NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 180. 1902
Donderdag 4 September.
16e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. f 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
3 September 1902.
Deze week is in de Tweede Kamer de
Beroepswet aan de orde.
Wij wenschen heel kort daarvan iets te
zeggen.
De Ongevallenwet moet 1 Januari 1903
in werking tredenmaar dan moet de
Beroepswet eerst aangenomen zijn.
Nu zullen bij de uitvoering der wet ge
schillen ontstaan. De berechting nu van
deze geschillen wordt niet aan den gewo
nen rechter overgelaten, maar aan bijzon
dere rechtbanken opgedragen, raden van
beroep, daartoe opzettelijk in het leven te
roepen.
Aan de ministers van justitie en binnen-
landsche zaken, en aan de commissie van
voorbereiding: mr. Roëll (voorzitter), mr.
Smidt, mr. v. Idsinga, dr. Nolens en den
inspecteur van den arbeid Van Löben Seis
komt alle lof toe voor den spoed waarmee
zij dit ontwerp in staat van wijzen ge
bracht hebben.
Niet minder dan 116 van de 118 arti
kelen uit 't ontwerp van 't kabinet hebben
verandering ondergaan. Aan de opmer
kingen in de afdeelingen der Tweede Kamer
bij het sectie-onderzoek gemaakt, is gehoor
gegeven. Samensprekingen tusschen mi
nister Loeff en de commissie brachten op
vele punten overeenstemming.
Minister Loeff, die den ganschen zomer
door de militaire wetten was in beslag
genomen geweest, werkte rusteloos voort
aan de nieuwe taak, en kreeg zoo op
tijd het wetsontwerp klaar.
Wanneer nu de heeren socialisten den
nationalen tijd niet met afbrekende critiek
zoek maken, kan de Kamer vroeg door dit
ontwerp heen zijn, en kan de werkman
met Nieuwejaar een verbeterden toestand
tegemoet zien.
Van de zijde der Regeering althans is
groote zin tot saamwerking getoond, aan
haar zal 't derhalve niet liggen, of deze
132 artikelen zullen spoedig in het Staats
blad staan.
Natuurlijk heeft de Regeering niet alle
bezwaren kunnen wegnemen.
Zij heeft zich streng gehouden en moeten
houden aan artikel 75 der (reeds aangeno
men) Ongevallenwet, en alles wat, slechts
door wijziging van dat artikel bereikbaar
zou zijn geweest, heeft zij beslistelijk
zij mocht niet anders afgewezen.
Meer toeschietelijk was zij op het punt
Raden van Beroep.
De samenstelling der lijsten waaruit de
afioisselende leden der beroepsraden moeten
worden gekozen geschiedt door trapsgewijze
verkiezingende leden worden voor 3 jaar
benoemd, en nemen ieder jaar een maand
lang aan de rechtspraak deel.
Afschrift der stukhen, die op een geding
betrekking hebben zal aan de leden worden
toegezonden, zoodat zij zich op de hoogte
kunnen stellen van de zaak waarin zij
zullen hebben recht te doen.
Op één punt heeft de minister niet toe
gegeven.
In den centralen raad van hooger beroep
mogen alleen rechtsgeleerden zitten.
Velen meenen dat daar ook patroons en
arbeiders in zitten moeten, evenals in de
raden van beroep, en op dezelfde gronden.
Wij stellen ons hierin geen partij.
Wij voor ons zouden liever voor een
rechtbank of jury van enkel rechtsgeleer
den terecht staan, die in de eerste plaats
vragen naar recht en de daartoe aange
wezenen zijn. Evenals wij bij ongesteld
heid liefst door geneesheeren werden be
handeld en bij uitmaking van theologische
geschillen, liever de predikanten dan de
ouderlingen zouden volgen.
Toch zal dit geschil wel geen struikel
blok zijn voor de totstandkoming der wet,
welker behandeling wij met belangstelling
hopen te volgen.
Wie ooit in de dagen van St. Nicolaas
de hoofdstraten van Amsterdam of Rotter
dam bezocht, kan weten wat reclame is en
wat reclame vermag.
De dagen zijn voorgoed voorbij, dat de
magazijnhouder en winkelier achter betrek
kelijk kleine ruiten in bescheiden ruimte
de artikelen borg, haast schreven we ver
borgen hield, welke van lieverlede en dat
nog wel zonder veel moeite, terecht kwamen
bij zijn trouwe clientèle.
Het is nu de tijd van etaleeren, adver-
teeren en afficheeren, d. i. in 't Hollandsch,
de tijd van zijne waren uit te stallen en
aan te kondigen in courant of loopmare,
op adres- en plakbord, of hoe dan ook.
Ook voor den winkelier in onze kleine
provinciale steden.
Het is daarom een treffelijke gedachte
van de »Vereeniging tot bevordering van
het Vreemdelingenverkser in Walcheren"
zij worde bij deze geluk gewenscht met
haar tienjarig bestaan om eene tentoon
stelling uitteschrijven van Reclamemiddelen
waaraan een Reclamewedstrijd is verbonden,
welke tentoonstelling heden middag staat
geopend te worden binnen onze goede stad
in de concert- en gehoorzaal, Singelstraat
aldaar.
Wie dan ook dezer dagen door Middel
burg, voornamelijk door de hoofdstraten
rondwandelt, ziet in vele magazijnen en
winkels eene niet-alledaagsehe uitstalling.
Wie eenigermate schoonheidsgevoel bezit
en wie is daarvan ten eenenmale ont
bloot kan nu vooral zijn hart ophalen
aan étalages, wedijverend met elkander in
schakeering van kleur en lijn, op licht-
of donkerkleurigen achter- of ondergrond,
met zinnebeeldige voorstelling soms, waar
bij sommige een Oostersche pracht en gloed
uit de Duizend en Een Nacht niet valt te
miskennen.
Dat Flora's kinderen hier en daar met
kwistige hand zijn aangebracht en zelfs de
palmen niet ontbroken, spreekt haast van
van zelf.
En wat een tinteling van leven en gloed
des avonds door hot lichteffect. Verras
send schoon soms. Een tooneel waarvan
ieder naar hartelust kan genieten.
En de booordeeling is in goede handen.
Twee B. en W.'s.
Het (antirev.) gemeentebestuur van Vee-
nendaal (burgemeester is de heer L. v.
Asch v. Wijek, lid der tweede kamer) had
aan de »Wilhelmina"-vereeniging vergun
ning geweigerd om den verjaardag van H.
M. de Koningin Zaterdagavond te vieren.
Terecht. Immers de Koningin had verzocht,
ter wille van den Zondag! den ver
jaardag Maandag te vieren. En nu zou
men daarvan afwijken door, wel niet op
Zondag, maar feitelijk toch weer wol op
Zondag, Zaterdagavond en -nacht de
»volks"pret te ontketenen. Dit heeft ge
noemd gemeentebestuur belet, met het ge
volg dat Maandagavond de ruiten zijn in
gegooid bij den burgemeester, den wethouder,
den secretaris en in het gemeentehuis.
Wij hopen dat de ruitenschenners, eigen
lijk gezagschenners, hun gerechte straf
zullen ontvangen.
Deze oppositie tegen den vorstelijken
wensch naar Zondagsheiliging achten wij
zeer ongepast.
En wij achten het een daad van verre
gaande dwaasheid en onvoorzichtigheid van
een gemeentebestuur dat, in weerwil van
het Koninklijk verzoek toch op Zondag 31
Augustus, in plaats van Maandag 1 Sep
tember, de vlag van den toren liet waaien.
Dit zeggen wij met het oog op hot
(liberale) gemeentebestuur van Middelburg,
dat door deze daad de bevolking minstens
tot onhoffelijk huldevertoon vertoon in
plaats van betoon! heeft geprikkeld.
In den grond was de daad der Middel-
burgsche overheid tegenover ha/re onderdanen
en die der Venendaalsche oproermakers
tegenover hunne overheid al even berispelijk.
Wat de Middelburgsehe vlagvertooning
aangaat heeft de heer de Rijcke in den
Raad hierover het dagelijksch bestuur
waardig en afdoend op zijn plaats gezet,
waarvoor hem een woord van lof toekomt.
De daad van het Venendaalsch bestuur
getuigt van koenen moed, die van het
Middelburgsehe bestuur was een lafheid.
Do wethoudersbenoeming te Goes was
een verrassing.
Het was een publiek geheim dat de af
tredende de heer De Jonge (antirev.)
zou herkozen worden.
Dhn ter elfder ure veranderde een
zijner voorstanders van front, terwijl een
ander om onbekende redenen afwezig bleef.
Zoo werd de heer De Witt Hamer met
een stem meerdorheid in zijn plaats ge
kozen.
Welke overwegingen hen die den heer
De Jonge ten val brachten, hebben geleid,
is ons natuurlijk niet officieel bekend.
Wij wisten wel dat onder de vrijzinnig
democratische raadsleden er waren die
geen antirevolutionairen wethouder be
geerden.
Maar welke redenen de meer conserva
tieve heeren hebben gehad voor zijne uit
werping, kunnen wij niet gissen.
Wel weten wij dat een enkele is terug
geschrokken van de mogelijkheid dat de
meerderheid in het dagelijksch bestuur
anti-liberaal kon worden, bijaldien straks
een anti-liberaal tot burgemeester werd
benoemd.
Voor die vrees was echter geen oorzaak,
dit weet men en kan- men weten.
Imtaers 't is niet zeker dat er een anti
liberale burgemeester komtin ieder geval
die is er nog niet.
Bovendien treedt over tien maanden de
heer De Jonge als raadslid af en zou
dientengevolge zijn mandaat als wethouder
alsdan weer afgeloopen zijn.
Gesteld hij ware herkozen als raadslid,
dan pas zou 't de tijd geweest zijn, bij
aldien er een anti-liberale meerderheid
ware geweest in het dagelijksch bestuur,
om den heer De Jonge door een vrijzin
nig- of welken anderen democraat ook,
te vervangen.
Zegt men nu, ja maar dan had men
toch tien maanden lang een anti-liberaal
dagelijksch bestuur gehad, dan vragen
wij in gemoede, maar wat zou dit tegen
over een gemeenteraad met 9 liberalen en
slechts 4 antirevolutionairen gehinderd
hebben
Voorstellen met een „anti-liberaal" ca
chet had de Raad, gesteld hij ware zoo
dwaas om „anti-liberaal" met schadelijk
voor do volksbelangen te vereenzelvigen,
ten allen tijde kunnen verwerpen en
„liberale" voorstellen die het dagelijksch
bestuur naliet, hadden of een of meer
leden van den Raad persoonlijk ter tafel
kunnen brengen, en do Raad had ze aan
genomen.
Uit het oogpunt van partijbelang achten
wij dan ook de gisteren gevallen beslissing
een dwaasheid, en uit het oogpunt van ge
meentebelang immers door den heer
De Jonge op zoo uitmuntende wijze ook
als wethouder gediend een schande.
Wij zeggen dit, ongeacht ons respect
voor den nieuw benoemde.
De Vereeniging tot bevordering van het
Vreemdelingenverkeer in Walcheren heeft
groote plannen.
Groote, maar goon goede.
Een feestconcert op Zondag 7 Sept. met
vuurwerk, enz. en dan oen wedstrijd en
een tentoonstelling, op werkdagen, doch
ook op Zondag, en dan goedkooper, opdat
men toch maar ruim mededinge.
Wij moeton tegen deze poging dor ver
eeniging om ons volk al meer van de
goede zeden der vaderen, van de Godde
lijke Sabbats-idee en Sabbats-ordinantio
te vervreemden, ernstig protosteeren.
Het wordt zoo zachtjes aan in onze
provinciesteden, geheel Belgisch, wereldsch
anti-christelijk op den Dag des Heeren.
Dat toch onze jongelieden niet mede
afglijdendat zij zich verre''van deze din
gen houden.
En dat toch niemand onder ons meene
dat het niet langer zonde voor God is te
achten, dat men Zijn dag annexeort voor
wereldsch genot, en do uren aan Zijn
dienst gewijd, besluit met, zij 't ook al in
de week geoorloofde, op Zijn dag absoluut
verboden vermaken.
Hier is revolutie op groote schaal, waar
tegen wij ernstig moeten opkomen.
De administratie van ons blad deed het
reeds door plaatsing der desbetreffende
annonces te weigeren. En wij sluiten ons
hierbij aan.
Hoe de mensch ook trachte er aan te
tornen, Gods Wet is niet herroepen. Zij
zal gelden; zoolang de aarde staat, voor
alle menschen, voor alle geslachten:
Gedenkt den Sabbatdag dat gij dien heiligt.
Zij is ook niet gewijzigd, zoodat zij zich
schikken zou naar den eisch van een tijd
die geneigd is eigen wil te zetten tegen
over den wil des Heeren, en alzoo Zijn
heiligen Dag te veranderen in een plezierdag.
Er is groot gevaar voor wie deze zonde
doet en daarbij volhardt; dewijl toch
onze God dezelfde blijft tot in eeuwigheid,
in de eischen Zijner wet, in liefde, maar
daardoor ook in heiligheid.
Zondagsrust en Zondagsheiliging!
Dit blijve, en worde steeds meer de
leus van alle antirevolutionairen.
J. 0. Bloem, oud-lid van den Haagsclien
gemeenteraad, oud-minister van financiën
in het derde kabinet-Heemskerk, is deze
week overleden.
Hij heeft tijdens zijn ministerschap
(1885—1888) tot stand gebracht de 3> pCts.
schuldconversie.
Hij was een bekwaam man die zich uit
den geringen stand tot zoo hooge betrek
king wist op te werken.
Toen hij nog sergeant bij de grenadiers
was, viel het oog van enkele heeren op
hem, die hem voort hielpen en genoegen
van hun beschermeling beleefden.
Hij vervulde jaren lang bij het Neder-
landsche belastingwezen belangrijke be
trekkingen, laatstelijk als hoofd-inspecteur
van dat dienstvak bij het departement
van financiën.
Als zoodanig, en omdat hij een selfmade-
man was, zal zijn naam algemeen in vrien
delijk aandenken blijven.
Het prachtig historisch buiten Zorgvliet
te Scheveningen is een nieuw levenstijd
perk ingetreden.
In 1G43 werd het door Jacob Cats aan
gelegd na zijn dood kwam het aan graaf
Bentinck, later aan baron Wachterdaarna
aan jhr. de la Bassecour Caan en in 1837
werd het door (den lateren) Koning Willem
II aangekocht, die het aanvankelijk uit
breidde, totdat het bij diens dood in eigen
dom overging aan zijn dochter prinses
Sophie, groothertogin van Saksen-Weimar,
voor ruim f200,000.
Een gedeelte er van is na haar dood
verkocht aan bouwmaatschappijen voor
vrijwat meer dan deze som. Onder anderen
Duinoord aan mr. A. E. H. Goekoep.
Van de rest is de tegenwoordige Groot
hertog van Saksen Weimar de eenige eige
naar, die het eigendomsrecht aan mr.
Goekoop heeft overgedaan, die 't nu op
zijn beurt voor 4'h miljoen gulden aan de
gemeente 's Gravenhage wil overdoen.
Men is nieuwsgierig wat deze laatste
doen zal.,
Koopt zij Zorgvliet, dan blijft een schoon
historisch monument voor de vergankelijk
heid bewaard.
Koopt zij 't niet, dan gaat dit buiten
van Vader Cats kavelsgewijs in handen van
particulieren over die er villa's op zullen
zetten en verhandelen.
Dan wordt dit stuk natuur een stuk
negotieen het lustoord van den grooten
poëet verlaagd tot een woning voor pro
zaïsche parvenu's en geldaristocraten
Nog eens, wij zijn nieuwsgierig.
In Het Volk klaagt, met volkomen in
stemming der redactie, de heer Sannes uit
Groningen, sociaal democraat, over de mis
lukking dor «rouzenbetooging" voor het
algomoen kiesrecht.
Hij zelf plaatst de uitdrukking «reuzen-
betooging" tusschen aanhalingstoekens.
Voorts zegt hij
Velen zullen teleurgesteld zijn een
groot aantal vergaderingen konden niet
doorgaan door algeheel gebrek aan opkomst,
een nog grooter aantal is door andere
omstandigheden totaal mislukt. Van een
«reuzenbetooging" is weinig gemerkt. In-
tusschen moeten we ons niet laten ontmoe
digen en is hot zaak dat de S. D. A. P. zegge
welke na deze, niet al te schitterend ge
slaagde poging hare houding zijn moet.
«Moet zij blijven aangesloten bij het Ned.
Com. v. Alg. Kiesrecht? Of ligt het op
haar weg zelf de actie krachtig ter hand
te nemen met negatie van alle burgerlijke
elementen, die tot dusver in deze beweging
hebben meegewerkt Het komt mij voor,
dat dit laatste haar taak zijn moet."
Er is inderdaad voor de algemeen-kies-
reeht-agitatoren reden van teleurstelling.
Zij hebben de massa niet warm gekregen.
Het volk achter de kiezers is over 't
algemeen stilletjes thuis gebleven en heeft
de sociaal democraten laten oreeren.
Natuurlijk steekt men het nu op een
ander.
Niet in de impopulariteit van den eisch
niet in het nuchter verstand der massa
niet in de onbetrouwbaarheid van het ge
neesmiddel niet in de partijdige critiek
der leidersmaar in de samenwerking met
«burgerlijke" partijen bedoeld zijn de
vrij zinnig-democraten en andere driekwart
socialen ligt de oorzaak der mislukking.
Komaandan nog maar eens zonder
dezen geprobeerd.
En inmiddels voort gemaakt met de
propageering van 't revolutionair beginsel
dat aan den eisch van algemeen stemrecht
ten grondslag ligt.
Laat de antirevolutionaire partij èn met
de mislukking, èn met het nieuwe plan
haar voordeel doen, en de vaan van «al
gemeen huismanskiesrecht" tegenover deze
beweging der S. D. A. P. metterdaad hoog
houden.
Dr. Kuyper heeft zich weer maar eens
door een dagbladschrijver Alexander
Cohen uit Leeuwarden die in Figaro schrijft
laten onder verhoor nemen.
Het betrof zijn door de pers beweerde
samensprekingen met buitenlandsche
ministers over aansluiting van Nederland
bij het Drievoudig Verbond: Duitschland,
Oostenrijk, Italië.
En wat blijkt nu
Dat de Nederlandsche pers, niet de groote,
maar de kleine, grootendeels bestaat uit
bakers en kletsmajoors.
Immers van het heele praatje bleek niets
waar te zijn.
Op de vraag van Cohen of 's ministers
«bezoeken aan v. Richthof en en Goluchoivski,
(zijn) verblijf in Italië, het karakter (droe
gen) dat men eraan toeschrijft", antwoordde
hij
«Te Turijn heb ik voor het eerst ge
hoord van de geruchten die over mijn reis
verspreid zijn. Daarna heb ik hier een
heelen hoop krantenknipsels gevonden, over
hetzelfde onderwerp handelend. Het is
jammer dat de verbeeldingskracht der jour
nalisten zich aan dergelijke fantasieën te
buiten gaat, telkens als ik op reis ben."
En toen de ander hem er op wees dat
«het toch vrij natuurlijk (is) dat de reis
van den Nederlandschen eerste-minister naar
Duitschland, Oostenrijk en Italië, en zijn
gesprekken met ministers van die drie
landen, tot bespreking aanleiding geven",
hernam de ministerals die reizen en die
gesprekken plaats hadden gehad. Maar de
waarheid is, versta mij wel, dat ik geen
reis naar Duitschland gemaakt heb. Ik ben
alleen Duitschland doorgetrokken, en ik
heb, dezen keer, e vod min mijnheer Von
Richthofen gesproken als mijnheer G'olu-
En toen heeft de minister, met groote
openhartigheid, gelijk een zoon voor zijn
vader, of een commis-voyageur voor zijn
patroon, van A tot Z, verslag gedaan van