NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 10. 1902
Donderdag 23 October.
17e Jaargang.
HISTORISeH
CHRISTELIJK-
De verkiezing Ie Middelburg.
Mr. P. DIELEMAN.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
21.
ADRIAAN WALRAVEN,
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Het is ons een aangename taak een op
wekkend woord te mogen schrijven voor
de raadsverkiezing in district II op
Vrijdag a. s.
Twee degelijke, ernstige, bekwame, ver
dienstelijke mannen, rechtsgeleerden, strij
ders voor openbare orde en zedelijkheid
staan als candidaat tegenover elkander.
Wij verstaan het dat er in „Nederland
en Oranje" zekere geestdrift was toen zij
haar voorzitter andermaal candidaat stelde
en hij opnieuw zijn naam wenscht te lee-
nen voor een distriet met zoo twijfelach
tige kans van slagen.
En wij zouden het ook kunnen gelooven,
wanneer onder de vrijzinnige kiezers die
mr. Fruin candideerdon, er waren die
verklaarden dit met schroom en met leed
wezen te hebben gedaan, ziende op de
uitnemende candidatuur, reeds toen, door
de antirevolutionaire kiesvereeniging naar
voren geschoven.
Hoe het dan komt dat deze vrijzinnige
heeren, zelfs met een bij alle partijen ge
prezen candidatuur als van mr. Dieleman,
niet konden meegaan?
Och, gij weet het wel.
Dat zit 'm enkel en alleen in de rich
ting van onzen candidaat.
Is bij dan niet een bekwaam rechtsge
leerde, een dogelijk statenlid, de rechte
man op de rechte plaats; en in verschei
dene kringen, waarin hij ook met vrijzin
nigen saam het algemeen belang dient,
niet de man van energie en initiatief en
ruime opvatting gebleken
O, ja, dat zal men u altegaar toegeven.
Maar hij is antirevolutionair en daarom
weg met dezen
Op de vrijzinnige kiezersvereeniging
heeft een oud-predikant van de moderne
richting het nog eens duidelijk doen uit
komen: Het andere is altemaal goed en
wel, maar het gaat toch eigenlijk om
de openbare school!
Moderne wijsgeeren van een kwarteeuw
terug hebben altijd beweerd, dat de open
bare school het beste propagandamiddel
was voor hunne denkbeelden, en de open
bare onderwijzer hun machtigste bondge
noot in den strijd.
Van lieverlee is men aan die zijde met
deze leer verlegen geworden. Te meer,
FEUILLETON.
die smid van Zaamslag.
uit den Franschen tijd.)
«Goeden avond", klonk het vriendelijk
uit Walravens mond, toen hij het gezelschap
overzag, dat in een wijden kring rond de
tafel zat geschaard.
Het waren allen oude bekenden, die
Walraven blij was weertezien en die hem
als om strijd met een stevigen handdruk
verwelkomden.
Eene ongewone levendigheid en drukte
heerschte nu in het woonvertrek, waar het
tot op dit oogenblik zoo stil en eenzaam
was geweest.
Toen de aanwezigen wat van de eerste
ontroering waren bekomen, was Walraven
de eerste, die aanleiding gaf tot een gere
geld gesprek.
»Ja, vrienden", zoo begon hij »er is al
heel wat gebeurd, sinds wij elkander voor
het laatst zagen. Ik had waarlijk niet
kunnen denken, dat ik nog eens hier op
Zaamslag bij vrouw en kinders zou terug
komen.
Als ik alles moest vertellen, wat mij is
wedervaren, was ik morgenochtend nog niet
klaar."
»We hebben er zoo 't een en ander reeds
van vernomen van uwe vrouw," merkte
een der aanwezigen op.
«En wat we toen hoorden, is meer dan erg."
«Ja, buurman, men moet zoo iets hebben
ondervonden, om er eenigszins over te
kunnen oordeelen."
Een zware zucht ontsnapte 's mans borst.
sedert de openbare onderwijzers tot de
sociaal democratische partij begonnen over
te loopen; en men aan sociaal democra
tische zijde er tuk op begon te gaan dat
de openbare school hun propagandamid
del geworden was.
Toch heeft men 't te Middelburg nog
eens gewaagd die uitgediende leus van
voor of tegen de openbare schoolweer
op te rakelen.
Te Vlissingen deed zij met goed succes
dienst.
Daar trad de afdeeling van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers openlijk
tegen den districtsschoolopziener op en
steunde krachtig de candidatuur van een
liberaal.
Op den steun van die zijde wil men nu
ook te Middelburg hopen.
Jammer dat de naam Fruin, een naam
waaraan zoo schoone herinneringen van
onpartijdigheid en waardeering ook van
den voorstander der vrije school, verbon
den zijn, als vlag dienen moet om deze
valsche lading te dekken.
Yoor de onzen in Middelburg II een
aansporing te meer om nu vooral niet
thuis te blijvenen met alle man op te
komen.
Schijnt 't dat men het niet halen kan,
wie weet, of er ook onder de vrijzinnigen
nog niet zijn die tegen dat vooropstellen
van één enkel belang gekant, en met respect
voor talent en ijver vervuld, hunne stem
aan onzen candidaat schenken.
Onpartijdige kiezers die den arbeid der
antirevolutionaire gemeenteraadsleden in
't algemeen belang, en ook hunne zorg
voor de openbare school, waartoe de wet
hen trouwens verplicht, hebben gezien,
en waarheid van verdichting onderschei
dende, zichzelven zullen afvragen of ver
sterking eener richting die het „leven en
laten leven" in toepassing brengt, en op de
kleintjes past, bij steeds stijgende belas
tingen, en al machtiger aandrang op de
gemeentekas, ten bate van wat tot het par
ticulier initiatief behoort, niet eisch des
tijds kon zijn.
Maar bovendien al ware dit niet zoo,
een gang naar de stembus moeten allen
zich getroosten. Iedere stemming voor
staten en raden is een beginseldaad; en
stemmen is getuigen.
Het laatste woord spreekt het beginsel.
«Voor niets ter wereld zou ik nog zulk
een jaartje willen beleven. Zulke jaren zijn
inderdaad campagnejaren, ze tellen dubbel."
«Dat wil ik gaarne aannemen," hernam
de aangesprokene met een veelbeteeke-
nend hoofdschudden.
»'t Is voor een mensch niet om uit te
staan, zulk eene behandeling. De dieren
hebben het haast nog beter."
»Die worden ten minste nog op tijd ver
zorgd," merkte een ander uit het gezelschap
op.
«En als je nu nog zulk eene behandeling
verdiend had, vader, dan zou ik het nog
daarlaten," zei Floris. «Maar zoo glad on
schuldig, 't is schande. En dat door zoo'n
valschen verrader"
»Och, kind," zei eene zachte vrouwenstem,
»wat je daar zegt, is volkomen waar, maar
denk er toch aan, boontje komt om zijn
loontje. Vroeger heb ik meer dan eenmaal
ook zoo gesproken, je weet het ook nog
wel Jacobus, toen wij samen op reis gingen
naar Eecloo, buurman was er ook bij, hoe
ik mij onderweg alles behalve vriendelijk
over dien aanklager heb uitgelaten. De
zwaarste straf was naar mijne gedachte nog
te licht voor hem.
En toen we daar samen Vader in dat
akelig, naar hol want het was niet veel
beter haast ineengekrompen van verdriet
zagen liggen op den kouden, harden grond,
zoo vermagerd en verbleekt, brak mij het
hart van weedom.
Het viel me zoo moeilijk om die harde,
onbillijke straf te rijmen met de handelin
gen van een liefderijk en bovenal recht
vaardig God, en mij kwam in do gedachte
oen versje, dat ik als kind leerde.
Van dat Christelijke historische beginsel
is onze candidaat reeds meermalen een
waardig drager gebleken.
En daarom als één man op voor
22 October 1902.
In de Nederlander wijdt mr. Verkouteren
een waardeerend woord aan wijlen het Ka
merlid Bastert.
Wij ontleenen er het volgende aan
»Als commissaris van het N. D. heeft hij
veel gedaan en dat, ten slotte, de samen
smelting met de Nederlander tot stand
kwam, was voor een groot deel zijn werk.
In 1897 werd de overledene, met den
heer jhr. mr. Van Karnebeek, door de af
deeling Utrecht van den Chr.-Hist. Kiezers-
bond in de Tweede Kamer gebracht, en
had hij niet in 1901 voor een nieuw mandaat
bedankt, dan zou hij zeker 'opnieuw geko
zen zijn.
Men vroeg in 1897, hoe een gewezen
liberaal minister, die in het derde ministerie-
Heemskerk zitting had gehad, de candidaat
kon zijn van den Christelijk-Historischen
Kiezersbond, maar wie hem, na de verkie
zing, in de Tweede Kamer zagen optreden,
moesten toegeven, dat hij met hart en ziel
de christelijk-historische beginselen was
toegedaan en dat de Bond zich niet in hem
had vergist.
De nieuwe richting in 1901 door den
Kiezersbond ingeslagen, is door den over
ledene met vreugde begroet. Hij wist bet,
dat in den strijd tegen radicalisme en so
cialisme de christelijke partijen op elkander
moeten rekenen, en de toenadering, in de
eerste plaats, tusschen christelijk-histori-
schen en vrij-antirevolutionaren was een
zijner liefste wenschen."
Deze mededeeling doet ons genoegen.
De heer Bastert zou 't derhalve, ware bij
Kamerlid gebleven, opgenomen hebben
voor de christelijke aspiratiën der natie.
Eenige jaren geleden legde in de eerste
Kamer de heer Van Zuijlen, die ook jaren
lang op de liberale doolpaden had gewan
deld, belijdenis af van zijn nieuw antire
volutionair staatkundig geloof.
Jaren geleden deed dit ook de conser
vatieve afgevaardigde voor Delft, Nierstrasz,
in particulier gesprek, op zijn ziekbed.
Daerom heb ik arbeijt ghedaen,
Om dit stuck eens recht te verstaen
Doch het bleef mij voor ende naer,
Schier onbegrijpelijck end' swaer."
«Is dit niet van Datbenus, moeder?"
viel Jacobus in de rede, die van den tijd
niet afwist, dat men de zoogenaamde
«nieuwe salmen" nog niet kende.
»Van Dathenus of van Paulus kind, dat
is om het even, het is toch evereenkomstig
de waarheid. »En", zei ze daarop, »toen
heb ik het maar overgegeven"
«Ja vrouw, dit is trouwens ook maar
het beste", merkte Walraven op. »We
moeten ons in dat stuk niet te veel ver
diepen, dat is en blijft /voor ons, menschen,
eene groote geheimenis. Laten we liever
zien op het goede, dat we vooral dezer
dagen zoo ruimschoots mochten ontvangen.
We hebben elkander weêr in welstand
ontmoet, en na maanden lange gevangen
schap kan ik mij even als vroeger weêr
vrij bewegen". Vrij bewegen, en de oogen
van den smid glinsterden bij die gedachte.
»Denk daarbij eens, vrouw", zoo ging
hij voort, »denk daarbij eens aan Johanna,
uwe oudste zuster kijk eens wat een droe-
v4g lot.
Veertig jaren gelukkig gehuwd en nu
op haar ouden dag haar man te moeten
missen
Wie had dit een viertal weken geleden
hier op Zaamslag kunnen denken?"
Er heerschte een oogenblik stilte in het
vertrek. De herinnering aan dit verlies
wekte ontzag voor den dood.
De oudste zoon verbrak het stilzwijgen.
Hoofd en hart waren vervuld met do
gebourtenisson dor laatste dagen, waarin
Van den heer Bastert die ook eenmaal
tot Kappeijne's- schoolwetpartij behoorde
en de „scherpe resolutie" hielp doordrij
ven, vernemen wij de bekeering, eerst na
zijn verscheiden, uit den mond van derden.
Mochten nog vele liberalen die nog niet
geheel met Gods Woord en ordinantiën
braken, zich door deze feiten doen spreken
tot de consciëntie, en, zij het ook al ter
elfder ure, terugkeeren van de dwaling
huns wegs!
De regeering deed weder een benoeming
die getuigt van haar onpartijdigheid en on
geveinsde waardeering van talent en ver
dienste. Zij benoemde namelijk tot lid van
den Raad van State mr. Cort. v. d. LindeD,
oud-minister van justitie.
Wij willen gaarne bekennen dat wij op
deze benoeming niet gerekend hadden.
Dat wij een liberaal zouden krijgen in
dit college vonden wij zoo erg niét. Op
een paar na zijn toeh al deszelfs gleden
liberaal.
Maar dat de man die, na Van Houten,
het meest revolutionair over het Koning
schap zich heeft uitgelaten, ondanks dat toch
deze plaats zoo dicht bij den troon nog
waardig gekeurd zou worden, hadden wij
niet verwacht.
Evenwel, wij herhalen dit, de benoeming
pleit voor de onpartijdigheid van den mi
nisterraad die onze Vorstin tot deze be
noeming heeft bewogen.
Waar trouwens de Kroon zelve den heer
Cort v. d. Linden in 1897 het minister
schap had gegund, verviel alle reden om
dezen hoogst bekwamen staatsman, op non
activiteit, dat wil zeggen op sterk water
te zetten.
Een moord in zekeren zin, gelijk liberale
en conservatieve ministers dien jarenlang
op onze grootste en beste mannen hebben
gepleegd.
Wij herinneren slechts aanGroen en
Da Costa, Elout en Esser, Kuyper en Keu-
chenius en tal van sollicitanten naar vrij wat
mindere betrekkingen, als bijvoorbeeld het
burgemeesterschap.
Leven en laten leven was steeds nog de
levensleus der antirevolutionaire partij.
De Middelburgsehe Courant neemt een
bericht over uit Het Handelsblad dat stu-
ook hij zulk een werkzaam aandeel had
moeten nemen.
«Dit geef ik u alles toe, vader, maar
toch is het moeilijk, om het geleden leed
zoo maar te vergeten
»Dat weet ik bij ervaring, mijn zoon, en
nog moeilijker te vergeven", gaf Walraven
onmiddellijk ten antwoord.
ȣ)f zoudt ge niet denken, dat de gedachte
onschuldig te moeten lijden, het grievende
der smart verzwaart en het hart, waarin
nog eenig rechtsgevoel spreekt, zoo moei
lijk verteedert?"
Die vraag van Walraven, ze is ten eenen-
male verklaarbaar als de uiting van een
bezwaard en diep gekrenkt gemoed.
In bet binnenst heiligdom dos harten
werd een strijd gestreden, wel niet een
kamp op leven en dood, maar toch zulk
een, waarvan de uitslag veel zou verklaren.
Onschuldig geleden en daarom vergeving
zoo moeilijk, dit was zijne ervaring.
En toch zoo noodzakelijk, zoo fluisterde
een welmeenende stem in zijn hart.
Later op den avond kwamen andere
vrienden, onder wie ook Ds. v. Leeuwen,
die de welbekende woning, vooral den
laatsten tijd, nog al eens had bezocht,
Walraven gelukwenschen met zijne geluk
kige bevrijding.
Den volgenden dag wist onze smid
waarlijk niet, hoe hij het had.
Zoo vrij en frank te kunnen rondloopen
in huis en over het dorp. Iedereen sprak
hem aan en was nieuwsgierig om iets van
zijn wedervaren te vernemen.
De kinderen op het dorpsplein hielden
op van hun spel, als zij onzen smid van
verre zagen.
denten van de Vrije een ovatie gebracht
hebben aan het Kamerlid Bijleveld op den
avond zijner verkiezing, en dat de heer
Bijleveld op het balkon verscheen om hen
een kort woord toe te spreken.
De slotsom iswaar moet dat naar toe.
En de Middelburger merkt er bij op „dat
de clericalen steeds dezelfde tactiek volgen
hard roepen over en hoog opgeven van het
geen anderen doen, en dit niet steeds naar
waarheid om eigen ongerechtigheden te
bedekken. Och, och die balk en splinter".
Wij merken op dat het nog al een groot
verschil maakt een vijftigtal „clericale"
studenten, of een socialistenfuif gelijk te
Amsterdam in 't plan lag. Troelstra woont
te Haarlem, dus hem een ovatie brengen
zal wel niet bedoeld zijn, het was een
formeele optocht waarvoor de burgemeester
in den arm moest genomen worden.
Toch keuren ook wij dergelijke ovaties
af, zij werken prikkelend.
Men vergete echter niet dat al sedert
eenige dagen door 't optreden der socia
listen met hunne wapens en machines tot
kiezerswerving, hun marktgeschreeuw en
plakbiljetten de hartstochten geprikkeld
waren.
En dat Bijleveld op zijn balkon verscheen,
wij vonden ook dat de inan dit--op dit
oogenblik beter had kunnen laten, al geven
wij toe dat hij toen niet wist dat men hem
straks zou bomen halen om te spreken in
het Paviljoen.
Hier is alles weten alles vergeven.
Intusschen merken wij den bedillers op
dat in datzelfde Amsterdam bij zijn ver
kiezing in Amsterdam V, een groote menigte
anti-clericale openbare onderwijzers en
andere vereerders van Ketelaar bij Ketelaar
een ovatie brachten en hierop de heer
Ketelaar, en ook mevrouw Ketelaar, op 't
balkon verschenen om zich te laten ver
eeren en een woordje te sprekenen dat
zulks in geen enkel Amsterdamsch of Mid-
delburgsch blad is afgekeurd. „Och, och
die balk en splinter."
Ketelaar is vrijzinnig democraat.
De Engelsehe leugentelegrammen heb
ben ons Maandag in de war gebracht.
Wij hadden in ons Overzicht al laten
zetten dat de Engelschen in Oost Afrika
door de Mac Mullah en zijn Somali's ver-
Onder den uitroep „Daar komt Adriaan
Walraven" liepen zij lachend op hem toe
en rustten niet, voor hij ieder afzonderlijk
een hand had gegeven.
Ook kwamen hem vrienden en kennissen
opzoeken uit Axel, Terneuzen, zelfs van
zijne geboorteplaats Den Hoek. Het waren
voor de familie Walraven blijde en gezellige
dagen, die donkere dagen van de laatste
weken des jaars, En waar het hart vol
van is, daar vloeit de mond van over.
Geen wonder dan ook, dat 's mans „ver
mogen van poezie" aan den gang raakte.
Zoodra hij een rustig oogenblikje kon
vinden zette hij zich neder, om eenige
versjes te dichten op zijn blijde tehuis
komst. Enkele vinden hier eene plaats,
tevens als proeve van het geheel, althans
wat den vorm betreft.
Juich, juich mijn ziel, geeft God de eer,
Ik zie mijn vrouw en kind'ren weer;
Mijn magen en mijn vrinden,
Die mij met alle liefde zoet,
En wel met een oprecht gemoed,
Zeer liefderijk beminden.
Loofd God, mijn zielzijn sterke hand,
Bracht mij weêr in mijn moederland,
Alwaar ik ben geboren,
Daar mag ik nu mijn vrienden zien,
Die in den nood mijn hulp aanbien
Gods heil zei hen beschoren.
Drie eenig, Eeuwig, Heerlijk God,
Mocht ik voortaan naar uw gebod,
En reine wetten leven,
Mocht ik in voor- en tegenspoed
Met een oprecht en rein gemoed,
Toch eeuwig U aankleven.
Slot volgt.