Bekendmaking.
Kerknieuws,
Schoolnieuws.
LANDBOUW.
Echte Peru-Guano.
Gemengde Berichten.
Daily Express telegrafeert, dat het arntal
daar aankomende landverhuizers met den dag
grooter wordt, hoewel het geheel onmogelijk
is om werk voor ze te vinden. Het eenige
wat de nieuw aankomenden vinden, zijn
brieven van vrienden en bekenden uit de
mijnen te Johannesburg, waarin dezen hen
aanraden, geen moeilijke reis daarheen te
ondernemen, omdat de sociale en indus-
trieele toestanden aldaar alles te wenschen
overlaten. Het arbeidsbureau van de regee
ring te Kaapstad maakt bekend dat geheele
scharen metselaars, timmer- en handwerks
lieden zonder werk rondloopen. De bedelarij
neemt onrustbarende afmetingen aan, en
in de parken overnachten talrijke dakloozen.
Inbraken en 'geweldplegingen zijn aan de
orde van den dag. Men beweert dat deze
misdaden door de pers doodgezwegen wor
den. Zoo zijn er alleen in Augustus meer
dan veertig gevallen van aanranding en
roof niet bekend gemaakt, alleen omdat,
naar men zegt, soldaten de misdadigers
waren.
Engelsche gruwelen.
De heer H. J. Poutsma te Hilversum
geeft in het Handelsblad nog eenige staaltjes
van Engelsche gruwelen.
In het district Vrede, O. V. S., had een
Hollander, bij name Kohier een uitge
strekte en prachtige farm. Hij was een vroe
gere leerling van een onzer landbouwscholen
en had, in Afrika gekomen, aanvankelijk
hard moeten werken. Doch met groote
kennis, theoretisch zoowel als practisch, en
gesteund door zijne zoons, gelukte het hem
bedoelde plaats te koopen, die hij «Woud-
zicht" doopte. Een zeer modern Europeesch
huis verrees hier met tal van bijgebouwen.
Men werkte met de nieuwste machines
en landbouwwerktuigen, zoodat Köhler's
plaats altijd als een modelfarm gold. De
heer Kühler importeerde ook steeds het
meest kostbare vee van uit Amerika en
Europa. Zoo had hij bijv. een Spaanschen
donkey-hengst, die 275 pond sterling ge
kost had. De oogst was reeds lang ver
nield, eenige duizenden zakken milies en
koren waren verbrand, ossen, koeien en
schapen weggevoerd of doodgeschoten, doch
deze mooie ezel was er nog altijd. Onmoge
lijk was het, dit dier voor iets anders te
gebruiken dan voor aanteling.
Col. Remington komt hier op de plaats
in het begin van November 1901 en ver
brandt het huis met bijgebouwen, vernielt
alle landbouw- en dorschmachines en ge
reedschappen, en laat den Spaanschen ezel,
die rustig graasde en niemand in den
oorlog tot nut of last kon zijn, doodschieten.
Toen de oude Kohier, die tengevolge van
hoogen leeftijd nimmer commandodienst
deed, met zijn zoon op de plaats terug
keerde, vond hij alles verwoest, boomen
omgehakt, den tuin vernield, er was niets
meer.
De zoon Mary had een voliöre met eenige
prachtige soorten duiven. Toen hij hierua
ging kijken, vond hij ze allo de oogen
uitgestoken
Een colonne trok eens mijn hospitaal
voorbij en had een menigte jongens van 11
en 12 jaar als krijgsgevangenen bij zich.
In het hospitaal lag ziek kleine Jansen,
ook elf jaar, die ook weggenomen werd.
Op mijn vraag aan een der officieren, waarom
ze toch die kleine kinderen vingen, zeide
hij «O, it is a shame, but Kitchener wants
his return as big as possible!"
In het dorp Vrede werden ongeveer
30,000 schapen gejaagd en deze gepakt in
de kerk, in het nieuwe gebouw van de
Nationale Bank, de school, het Landpost-
kantooi enz. Toen al deze gebouwen stamp
vol waren, alsmede tal van particuliere
woningen, werd alios in brand gestoken.
Geen der dorpen, die niet aan de spoor
lijn lagen of om andere reden noodig waren
bezet bezet te blijven, is gespaard gebleven.
In den Oranje Vrijstaat zijn totaal vernield
de dorpen Villiersdorp, Frankfort, Vrede,
Lindley, Reitz, De Wetsdorp, Senekal, enz.
In de dorpen waar de Engelschen bezetting
hadden zijn bv. aan alle Hollandsche kerken
de hoeksteenen uitgebroken, om de weinige
shillings te bemachtigen die bij de plaatsing
daarvan er onder gelegd worden.
Ziehier eene verklaring van een Trans-
vaalschen commandant Stephanus Johannes
Bernardus Buys van Heidelberg. Ik ont
moette hem na den vrede te Pretoria ten
huize van mevrouw de wed. P. Joubert.
Onderstaande verklaring heeft Buys voor
een Vrederechter bezworen.
Pretoria, Juni 30e 1902.
WelEdele Heer
In antwoord op UEds. verzoek heb ik
de eer de volgende feiten onder UEds.
aandacht te brengen.
Op den 20sten November 1901 werd ik
te Villiersdorp nabij Vaalrivier gewond en
viel ik ongeveer een uur en een half uur
daarna in de handen der Engelschen.
Nadat ik in hunne handen gevallen was
werd ik voor bijna twee uren in een kar
met hunne paarden-commando's medege
voerd, zonder dat er iets aan mijn been
werd gedaan. Op aanvraag van onzen
dokter, met name dr. Snitter, gaven zij
hem verlof mijn been te spalken. Daar
hij geene behoorlijke verbandmiddelen had,
moest hij zich met gewone planken be
helpen.
Den vierden dag nadat ik in hunne han
den gevallen was, vroeg ik om den com
mandeerenden officier te zien en c$ mijn
Hij was vroeger zoo wij ons niet ver
gissen landbouwer te Zonnemaire bij Zie-
rikzee. Red. ZEEUW.
verzoek om naar het hospitaal gezonden te
worden vloekte hij mij en dreigde hij mij
met den dood, zoo ik hem geen informatie
gaf.
Gedurende vijf dagen werd ik van kamp
tot kamp gezonden, zonder dat er iets aan
mijn been werd gedaan. Den zesden dag,
bij mijn aankomst te Pretoria, werd mijn
been voor de eerste maal door de Engelsche
geneesheeren onderzocht, en werden de
splinten, door dr. Snitter er om gelegd,
afgehaald.
Daar ik bang was, dat ik door de ruwe
behandeling mijn verstand zoude verliezen
vroeg ik mijn metgezel, den heer O. Brits,
die ook gewond was, den Engelschen doc
toren te verzoeken onder geene omstandig
heden mijn been af te zetten. Dit werd
evenwel toch gedaan.
Gedurende ongeveer een maand wist ik
niet wat er met mij gebeurd was, en daar
mijn hoofd vol knoppen en bulten was,
vroeg ik den verpleger, waarom hij mij
geslagen hadhij zeide dat die knoppen
geweers'agen waren, mij door een anderen
verpleger toegebracht. In conclusie kan ik
niet anders zeggen, dan dat ik voor de
eerste vijf dagen geen water of voedsel
kreeg, en werd mij te Greylingstad voor
de eerste maal door een Schotschen soldaat
iets te drinken gebracht, vijf dagen nadut
ik gewond was.
Zelfs in het hospitaal alhier werd mij
dikwijls gezegd naar de hel te gaan, als
ik om water of om den pot vroeg en schrijf
ik het verlies van mijn been toe aan grove
nalatigheid en de ruwe behandeling der
Engelsche geneesheeren.
Onder het opschrift «Een Transvaalsch
heldenfiguur" verhaalt een ooggetuige in
De Telegraaf het volgende
Het treurigste tijdperk van den oorlog
was wel na den val van Pretoria aange
broken. Louis Botha verdedigde met een
klein troepje getrouwen voet voor voet de
Oosterlijn, maar zag bijna dagelijks zijn
onnutte en veeletende legertros aangroeien,
terwijl veel flinke strijders dwars door den
vijand heen naar Vrede in den Vrijstaat
trachtten door te breken om zich aan te
sluiten bij de troepenmacht van Christiaan
de Wet, die toen naam begon te maken.
De van tijd tot tijd tot ons doordringende
verhalen van zijn heldendaden waren dan
ook wel in staat om op avonturen beluste
jonge mannen te lokken. Op de Oosterlijn
hadden in dien tijd bijna dagelijks gevechten
en schermutselingen plaats. Bij een dier
gevechten pasten de Engelschen een taktiek
toe, welke hun reeds vaak de overwinning
had bezorgd. Ze voerden n.l. een cavalerie-
charge uit, waarbij de Boeren voor de
aanrennende lansiers op de vlucht sloegen.
Bij die vlucht struikelde het paard van een
der Boeren, een zekeren Boshof naar ik
meen, van Middelburg. Hij viel en kon
zich niet onder het paard uitredden vóór
de lansiers bij hem waren. Van een van
hen ontving hij een sabelhouw, van een
ander een lanssteek en van een der laatsten
een hevigen slag met een lansschacht,
welke hem deed versuffen. Na de charge
uitgevoerd te hebben, keerden de ruiters
langs denzelfden weg terug, waarbij de
reeds zwaar gewonde Boshof nog eenige
verwondingen opliep. Toen hij dan ook
eenige dagen later op weg naar het hospitaal
te Waterval Onder door Middelburg kwam,
was zijn toestand vrij hopelooser was
zoowat geen stukje meer aan hem heel.
De doktoren vreesden voor zijn behoud.
Toch had hij nog de kracht en moed,
om, toen de laatste Brit voorbij was ge
reden, zich half op te richten, zijn geweer
te grijpen en den lansiers een kogel achterna
te sturen, welke kogel het paard van den
achtersten Brit, toevallig een officier, deed
vallen, waarbij de berijder mede omlaag
kwam. Een der manschappen bemerkte
het ongeval, wendde den teugel en schoot
zijn chef te hulp, doch een tweede kogel
van Boshof deed hem levenloos neerstorten.
Onze Boer richtte zich daarna geheel op en
met zijn geweer den officier in bedwang
houdend, nam hij dezen gevangen en bracht
hem met de beide buitgemaakte paarden
in het Boerenkamp, waar de doktoren zijn
vele wonden konden uitwasschen en verbin
den. Het hier vermelde feit had plaats
in Mei of Juni 1900.
Goes, De lessen van het herhalings-
onderwijs zullen dit jaar aanvangen op Maan
dag 6 October a. s.
Zij, die wenschen gebruik te maken van
het onderwijs, kunnen daarvan aangifte doen
ter secretarie tot en met Zaterdag 20 Sep
tember a. s., van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 uren.
Voor de meisjes moet worden opgegeven
of zij wenschen deel te nemen aan den ge-
mengden cursus, die gegeven wordt iederen
Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag,
des namiddags van 58 uren, of aan een
cursus alleen voor meisjes iederen Maandag,
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag van 45 uren.
Het herhalings-onderwijs is toegankelijk voor
ieder die gewoon lager onderwijs heeft ge
noten en is bestemd voor de opleiding tot
kantoor- en winkelbediende.
Beroepen te Zevenhoven, J, Laurense,
cand. te Utrecht; te Kooten, A. Scholte
te Zuid Schar woudete Oudenhoorn,
G. C. A. Ruisch v. Dugteren, cand. te
Strijen.
Aangenomen naar Ammerstol door H. J.
Meuter te Over- en Neder Asselt.
Bedankt voor Oudendijk door H. J. Eis-
veld de Wit te Bellingwolde.
Arnemuiclen. In plaats van H. Kraamer
die na vijf en twintigjarige trouwe plichts
vervulling voor zijn betrekking als koster
had bedankt, is door Kerkvoogden en
Notabelen Zaterdagavond benoemd P. J.
Kraamer.
Ds. L. de Geer Jr. te Losser zal met
1 Nov. a. s. zijn ambt neerleggen.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Zeeland zijn tot het predikambt toegelaten
de heeren J. A. Visscher te L°idschendam,
S. H. James te Vlaardingen, C. B. Holland
te Friezenveen en E. W. Erdman te Den
Haag, Daendelstraat 69.
Middelburg. Door kerkvoogden alhier
is benoemd tot secretaris-ontvanger de heer
R. J. Hoogervorst alhier op een salaris
van f 500.
Geref. Kerken.
Beroepen te Anna Jacobapolder W. T.
van Dam te 's Gravendeel; te Leiden,
J. J. Impeta te Katwijkte Oud Loos-
drecht, H. de Bruin, cand. te Oud-Vosmeer;
te Klundert, A. T. v. Dijken te Aalten.
Aangenomen naar Zuidbroek door J. J.
Wielinga, cand. te Kampen.
Bedankt voor Wolvega door J. J. Wie
linga, cand.voor Oud Loosdrecht door
R. J. Aalderts te Opperdoes.
Ev. Luth. Kerk.
Beroepen te Culemborg, Th. Scharten te
Stadskanaal.
De heer J. Gabtiölse van Middelburg
leerling der academie te Amsterdam behaalde
de middelbaar akte voor boetseeren.
In een der dokken te Antwerpen ligt op
't oogenblik in lossing het zeilschip „Cocker-
mouth", geladen met Peru-Guano, voor de
Anglo-Continertale (vorm Ohlendorffsche)
Guauo-Wenke. Deze lading is een her
nieuwd bewijs van het feit, dat de tegen
woordige aanvoeren van Peru-Guano voor
de vroegere niet behoeven onder te doen.
De gansche lading ziet er prachtig uit,
gaf een zeer gunstige analyse en vertoonde
alle eigenschappen van de vroegere uit
stekende Guano's. De reuk in het schip
is zeer sterk. Deze week werd bij het
plotseling intreden van het warme weder
de ammoniak-reuk zoo hevig, dat de werk
lieden in het schip het lossen moesten
staken, daar zij het niet in het schip konden
uithouden.
Zij, die nog altijd het bestaan van echte
Peru-Guano loochenen, spoeden zich naar
de Cockermouth, waar zij van hunne dwaling
ten volle zullen genezen worden 1
Onze Middelburgsche correspondent
schrijft
Misschien onbewust, door de omstandig
heden geleid, heeft men in Middelburg een
middel gevonden om de kermis te nekken.
De jaardag van H. M. de Koningin
wordt reeds enkele jaren onder leiding
van de bekende vereeniging Uit het Folk.
met buitengewone opgewektheid gevierd.
Daaromheen of daarop volgende weet men
een of andere herdenking of gebeurtenis
te vieren die de stof levert voor een volks
feest.
Een volksfeest dat zich tot heden niet
verloopt in kermis-tooneelen.
De vacantie-kaarten en de volksfeesten
ondermijnen de kermis, vooral financiüel.
Het armste der armen zoekt nog alleen
iets van de kermis. Maar het noodzake
lijk gevolg is dan ook dat geen stukken
van waarde daar meer te vinden zijn.
Het wegstervend conservatisme van een
deel, en de drankzucht van een ander deel
zijn de twee stuten van do kermis.
Dat ze spoedig vallen
does. Aanhoudend wordt geklaagd over
het berijden der wegen met motorrijtuigen,
vooral op den Kloetingschen weg. Een
ingezetene dezer gemeente kwam door het
schrikken van het paard, met paard en
wagen in de sloot langs den weg terecht
en klaagde dat de bestuurder van het mo
tor-rijtuig, niettegenstaande hij zag dat
zijn paard schrikte, met gewone snelheid
doorging.
De voorwaarden waaronder verlof voor
het berijden der wegen met motorwagens
wordt verleend, hebban in dergelijke han
delingen voorzien 0. a.
a. Bij het ontmoeten of inhalen van
paarden of langs den weg gedreven of
geleid vee, moet de bestuurder van het
rijtuig de snelheid verminderen of stoppen,
zoodra hij bemerkt, dat de diereu onrustig
worden of de geleider cf bestuurder der
dieren een waarschuwend teeken geeft.
Voorts behoort alles te worden vermeden,
wat het schrikken der dieren tot gevolg
zou kunnen hebben.
b. De bestuurder van het moto: -rijtuig
is verplicht, tijdig met de bel of den hoorn
een duidelijk signaal te gevenbij het
achteroprijden vau rijtuigen of personen
van losse aangespkunen of bereden paar
den of van veebij het naderen van
kruisoverwegen, bij bochten of bij bruggen
in het algemeen telkens wanneer dit in
het belang der veiligheid van het verkeer
langs den weg gevorderd w 1: It. Aan deze
bepalingen werd jl. Zondag ook niet vol
daan, toen een bestuurder ian een motor
rijtuig den Kloetingschen weg bereed, die
met wandelaars vol was, en zonder de bel
of hootn te doen hooren zijn gang ging.
Wij geven aan belanghebbenden den
raad voortaan wanneer de bestuurders van
motor-rijtuigen zich niet aan deze bepa
lingen houden, zich te wenden tot de be
voegde autoriteiten, die de vergunningen
van het berijden van wegen met motors
intrekken, zoodra ernstige klachten in
komen.
Zaamslag. Nog steeds verblijft het
troepje zwervers, door velen voor Zigeuners
aangezien, vlak bij onze grenzen in de na
bijheid van het ontvangkantoor «Veldzicht".
Dag en nacht wordt de grens bewaakt door
marechaussees en rijks veld wachters, om hun
het binnendringen in ons land te beletten.
Dit duurt nu al eenige weken en kan nog
lang zoo blijven, want deze nomaden voelen
zich daar zeer op hun gemak het Belgische
gouvernement toch voorziet hen van het
benoodigde. Uit papieren, door hen ver
toond, blijkt dat bet Noren zijn, die reeds
jaren in België en Frankrijk hebben rond
gezworven. Ook moeten zij vroeger reeds
in ons land geweest zijn, daar zij, zooals
wij vernamen, in het bezit zijn van een
bewijs van doortocht, afgegeven door den
commissaris van politie te Utrecht, en door
dien te 's-Hertogenbosch. Tevens zouden
zij een bewijs hebben, afgegeven door een
in België gevestigden Hollandschen consul,
dat zij voldoende middelen van bestaan
hebben om door ons land de reis naar
Noorwegen te aanvaarden. Hoe het zij, het
volkje, dat uit twee gezinnen met een dozijn
kinderen bestaat, veroorzaakt grooten last.
Niet alleen worden de marechaussees en
rijksveldwachters aan den gewonen dienst
onttrokken, doch de kosten van voeding enz.
loopen ook zoo op, dat de aangrenzende
gemeente reeds besloot om het verschaffen
van alle levensonderhoud dezer manschap
pen te staken. (N. R. C.)
Door den minister van justitie is aan
de verschillende brigades marechaussee in
Zeeuwsch-Vlaanderen een opgave gevraagd
van de, sedert 1896, in hun bewakingskring
voorgekomen diefstallen. Dit staat in ver
band met de herhaalde aanvragen om ver
sterking van rijkspolitie in oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen. Wij vernamen hier
omtrent, dat het in de bedoeling van den
minister ligt, op de begrooting gelden uit
te trekken voor versterking der marechaus
see met een drietal brigades.
Vlissingen. J. Lindhout, vroeger brie
venbesteller alhier, die indertijd bevorderd
werd tot Conducteur der brievenmalen met
standplaats Rotterdam en een paar jaar
geleden uit die betrekking zijn onstlag heeft
gevraagd wegens gemoedsbezwaren om op
Zondag dienst te doen, is in het begin van
dit jaar na eens of tweemaal naar Den Haag
op audiüatie geweest te zijn, weer bij de
post aangesteld als postbode en nu op 1
Sept. weer bevorderd tot Conducteur der
brievenmalen, met standplaats Rotterdam.
Rilland. De arbeider W. K., bij den
landbouwer v. L., alhier had het ongeluk
bij het stellen van een tarweklamp met
een zijner armen in een zoogenaamde «griep"
of vork te vallen. De vork drong zoo diep
dat geneeskundige hulp moest worden
ingeroepen.
Brouwershaven. Aan den zeedijk bij
den zg. Vogelnol is het lijk gevonden van
den bijkans 80-jarigen A. D. K. aldaar, die
Maandagavond door een toeval van den dijk
moet zijn gevallen en aldus op noodlottige
wijze zrjn dood in de buitendijksche slikken
heeft gevonden.
Middelburg. B. en W. hebben met
ingang van 22 Sept a. s. tot voloutair-
ambtenaar ter gemeente-secretarie alhier
benoemd den heer Johan Ermerins, volontair
ter secretarie van Krabbendijke.
Aangesteld tot onbezoldigd rijksveld
wachter P. J. Berkhout te Goes en A.
Ganseman te Kapelle.
Bij gelegenheid van den kolf wedstrijd
te Koog aan de Zaan behaalde de kolfver-
eeniging «Prins van Oranje" te Goes den
lsten korpsprijs voor sajetballen, groote
verguld zilveren medaille met 3 kleine
idem, met 310 punten. De medaille was
uitgeloofd door den Nederlandschen Kolf-
bond. Bij den personeelen wedstrijd werd
een zilveren medaille behaald door den
heer G. Reijerse te Goes met 114 punten.
De Chr. Patroonsvereeniging „Boaz"
vergaderde gister te Amsterdam onder
leiding van den heer A. E. van Kempen
die een schoone openingsrede uitsprak. Na
discussie is aangenomen met 14 tegen 12
stemmen de navolgende motie„De ver
gadering, gehoord het verzoek uitgedrukt
door de Leidsche kantoorbediendenvereeni-
ging, steunt ten zeerste het gezonde denk
beeld, om jaarlijks aan alle kantoor- en
winkelbedienden eenige dagen vacantie te
geven met behoud van volle salaris besluit
door middel van het orgaan deze denk
beelden aan de welwillende aandacht der
patroons aan te bevelen."
De 12 tegenstemmers waren niet tegen
het denkbeeld van vacantie, doch wenschten
die ook uit te strekken tot alle arbeiders,
met opneming van een des betreffende be
paling, jaarlijks veertien dagen vacantie met
behoud van loon, in het arbeids-contract.
Des namiddags kwam bericht van het
overlijden van den minister Van Asch v.
Wijck. De voorzitter sprak een woord te
zijner nagedachtenis en smeekte, met de
vergadering, terwijl alle leden zich van
hun zitplaats verhieven, de vertroostingen
des Heeren voor de weduwe af.
Tot directeur der vereeniging werd be
noemd mr. G. J. Sybrandi, advocaat te
Zwolle.
De 30-jarige controleur Cramer, uit
Batavia, is op een verlofreis naar Penang,
aldaar door Atjehers vermoord.
Nabij Follega kwam de stoomtram
in botsing met een daar grazend rund.
Van de twee zich op het voorbalkon be
vindende passagiers werd een op slag gedood,
de ander zwaar gekwetst. P. Franchi-
mont uit Middelburg wien verleden Zondag
te Doetinchem beide beenen werden af
gereden is in het ziekenhuis te Arnhem
aan de gevolgen overleden. Te Maas
tricht viel een leiendekker van het dak
eener woning en bleef op de plaats dood.
Te Biel hebben twee dronken slagers
knechts, na den ganschen dag geboemeld
te hebben, zonder aan hun werk te gaan,
zich des nachts op de openbare slachtplaats
door middel van slachtmaskers van 't leven
beroofd. Beiden laten gezinnen na en
weduwen in verwachting. Te Hoeven
is Zondag een 18-jarige knaap bij het
spelevaren uit de boot gevallen en verdron
ken. Zondag lag een visscher te Elburg
in zijn schuit te slapen, toen twee zijner
zoontjes aan boord wilden om hem te wek
ken. Een hunner, een knaapje van 9 jaar
gleed van de plank te water. Zijn broertje,
in plaats van vader te wekken, ging naar
huis moeder roepen en dat was oorzaak
dat toen eindelijk redding daagde, het
knaapje reeds verdronken was. Te Beek
viel een voerman van zijn hooizolder, brak
den nek en bezweek na eenige uren.
Te Dordrecht viel Zaterdag de 46-jarige
werkman J. Landsheer van de trap zijner
woning. Hij kreeg een schedelbreuk en
is eenige uren later overleden. Te
Hilversum ging een voor een steenwagen
gespannen paard op hol. De vier er op
zittenden werden tegen den grond geslagen
een stierf aan hersenschudding. Het
kindje der vrouw te Santpoort wier hof
stede afbrandde, waarbij twee meisjes om
het leven kwamen, is nu ook overleden.
Te Paterswolde is een visscher bij
het visschen door een ongelukkig toeval
om het leven gekomen. Zijn zoon vond
zijn lijk in een sloot. Te Bonnen (Dr.)
was men bezig twee jonge paarden te be
rijden voor een wagen. De paarden sloegen
op hol en kwamen in hun woeste vaart in
aanraking met een anderen wagen, waarop
vijf kinderen zaten. Ook do paarden van
dezen wagen sloegen op hol, met het onge
lukkig gevolg, dat een der kinderen, een
knaap van 9 jaar, er af viel en overreden
werd. De dood volgde spoedig. De
knecht van een meelhandelaar te Utrecht
bracht gister zakken meel bij een bakker.
Bij het opdragen had hij 't ongeluk uit te
glijden waardoor hij met een zak op den
nek van de trap viel en op de plaats dood
bleef.
Aan een gevaar ontsnapt. Toen de
ministerpresident dr. Kuyper Donderdag
middag na afloop der zitting het gebouw
der Tweede Kamer verliet, ontsnapte hij
ternauwernood aan een groot gevaar. Alleen
door met jeugdige vlugheid op zijde te
springen wist Z.Excell. te voorkomen dat
hij door een grooten automobiel, die over
het Binnenhof snorde, werd overreden.
Rakelings stoof de tui-tuf langs de minis-
terieele jas.
Het oude slot «Dekama-State", te
Weidum, in de gemeente Baarderadeel,
zal wegens verandering van eigenaar, worden
afgebroken. Het prachtige bosch zal worden
gerooid. Ieder goed Nederlander, die zijn
Van Lennep nog niet heeft vergeten, her
innert zich de voorzegging
«Als Dekama sine rose forliest"
maar noch Madzy Dekama, noch Van Lennep
zullen waarschijnlijk ooit hebben gedacht,
dat hnis en bosch van Dekama, in plaats
van te «bloeie in prosperaerje", prozaïsch-
weg zou worden afgebroken en gerooid
Op een grensdorpje in het Noorden
des lands trad dezer dagen een handelaar
uit Winschoten een eenvoudige herberg
binnen en bestelde een kop bouillon. De
kasteleinsvrouw zag den vreemden bezoeker
verwonderd aan; blijkbaar kende zij dien
vreemden drank nief. Zij wilde 't echter
niet laten bemerken, en verontschuldigde
zich zeer gevat met de woorden «Dat vat
heb wie nou juust niet anstoken, meneer!"
Omtrent de ontsporing van de stoom
tram bij Follega (Fr.) schrijft men nader:
Een koe sprong over het afsluithek en
kwam plotseling voor de machine. Tijd
voor remmen was er niet, zoodat de loco
motief omhoog geworpen werd en van de
rails liep. De 30-jarige Halma uit Joure
stond met nog een heer en een dame op
het voorbalkon van den volgenden wagen.
Halma met den rug naar de machine, de
binnenzijde van den wagen. Door den
schok sloeg H. achterover en kwam met
het hoofd tusschen locomotief en opdnn-
genden wagen. Zijn hoofd werd als ver
pletterd. Wonder boven wonder kwamen
de beide andere personen er goed af. De
heer kreeg wel wonden aan hoofd en handen
doch niet gevaarljjk. Hoewel de dame
tusschen machine en wagen gedrukt zat,
bleek haar niets te deeren. Ook de machine
kreeg, vreemd genoeg, geen letsel.
Vit den ouden tijd! In een instructie
voor gemeenteboden der «Stede Leyden"
van den jare 1600 komt een artikel voor
dat ons geen hoogen dunk geeft van de
matigheid dor vroedschap uit die dagen.
Daarin toch wordt den gemeenteboden op
gedragen om «Schout en Schepenen" als zij
na «maaltijden of festijnen" onpasselijk
mochten zijn geworden deze «referentelijk"
naar hun huizen of woningen te geleiden.
Of schout of schepenen dikwijls «onpas
selijk" werden, wordt ons niet medegedeeld,
doch dat de bepaling moest worden ge
maakt, bewijst wel, dat de geleide voor do
heeren nogal eens noodig was.