I
NA DEN VREDE.
Bekendmaking.
Kerknieuws.
Schoolnieuws.
LAINDBOUW,
Het gebruik van Chilisalpeter in
bet najaar van 1902.
Gemengde Berichten.
van antwoord de heeren Schaepman, Kolk
man, Nolens, V. d. Kun (allen kath.) en
Heemskerk (a). Een combinatie zooals
nog wel nooit zal zjjn voorgekomen.
Wij berinneren ons wel dat de linker
zijde vaak alleen het woord bad in be
doeld adres.
In de eerste kamer aanvaardde de voor
zitter de heer Schimmelpenninck v. d. Oye
(de bekende voorzitter van de Unie. Een
School met den Bijbel) zijn taak met een
rede waarin hij de uitgevallen leden herdacht
en wijlen den minister van oorlog huldigde.
Omtrent dezen laatste zeide hij
Ik geloof aller tolk te zijn, door in aan
sluiting aan hetgeen op den dag van het
overigden in de Tweede Kamer is gesproken
door den minister van binnenlandsche zaken
en den voorzitter, uiting te geven aan de
oprechte en levendige deelneming, ook door
ons gevoeld in het ovorlijden van den
minister van koloniën. In de eerste plaats,
deelend in de smart van de zwaar beproefde
weduwe, dienen wij ons ook rekenschap te
geven dat door dit heengaan de regeering
en het land een groot verlies hebben ge
leden. Begaafd met onbegrensden ijveren
onverdeeldo toewijding aan eiken arbeid
door hem vervuld met groote werkkracht
en nog op een leeftijd dat hij die volle
werkkracht kon toonen, had de overledene
aan moederland en koloniën nog groote
diensten kunnen bewijzen. Zijne besliste
persoonlijke overtuiging en opvattingen
beletten hem niet een geopend oor te
leenen ook aan hen, die met hem van
meening verschilden. Ook in de Eerste
Kamer, waar hij gedurende zes jaar zitting
had, zal zijne nagedachtenis in eere blijven
als die van een verdienstelijk staatsman en
trouw raadsman onzer geëerbiedigde Ko
ningin.
Morgen herstemming tusschen Troelstra
en Bijleveld.
De oud-liberalen bij monde van de
eens zoo machtige kiesvereeniging „Grond
wet" besloten let op de cijfers met
vier tegen vier stemmen om zich van aan
beveling te onthouden.
De vrijzinnig democraten, door Troolstra
zoo erbarmelijk gegeeseld, betaalden hem
den tol hunner hulde door een zoo warm
mogelijke steunbieding bij de herstemming.
Hun bladen, onder anderen de Middel-
burgsche Courant, en zelfs het blad der
Unie-liberalen Het Vaderland, hadden al da
deljjk Troelstra aanbevolen.
En zoo is er derhalve alle kans dat
deze man van den klassenstrijd in zijn
ellendigste afmetingen morgen met stellig
wel twee duizend stemmen meer naar de
Kamer gaat.
Een bedenkelijk en te denken gevend
verschijnsel, dat de liberalen tot ernstig
zelfonderzoek en de antirevolutionairen
tot meerdere actie voor de beginselenvor-
breiding behoort te prikkelen.
De kiesvereeniging Nederland en Oranje1
te Middelburg die Donderdag vergadert
heeft als eerste punt op de Agenda Be
spreking van de a. s. Gemeenteraadsver
kiezing.
Door het overlijden van dr. A. van der
Swalme is een vacature ontstaan in het
tweede kiesdistrict.
Bekend is 't dat het tweede district voor
een antirevolutionair geen kans op succes
aanbiedt.
Ter wille van het succes behoeft men
allerminst voor deze vacature een candi-
daat te stellen of een candidatuur te aan
vaarden.
Maar er is edeler motief.
Als kiesvereeniging en candidaat de
vraagWat 9te\t lïeV op zijde kunnen
zetten ook dat is een gave die niet
ieders is en de een wil werken en de
ander zich leenen, louter en alleen voor
het ideaal.
Als Nederland en Oranjemet het voor
beeld van de-socialisten voor oogen, met
dezelfde toewjjding, maar met minder ge-
druisch, het vaandel wil vertoon en, het
vaandel met onbesmette kleuren, waarop
zoowel anti-socialistisch als anti-revolutio
nair te lezen staat. Welnu, dan zal ook,
al volgen maar "25 kiezers, welbewust en
met overtuiging, ook in dit geval het plan
ten van het vaandel in partibus infidelio
gelijk zijn aan de tarwekorrel stervende
in de aarde maar om honderdvou
dige vrucht voort te brengen.
Reculer pour mieux sauter.
't Is een plaatsje waard te melden dat
in de eerste acht maanden van dit jaar
JanuariAugustus 1902 door het rijk
meer is ontvangen dan in gelijk tijdvak
van het vorig jaar, drie en een half mil-
lioen gulden, zegge f3.500.000.
Nieuwe belastingen zijn niet ingevoerd,
wijzigingen hadden in ons belastingstelsel
niet plaats, zoodat deze meerdere ontvangst
beteekent: meerdere algemeene welvaart.
Jammer dat terzelfder tijd dat dit verblij
dend bericht door de Staatscouiant ter
onzer kennis wordt gebracht uit particu
liere bron voor ons Zeeuwen het treurig
bericht komt dat de werf De Schelde weder
inkrimpen moet. Gebrek aan werk deed
deze grootsche inrichting dit voorjaar reeds
minderen. Nu wordt de werktijd weder
met vijf uren per week verminderd, en
als er geen voorraad van werk komt zal
het daarbij niet blijven.
De vooruitzichten voor de talrijke werk
lieden van De Schelde zijn voor den aan
staanden winter niet gunstig.
In de bladen heeft het bericht gecirculeerd
dat H. M. de KoniDgin Moeder op Zondag
31 Augustus heeft gevlagd.
Zulks natuurlijk met passeering van het
bekende verzoek namens H. M. de Koningin.
Ook werd in dit verband de heer de
Rijcke en de antirevolutionaire partij die
't met zijn bekend protest in de laatste
Middelburgscke Raadsvergadering eens was,
in den spotboek geplaatst.
Ons is uit welingelichte zijde gebleken
dat hier niets anders is geschied, dan dat,
de traditie getrouw, tijdens de Koningin-
Moeder op Soestdijk vertoefde, de conscierge
van haar paleis te Den Haag, de vlag heeft
uitgehangen, en des middags weer heeft in
gehaald.
Een goed bedoeld abuis van een cons
cierge, waarschijnlijk minder op de hoogte
van zijn tijd, schijnt door den een of anderen
berichtgever, en vervolgens door gansch
de anti-ministriëele pers tot een wie weet
wat te zijn opgeblazen om ook enkele goede
zielen van onze richting te verschalken.
Laat men toch niet te haastig geloof
slaan of overgroote waarde hechten aan
dergelijke berichten in ons vijandige bladen.
Slechts met een enkel woord konden wij
Maandag melding maken van de uitvaart
van den minister van koloniën.
Thans doen wij het eenigszins uitvoerig.
Gelijk zijn geheele leven door eenvoud
gekenmerkt was, zoo was ook zijn begrafenis.
De gewoonte brengt meé, dat aan een
in functie zijnd Minister bij overlijden een
officiëele uitvaart ten deel valt met de
militaire honneurs van het geheele garnizoen
der residentie.
Dit eerbetoon bleef achterwege. De ont
slapene had kort voor zijn heengaan dit
alzoo bepaaldop de eenvoudigste wijze
moest zijn begrafenis plaats hebben. Slechts
één krans was dan ook aan het lijkkleed
gehecht, die van de familie.
Het was een droeve tocht, die tocht naar
den doodenakker.
Aan weerszijden van den rouwwagen
gingen de Kamerbewaarders en leden van
het Departement van Koloniën, en achter
die koets volgden de drie galarijtuigen der
Koninklijke familie.
De stoet bereikte tegen half «en de
rustplaats der dooden, waar vele mannen
en vrouwen uit allerlei rang en stand het
stoffelijk overschot van Jhr. Mr. T. A. J.
van Ascn van Wijck opwachtten.
Op en om de begraafplaats wemelde het
van menschen van den hoogsten tot den
laagsten stand, uit allerlei kringen, hetzij
een dichte groep vormende bij de geopende
groeve, hetzij in de lanen of paden wach
tende.
Groot was vooral het getal staatslieden
en hooge ambtenaren, even onderscheiden
in politieke gezindheid als in functie.
Natuurlijk ontbraken de leden van het
Kabinet niet, terwijl voorts deputatiën van
onderscheidene vereenigingen en tal van
onze geestverwanten waren opgekomen tot
het bewijzen der laatste eer aan den be
treurden broeder, die nu voor goed is
heengegaan.
Die groote groep van belangstellenden
op den dooden-akker overziende, kon men
zich een denkbeeld maken van de groote
sympathie, die de overledene zich in zoovele
harten had verworven en van de diepge
voelde deelneming, die zijn dood in alle
kringen der maatschappij heeft gewekt.
En die gevoelens zouden zeker aan de
laatste rustplaats zijn vertolkt, ware het
niet, dat de overledene dit door zijn laatste
weibeschikking had voorkomen, door te be
palen, dat slechts een zijner vrienden aan
zijne groeve een woord mocht spreken.
Die eene was Dr. A. KurrER.
Deze trad dan ook naar voren, om, niet
uit naam der Regeering en niet als Minister,
maar als oudste vriend van den ontslapene
een kort woord te spreken.
Dit woord was niet een woord van lof
voor den mensch, die was heengegaan, maar
om God eere te geveD.
Het is ook niet noodig, zoo ving Dr.
Kuyper aan, zijne verdiensten te huldigen.
Jn Nederland zijn wij nog zoo gelukkig,
dat ten minste aan het graf de vlam van
het partij vuur gedoofd wordt en de harten
van voor- en tegenstanders zich vereenigen
in een gemeenschappelijk gevoel.
Gelukkig het land, waar het menschelijk
hart althans aan het geopend graf zijn
rechten herneemt.
Met machtigen ijver, toewijding en wils
kracht heeft de overledene de onmetelijke
taak vervuld om alles in zich optenemen
wat Oost en West betrof.
Men heeft het na zijn eerste begrooting
erkend, dat nooit iemand, die niet in Indië
geweest was, met zoo volledige kennis zijn
begrooting verdedigd heeft als hij.
Doch reeds kort daarna verried zich voor
hem de worm, die aan den wortel zijns
levens knaagde.
Hij geloofde het eerst niet.
Hij werkte steeds voort. Zelfs toen zijn
bloedgehalte met 40 pCt. verminderd was,
lag hij omringd van ambtenaren op zijn
ziekbed.
Toen volgde de operatie, die hij moedig
doorstond.
Na zijn herstel, welk geluk voor hem 1
In zijn oog blonk de vreugde dat hij weer
aan den arbeid kon gaan. Hij scheen als
overwinnaar weer te keeren, maar toen
daarna de kwaal zich weer vertoonde, sloop
de vrees in het hart.
Daags vóór de tweede operatie sprak hij
nog van hope, maar hij geloofde er zelf
niet meer aan. De operatie mislukte, de
voeding kon geen doorgang vinden.
En toen kwam de worsteling. Met zijn
hart moest hij breken, al wat hij voelde
voor zijn vorst en zijn volk, voor zijn christen
volk, de liefde voor zijn lieve vrouw.
Maar kort vóór zijn sterven was die wor
steling ten einde, dacht hij niet meer aan
de wereld, noch aan de koloniën, maar had
hij alles, o^k zelfs ons christenvolk, zoo
zeide hij in 't dien oogenblik tot dr. Kuyper,
losgelaten en aan zijn God overgegeven
en was zijn eenige vraag of daarboven een
andere werkkring voor hem zou ontsloten
worden, of God hem genadig zou zijn.
Nooit was hij zoo groot als toen hij zoo
klein voor zijn God stond.
Dr. Kuyper schetste hem nu als den man,
dien hij 34 jaar gekend heeft, met nuchtere
zelfkennis, zich nooit overschattend, wetende
dat hij niet de vonk van het genie had,
maar gewoon goede gaven.
Werken, dat was zijn lust, en zijn eer
zich in de details in te werken.
Zijn hoofd was een schatkamer van weten
en zijn lust was Jezus' woord te volgen
»Ik ben in uw midden als een die dient."
Bij zijn volk heeft hij dat getoond en
ofschoon edelman en van edele afkomst,
begreep hij ten volle het woord des Heeren
Uk ben de Heer en gij zjjt allen broeders!"
In stad en dorp treurt men om den be-
minneljjken Van Asch van Wijck, die is
heengegaan.
Hij had de liefde gewonnen van harten
in breeden kring en van verre ruischt die
klank van liefde hem over deze groeve toe.
Wat was het mysterie van dit leven
Niets dan het geloof.
Van Asch van Wijck liep niet met zijne
vroomheid te koop, maar het geloof was
van zijn jeugd zijn tweede natuur; het
stille, eenvoudige en krachtige geloof is de
gids geweest in zijn leven en drong hem
wat hij beleed, te eeren, en wat hij voor
zijn volk wenschte te doen.
Hij streed voor het Evangelie met heili
ge overtuiging als het eenige middel om
het volk op te heffen en te verlossen van
de doodelijke omarming van het materia
lisme.
Vandaar zijn pogiDgen tot kerstening der
negerbevolking in Suriname en zjjn over
tuiging dat Java slechts te behouden is
door de kracht van het Evangelie.
Dat geloof heeft hem doen triompheeren.
Hij zag in den dood een vijand en hij
heeft dien overwonnen. Op hetzelfde pa
pier, dat zijn uiterste wil bevatte, schreef
hij een Bijbelwoord. Het staat in Jesaja
25 8 en 1 Cor. 15 54.
Ten slotte sprak Dr. Kuyper nog een
kort woord van diep meegevoel voor de
vrouw, die met hem heeft geleden, en hjj
hoopte dat God haar vergelden moge, wat
haar man voor het volk van Nederland,
voor zijn Christenvolk is geweest.
Een broeder van den overledene sprak
een dankwoord aan de vertegenwoordigers
der vorstelijke familie, aan minister Kuy
per en aan alle aanwezigen.
En nadat die vertegenwoordigers aan de
naaste familieleden de hand hadden gedrukt,
was de roerende plechtigheid geëindigd.
De Telegraaf schrjjft
De mannen van de Mauser zullen, nu de
wapenen zijn begraven, optreden als mannen
van de pen. Met de tong en met de pen
zullen zij in het vervolg hun vaderland
verdedigen, hebben zij gezegd. De eerste
pennevrucht van De Wet zal bestaan uit
een verzameling persoonlijke herinneringen
aan de rol, die deze generaal in den Trans-
vaalschen oorlog heeft gespeeld. Het tweede
boek, een officieel verslag van den oorlog,
is door De Wet, Botha en Delarey geschre
ven en bevat alle officieele documenten.
Het derde werk is geschreven door gene
raal Viljoen, in zijn krijgsgevangenschap
op St. Helena, en zal het eerst verschijnen
dit boek bestaat eveneens hoofdzakelijk uit
persoonlijke herinneringen.
Wij laten hier een stukje uit zijn voor
rede volgen om een voorproefje te geven
van den stijl en van de wijze, waarop het
werk is geredigeerd.
Tijdens de laatste periode van den oorlog,
op het oogenblik, toen wij van de wereld
afgesloten waren, lazen wij in de couranten
en andere geschriften, die door de Boeren
bij Engelsche soldaten waren gevonden,
zooveel fabelachtige en romantische verhalen
over ons zelf, dat soms twijfel bij ons rees
of de volken van Europa en van de geheele
wereld ons werkelijk als gewone mensehe-
ljjke wezens of wel als legendaire monsters
beschouwden.
In drie verschillende omstandigheden
heb ik bijzonderheden over mijn dood gele
zen, eens zelfs een lange, niet zeer vleiende
necrologie, waarin ik met Garibaldi, met
Jacques the Ripper en Aguinaldo werd
vergeleken.
Een ander maal vernam ik door de En-
gelscho bladen, dat ik gevangen genomen,
veroordeeld en terechtgesteld was in de
Kaapkolonie, als drager van het Roode
Kruis Volgens dezelfde bladen was ik te
De Aar voor een krijgsraad gebracht en ter
dood veroordeeld, welk vonnis behoorlijk
bekrachtigd en uitgevoerd was. En de
bladen gaven nauwkeurige bijzonderheden
over mijne terechtstelling. Vlak bij mijn
open graf vastgebonden, heb ik mijn straf
met grooten moed en groote koelbevoedig-
heid ondergaan. En de Engelsche geschied
schrijver zegt ten slotte van mij«Einde-
lijk heeft die struikroover, die dief, dat
guerilla-hoofd gekregen, wat hij verdiende".
Met verwondering en met een gevoel
van trots vernam ik nog uit de Engelsche
bladen, dat generaal Baden-Powell, toen ik
in het begin van de vijandelijkheden te
Mafeking gevangen zat, mij heel lief tegen
lady Sarah Wilson, correspondente van een
Engelsch blad, heeft uitgewisseld.
Om de waarheid te zeggen, vervolgt
generaal Viljoen geestig, is geen dier ver
halen geheel juist. Ik kan mijnen beminne-
lijken lezers verzekeren, dat ik nooit in
een gevecht gedood of te De Aar gefusil
leerd ben. Ik ben nooit van mijn leven te
Mafeking of in een andere gevangenis,
noch tijdens den oorlog in de Kaapkolonie
geweest. Ik heb mij nooit in het costuum
van het Roode Kruis gestoken en ben nooit
tegen lady Sarah Wilson uitgewisseld.
Reitz ware meening.
De Haagsche correspondent van de
«Frankfurter Zeitung" heeft een onderhoud
gehad met Reitz. Reitz zeide »Aan een
intiem diner in Kortrijk heb ik niet de
uitlatingen gedaan, die mij zijn toegeschre
ven. Ik zeide, dat ik nooit met Engeland
vrede sluiten zou, zoolang het onrecht
duurde. Ik heb niefe tegen Engeland. Ik
veroordeel slechts Chamberlain's politiek,
zijn leugens, en diegenen, die hem volgen.
Wanneer men ons ons land teruggeeft, zal
ik mij met Engeland verbroederen. Ik heb
de bewijzen van zoovele schandelijkheden
der Engelsche politiek en wijze van oorlog
voeren men kan nu overleggen wat beter
is, te zwijgen of de waarheid te zeggen.
De generaals en de deputatie hebben het
eerste gekozen, ik het laatstedaarom heb
ik mij van hen afgescheiden. Zij zijn
mijne vrienden gebleven, en ik de hunne
maar zij vragen mij nergens meer over
naar mijn raad. Ik sta thans geheel alleen
ik hoor zelfs niet meer aan mijn land toe,
omdat ik mij niet wil onder wei pen. Hoe
kan dan Chamberlain anderen voor mijn
handelen verantwoordelijk stellen?"
Reitz gaat over een dag of tien naar
New-York.
Toen de correspondent hem vroeg of de
generaals hun reisprogramma reeds hadden
opgemaakt, antwoordde Reitz
»Ik denk het wel, maar ik weet het
niet, daar zij mij hierover niets hebben
medegedeeld, en ik kan dus niet weten
waar zij heengaan. In ieder geval zullen
de generaals naar Duitschland gaan." Als
bewijs, hoe verkeerd men zijn uitlatingen
te Kortrijk, die niet voor publicatie bestemd
waren, begrepen heefc, vertelde Reitz
lachend, dat hem uit Duitschland door
iemand twee onderzeesche booten waren
aangeboden. »De man is zeker in zijn
geestvermogens gekrenkt," meende Reitz.
Goes. De heer A. F. Lasonder, genees-
en heelkundige dezer gemeente, zal Vrijdag
den 19 September a. s., des namiddags te
twee uren, in het Gasthuis zitting houden tot
het gratis vaccineeren en her-vaccineeren.
De zoogenaamde trouwboekjes moeten wor
den medegebracht.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Westkapelle, J. Laurensr 1
cand. te Utrecht te Jorwerd, M. J. F.
Schönfeld te Pietersbierum te Warffum,
N. Lofvers te Markelote Geesteren,
J. Barbas, cand. te Haarlem te Peperga,
J. H. Buisman te 's Heerenbergte
Britsum, G. Th. Gerritsen te Noordbroek.
Aangenomen naar Assen door dr. G.
Visser te Ttel; naar Beetgum door P.
Groot te Midwoud naar Assendelft door
C. Kunst te Ouwerkerknaar Niekerk
door G. A. Swart, cand. te Groningen
naar Zoelen door E. v. d. Broek te Wer-
verhoef.
Bedankt voor Heinkenszand (toez.) door J.
de Vries te Grijpskerkevoor Scherpen-
zeel door P. Groot te Midwoud; voor
Witlewierum door G. Swart, cand. te Gro
ningen voor Hoogeveen door A. Jellema
te Oppenhuizenvoor Zuiderwoude
door J. W. Prins, cand.voor Zoeter-
woude door Ph. S. Niemeijer te Vuursche.
Geref. Kerken.
Beroepen te Poortvliet, H. J. Binnema
te Tilburg.
Aangenomen naar Ridderkerk door T.
J. Hagen, cand. te Reeuwijknaar Oud-
Loosdrecht door H. de Bruijn, cand.
Bedankt voor Wilnis, Oldebroek en
Bedum B, door T. J. Hagen, candvoor
Silvolde, c. a. door K. Veen, cand. te Zaan
dam voor Kielwindeweer en voor
Oldeboorn door H. de Bruin, cand. te
Oudvosmeervoor Harmeien door J. G.
Kunst te Schipluiden voor Gaiijp door
A. J. Mulder te Koeken ge;.'.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen te Delft, L. H. Boekamp, cand.
te Steenwjjk, T. A. Bakker te Bun
schoten.
Oud Geref. Kerk.
Bedankt voor Sint Philipsland door L.
Boone te Terneuzen.
Benoemd tot leeraar in de aardrijkskunde
aan de hoogere burgerschool te Zierikzee
de heer J. Pot, doctorandus in de Neder-
landsche letteren te Giessendam.
's Heer-Hendrikskinderen. Op de
voordracht ter benoeming van eene onder
wijzeres in de nuttige handwerken aan de
openbare lagere school alhier, komen voor
de damesJ. A. Oranje te Goes, P. de
Jongo- de Keizer alhier en L. D. van
Melle- Ossewaarde te Wilhelminadorp.
Deze zomer is in vele opzichten voor den
landbouwer ongunstig geweest. Het grootste
gedeelte van den tijd, die anders warm en
droog is, heeft het in vele streken overvloe
dig geregend en is de temperatuur beneden
een gemiddelde zomerwarmte geweest. Zelfs
nu nog, na eenige weken van betrekkei jjke
warmte en droogte, is op vele plaatsen de
bodem vochtig en koud.
Welken invloed heeft dit ongunstige we
der op den bodem gehad?
Zooals vrij wel algemeen bekend is, wordt
in den grond de stikstof in haar verschil
lende vormen onder gunstige omstandig
heden voor en na omgezat in salpeterzuur.
Deze omzetting, eigenlijk een gistingspro
ces, afhankelijk van lagere organismen,
geschiedt slechts bjj een bepaalde tempera
tuur. Beneden 5° en boven 55° C. heeft
zjj niet plaats. De meeste salpeter wordt
gevormd bij een warmtegraad tusschen 30°
en 40°. Het is dus duidelijk, dat in een
warmen zomer de salpetervorming veel
overvloediger zal plaats hebben, dan in een
kouden natten zomer. We kunnen met
eenige zekerheid aannemen, dat het afge-
loopen jaargetijde voor de salpetervorming
al zeer ongunstig is geweest. Doch, er is
meer. De vele en aanhoudende regens, die
dit jaar in vele streken van ons land den
bodem gedrenkt hebben, zullen aan het
salpeterzuur, dat gevormd mocht zjjn, zeker
geen goed gedaan hebben. Het salpeter
zuur verbindt zich in den bodem met andere
stoffen, tot zoogenaamde salpeterzure zou
ten, die alle in water eplosbaar zjjn. Onder
gewone omstandigheden worden deze door
de planten grootendeels opgenomen. Doch
bij langdurige en overvloedige regens is
daarvoor geen tijd en spoelen zjj naar den
ondergrond.
Uit het voorgaande volgt, dat wij met
vrij groot zekerheid kunnen beweren, dat
de hoeveelheid salpeter dit jaar in veel
mindere hoeveelheid iD den bodem zal aan
wezig zijn, dan andere jaren. Daarmede
moet de landbouwer, die nog voor den
winter zijn zand aan den grond gaat toe
vertrouwen, zeker rekening houden. Indien
hij wenscht, wat hij zeker zal doen, dat
zijn velden met krachtige en goed opge
schoten planten bedekt zullen zjjn, voor de
winter den groei doet ophouden, dan moet
hij vooral dit jaar een ruimere stikstofbe
mesting houden dan andere jaren. Met
het oog op den korten tijd is daarvoor het
chilisalpeter de aangewezen meststof. Onze
conclusie is dus, dat de landbouwers in het
najaar van 1902 meer chilisalpeter moeten
gebruiken, dan zij andere jaren gewoon zjjn
te doen.
Goes. Maandag bevond zich een per
soon met een rjjwiel in de Jacob Valeke-
straat alhier en passeerde een onbekend
heer, gekleed in een donker costuum met
gleufhoed, die aan hem vroeg of hij op
dit rjjwiel mocht rjjden naar 't «café Tol".
Dit werd door den eigenaar toegestaan.
Aan den «Tol" komende kwam hjj tot de
min aangename ontdekking dat daar nie
mand met een rijwiel was geweest. Het
rjjwiel was groen geschilderd, merk «Bur
ger", met 2 verschillende trappers, evenzoo
banden en rood dameszadel, waarde f 50.
Qoes. Door de politie alhier werd
hedenmorgen bjj de verschillende winke
liers rondgegaan om hun te herinneren
aan art. 3 der wet van 28 Mei 1901 BI.
no. 133, waarvan art. 3 luidt
Het is verboden phosphorlucifers in
grootere hoeveelheid, dan van 100 grammen
te geljjk te vervoeren of in te voeren als
mede phosphorlucifers ten verkoop voor
handen te hebben. De doorvoer van phos
phorlucifers is geoorloofd. De nering
doenden die aan dit wetsartikel nog niet
hadden voldaan, zjjn ditmaal gewaarschuwd.
Goes. De voordracht ter benoeming van
eene onderwijzeres aan de Meisjesschool,
bestaat uit de damesA. C. F. de Jonge
te Groningen, M. S. van den Bosch te
Goes, en A. G. Beckeringh van Loenen te
Beilen.
Goes. Maandavond kwam de heer Stieger
alhier, op den Stationsweg, stapte van het
trottoir en brak een beenhij werd naar
zijn huis gereden en onder behandeling
van een geneesheer gesteld.
Heinkenszand. Zondag is een kalfvaars
van den landbouwer J. L. ten gevolge van
het eten der jonge klavers gebarsten. Het
vleesch werd door den Rijksveearts onbruik
baar verklaard.
De surnumerair bij de posterijen C.
J. W. Fagginger Auer te Middelburg, wordt
met ingang van 1 October a. s. geplaatst
aan het postkantoor te Maassluis.
Te Vlissingen is gisterennacht de
Hollandsche zeeloods J. Beneker verdronken,
toen hjj van het Hollandsche stoomschip
„Zaanstroom" in een sloep wilde gaan, doch
misstapte. Door den stroom is hjj onmid-
delljjk in de diepte verdwenen. Zjjn ljjk
is gisterenavond aan de buitenhaven ge
vonden en per brancard naar de woning
vervoerd.
Hedenmorgen is een jongen op de werf
«de Schelde" met de linkerhand in eene
machine geraakt, waardoor de hand zwaar
beleedigd werd en hjj een vinger moest
missen.
Krabbendijkc. Maandag 1.1. vergaderde
de werklieden vereeniging onder voorzitter
schap van dhr. A. Sonke, in een der lo-