- of schrijffouten mag vorderen". De correspondentie van den beminden leeraar met zijne veelgeachte vriendin of zeer geachten vriend en Broeder vormt de kern, den hoofdinhoud van het kleine ge schrift. Het overige is meerendeels blad vulling, een soort van pennewerk, dat o. i. meer strekt tot ontsiering, dan wel tot versiering van het geheel, dat in ieder geval kon gemist worden, een enkel versje daargelaten. Hierdoor komt 's leeraars beeltenis in een lijst te staan, waarin deze eigenlijk niet behoort. Onder de volgelingen van Ds. Ledeboer zal dit werkje, ondanks zijne eigenaardig vreemde inkleeding de electrische druk kerij te Terneuzen zorgde voor een net uiterlijk, ongetwijfeld een groot aantal lezers vinden. De zekerheid des doods. Onze lichamen zijn slechts levende gra ven. Wij begonnen niet eerder te leven, dan toen wij begonnen te sterven. Even als iedereen zijn Genesis, zijn begin, zijn komen-in-de-wereld heeft, zoo zal ook ieder een zijn Exodus, zijn eind, zijn gaan-uit- de-wereld hebben. Vlei u niet met een onsterfelijken staat. Er is geen tegenstand mogelijk bij een aanval des doods en van zijne vonnissen kunt gij niet in hooger beroep komen. De mannen, wier hoogen ouderdom de Heilige Schrift aan de na komelingschap meedeelt, zijn allen gestorven. Zij leefden lang, maar zij overleefden den dood nieter is een dag gekomen, waarop zij geen dag langer konden leven. Goes. Donderdag werd de algemeen geachte commies ter secretarie de heer A. A. v. Dellen, die, gelijk wij reeds meld den, Maandag zoo plotseling aan zijn gezin en werkkring ontviel, ten grave gebracht. Op de begraafplaats merkten wij o. a. op de leden van het dageiijksch bestuur, den secretaris, de collega's van den over ledene, den gemeentebode en de gemeente raadsleden Buijse en Dekker. Aan de ge opende groeve, nadat de lijkkist door een fraaien krans gedekt, daarin was neerge laten, trad de heer burgemeester naar voren, om voor zich en de ambtenaren ter secre tarie een woord van dankbare waardeering te spreken voor den verdienstelijken amb tenaar die gedurende meer dan een kwart eeuw met groote nauwgezetheid zijn taak had verricht, en van wiens korte, hoogst aangename kennismaking met spreker bij steeds de dankbaarste herinnering zou be waren. Maandagmiddag nog had Spr. een aangenaam gesprek met hem gevoerd, en reeds eenige uren daarna ontving Spr. de tijding van zijn dood. Dit sterven roept ons allen een memento mori toe. De secre tarie verliest in hem een getrouw ambte naar, de gemeente een braaf burger, zijn gezin een voorbeeldig huisvader, wiens voetstappen te drukken hij de zonen van den overledene op het harte bond, terwijl hij de weduwe en den kinderen den troost toebad van Hem die beloofd heeft een Vader der weezen te zullen zijn. Krabbendijke. Woensdagavond was er in de „School m/d. Bijbel" vergadering der Schoolvereeniging onder leiding van den voorzitter A. A. Allaart. Nadat de ver gadering op de gewone wijze was geopend en de aanteekeningen der vorige vergadering waren gelezen en goedgekeurd, had er stemming plaats voor een bestuurslid en werd het aftredende lid, J. van Liere met 19 van de 23 stemmen herkozen. Als leden tot het nazien der jaarrekening werden door den voorzitter benoemd P. van Harn en C. Zeevaart, die zich daartoe beschik baar stelden. Na uiteenzetting van wat het herhalings- onderwijs bedoelt, werd besloten gelegen heid te geven en dan de volgens het regle ment verplichte avondschool te doen ver vallen. Bij een voldoend aantal leerlingen zal de volgende week reeds hiermee een aanvang worden gemaakt. Voor bespreking over het reglement was niet veel tijd meer en daarom zal eerst in een volgende verg. worden uitgemaakt of er wijziging zal plaats hebben. Toen de rijksveldwachter I. Vermeulen en de jachtopzieners V. d. Bliek met diens zoon en Hogesteger in den nacht van Dinsdag op Woensdag zich onder Elle- woutsdijk op surveillance in het jachtveld bevonden, bespeurden zij op eenigen afstand een paar personen met zoeklicht. Zij wisten te naderen, doch toen de stroopers bemerk ten dat zij betrapt werden, legde do drager van het geweer, op ongeveer 30 meter afstand,op één der surveilleerenden aan, zoo dat deze een gedeelte van het schot in het gelaat kreeg. De beide personen gingen op de vlucht, doch een hunner, de drager van de hazen, werd gevat. Voor den bur gemeester geleid en in voorloopige bewaring gehouden noemde hij ten slotte den naam van den schutter, zekeren J. R. van Ovezand, zoon van een rentenier. Deze is naar het huis van bewaring overgebracht. De ver wonde P. J. van der Bliek, de zoon van den jachtopziener, ontving van den genees heer de verzekering dat de verwonding in het gelaat, hoewel vrij ernstig, geen onge rustheid behoefde te baren. Behalve hagel korrels in dat lichaamsdeel werden er ge vonden in zijne handen en beenen. M. C. In Engeland is het verboden, dat couranten advertentiën opnemen van ge legenheden waar gewed kan worden op den uitslag van wedrennen. Het bekende Engelsche sportblad The Sportsman wordt achtervolgd voor te hebben opgenomen oen advertentie van bet Engelsche wedbureau van Topping en Spindler te Vlissingen. Bjj die procedure bleek, dat de firma Top ping en Spindler te Vlissingen aan The Sportsman voor de advertentie van Mei tot October betaalde f 11.240 en jaarlijks onge veer f 22.000. Als men rekent, dat ge noemde firma in verscheidene andere cou ranten adverteert en gratis zelf een blad verspreidt, behoeft men niet te vragen wat aan die wedbureau's omgaat. Reeds vroeger wezen wij er op, dat die wedbureau's daar zjj in Engeland verboden zijn, behalve in Vlissingen nog bestaan in Schiedam, Mid delburg, Delft en Roosendaal. Er worden dan ook in Holland millioeDen en millioenen verwed door buitenlanders op den uitslag van buitenlandsche rennen. (O. P.J Het boek van Generaal De Wet is verschenen. Wjj willen ons bepalen tot één enkel citaat om een donkbeeld te geven van de kernachtige taal en stijl. De Wet beschrijft, hoe hij in Augustus 1900 met ongeveer 240 ruiters, waarbij Philip Botha en kapitein Scheepers, in het gezicht van den vijand een stouten tocht deed over de Magaliesbergen. Dat was de eenige uitweg, maar het gebergte was zeer steil, zonder eenig voetpad. Maar Generaal De Wet besloot het onmogelijke te doen. Hij schrijft aldus In de nabijheid was een Kafferhut. Ik reed daarheen. Naar de Magaliesbergen wijzend, vroeg ik den Kaffer «Kan 'n mensch daarover «Nee, baas, jij kannie", antwoordde de Kaffer. «Heeft nooit een mensch eiover gereden vroeg ik verder. «Ja, baas, vammeleven" (lang geleden). «Loopen daar bobbejane over «Ja helle loop daar, maar die mensch nie 1" «Rukt op", riep ik den burgers toe. «Dit is onze eenigste weg, en waar een baviaan erover kan, daar kunnen en moeten wij er ook over Er was bij ons een korperaal, Adriaan Matthijsen, een burger uit het district Bethlehem, die dikwijls heel droog een grap kon maken. Hij keek op tegen het ge bergte, 2000 voet hoog en zuchtte «O, Roode Zee Daarop zeide ik«De kinderen Israëls geloofden en gingen door de zee. Wel aan, geloof maar, het is niet de eerste Roode Zee, waarmee wij te doen hebben gehad en het zal ook niet de laatste zijn." «Korporaal Matthijsen zweeg, maar trok een leelijk gezicht, alsof hij zeggen wou «Noch gij noch iemand bij ons zijt Mozes." «Wij gingen bergopwaarts zonder dat, naar ik geloof, de Engelschen het merkten, in een lap bosschen, die om bij de Bijbel- sche vergelijking te blijven een wolkkolom was, die ons voor den vijand verborg. Wij kwamen aan een kloof en stegen er in Z. W. richting in op, steeds buiten gezicht der Engelschen, tot wij meer dan do helft van het gebergte beklommen hadden. Nu moesten wij in Z. richting uit de kloof gaan om onder de oogen van den vijand den klim te voltooien. Het was nu zoo steil, dat het rijden onmogelijk werd. De burgers moesten hun paard aan den toom leiden en hadden de grootste moeite zich en de dieren op de been te houden. Het gebeurde dikwijls, dat een burger viel en ruggelings onder zijn paard gleed. Het werd steeds bezwaarlijker, tot wij bijna boven op een groote granietplaat kwamen, die zoo glad was als ijs. Menschen en dieren struikelden en vielen hier nog meer dan tevoren. «Wij waren, zooals ik zeide, in het ge zicht van den vijand en, ofschoon de Lee- Metfords ons niets meer doen konden, waren wij voor grof geschut niet veilig. Ik hoorde, hoe eenige burgers jammerden en zeiden «Als de vijand nu de kanonnen op ons richt, wat zal er dan van ons worden?" Ik antwoordde, dat dit alleen mogelijk was, als de Engelschen houwitsers hadden; maar dat soort van geschut was niet naar hun smaak, althans niet bij de colonnes, die ons vervolgd hadden. Maar er gebeurde niets. De Engelschen beschoten ons niet, en zij trokken ons ook niet na. Korporaal Matthijsen zal wel gedacht hebben, dat zij voorzichtiger zijn geweest dan Farao. «Wij bereikten den bergtop, halfdood van uitputting. Ik heb veel bergen beklommen; Majoeba's ruwe rotswanden heb ik beklom men, of ben de steile zijden van Nichol- sonsnek uitgekropen, maar nooit was ik zoo moe geworden als toen. Toch was er op den grond van mijn hart een zekere vol doening, en voor al de narigheid die wij moesten verduren, werden wij rijkelijk beloond door het heerlijke vergezicht, dat zich in het Zuiden voor ons uitbreidde. Het was een heuvelachtige streek tusschen het gebergte, waarop wij stonden, en den Witwatersrand. Door een moot (kloof) kon den wij ver zien, maar waarheen wij ook de blikken wendden, van den vijand zagen wij geen spoor." De beide generaals en hunne echf- genooten zijn te Brussel. De la Rey ontving, juist toen hij naar Dij on reisde, om daar een feestmaal te zijner eere bij te wonen, bericht van het overlijden zijner oudste dochter. Het feestmaal moest echter door gaan, en hij moest er aan deelnemen. Generaal Botha moet nog op een zieken stoel blijven liggen, zijn vrouw is ook nog niet geheel beter. Zij zouden heden over Den Haag naar Londen en zoo naar Zuid- Afrika zijn teruggekeerd, doch De la Rey en zijn familie zullen wel alleen moeten. Zij zijn in Den Haag aangekomen. Bij een brand in het Lincolnhotel te Chicago Donderdagmorgen vroeg zijn 23 menschen omgekomen, de meesten dewijl zij uit de ramen der vierde verdieping waren gesprongen. De bewoners van Lenoxville (Ver. Staten) hebben een verschrikkelijke ka stijding toegepast op een Neger, die een blanke vrouw had vermoord. Zij hebben hem vastgebonden aan zijn slachtoffer en hem zoo gedurende drie dagen en drie nachten in een cel opgesloten. Na verloop van die 72 uren heeft men de cel geopend en bevonden dat de ongelukkige volslagen krankzinnig was geworden. Men heeft hem toen met revolverschoten afgemaakt. Verdere Gemengde Berichten in het Bijvoegsel. Wij werden wederom verblijd met de geboorte van een flinken zoon. Goes, 5 Dec. 1902. J. en C. BUIJSEWabeke. Ons ouderhart werd heden op het diepst gewond, naardien de Heere van ons wegnam na eene ongesteldheid van enkele weken onze eenigste lieveling in den aanvalligen leeftijd van 3 jaar en 4 maanden. JAC. VAN LIERE. A. C. VAN LIERE de Regt. Borssele, 1 December 1902. Strekkende deze tot algemeene kennisgeving. De deurwaarder HOLLMANN te Goes zal op Dinsdag 9 December 1902, des namiddags om half één uur, aan het Stationskoffiehuis van dhr. J. Tas te Goes, ten verzoeke van den heer Ch. v. d. Linde te Louise-Marie bij Rene (Henegouwen) van vijf maanden tot 3 jaar oud, EN van extra kwaliteit. De Deurwaarder HOLLMANN zal des namiddags om 2 uur in «de Prins van Oranje" te Goes, Kijkdag Maandag voormiddag van 9 tot 1 uur. Betaaldag 1 April 1903. Hoofd der School en Organist. Zoutelande, 4 Dec. 1902. verstrekt gelden onder eerste hypothecair verband. betaalt de hoogste prijzen voor KOE-, OSSEN- en PAARDENHUIDEN. 01^* Tevens ruim voorzien van puike kwaliteit OSSEN- en KALFSVLEESCH.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2