I NA DEN VREDE. Bekendmaking. Kerknieuws. Schoolnieuws. LAINDBOUW, Het gebruik van Chilisalpeter in bet najaar van 1902. Gemengde Berichten. van antwoord de heeren Schaepman, Kolk man, Nolens, V. d. Kun (allen kath.) en Heemskerk (a). Een combinatie zooals nog wel nooit zal zjjn voorgekomen. Wij berinneren ons wel dat de linker zijde vaak alleen het woord bad in be doeld adres. In de eerste kamer aanvaardde de voor zitter de heer Schimmelpenninck v. d. Oye (de bekende voorzitter van de Unie. Een School met den Bijbel) zijn taak met een rede waarin hij de uitgevallen leden herdacht en wijlen den minister van oorlog huldigde. Omtrent dezen laatste zeide hij Ik geloof aller tolk te zijn, door in aan sluiting aan hetgeen op den dag van het overigden in de Tweede Kamer is gesproken door den minister van binnenlandsche zaken en den voorzitter, uiting te geven aan de oprechte en levendige deelneming, ook door ons gevoeld in het ovorlijden van den minister van koloniën. In de eerste plaats, deelend in de smart van de zwaar beproefde weduwe, dienen wij ons ook rekenschap te geven dat door dit heengaan de regeering en het land een groot verlies hebben ge leden. Begaafd met onbegrensden ijveren onverdeeldo toewijding aan eiken arbeid door hem vervuld met groote werkkracht en nog op een leeftijd dat hij die volle werkkracht kon toonen, had de overledene aan moederland en koloniën nog groote diensten kunnen bewijzen. Zijne besliste persoonlijke overtuiging en opvattingen beletten hem niet een geopend oor te leenen ook aan hen, die met hem van meening verschilden. Ook in de Eerste Kamer, waar hij gedurende zes jaar zitting had, zal zijne nagedachtenis in eere blijven als die van een verdienstelijk staatsman en trouw raadsman onzer geëerbiedigde Ko ningin. Morgen herstemming tusschen Troelstra en Bijleveld. De oud-liberalen bij monde van de eens zoo machtige kiesvereeniging „Grond wet" besloten let op de cijfers met vier tegen vier stemmen om zich van aan beveling te onthouden. De vrijzinnig democraten, door Troolstra zoo erbarmelijk gegeeseld, betaalden hem den tol hunner hulde door een zoo warm mogelijke steunbieding bij de herstemming. Hun bladen, onder anderen de Middel- burgsche Courant, en zelfs het blad der Unie-liberalen Het Vaderland, hadden al da deljjk Troelstra aanbevolen. En zoo is er derhalve alle kans dat deze man van den klassenstrijd in zijn ellendigste afmetingen morgen met stellig wel twee duizend stemmen meer naar de Kamer gaat. Een bedenkelijk en te denken gevend verschijnsel, dat de liberalen tot ernstig zelfonderzoek en de antirevolutionairen tot meerdere actie voor de beginselenvor- breiding behoort te prikkelen. De kiesvereeniging Nederland en Oranje1 te Middelburg die Donderdag vergadert heeft als eerste punt op de Agenda Be spreking van de a. s. Gemeenteraadsver kiezing. Door het overlijden van dr. A. van der Swalme is een vacature ontstaan in het tweede kiesdistrict. Bekend is 't dat het tweede district voor een antirevolutionair geen kans op succes aanbiedt. Ter wille van het succes behoeft men allerminst voor deze vacature een candi- daat te stellen of een candidatuur te aan vaarden. Maar er is edeler motief. Als kiesvereeniging en candidaat de vraagWat 9te\t lïeV op zijde kunnen zetten ook dat is een gave die niet ieders is en de een wil werken en de ander zich leenen, louter en alleen voor het ideaal. Als Nederland en Oranjemet het voor beeld van de-socialisten voor oogen, met dezelfde toewjjding, maar met minder ge- druisch, het vaandel wil vertoon en, het vaandel met onbesmette kleuren, waarop zoowel anti-socialistisch als anti-revolutio nair te lezen staat. Welnu, dan zal ook, al volgen maar "25 kiezers, welbewust en met overtuiging, ook in dit geval het plan ten van het vaandel in partibus infidelio gelijk zijn aan de tarwekorrel stervende in de aarde maar om honderdvou dige vrucht voort te brengen. Reculer pour mieux sauter. 't Is een plaatsje waard te melden dat in de eerste acht maanden van dit jaar JanuariAugustus 1902 door het rijk meer is ontvangen dan in gelijk tijdvak van het vorig jaar, drie en een half mil- lioen gulden, zegge f3.500.000. Nieuwe belastingen zijn niet ingevoerd, wijzigingen hadden in ons belastingstelsel niet plaats, zoodat deze meerdere ontvangst beteekent: meerdere algemeene welvaart. Jammer dat terzelfder tijd dat dit verblij dend bericht door de Staatscouiant ter onzer kennis wordt gebracht uit particu liere bron voor ons Zeeuwen het treurig bericht komt dat de werf De Schelde weder inkrimpen moet. Gebrek aan werk deed deze grootsche inrichting dit voorjaar reeds minderen. Nu wordt de werktijd weder met vijf uren per week verminderd, en als er geen voorraad van werk komt zal het daarbij niet blijven. De vooruitzichten voor de talrijke werk lieden van De Schelde zijn voor den aan staanden winter niet gunstig. In de bladen heeft het bericht gecirculeerd dat H. M. de KoniDgin Moeder op Zondag 31 Augustus heeft gevlagd. Zulks natuurlijk met passeering van het bekende verzoek namens H. M. de Koningin. Ook werd in dit verband de heer de Rijcke en de antirevolutionaire partij die 't met zijn bekend protest in de laatste Middelburgscke Raadsvergadering eens was, in den spotboek geplaatst. Ons is uit welingelichte zijde gebleken dat hier niets anders is geschied, dan dat, de traditie getrouw, tijdens de Koningin- Moeder op Soestdijk vertoefde, de conscierge van haar paleis te Den Haag, de vlag heeft uitgehangen, en des middags weer heeft in gehaald. Een goed bedoeld abuis van een cons cierge, waarschijnlijk minder op de hoogte van zijn tijd, schijnt door den een of anderen berichtgever, en vervolgens door gansch de anti-ministriëele pers tot een wie weet wat te zijn opgeblazen om ook enkele goede zielen van onze richting te verschalken. Laat men toch niet te haastig geloof slaan of overgroote waarde hechten aan dergelijke berichten in ons vijandige bladen. Slechts met een enkel woord konden wij Maandag melding maken van de uitvaart van den minister van koloniën. Thans doen wij het eenigszins uitvoerig. Gelijk zijn geheele leven door eenvoud gekenmerkt was, zoo was ook zijn begrafenis. De gewoonte brengt meé, dat aan een in functie zijnd Minister bij overlijden een officiëele uitvaart ten deel valt met de militaire honneurs van het geheele garnizoen der residentie. Dit eerbetoon bleef achterwege. De ont slapene had kort voor zijn heengaan dit alzoo bepaaldop de eenvoudigste wijze moest zijn begrafenis plaats hebben. Slechts één krans was dan ook aan het lijkkleed gehecht, die van de familie. Het was een droeve tocht, die tocht naar den doodenakker. Aan weerszijden van den rouwwagen gingen de Kamerbewaarders en leden van het Departement van Koloniën, en achter die koets volgden de drie galarijtuigen der Koninklijke familie. De stoet bereikte tegen half «en de rustplaats der dooden, waar vele mannen en vrouwen uit allerlei rang en stand het stoffelijk overschot van Jhr. Mr. T. A. J. van Ascn van Wijck opwachtten. Op en om de begraafplaats wemelde het van menschen van den hoogsten tot den laagsten stand, uit allerlei kringen, hetzij een dichte groep vormende bij de geopende groeve, hetzij in de lanen of paden wach tende. Groot was vooral het getal staatslieden en hooge ambtenaren, even onderscheiden in politieke gezindheid als in functie. Natuurlijk ontbraken de leden van het Kabinet niet, terwijl voorts deputatiën van onderscheidene vereenigingen en tal van onze geestverwanten waren opgekomen tot het bewijzen der laatste eer aan den be treurden broeder, die nu voor goed is heengegaan. Die groote groep van belangstellenden op den dooden-akker overziende, kon men zich een denkbeeld maken van de groote sympathie, die de overledene zich in zoovele harten had verworven en van de diepge voelde deelneming, die zijn dood in alle kringen der maatschappij heeft gewekt. En die gevoelens zouden zeker aan de laatste rustplaats zijn vertolkt, ware het niet, dat de overledene dit door zijn laatste weibeschikking had voorkomen, door te be palen, dat slechts een zijner vrienden aan zijne groeve een woord mocht spreken. Die eene was Dr. A. KurrER. Deze trad dan ook naar voren, om, niet uit naam der Regeering en niet als Minister, maar als oudste vriend van den ontslapene een kort woord te spreken. Dit woord was niet een woord van lof voor den mensch, die was heengegaan, maar om God eere te geveD. Het is ook niet noodig, zoo ving Dr. Kuyper aan, zijne verdiensten te huldigen. Jn Nederland zijn wij nog zoo gelukkig, dat ten minste aan het graf de vlam van het partij vuur gedoofd wordt en de harten van voor- en tegenstanders zich vereenigen in een gemeenschappelijk gevoel. Gelukkig het land, waar het menschelijk hart althans aan het geopend graf zijn rechten herneemt. Met machtigen ijver, toewijding en wils kracht heeft de overledene de onmetelijke taak vervuld om alles in zich optenemen wat Oost en West betrof. Men heeft het na zijn eerste begrooting erkend, dat nooit iemand, die niet in Indië geweest was, met zoo volledige kennis zijn begrooting verdedigd heeft als hij. Doch reeds kort daarna verried zich voor hem de worm, die aan den wortel zijns levens knaagde. Hij geloofde het eerst niet. Hij werkte steeds voort. Zelfs toen zijn bloedgehalte met 40 pCt. verminderd was, lag hij omringd van ambtenaren op zijn ziekbed. Toen volgde de operatie, die hij moedig doorstond. Na zijn herstel, welk geluk voor hem 1 In zijn oog blonk de vreugde dat hij weer aan den arbeid kon gaan. Hij scheen als overwinnaar weer te keeren, maar toen daarna de kwaal zich weer vertoonde, sloop de vrees in het hart. Daags vóór de tweede operatie sprak hij nog van hope, maar hij geloofde er zelf niet meer aan. De operatie mislukte, de voeding kon geen doorgang vinden. En toen kwam de worsteling. Met zijn hart moest hij breken, al wat hij voelde voor zijn vorst en zijn volk, voor zijn christen volk, de liefde voor zijn lieve vrouw. Maar kort vóór zijn sterven was die wor steling ten einde, dacht hij niet meer aan de wereld, noch aan de koloniën, maar had hij alles, o^k zelfs ons christenvolk, zoo zeide hij in 't dien oogenblik tot dr. Kuyper, losgelaten en aan zijn God overgegeven en was zijn eenige vraag of daarboven een andere werkkring voor hem zou ontsloten worden, of God hem genadig zou zijn. Nooit was hij zoo groot als toen hij zoo klein voor zijn God stond. Dr. Kuyper schetste hem nu als den man, dien hij 34 jaar gekend heeft, met nuchtere zelfkennis, zich nooit overschattend, wetende dat hij niet de vonk van het genie had, maar gewoon goede gaven. Werken, dat was zijn lust, en zijn eer zich in de details in te werken. Zijn hoofd was een schatkamer van weten en zijn lust was Jezus' woord te volgen »Ik ben in uw midden als een die dient." Bij zijn volk heeft hij dat getoond en ofschoon edelman en van edele afkomst, begreep hij ten volle het woord des Heeren Uk ben de Heer en gij zjjt allen broeders!" In stad en dorp treurt men om den be- minneljjken Van Asch van Wijck, die is heengegaan. Hij had de liefde gewonnen van harten in breeden kring en van verre ruischt die klank van liefde hem over deze groeve toe. Wat was het mysterie van dit leven Niets dan het geloof. Van Asch van Wijck liep niet met zijne vroomheid te koop, maar het geloof was van zijn jeugd zijn tweede natuur; het stille, eenvoudige en krachtige geloof is de gids geweest in zijn leven en drong hem wat hij beleed, te eeren, en wat hij voor zijn volk wenschte te doen. Hij streed voor het Evangelie met heili ge overtuiging als het eenige middel om het volk op te heffen en te verlossen van de doodelijke omarming van het materia lisme. Vandaar zijn pogiDgen tot kerstening der negerbevolking in Suriname en zjjn over tuiging dat Java slechts te behouden is door de kracht van het Evangelie. Dat geloof heeft hem doen triompheeren. Hij zag in den dood een vijand en hij heeft dien overwonnen. Op hetzelfde pa pier, dat zijn uiterste wil bevatte, schreef hij een Bijbelwoord. Het staat in Jesaja 25 8 en 1 Cor. 15 54. Ten slotte sprak Dr. Kuyper nog een kort woord van diep meegevoel voor de vrouw, die met hem heeft geleden, en hjj hoopte dat God haar vergelden moge, wat haar man voor het volk van Nederland, voor zijn Christenvolk is geweest. Een broeder van den overledene sprak een dankwoord aan de vertegenwoordigers der vorstelijke familie, aan minister Kuy per en aan alle aanwezigen. En nadat die vertegenwoordigers aan de naaste familieleden de hand hadden gedrukt, was de roerende plechtigheid geëindigd. De Telegraaf schrjjft De mannen van de Mauser zullen, nu de wapenen zijn begraven, optreden als mannen van de pen. Met de tong en met de pen zullen zij in het vervolg hun vaderland verdedigen, hebben zij gezegd. De eerste pennevrucht van De Wet zal bestaan uit een verzameling persoonlijke herinneringen aan de rol, die deze generaal in den Trans- vaalschen oorlog heeft gespeeld. Het tweede boek, een officieel verslag van den oorlog, is door De Wet, Botha en Delarey geschre ven en bevat alle officieele documenten. Het derde werk is geschreven door gene raal Viljoen, in zijn krijgsgevangenschap op St. Helena, en zal het eerst verschijnen dit boek bestaat eveneens hoofdzakelijk uit persoonlijke herinneringen. Wij laten hier een stukje uit zijn voor rede volgen om een voorproefje te geven van den stijl en van de wijze, waarop het werk is geredigeerd. Tijdens de laatste periode van den oorlog, op het oogenblik, toen wij van de wereld afgesloten waren, lazen wij in de couranten en andere geschriften, die door de Boeren bij Engelsche soldaten waren gevonden, zooveel fabelachtige en romantische verhalen over ons zelf, dat soms twijfel bij ons rees of de volken van Europa en van de geheele wereld ons werkelijk als gewone mensehe- ljjke wezens of wel als legendaire monsters beschouwden. In drie verschillende omstandigheden heb ik bijzonderheden over mijn dood gele zen, eens zelfs een lange, niet zeer vleiende necrologie, waarin ik met Garibaldi, met Jacques the Ripper en Aguinaldo werd vergeleken. Een ander maal vernam ik door de En- gelscho bladen, dat ik gevangen genomen, veroordeeld en terechtgesteld was in de Kaapkolonie, als drager van het Roode Kruis Volgens dezelfde bladen was ik te De Aar voor een krijgsraad gebracht en ter dood veroordeeld, welk vonnis behoorlijk bekrachtigd en uitgevoerd was. En de bladen gaven nauwkeurige bijzonderheden over mijne terechtstelling. Vlak bij mijn open graf vastgebonden, heb ik mijn straf met grooten moed en groote koelbevoedig- heid ondergaan. En de Engelsche geschied schrijver zegt ten slotte van mij«Einde- lijk heeft die struikroover, die dief, dat guerilla-hoofd gekregen, wat hij verdiende". Met verwondering en met een gevoel van trots vernam ik nog uit de Engelsche bladen, dat generaal Baden-Powell, toen ik in het begin van de vijandelijkheden te Mafeking gevangen zat, mij heel lief tegen lady Sarah Wilson, correspondente van een Engelsch blad, heeft uitgewisseld. Om de waarheid te zeggen, vervolgt generaal Viljoen geestig, is geen dier ver halen geheel juist. Ik kan mijnen beminne- lijken lezers verzekeren, dat ik nooit in een gevecht gedood of te De Aar gefusil leerd ben. Ik ben nooit van mijn leven te Mafeking of in een andere gevangenis, noch tijdens den oorlog in de Kaapkolonie geweest. Ik heb mij nooit in het costuum van het Roode Kruis gestoken en ben nooit tegen lady Sarah Wilson uitgewisseld. Reitz ware meening. De Haagsche correspondent van de «Frankfurter Zeitung" heeft een onderhoud gehad met Reitz. Reitz zeide »Aan een intiem diner in Kortrijk heb ik niet de uitlatingen gedaan, die mij zijn toegeschre ven. Ik zeide, dat ik nooit met Engeland vrede sluiten zou, zoolang het onrecht duurde. Ik heb niefe tegen Engeland. Ik veroordeel slechts Chamberlain's politiek, zijn leugens, en diegenen, die hem volgen. Wanneer men ons ons land teruggeeft, zal ik mij met Engeland verbroederen. Ik heb de bewijzen van zoovele schandelijkheden der Engelsche politiek en wijze van oorlog voeren men kan nu overleggen wat beter is, te zwijgen of de waarheid te zeggen. De generaals en de deputatie hebben het eerste gekozen, ik het laatstedaarom heb ik mij van hen afgescheiden. Zij zijn mijne vrienden gebleven, en ik de hunne maar zij vragen mij nergens meer over naar mijn raad. Ik sta thans geheel alleen ik hoor zelfs niet meer aan mijn land toe, omdat ik mij niet wil onder wei pen. Hoe kan dan Chamberlain anderen voor mijn handelen verantwoordelijk stellen?" Reitz gaat over een dag of tien naar New-York. Toen de correspondent hem vroeg of de generaals hun reisprogramma reeds hadden opgemaakt, antwoordde Reitz »Ik denk het wel, maar ik weet het niet, daar zij mij hierover niets hebben medegedeeld, en ik kan dus niet weten waar zij heengaan. In ieder geval zullen de generaals naar Duitschland gaan." Als bewijs, hoe verkeerd men zijn uitlatingen te Kortrijk, die niet voor publicatie bestemd waren, begrepen heefc, vertelde Reitz lachend, dat hem uit Duitschland door iemand twee onderzeesche booten waren aangeboden. »De man is zeker in zijn geestvermogens gekrenkt," meende Reitz. Goes. De heer A. F. Lasonder, genees- en heelkundige dezer gemeente, zal Vrijdag den 19 September a. s., des namiddags te twee uren, in het Gasthuis zitting houden tot het gratis vaccineeren en her-vaccineeren. De zoogenaamde trouwboekjes moeten wor den medegebracht. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Westkapelle, J. Laurensr 1 cand. te Utrecht te Jorwerd, M. J. F. Schönfeld te Pietersbierum te Warffum, N. Lofvers te Markelote Geesteren, J. Barbas, cand. te Haarlem te Peperga, J. H. Buisman te 's Heerenbergte Britsum, G. Th. Gerritsen te Noordbroek. Aangenomen naar Assen door dr. G. Visser te Ttel; naar Beetgum door P. Groot te Midwoud naar Assendelft door C. Kunst te Ouwerkerknaar Niekerk door G. A. Swart, cand. te Groningen naar Zoelen door E. v. d. Broek te Wer- verhoef. Bedankt voor Heinkenszand (toez.) door J. de Vries te Grijpskerkevoor Scherpen- zeel door P. Groot te Midwoud; voor Witlewierum door G. Swart, cand. te Gro ningen voor Hoogeveen door A. Jellema te Oppenhuizenvoor Zuiderwoude door J. W. Prins, cand.voor Zoeter- woude door Ph. S. Niemeijer te Vuursche. Geref. Kerken. Beroepen te Poortvliet, H. J. Binnema te Tilburg. Aangenomen naar Ridderkerk door T. J. Hagen, cand. te Reeuwijknaar Oud- Loosdrecht door H. de Bruijn, cand. Bedankt voor Wilnis, Oldebroek en Bedum B, door T. J. Hagen, candvoor Silvolde, c. a. door K. Veen, cand. te Zaan dam voor Kielwindeweer en voor Oldeboorn door H. de Bruin, cand. te Oudvosmeervoor Harmeien door J. G. Kunst te Schipluiden voor Gaiijp door A. J. Mulder te Koeken ge;.'. Chr. Ger. Kerk. Beroepen te Delft, L. H. Boekamp, cand. te Steenwjjk, T. A. Bakker te Bun schoten. Oud Geref. Kerk. Bedankt voor Sint Philipsland door L. Boone te Terneuzen. Benoemd tot leeraar in de aardrijkskunde aan de hoogere burgerschool te Zierikzee de heer J. Pot, doctorandus in de Neder- landsche letteren te Giessendam. 's Heer-Hendrikskinderen. Op de voordracht ter benoeming van eene onder wijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school alhier, komen voor de damesJ. A. Oranje te Goes, P. de Jongo- de Keizer alhier en L. D. van Melle- Ossewaarde te Wilhelminadorp. Deze zomer is in vele opzichten voor den landbouwer ongunstig geweest. Het grootste gedeelte van den tijd, die anders warm en droog is, heeft het in vele streken overvloe dig geregend en is de temperatuur beneden een gemiddelde zomerwarmte geweest. Zelfs nu nog, na eenige weken van betrekkei jjke warmte en droogte, is op vele plaatsen de bodem vochtig en koud. Welken invloed heeft dit ongunstige we der op den bodem gehad? Zooals vrij wel algemeen bekend is, wordt in den grond de stikstof in haar verschil lende vormen onder gunstige omstandig heden voor en na omgezat in salpeterzuur. Deze omzetting, eigenlijk een gistingspro ces, afhankelijk van lagere organismen, geschiedt slechts bjj een bepaalde tempera tuur. Beneden 5° en boven 55° C. heeft zjj niet plaats. De meeste salpeter wordt gevormd bij een warmtegraad tusschen 30° en 40°. Het is dus duidelijk, dat in een warmen zomer de salpetervorming veel overvloediger zal plaats hebben, dan in een kouden natten zomer. We kunnen met eenige zekerheid aannemen, dat het afge- loopen jaargetijde voor de salpetervorming al zeer ongunstig is geweest. Doch, er is meer. De vele en aanhoudende regens, die dit jaar in vele streken van ons land den bodem gedrenkt hebben, zullen aan het salpeterzuur, dat gevormd mocht zjjn, zeker geen goed gedaan hebben. Het salpeter zuur verbindt zich in den bodem met andere stoffen, tot zoogenaamde salpeterzure zou ten, die alle in water eplosbaar zjjn. Onder gewone omstandigheden worden deze door de planten grootendeels opgenomen. Doch bij langdurige en overvloedige regens is daarvoor geen tijd en spoelen zjj naar den ondergrond. Uit het voorgaande volgt, dat wij met vrij groot zekerheid kunnen beweren, dat de hoeveelheid salpeter dit jaar in veel mindere hoeveelheid iD den bodem zal aan wezig zijn, dan andere jaren. Daarmede moet de landbouwer, die nog voor den winter zijn zand aan den grond gaat toe vertrouwen, zeker rekening houden. Indien hij wenscht, wat hij zeker zal doen, dat zijn velden met krachtige en goed opge schoten planten bedekt zullen zjjn, voor de winter den groei doet ophouden, dan moet hij vooral dit jaar een ruimere stikstofbe mesting houden dan andere jaren. Met het oog op den korten tijd is daarvoor het chilisalpeter de aangewezen meststof. Onze conclusie is dus, dat de landbouwers in het najaar van 1902 meer chilisalpeter moeten gebruiken, dan zij andere jaren gewoon zjjn te doen. Goes. Maandag bevond zich een per soon met een rjjwiel in de Jacob Valeke- straat alhier en passeerde een onbekend heer, gekleed in een donker costuum met gleufhoed, die aan hem vroeg of hij op dit rjjwiel mocht rjjden naar 't «café Tol". Dit werd door den eigenaar toegestaan. Aan den «Tol" komende kwam hjj tot de min aangename ontdekking dat daar nie mand met een rijwiel was geweest. Het rjjwiel was groen geschilderd, merk «Bur ger", met 2 verschillende trappers, evenzoo banden en rood dameszadel, waarde f 50. Qoes. Door de politie alhier werd hedenmorgen bjj de verschillende winke liers rondgegaan om hun te herinneren aan art. 3 der wet van 28 Mei 1901 BI. no. 133, waarvan art. 3 luidt Het is verboden phosphorlucifers in grootere hoeveelheid, dan van 100 grammen te geljjk te vervoeren of in te voeren als mede phosphorlucifers ten verkoop voor handen te hebben. De doorvoer van phos phorlucifers is geoorloofd. De nering doenden die aan dit wetsartikel nog niet hadden voldaan, zjjn ditmaal gewaarschuwd. Goes. De voordracht ter benoeming van eene onderwijzeres aan de Meisjesschool, bestaat uit de damesA. C. F. de Jonge te Groningen, M. S. van den Bosch te Goes, en A. G. Beckeringh van Loenen te Beilen. Goes. Maandavond kwam de heer Stieger alhier, op den Stationsweg, stapte van het trottoir en brak een beenhij werd naar zijn huis gereden en onder behandeling van een geneesheer gesteld. Heinkenszand. Zondag is een kalfvaars van den landbouwer J. L. ten gevolge van het eten der jonge klavers gebarsten. Het vleesch werd door den Rijksveearts onbruik baar verklaard. De surnumerair bij de posterijen C. J. W. Fagginger Auer te Middelburg, wordt met ingang van 1 October a. s. geplaatst aan het postkantoor te Maassluis. Te Vlissingen is gisterennacht de Hollandsche zeeloods J. Beneker verdronken, toen hjj van het Hollandsche stoomschip „Zaanstroom" in een sloep wilde gaan, doch misstapte. Door den stroom is hjj onmid- delljjk in de diepte verdwenen. Zjjn ljjk is gisterenavond aan de buitenhaven ge vonden en per brancard naar de woning vervoerd. Hedenmorgen is een jongen op de werf «de Schelde" met de linkerhand in eene machine geraakt, waardoor de hand zwaar beleedigd werd en hjj een vinger moest missen. Krabbendijkc. Maandag 1.1. vergaderde de werklieden vereeniging onder voorzitter schap van dhr. A. Sonke, in een der lo-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2