No. 19.1902
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
DOEKEN
sson Zn.
1 Januari
lis met Tuin,
iöp
Donderdag 13 November.
17e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Iburg.
ntvangen
tNDING
ten net
«P
aan de rek., en
ïov., bij
Biggekerke.
tegen Hoornvee
bruin Merrie-
lig zwart Ruin-
?SE te Schore.
1 te Biezelinge.
)ÖP
[•uine Merrie,
s k e r k e.
ÏOP
een Drielings-
IRHAGE,
|H oogeland e.
Luinpaard
jaar oud,
Middelburg.
te koop,
Is, KOITEJAN,
IZoutelande.
ag 22 Nov., een
bud vier en negen
en een jaarling
IMAN, Grypslcerlce.
NECHT
j)DE, Arnemuiden.
eene Meid
IKER, Koude-
IKneeht
KIER, Abeelsche
I noodigd,
pz., Segeersweg.
benoodigd,
iet paarden om
1ANSE,
Poppendamme.
eid
|SE, rustend tim-
le.
[is, Borsselen en
iBreskens, Bors-
Borsselen en
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTlËN
Voor Van Harn.
PARTIJ VERBAND.
35.
|e bevragen lett. R.
JongeVerwest,
i
le Spoortijd.
..3,30 r)
ma.3,55
o.l,55^)
3,30c)
liet vertrek van
pelegd.
van Neuzen naar
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel .meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Gevonden in de collecte der Ger. Kerk
te Grijpskerke, de som van f1,25; en in
't kerkezakje Geref. Kerk te Ierseke fl.
Saam met 't vorige f 356,21s.
Naar aanleiding vaD een paar voorko
mende feiten in eigen kring, die aanlei
ding tot botsing gaven tusschen meerder
heid en minderheid in kerkelijk en burgerlijk
bestuur bespreekt de Nederlander onder den
titel: Eerlied voor de consciëntie het partij
verband en verdedigt de meening dat vrij
heid behoort gelaten te worden om naar
eigen overtuiging te stemmen, ongeacht de
meerderheid, die een anderen kijk op de
zaak beeft, en dus tot stemmen met de
partij, en alzoo tegen eigen overtuiging
dringen zou.
Het blad betoogt dat op die wijze slechts
voor nulliteiten of sofisten plaats in onze
bestuurs-colleges overblijft en dat op die
wijze gehandeld discussie totaal overbodig is.
Men kan zich dan bepalen tot stemmen.
Be Nederlander heeft volkomen gelijk,
maar beschouwt de zaak o. i. wat eenzijdig.
Men kan even goed door de uiterste con
sequentie te teekenen een carieatuur ma
ken van individualiteit als van collegiali
teit. Ook die consequentiën leiden tot
Ja, waartoe al niet?
Men kan op een pilaar gaan staan met
zijn beginselen of zoogenaamde beginselen
en het beroemde woord van Lutber her
halen, en doen niets.
Men kan zoo inschikkelijk zijn dat men
zich als een stekje aan een stokje laat
binden en doen evenmin iets.
Men kan in 't gareel loopen, en men
kan einspiinner zijn.
Maar er is immers een middenweg?
De Nederlander teekent dien zelf in haar
woord: het partijverband moet dienen om
elkaar te steunen, niet om eigen overtui
ging te dooden.
Zoo is het.
Ziet, over iedere voorkomende vraag
vormt m»n zich een publieke opinie. Het
vraagstuk dat zich voordoet wordt getoetst
aan de eischen van theorie en practijk.
De vraag komt dan op hoe we bet vraag
stuk van onze zijde hebben te bezien.
De antirevolutionair beziet het uit het
oogpunt van Gods ordinantiën. De liberaal
beziet het uit het oogpunt der humaniteit.
De roomsch-katholiek toetst het aan de
uitspraken zijner kerk.
En de sociaal-democraat vraagt of door
het onderhavige vraagstuk het klassenbe-
lang gediend wordt.
In pers en vergadering wordt zoodanig
onderwerp besproken en toegelicht en nu
vormt zich langzamerhand een publieke
opinie, die niet behoeft opgelegd of voor
geschreven te worden, maar die aanvaard
wordt als de voor ons juiste, als de meest
overeenkomende met onze overtuiging.
Op die wijze alleen is partijvorming
mogelijk.
Maar zoodanige partijvorming sluit dan
ook in dat, wil men iets doen, wil men
van zijne partijvorming kracht doen uit
gaan, de gekozenen in onze verschillende
colleges zich vrijwillig tot tolken stellen
van de meening door de partij van Noord
tot Zuid verkondigd en als waarheid ge
huldigd.
Heeft de gekozene op een of ander
punt een afwijkende meening, welnu
club of kiesvereeniging staan open om
daar zijne afwijkende meening te verdedi
gen en te beproeven zijne medeleden of
zijne kiezers of de partij tot andere,
zijne, gedachten te bekeeren.
Partijverband dient de Nederlander
beeft het juist en duidelijk gezegd om
elkaar te steunen. Die steun wordt niet
verstrekt als ieder met een beroep op zijn
consciëntie zijn eigen weg gaat, en als ge
volg daarvan zich vernietigt en aan den
tegenstander overgeeft, maar juist daar
door dat men voortdurend zich met ande
ren veroenigt om te toetsen en te onder
zoeken welke de juiste weg is dien men
heeft in te slaan bij iedere voorkomende
gelegenheid, en als dan die weg ook door
zijne medewerking is gevonden en die
overtuiging is gerijpt, dan zal men het
best de weinig benijdenswaardige taak van
den nulliteit of van den sofist ontgaan,
door te trachten op de uitnemendste wijze
te vertolken wat de partij en den afge
vaardigde na rijp beraad helder is geworden.
Democratisch leven in een Constitutio-
neele monarchie presbyteriaal leven in
een Protestantsche Kerk stelt hooge eischen.
't Is een teer leven, zorgzaam te be
handelen.
Despotisch gezag in den staat of hiërar
chie in de kerk is ruwer van vorm,
minder te ontzien.
Altijd en altijd weer acht zich een min
derheid onderdrukt of verdrukt.
't Is niet te ontgaan.
Het partijverband, uitnemend om elkaar
te steunen, kan ook nijpen en schrijnen
en tot ongewenschte toestanden leiden.
Meerderheid en minderheid kunnen in
dit opzicht zondigen en de toestanden zoo
danig verscherpen dat het tot scheiding
leiden moet.
Als de meerderheid met wijlen den Mi
nister Kappeyne zegt, dan moet de min
derheid maar onderdrukt worden, of, om
een gewoon triviaal spreekwoord te bezigen,
de neuzen gaat tellen, en zich niet meer
inspant om te overtuigen of te overreden,
dan steunt het partijverband niet meer
maar wringt en schrijnt tot het barst.
En evenzeer, als de minderheid weigert
zich te onderwerpen aan de besluiten der
meerderheid, dan dreigt evenzeer scheiding.
Slechts dan als de partij en hare tolken
zich geroepen gevoelen om te dienen en
niet om te heerschen, kan het partijverband
steunen, en ontgaat men het gevaar dat
het knellen of nijpen zal.
12 November 1902.
Het vreemdelingenverkeer strekt zich
steeds verder uit. Met ieder komend jaar
wordt de cirkel grooter voor de toeristen
opengesteld.
De Rijn en bet Zevengebergte, Zwitser
land en de Alpen, welk beschaafd mensch
is daar nog onbekend.
Zelfs zij die het luidst om lotsverbete
ring roepen, en zich presenteeren als de
misdeelden der maatschappij, mengen zich
jaar op jaar onder den stroom van hen die
veel geld op de aangenaamste wijze ver
teren.
Maar zoodoende zijn dan nu ook de
mooie plekjes in Europa gemeengoed van
jan en alleman geworden.
Er is behoefte om breeder, vreemder
terrein ontsloten te zien.
Daarvoor zal nu in de eerste plaats
Egypte, het oude land der Pharao's dienen.
Daar worden D-treinen en luxe-treinen,
slaapwagons en dining-cars ingericht, groote
hotels worden gebouwd, salonbooten zullen
den Nijl bevaren en kameelen voor een
quasi-woestijnreis voorhanden zijn.
Bedoeïnen zullen hun geleide aanbieden,
en vrouwen met kruiken Nijlwater op het
hoofd het Egyptische tafereel stoiïeeren.
Zelfs pelgrimstochten naar Mekka zullen
op bepaalde tijden georganiseerd worden.
En als Egypte zijn deel van de exploi
tatie van het vreemdelingenwezen heeft
gehad, dan volgt China en Japan. In 't
begin van 1903 toch zal de Chineesche
Oost-spoorweg, die voortzetting is van de
Siberische baan, in zijn geheele lengte in
gebruik komen, zoodat een directe spoor
verbinding tusschen West-Europa en het
verre Oosten zal verkregen worden.
Het a. voorjaar zal van Amsterdam of
Rotterdam direct een spoorkaartje te ver
krijgen zijn naar Peking of Nagasaki.
De spoorreis zal 19 dagen duren.
Socialistische toekomst-maatschappij.
De sociaal-democraten sproken met gaarne
over hot doel dat zij najagen, over de nieuwe
maatschappij, die zij wenschen te scheppen.
Dit is maar toekomst-muziek
Als eerst maar de tegenwoordige samen
leving verwoest is, dan zal men wel verder
zien.
Toch komt men over het voorgestelde
doel wel een en ander te weton, als men
maar luistert naar wat in het buitenland
door de eerste woordvoerders wordt ge
zegd en geschreven.
Op dit oogenblik ligt voor ons het
Duitsche werk van Kautsky, getiteldliet
Erfurter Program,, eon boek dat min of
meer de meening der goheele Duitsche
sociaal-democratie vertolkt.
Welnu, wij lezen in deze uiteonzetting
van het program der partij, bladz. 106:
»De sociaal-democraat stelt zich tot taak:
het veroveren der politieke macht door de
arbeidende klassen, om met behulp daarvan
den staat te veranderen in een groote be
drijfsgemeenschap, die in al haar behoeften
zal kunnen voorzien.''
En op bladzijde 117
«Wat wij willon, is de geheele ver
andering van den staat in een bedrijfs-
gemeenschap, die in al baar behoeften
zelf kan voorzien.
Daarover heerscht in de sociaal-demo
cratie geen meeniDgsversehil."
Verder op bladzijde 135 en 136
«Ongetwijfeld bezit de arbeider onder
de heerschappij der kapitalistische groot
industrie altijd nog een zekere mate van
vrijheid.
Als bet werk hem tegenwoordig in een
onderneming niet bevalt, dan staat het
hem vrij, ergens anders werk te gaan
zoeken hij kan uit den eenon dienst in
den anderen gaan.
In een socialistische gemeenschap zijn
alle arbeidsmiddelen in èên hand ver-
eenigd, daar is slechts één enkele «werk
gever" van verandering is dus geen
sprake."
Men ziet hieruit duidelijk en klaar, waar
de sociaal-democraten heendrijvenDe
Siaat moet in een groote bedrijfsgemeensehap
worden opgelost.
De Staat moet alles voor allen zijn. Hij
moet de eenige «werkgever" wezen.
Voor de «loonslavernij" van boden, krijgen
wij dus iets, dat nog veel verschrikkelijker
zal zijn de i>Staatsslavernij''
Nu beeft de werkman, wanneer bet hem
niet bevalt, nog de vrijheid van patroon
te verwisselen, maar met die vrijheid is
het dan voor goed gedaan.
Er is dan maar één «patroon" en die
patroon is dan de Staat met zijn ijzeren
arm van wet en van dwang.
Heerlijke toekomst, die sociaal-democra
tische maatschappij, waar allo ondernemin
gen in één Staatsfabriek zullen zijn onder
gebracht. (GraafschapperJ
De zetel te Amsterdam III wekt meer
opspraak dan die te Leiden.
Dat komt misschien dewijl de liberalen
eon kansje hebben dien laatsten zetel te
winnen, terwijl zij gevaar loopen den eersten
te verspelen.
Bedoeling schijnt te zijn dat alle libe
ralen en „antiliberalen" zich als „anti
socialen" zullen vereenigen op den vrij
zinnig-democraat Heldt, teneinde den soci
aal-democraat te weren.
Op zichzelf is er niets tegen dat waar
't landsbelang zulks eischt de antirevolu
tionairen zich de weelde van een eigen
candidaat ontzeggen daar, waar zij toch
geen kans hebben.
Artikel 20 van Ons Program geeft daartoe
recht en verlof.
In 1901 brachten wij het te Amsterdam
III slechts tot 362 van de 4243 stemmen.
Het kan derhalve goed gezien zijn bij
eerste stemming een anderen candidaat te
steunen.
Daar moet dat dan per se een vrijzinnig
democraat en moet dat per se Heldt zijn.
Heldt de «eo-malthusiaan
Wij zijn nieuwsgierig wat de onzen daar
waar De Standaard woont ten deze zullen
beslissen.
Zij zullen natuurlijk wel bedenken, dat men
onze kiezers niet gemakkelijk op een libe
raal van wat kleurschakeering ook, krijgt,
en vooral niet bij eerste stemming. En
ook dat het lang niet zeker is dat alle
liberalen die warm liepen voor Den Hertog,
dit thans doen zullen voor Heldt.
De Nieuwe Courant lichtte al een klein
tipje op van den sluier.
„Het blad herinnert er terecht aan dat
in 1901 de liberale candidaat ruim 1600
stemmen had bij eerste stemming en de
vrijzinnig democraat maar 400, en dat deze
laatsle stemmen bij de herstemming over
gingen op den sociaal democraat, terwijl
de liberaal gekozen werd met de stemmen
der „antiliberalen".
En Heldt?
C De eens zoo vergode, thans de uitge
knepen citroen gelijk, moet het volgende
opeten
Of is misschien cle heer Helclt een van die
mannen, om wie men geneigd is partijver-
schil te vergeten, wijl zij een sieraad zijn
voor elk parlement Het zou onedelmoedig
zijn deze vraag in den breede te beantwoorden.
De heer Heldt heeft zich vroeger eenigszins
verdienstelijk gemaakt jegens de liberale partij
en die partij heeft hem zijn diensten ruim
beloond. Toen de vrijzinnig-democraten tot
scheiding besloten, is hij hen gevolgd, en de
liberalen lieten hem vallen. Hij heeft zijn
loon weg.
Men acht hem nu een tammen radicaal
een „liberalen meneer" hebben de socialisten
hem eens genoemd. Maar die periode is ook
alweer voorbij. Heldt begint weder flinker te
worden schreef Het Volk niet lang
geleden naar aanleiding zijner deelneming
aan de algemeen-kiesrecht-actie. In de Kamer
zal hij volgeling zijn, nooit iets anders,
van de vrijzinnig-democratische groep. Ook,
natuurlijk, wanneer zij tegen de liberalen
te velde trekt.
Komaan, het zou toch al te mal zijn, de
Amsterdamsche liberalen, onder Treub's hoo-
gere leiding, met de vrijzinnig-democraten
voorop en Heldt als commandant, bij eersten
aanval te zien stormloopen tegen de sociaal-
democratie
Ons dunkt, het liberale blad heeft gelijk.
Het is goed dat den heer Heldt het eens
gezegd wordt van zijn oude vrienden en
omhelzers.
Wie herinnert zich niet dat eerste op
treden van Heldt in de Kamer
Alle liberalen aaiden den werkman en
prezen hem. Hij had het er goed afge
bracht, zoo jubelde de gansche liberale
pers, wanneer hij gesproken had.
En thans 1
„Eenigszins verdienstelijk" en „ruim be
loond", dat is het einde.
Zouden de antirevolutionairen voor zoo
iemand in 't vuur willen
Reeds bij eerste stemming?
Wij gelooven er niets van.
De Middelburgsche Courant, waarschijnlijk
voorziende, dat de taak der bestrijding van
het Ministerie-Kuyper voor haar gewoon
personeel te zwaar worden zal, schijnt zich
een specialiteit toegevoegd te hebben voor
dit aangename werk.
Onder de letters V D worden althans in
den laatsten tijd artikelen aan dit do.fi
gewijd. Van daag preekt de zedemeester
over politieke moraliteit, en ontzegt die
natuurlijk aan zijn tegenstander.
Het artikeltje schijnt ons zoo ongeveer
gelijk voor den geest als karnemelkspap
met eenige grutjes voor het lichaam.
Eenzijdig natuurlijk, maar bovendien nog
zonder pit of geest.
Als V D van den Minister Kuyper leeren
kon hoe men het volk bereikt, dan zou
waarschijnlijk zijn woord de moeite van
het tegenspreken waard worden.
In een enkel antirevolutionair blad en
in de Chr. schoolbladen was geklaagd dat
de Troonrede niet bevatte, wat toch als
no. 1 op het Program van Actie der an-
tirev. partij had gestaande vrijmaking
van het lager onderwijs, zoover de Grond
wet toelaat.
Vooral de Chr. onderwijzers, zoo zei
men, waren slecht hierover te spreken.
Men sprak van wantrouwen tegen dr.
Kuyper.
Dat hier sterke overdrijving plaats had,
kon ieder die onze partijorganisatio en
onze christelijke onderwijzers kent, ter
stond vooruit eonstateeren.
Moties van alle zijden kwamen ons ver
moeden bevestigen.
De antirev. pers zelve, voornamelijk dat
deel, hetwelk door Chr. onderwijzers wordt
geredigeerd, zoowel in Friesland als in
Zeeland, en ook in Gelderland, maakte zich
al dadelijk los van de ontevredenen of
ontrusten, en verklaarde volkomen ver
trouwen te stellen in onzen premier.
Dit standpunt is van den beginne ook
door ons ingenomen. Evenwel, wij zijn
niet voor vertrouwensmannen, en wenschen
ook niet mee te doen met hen die stil
afwachten wat de regeering over hen be
sloten heeft.
Daarom verheugt 't ons uit het Voorloopig
Verslag bij Binnenlandsehe Zaken te ver
nemen dat de antirevolutionaire Kamerclub
in deze quaestie ter dege van zich af sprak,
en op spoedige regeling van deze zaak
aandrong.
En tevens doet 't ons genoegen dat de
Chr. onderwijzer, in vertrouwen op de
waakzaamheid der antirev. partij en den
ernstigen zin der regeering, zich speent
aan elke agitatie, en de Mephisto's die zich
bereids hadden blij gemaakt over de scheu
ring in onze gelederen, metterdaad het
zwijgen heeft opgelegd.
Hieronder volgt een der moties in den
lande, die met algemeene stemmen zijn
aangenomen
De afd. Leiden en Omstreken van de ver-
eeniging van Chr. Ond. en Ouderwijzeressen
in Nederland en O. B., gezien het artikel,
voorkomende in het te Rotterdam verschijnend
blad de Christelijke School, waarin de mee
ning wordt uitgesproken, dat de chr. ond. hun
stem zouden uitbrengen op socialistengezien
het streven van het blad de Christelijke Demo
craat, om de meening te vestigen, als zou er
onder de christelijke onderwijzers algemeene
ontevredenheid heerschen over en wantrouwen
bestaan jegens ons ministerie, meer bepaald
jegens onzen minister-president; spreekt haar
leedwezen uit over dit pogen, om de chr. ond.
in een onwaar licht te plaatsen en inzonderheid
den grooten strijder voor ons christelijk onder
wijs, dr. A. Kuyper, verdacht te maken; en
verklaart een volkomen vertrouwen te stellen
in onzen tegenwoordigen minister van binnen
landsehe zaken, van wien zij, zoo spoedig de
omstandigheden dit slechts mogelijk maken,
de gewenschte oplossing der schoolquaestie
verwacht.
Voorwaar een moedgevend woord uit
een district waar een stembusworsteling
om den zetel van den betreurden Van Kem
pen, verwacht wordt.
De Locomotief, een der dagbladen van
Java, bevatte dezer dagen een correspon
dentie uit Soemba, het zendingsgebied van
onzen Pos.
Zooals men weet is Soemba het mid
delpunt van den paardenhandel. Eene
commissie is daarheen gegaan om paarden
voor het Rijk aan te koopen.
Al spoedig was die commissie gewikkeld
in de geschillen der stamhoofden, en hun
werd door de verdrukte partij 34 doods
hoofden, op staken tentoongesteld bij
wijze van versiering, aangewezen.
Op de vraag of er ook kinderen ver
moord werden luidde het antwoordJa
zeker, maar alleen van het mannelijke ge
slacht, vrouwen en meisjes maken we tot
slaven.
Dat geschiedt op Soemba, een eiland
aan ons oppergezag onderworpen.