Bekendmaking. Kerknieuws, Schoolnieuws. LANDBOUW. Echte Peru-Guano. Gemengde Berichten. Daily Express telegrafeert, dat het arntal daar aankomende landverhuizers met den dag grooter wordt, hoewel het geheel onmogelijk is om werk voor ze te vinden. Het eenige wat de nieuw aankomenden vinden, zijn brieven van vrienden en bekenden uit de mijnen te Johannesburg, waarin dezen hen aanraden, geen moeilijke reis daarheen te ondernemen, omdat de sociale en indus- trieele toestanden aldaar alles te wenschen overlaten. Het arbeidsbureau van de regee ring te Kaapstad maakt bekend dat geheele scharen metselaars, timmer- en handwerks lieden zonder werk rondloopen. De bedelarij neemt onrustbarende afmetingen aan, en in de parken overnachten talrijke dakloozen. Inbraken en 'geweldplegingen zijn aan de orde van den dag. Men beweert dat deze misdaden door de pers doodgezwegen wor den. Zoo zijn er alleen in Augustus meer dan veertig gevallen van aanranding en roof niet bekend gemaakt, alleen omdat, naar men zegt, soldaten de misdadigers waren. Engelsche gruwelen. De heer H. J. Poutsma te Hilversum geeft in het Handelsblad nog eenige staaltjes van Engelsche gruwelen. In het district Vrede, O. V. S., had een Hollander, bij name Kohier een uitge strekte en prachtige farm. Hij was een vroe gere leerling van een onzer landbouwscholen en had, in Afrika gekomen, aanvankelijk hard moeten werken. Doch met groote kennis, theoretisch zoowel als practisch, en gesteund door zijne zoons, gelukte het hem bedoelde plaats te koopen, die hij «Woud- zicht" doopte. Een zeer modern Europeesch huis verrees hier met tal van bijgebouwen. Men werkte met de nieuwste machines en landbouwwerktuigen, zoodat Köhler's plaats altijd als een modelfarm gold. De heer Kühler importeerde ook steeds het meest kostbare vee van uit Amerika en Europa. Zoo had hij bijv. een Spaanschen donkey-hengst, die 275 pond sterling ge kost had. De oogst was reeds lang ver nield, eenige duizenden zakken milies en koren waren verbrand, ossen, koeien en schapen weggevoerd of doodgeschoten, doch deze mooie ezel was er nog altijd. Onmoge lijk was het, dit dier voor iets anders te gebruiken dan voor aanteling. Col. Remington komt hier op de plaats in het begin van November 1901 en ver brandt het huis met bijgebouwen, vernielt alle landbouw- en dorschmachines en ge reedschappen, en laat den Spaanschen ezel, die rustig graasde en niemand in den oorlog tot nut of last kon zijn, doodschieten. Toen de oude Kohier, die tengevolge van hoogen leeftijd nimmer commandodienst deed, met zijn zoon op de plaats terug keerde, vond hij alles verwoest, boomen omgehakt, den tuin vernield, er was niets meer. De zoon Mary had een voliöre met eenige prachtige soorten duiven. Toen hij hierua ging kijken, vond hij ze allo de oogen uitgestoken Een colonne trok eens mijn hospitaal voorbij en had een menigte jongens van 11 en 12 jaar als krijgsgevangenen bij zich. In het hospitaal lag ziek kleine Jansen, ook elf jaar, die ook weggenomen werd. Op mijn vraag aan een der officieren, waarom ze toch die kleine kinderen vingen, zeide hij «O, it is a shame, but Kitchener wants his return as big as possible!" In het dorp Vrede werden ongeveer 30,000 schapen gejaagd en deze gepakt in de kerk, in het nieuwe gebouw van de Nationale Bank, de school, het Landpost- kantooi enz. Toen al deze gebouwen stamp vol waren, alsmede tal van particuliere woningen, werd alios in brand gestoken. Geen der dorpen, die niet aan de spoor lijn lagen of om andere reden noodig waren bezet bezet te blijven, is gespaard gebleven. In den Oranje Vrijstaat zijn totaal vernield de dorpen Villiersdorp, Frankfort, Vrede, Lindley, Reitz, De Wetsdorp, Senekal, enz. In de dorpen waar de Engelschen bezetting hadden zijn bv. aan alle Hollandsche kerken de hoeksteenen uitgebroken, om de weinige shillings te bemachtigen die bij de plaatsing daarvan er onder gelegd worden. Ziehier eene verklaring van een Trans- vaalschen commandant Stephanus Johannes Bernardus Buys van Heidelberg. Ik ont moette hem na den vrede te Pretoria ten huize van mevrouw de wed. P. Joubert. Onderstaande verklaring heeft Buys voor een Vrederechter bezworen. Pretoria, Juni 30e 1902. WelEdele Heer In antwoord op UEds. verzoek heb ik de eer de volgende feiten onder UEds. aandacht te brengen. Op den 20sten November 1901 werd ik te Villiersdorp nabij Vaalrivier gewond en viel ik ongeveer een uur en een half uur daarna in de handen der Engelschen. Nadat ik in hunne handen gevallen was werd ik voor bijna twee uren in een kar met hunne paarden-commando's medege voerd, zonder dat er iets aan mijn been werd gedaan. Op aanvraag van onzen dokter, met name dr. Snitter, gaven zij hem verlof mijn been te spalken. Daar hij geene behoorlijke verbandmiddelen had, moest hij zich met gewone planken be helpen. Den vierden dag nadat ik in hunne han den gevallen was, vroeg ik om den com mandeerenden officier te zien en c$ mijn Hij was vroeger zoo wij ons niet ver gissen landbouwer te Zonnemaire bij Zie- rikzee. Red. ZEEUW. verzoek om naar het hospitaal gezonden te worden vloekte hij mij en dreigde hij mij met den dood, zoo ik hem geen informatie gaf. Gedurende vijf dagen werd ik van kamp tot kamp gezonden, zonder dat er iets aan mijn been werd gedaan. Den zesden dag, bij mijn aankomst te Pretoria, werd mijn been voor de eerste maal door de Engelsche geneesheeren onderzocht, en werden de splinten, door dr. Snitter er om gelegd, afgehaald. Daar ik bang was, dat ik door de ruwe behandeling mijn verstand zoude verliezen vroeg ik mijn metgezel, den heer O. Brits, die ook gewond was, den Engelschen doc toren te verzoeken onder geene omstandig heden mijn been af te zetten. Dit werd evenwel toch gedaan. Gedurende ongeveer een maand wist ik niet wat er met mij gebeurd was, en daar mijn hoofd vol knoppen en bulten was, vroeg ik den verpleger, waarom hij mij geslagen hadhij zeide dat die knoppen geweers'agen waren, mij door een anderen verpleger toegebracht. In conclusie kan ik niet anders zeggen, dan dat ik voor de eerste vijf dagen geen water of voedsel kreeg, en werd mij te Greylingstad voor de eerste maal door een Schotschen soldaat iets te drinken gebracht, vijf dagen nadut ik gewond was. Zelfs in het hospitaal alhier werd mij dikwijls gezegd naar de hel te gaan, als ik om water of om den pot vroeg en schrijf ik het verlies van mijn been toe aan grove nalatigheid en de ruwe behandeling der Engelsche geneesheeren. Onder het opschrift «Een Transvaalsch heldenfiguur" verhaalt een ooggetuige in De Telegraaf het volgende Het treurigste tijdperk van den oorlog was wel na den val van Pretoria aange broken. Louis Botha verdedigde met een klein troepje getrouwen voet voor voet de Oosterlijn, maar zag bijna dagelijks zijn onnutte en veeletende legertros aangroeien, terwijl veel flinke strijders dwars door den vijand heen naar Vrede in den Vrijstaat trachtten door te breken om zich aan te sluiten bij de troepenmacht van Christiaan de Wet, die toen naam begon te maken. De van tijd tot tijd tot ons doordringende verhalen van zijn heldendaden waren dan ook wel in staat om op avonturen beluste jonge mannen te lokken. Op de Oosterlijn hadden in dien tijd bijna dagelijks gevechten en schermutselingen plaats. Bij een dier gevechten pasten de Engelschen een taktiek toe, welke hun reeds vaak de overwinning had bezorgd. Ze voerden n.l. een cavalerie- charge uit, waarbij de Boeren voor de aanrennende lansiers op de vlucht sloegen. Bij die vlucht struikelde het paard van een der Boeren, een zekeren Boshof naar ik meen, van Middelburg. Hij viel en kon zich niet onder het paard uitredden vóór de lansiers bij hem waren. Van een van hen ontving hij een sabelhouw, van een ander een lanssteek en van een der laatsten een hevigen slag met een lansschacht, welke hem deed versuffen. Na de charge uitgevoerd te hebben, keerden de ruiters langs denzelfden weg terug, waarbij de reeds zwaar gewonde Boshof nog eenige verwondingen opliep. Toen hij dan ook eenige dagen later op weg naar het hospitaal te Waterval Onder door Middelburg kwam, was zijn toestand vrij hopelooser was zoowat geen stukje meer aan hem heel. De doktoren vreesden voor zijn behoud. Toch had hij nog de kracht en moed, om, toen de laatste Brit voorbij was ge reden, zich half op te richten, zijn geweer te grijpen en den lansiers een kogel achterna te sturen, welke kogel het paard van den achtersten Brit, toevallig een officier, deed vallen, waarbij de berijder mede omlaag kwam. Een der manschappen bemerkte het ongeval, wendde den teugel en schoot zijn chef te hulp, doch een tweede kogel van Boshof deed hem levenloos neerstorten. Onze Boer richtte zich daarna geheel op en met zijn geweer den officier in bedwang houdend, nam hij dezen gevangen en bracht hem met de beide buitgemaakte paarden in het Boerenkamp, waar de doktoren zijn vele wonden konden uitwasschen en verbin den. Het hier vermelde feit had plaats in Mei of Juni 1900. Goes, De lessen van het herhalings- onderwijs zullen dit jaar aanvangen op Maan dag 6 October a. s. Zij, die wenschen gebruik te maken van het onderwijs, kunnen daarvan aangifte doen ter secretarie tot en met Zaterdag 20 Sep tember a. s., van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren. Voor de meisjes moet worden opgegeven of zij wenschen deel te nemen aan den ge- mengden cursus, die gegeven wordt iederen Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag, des namiddags van 58 uren, of aan een cursus alleen voor meisjes iederen Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag van 45 uren. Het herhalings-onderwijs is toegankelijk voor ieder die gewoon lager onderwijs heeft ge noten en is bestemd voor de opleiding tot kantoor- en winkelbediende. Beroepen te Zevenhoven, J, Laurense, cand. te Utrecht; te Kooten, A. Scholte te Zuid Schar woudete Oudenhoorn, G. C. A. Ruisch v. Dugteren, cand. te Strijen. Aangenomen naar Ammerstol door H. J. Meuter te Over- en Neder Asselt. Bedankt voor Oudendijk door H. J. Eis- veld de Wit te Bellingwolde. Arnemuiclen. In plaats van H. Kraamer die na vijf en twintigjarige trouwe plichts vervulling voor zijn betrekking als koster had bedankt, is door Kerkvoogden en Notabelen Zaterdagavond benoemd P. J. Kraamer. Ds. L. de Geer Jr. te Losser zal met 1 Nov. a. s. zijn ambt neerleggen. Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland zijn tot het predikambt toegelaten de heeren J. A. Visscher te L°idschendam, S. H. James te Vlaardingen, C. B. Holland te Friezenveen en E. W. Erdman te Den Haag, Daendelstraat 69. Middelburg. Door kerkvoogden alhier is benoemd tot secretaris-ontvanger de heer R. J. Hoogervorst alhier op een salaris van f 500. Geref. Kerken. Beroepen te Anna Jacobapolder W. T. van Dam te 's Gravendeel; te Leiden, J. J. Impeta te Katwijkte Oud Loos- drecht, H. de Bruin, cand. te Oud-Vosmeer; te Klundert, A. T. v. Dijken te Aalten. Aangenomen naar Zuidbroek door J. J. Wielinga, cand. te Kampen. Bedankt voor Wolvega door J. J. Wie linga, cand.voor Oud Loosdrecht door R. J. Aalderts te Opperdoes. Ev. Luth. Kerk. Beroepen te Culemborg, Th. Scharten te Stadskanaal. De heer J. Gabtiölse van Middelburg leerling der academie te Amsterdam behaalde de middelbaar akte voor boetseeren. In een der dokken te Antwerpen ligt op 't oogenblik in lossing het zeilschip „Cocker- mouth", geladen met Peru-Guano, voor de Anglo-Continertale (vorm Ohlendorffsche) Guauo-Wenke. Deze lading is een her nieuwd bewijs van het feit, dat de tegen woordige aanvoeren van Peru-Guano voor de vroegere niet behoeven onder te doen. De gansche lading ziet er prachtig uit, gaf een zeer gunstige analyse en vertoonde alle eigenschappen van de vroegere uit stekende Guano's. De reuk in het schip is zeer sterk. Deze week werd bij het plotseling intreden van het warme weder de ammoniak-reuk zoo hevig, dat de werk lieden in het schip het lossen moesten staken, daar zij het niet in het schip konden uithouden. Zij, die nog altijd het bestaan van echte Peru-Guano loochenen, spoeden zich naar de Cockermouth, waar zij van hunne dwaling ten volle zullen genezen worden 1 Onze Middelburgsche correspondent schrijft Misschien onbewust, door de omstandig heden geleid, heeft men in Middelburg een middel gevonden om de kermis te nekken. De jaardag van H. M. de Koningin wordt reeds enkele jaren onder leiding van de bekende vereeniging Uit het Folk. met buitengewone opgewektheid gevierd. Daaromheen of daarop volgende weet men een of andere herdenking of gebeurtenis te vieren die de stof levert voor een volks feest. Een volksfeest dat zich tot heden niet verloopt in kermis-tooneelen. De vacantie-kaarten en de volksfeesten ondermijnen de kermis, vooral financiüel. Het armste der armen zoekt nog alleen iets van de kermis. Maar het noodzake lijk gevolg is dan ook dat geen stukken van waarde daar meer te vinden zijn. Het wegstervend conservatisme van een deel, en de drankzucht van een ander deel zijn de twee stuten van do kermis. Dat ze spoedig vallen does. Aanhoudend wordt geklaagd over het berijden der wegen met motorrijtuigen, vooral op den Kloetingschen weg. Een ingezetene dezer gemeente kwam door het schrikken van het paard, met paard en wagen in de sloot langs den weg terecht en klaagde dat de bestuurder van het mo tor-rijtuig, niettegenstaande hij zag dat zijn paard schrikte, met gewone snelheid doorging. De voorwaarden waaronder verlof voor het berijden der wegen met motorwagens wordt verleend, hebban in dergelijke han delingen voorzien 0. a. a. Bij het ontmoeten of inhalen van paarden of langs den weg gedreven of geleid vee, moet de bestuurder van het rijtuig de snelheid verminderen of stoppen, zoodra hij bemerkt, dat de diereu onrustig worden of de geleider cf bestuurder der dieren een waarschuwend teeken geeft. Voorts behoort alles te worden vermeden, wat het schrikken der dieren tot gevolg zou kunnen hebben. b. De bestuurder van het moto: -rijtuig is verplicht, tijdig met de bel of den hoorn een duidelijk signaal te gevenbij het achteroprijden vau rijtuigen of personen van losse aangespkunen of bereden paar den of van veebij het naderen van kruisoverwegen, bij bochten of bij bruggen in het algemeen telkens wanneer dit in het belang der veiligheid van het verkeer langs den weg gevorderd w 1: It. Aan deze bepalingen werd jl. Zondag ook niet vol daan, toen een bestuurder ian een motor rijtuig den Kloetingschen weg bereed, die met wandelaars vol was, en zonder de bel of hootn te doen hooren zijn gang ging. Wij geven aan belanghebbenden den raad voortaan wanneer de bestuurders van motor-rijtuigen zich niet aan deze bepa lingen houden, zich te wenden tot de be voegde autoriteiten, die de vergunningen van het berijden van wegen met motors intrekken, zoodra ernstige klachten in komen. Zaamslag. Nog steeds verblijft het troepje zwervers, door velen voor Zigeuners aangezien, vlak bij onze grenzen in de na bijheid van het ontvangkantoor «Veldzicht". Dag en nacht wordt de grens bewaakt door marechaussees en rijks veld wachters, om hun het binnendringen in ons land te beletten. Dit duurt nu al eenige weken en kan nog lang zoo blijven, want deze nomaden voelen zich daar zeer op hun gemak het Belgische gouvernement toch voorziet hen van het benoodigde. Uit papieren, door hen ver toond, blijkt dat bet Noren zijn, die reeds jaren in België en Frankrijk hebben rond gezworven. Ook moeten zij vroeger reeds in ons land geweest zijn, daar zij, zooals wij vernamen, in het bezit zijn van een bewijs van doortocht, afgegeven door den commissaris van politie te Utrecht, en door dien te 's-Hertogenbosch. Tevens zouden zij een bewijs hebben, afgegeven door een in België gevestigden Hollandschen consul, dat zij voldoende middelen van bestaan hebben om door ons land de reis naar Noorwegen te aanvaarden. Hoe het zij, het volkje, dat uit twee gezinnen met een dozijn kinderen bestaat, veroorzaakt grooten last. Niet alleen worden de marechaussees en rijksveldwachters aan den gewonen dienst onttrokken, doch de kosten van voeding enz. loopen ook zoo op, dat de aangrenzende gemeente reeds besloot om het verschaffen van alle levensonderhoud dezer manschap pen te staken. (N. R. C.) Door den minister van justitie is aan de verschillende brigades marechaussee in Zeeuwsch-Vlaanderen een opgave gevraagd van de, sedert 1896, in hun bewakingskring voorgekomen diefstallen. Dit staat in ver band met de herhaalde aanvragen om ver sterking van rijkspolitie in oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Wij vernamen hier omtrent, dat het in de bedoeling van den minister ligt, op de begrooting gelden uit te trekken voor versterking der marechaus see met een drietal brigades. Vlissingen. J. Lindhout, vroeger brie venbesteller alhier, die indertijd bevorderd werd tot Conducteur der brievenmalen met standplaats Rotterdam en een paar jaar geleden uit die betrekking zijn onstlag heeft gevraagd wegens gemoedsbezwaren om op Zondag dienst te doen, is in het begin van dit jaar na eens of tweemaal naar Den Haag op audiüatie geweest te zijn, weer bij de post aangesteld als postbode en nu op 1 Sept. weer bevorderd tot Conducteur der brievenmalen, met standplaats Rotterdam. Rilland. De arbeider W. K., bij den landbouwer v. L., alhier had het ongeluk bij het stellen van een tarweklamp met een zijner armen in een zoogenaamde «griep" of vork te vallen. De vork drong zoo diep dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Brouwershaven. Aan den zeedijk bij den zg. Vogelnol is het lijk gevonden van den bijkans 80-jarigen A. D. K. aldaar, die Maandagavond door een toeval van den dijk moet zijn gevallen en aldus op noodlottige wijze zrjn dood in de buitendijksche slikken heeft gevonden. Middelburg. B. en W. hebben met ingang van 22 Sept a. s. tot voloutair- ambtenaar ter gemeente-secretarie alhier benoemd den heer Johan Ermerins, volontair ter secretarie van Krabbendijke. Aangesteld tot onbezoldigd rijksveld wachter P. J. Berkhout te Goes en A. Ganseman te Kapelle. Bij gelegenheid van den kolf wedstrijd te Koog aan de Zaan behaalde de kolfver- eeniging «Prins van Oranje" te Goes den lsten korpsprijs voor sajetballen, groote verguld zilveren medaille met 3 kleine idem, met 310 punten. De medaille was uitgeloofd door den Nederlandschen Kolf- bond. Bij den personeelen wedstrijd werd een zilveren medaille behaald door den heer G. Reijerse te Goes met 114 punten. De Chr. Patroonsvereeniging „Boaz" vergaderde gister te Amsterdam onder leiding van den heer A. E. van Kempen die een schoone openingsrede uitsprak. Na discussie is aangenomen met 14 tegen 12 stemmen de navolgende motie„De ver gadering, gehoord het verzoek uitgedrukt door de Leidsche kantoorbediendenvereeni- ging, steunt ten zeerste het gezonde denk beeld, om jaarlijks aan alle kantoor- en winkelbedienden eenige dagen vacantie te geven met behoud van volle salaris besluit door middel van het orgaan deze denk beelden aan de welwillende aandacht der patroons aan te bevelen." De 12 tegenstemmers waren niet tegen het denkbeeld van vacantie, doch wenschten die ook uit te strekken tot alle arbeiders, met opneming van een des betreffende be paling, jaarlijks veertien dagen vacantie met behoud van loon, in het arbeids-contract. Des namiddags kwam bericht van het overlijden van den minister Van Asch v. Wijck. De voorzitter sprak een woord te zijner nagedachtenis en smeekte, met de vergadering, terwijl alle leden zich van hun zitplaats verhieven, de vertroostingen des Heeren voor de weduwe af. Tot directeur der vereeniging werd be noemd mr. G. J. Sybrandi, advocaat te Zwolle. De 30-jarige controleur Cramer, uit Batavia, is op een verlofreis naar Penang, aldaar door Atjehers vermoord. Nabij Follega kwam de stoomtram in botsing met een daar grazend rund. Van de twee zich op het voorbalkon be vindende passagiers werd een op slag gedood, de ander zwaar gekwetst. P. Franchi- mont uit Middelburg wien verleden Zondag te Doetinchem beide beenen werden af gereden is in het ziekenhuis te Arnhem aan de gevolgen overleden. Te Maas tricht viel een leiendekker van het dak eener woning en bleef op de plaats dood. Te Biel hebben twee dronken slagers knechts, na den ganschen dag geboemeld te hebben, zonder aan hun werk te gaan, zich des nachts op de openbare slachtplaats door middel van slachtmaskers van 't leven beroofd. Beiden laten gezinnen na en weduwen in verwachting. Te Hoeven is Zondag een 18-jarige knaap bij het spelevaren uit de boot gevallen en verdron ken. Zondag lag een visscher te Elburg in zijn schuit te slapen, toen twee zijner zoontjes aan boord wilden om hem te wek ken. Een hunner, een knaapje van 9 jaar gleed van de plank te water. Zijn broertje, in plaats van vader te wekken, ging naar huis moeder roepen en dat was oorzaak dat toen eindelijk redding daagde, het knaapje reeds verdronken was. Te Beek viel een voerman van zijn hooizolder, brak den nek en bezweek na eenige uren. Te Dordrecht viel Zaterdag de 46-jarige werkman J. Landsheer van de trap zijner woning. Hij kreeg een schedelbreuk en is eenige uren later overleden. Te Hilversum ging een voor een steenwagen gespannen paard op hol. De vier er op zittenden werden tegen den grond geslagen een stierf aan hersenschudding. Het kindje der vrouw te Santpoort wier hof stede afbrandde, waarbij twee meisjes om het leven kwamen, is nu ook overleden. Te Paterswolde is een visscher bij het visschen door een ongelukkig toeval om het leven gekomen. Zijn zoon vond zijn lijk in een sloot. Te Bonnen (Dr.) was men bezig twee jonge paarden te be rijden voor een wagen. De paarden sloegen op hol en kwamen in hun woeste vaart in aanraking met een anderen wagen, waarop vijf kinderen zaten. Ook do paarden van dezen wagen sloegen op hol, met het onge lukkig gevolg, dat een der kinderen, een knaap van 9 jaar, er af viel en overreden werd. De dood volgde spoedig. De knecht van een meelhandelaar te Utrecht bracht gister zakken meel bij een bakker. Bij het opdragen had hij 't ongeluk uit te glijden waardoor hij met een zak op den nek van de trap viel en op de plaats dood bleef. Aan een gevaar ontsnapt. Toen de ministerpresident dr. Kuyper Donderdag middag na afloop der zitting het gebouw der Tweede Kamer verliet, ontsnapte hij ternauwernood aan een groot gevaar. Alleen door met jeugdige vlugheid op zijde te springen wist Z.Excell. te voorkomen dat hij door een grooten automobiel, die over het Binnenhof snorde, werd overreden. Rakelings stoof de tui-tuf langs de minis- terieele jas. Het oude slot «Dekama-State", te Weidum, in de gemeente Baarderadeel, zal wegens verandering van eigenaar, worden afgebroken. Het prachtige bosch zal worden gerooid. Ieder goed Nederlander, die zijn Van Lennep nog niet heeft vergeten, her innert zich de voorzegging «Als Dekama sine rose forliest" maar noch Madzy Dekama, noch Van Lennep zullen waarschijnlijk ooit hebben gedacht, dat hnis en bosch van Dekama, in plaats van te «bloeie in prosperaerje", prozaïsch- weg zou worden afgebroken en gerooid Op een grensdorpje in het Noorden des lands trad dezer dagen een handelaar uit Winschoten een eenvoudige herberg binnen en bestelde een kop bouillon. De kasteleinsvrouw zag den vreemden bezoeker verwonderd aan; blijkbaar kende zij dien vreemden drank nief. Zij wilde 't echter niet laten bemerken, en verontschuldigde zich zeer gevat met de woorden «Dat vat heb wie nou juust niet anstoken, meneer!" Omtrent de ontsporing van de stoom tram bij Follega (Fr.) schrijft men nader: Een koe sprong over het afsluithek en kwam plotseling voor de machine. Tijd voor remmen was er niet, zoodat de loco motief omhoog geworpen werd en van de rails liep. De 30-jarige Halma uit Joure stond met nog een heer en een dame op het voorbalkon van den volgenden wagen. Halma met den rug naar de machine, de binnenzijde van den wagen. Door den schok sloeg H. achterover en kwam met het hoofd tusschen locomotief en opdnn- genden wagen. Zijn hoofd werd als ver pletterd. Wonder boven wonder kwamen de beide andere personen er goed af. De heer kreeg wel wonden aan hoofd en handen doch niet gevaarljjk. Hoewel de dame tusschen machine en wagen gedrukt zat, bleek haar niets te deeren. Ook de machine kreeg, vreemd genoeg, geen letsel. Vit den ouden tijd! In een instructie voor gemeenteboden der «Stede Leyden" van den jare 1600 komt een artikel voor dat ons geen hoogen dunk geeft van de matigheid dor vroedschap uit die dagen. Daarin toch wordt den gemeenteboden op gedragen om «Schout en Schepenen" als zij na «maaltijden of festijnen" onpasselijk mochten zijn geworden deze «referentelijk" naar hun huizen of woningen te geleiden. Of schout of schepenen dikwijls «onpas selijk" werden, wordt ons niet medegedeeld, doch dat de bepaling moest worden ge maakt, bewijst wel, dat de geleide voor do heeren nogal eens noodig was.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2