NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 179.1902,
Dinsdag 2 September.
16e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSeHIJNT
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
VOOR 011 KOlSKlïN.
FEUXLLET0 1T.
ADRIAAN WALRAYEN,
NA DEN VREDE.
Bekendmaking.
Kerknieuws,
VAN DE SYNODE.
ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van I5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De 'bijdragen onzer lezers komen niet
hard in. Wij ontvingen tot nog toe nog
slechts f 2,50. Wij nemen dit niemand
kwalijk-; er is al zooveel voor de Boeren
gegeven. Maar toch wij blijven aan
dringen. De nood is zóó groot. Drie miljoen
pond zegde Engeland toe. Twintig miljoen
pond, en misschien nog meer, is wel noodig.
Nu rijpt de nood nog meer dan bijvoor
beeld een jaar geleden. Daarbij komt
met Engelsch goud zouden de Boeren ook
wel geholpen kunnen worden, doch om met
te grootere stevigheid aan hunne overwel
digers te worden vastgeklonken, terwijl de
Hollandsche en Zeeuwsclie rijksdaalders hen
met een zachten band voor immer en steeds
meer hunne stamverwanten zonden ver-
linclen.
God, die het geven niet moede wordt,
neige ons tot meerdere betooning van
barmhartigheiden doe ons de waarheid
zijns woord ervaren„De zegenende ziel
zal vet gemaakt worden en die bevochtigt,
zal ook zelf een vroege regen worden
(Spreuken 11 vers 25).
Zelfs de kleinste gift is welkom en zal
in dit blad verantwoord worden.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST,
te Goes.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
1 September 1902.
Hare Majesteit de Koningin vierde heden
onder groote nationale belangstelling haar
22en geboortedag. Wij danken voor haar
herstel en den haar herschonken levens
lust. Wij bidden haar een lang leven en
een gelukkige regeering toe. Wij feliciteeren
het Nederlandsche volk op dezen zijn feest
dag met het heuglijke, niet genoeg te
waardeeren voorrecht in de bestendiging
van den band met het Stamhuis van Oranje-
Nassau geschonken.
God zij met ons
sociaal democraat met een stroopkan.
Dat is een tooneel, het zij te zijner eere
gezegd, dat wij maar heel zelden te zien
krijgen.
Maar die enkele keeren is 't toch nog
een misselijk gezicht.
Vooral wanneer die sociaal democraat
Troelstra heet en de stroopkan moet dienst
doen om de christelijke arbeiders te lijmen
voor de candidatuur van Troelstra.
1let Volk, hoofdredacteur mr. Troelstra,
schrijft in een hoofdartikel aan het adres
van de Amsterdamsehe Patrimonium-man
nen onder meer:
„Voor de christelijke arbeiders en kleine
luyden een reden temeer, nu van den
christelijken kandidaat niet de zoo hoog
9.
de smid -van Zaamslag.
(Épisode uit den Franschen tijd.1
We hebben den jongen Walraven ver
laten op het oogenblik, dat hij samen met
den kommandant aan het hoofd van den
troep den straatweg naar Terneuzen in
slaat, om noodgedwongen de bende als
gids op hare tochten te vergezellen.
Onderweg wordt in de nabijheid der
boerenhoeven halt gehouden. De vreed
zame bewoners, meerendeels door het on
gewone bassen van de honden in hun
rustigen slaap gestoord, worden, voor zoo
ver dit ten minste nog noodig is, door
een ijselijk kloppen op de buitendeur ge
wekt en op ruwen toon wordt hun gelast,
deze onverwijld te openen. Tegenweer
kan niet baten. Eene huiszoeking volgt,
met het doel de aanwezig zijnde wapenen,
sabels en geweren machtig te worden.
Meer dan één boerenzoon wordt ge
dwongen zich bij de bende te voegen en
in hare lotgevallen te deelen.
Dat menig buitenman onder de gemeente
Zaamslag vreemd zal opgezien hebben,
toen hij onder die vreemdo snaken ook
noodige stuwkracht voor hunne belangen
is te verwachten, eens ernstig te overwe
gen of hun plaats ditmaal niet is aan de
zijde hunner medearbeiders".
Met andere woorden.
Patrimonium, stem Troelstra. Hij scheldt
wel iedere week in zijn blad op u en uw
„volkverdommend" onderwijs, op hetgeen
u heilig en dierbaar is. Maar dat is niets.
Troelstra moet naar de Kamer
Bij gelegenheid van den verjaardag der-
Koningin is de jaarlijksche sterrenregen
weer velen komen verblijden of teleurstellen.
Onder hen die met een blijk van konink
lijke hulde voor gebleken verdienste werden
vereerd noemen wij
a. De ridders in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuwmr. N. de llidder,
a. r. lid der 2e Kamer en rechter te Gro
ningen K. de Boerlib. lid van de Tweede
Kamer en lid van het hoofdbestuur der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
te AssendelftJ. A. A. Schivan, inspecteur
der posterijen en telegrafie, te Middelburg;
Th. M. G. Keulemans, hoofdingenieur der
spoorwegen bij de afdeeling »Spoor- en
tramwegen en stoomwezen" van het depar
tement der burgerlijke openbare werken
in Nederlandsch-Indië.
I. De officieren in de orde van Oranje
Nassau K. Scharten, predikant bij de Her
steld Evangelisch-Luthersche gemeente te
Amsterdam en voorzitter van het Neder-
landsch Luthersch Genootschap voor In-
en Uitwendige Zendingde luitenant-kolonel
F. V. Quadekker, commandant der 4e divisie
koninklijke marechaussee.
c. De ridders in de orde van Oranje
Nassauds. Gewin te Utrechtds. Boom
te 's Gravenhage ds. Schiller tot Peursum
te Amsterdam; ds. Gerthvan Wijk emeritus
predikant te 's Gravenhage dr. E. Bavinck,
professor aan de theologische school te
KampenE. L. Dormaar, hoofd-commies
ter provinciale griffie van Zeelanddr. D.
Schermers, geneesheer-directeur van het
krankzinnigengesticht Bloemendaal te Loos
duinen B. Rijnbeek, hoofd eener bijzondere
school te ZwolleJ. F. Eennequin, oud
voorzitter van het waterschap der Sluis
aan de Wielingen, te Sluis J. G. Scheur er,
zendeling-arts te Djokjokarta, thans met
verlof in Nederland.
Nog is bevorderd tot grootkruis in de
orde van Oranje Nassau W. Rooseloom,
gouverneur-generaal van Ned.-Indië.
En is de eeremedaille dezer orde in zilver
verleend aan W. Mijnslergen, opziener 1ste
kl. der visscherijen op de Schelde en Zeeuw-
sche stroomen, te Bergen op Zoomden
wachtmeester te paard van de 4e divisie
koninklijke marechaussee J. v. d. Weele-,
in Irons aan G. Roelands, commies te water
een der zonen van den welbekenden dorps
smid herkende, is aan geen twijfel onder
hevig.
Toch was het zeker aan de uitdrukking
van het gelaat van onzen Adriaan, aan
zijne geheele houding en optreden wel te
bemerken, dat hij tegen wil en dank on
der dit vreemdsoortig en alles behalve
aangenaam gezelschap geraakt was.
Al plunderende en roovende arriveerde
men eindelijk te Neuzen. Yan daar ging
het naar den Hoek. Onder deze gemeente
wisten de manschappen iwee kleine kanon
nen benevens de benoodigde ammunitie
buit te maken, alles afkomstig van een
daar liggend wachtschip.
Toen de bende, welke nog steeds aan
gegroeid was, hare taak aldaar verricht
had, werd de terugreis ondernomen.
Den tweeden dag kwamen zij weder te
Zaamslag met slaande trom en vliegende
vaandels.
In hun gevolg voerden zij, behalve een
aantal vlaggen, o. a. een drietal wagens
mede en zes paarden, welke zij hier en
daar hadden weten machtig te worden.
Onmiddellijk na de aankomst werd Wal
raven bij den kommandant ontboden. De
agent bleef niet in gebreke aan dit bevel
te voldoen. Zonder schroom naderde hij
lste kl., te Hansweert en den korporaal
P. Viergever van het 3e regiment infanterie.
De heer Reitz is te Brussel door den
Petit Bleu geïnterviewd. Hij klaagde bitter
over het gebrek aan goede trouw bij lord
Milner. Na de teekening van het eapitula-
tioverdrag wilde hij een bijzonderen en
buitengewoon bezwaronden eed opleggen
aan diegenen onder de Boeren-gevangenen,
die met het oog op het naderen van den
vrede, niet naar vei re gewesten waren
gedeporteerd. De Boeren wendden zich
tot den Engelschen opperrechter in Trans
vaal, Sólomon. Deze verklaarde, dat de
eiscb van lord Milner onwettig was en
strijdig mot het verdrag. Milner stoorde
zich hier echter niet aan en dwong de
Boeren om den eed af te leggen.
De hoer Reitz verklaarde verder nog,
dat de Britsche soldaten en officieren zijn
huis van don zolder tot den kelder toe
hadden uitgeplunderd en den buit onder
ling hadden verdeeld. De vriendschapsbe
tuigingen, waarmede Engeland de Boeren-
helden thans overlaadt, deden hem glim
lachen. »Verboold ,u eens", zeide hij,
»iemand, die na u geslagen, gewond, van
al uw goed beroofd te hebben, die hij nog
in een zak op den rug draagt, naar u toe
zou komen met een goedigen lach en u
de hand zou bieden, met de christelijke
woorden: »Laat ons nu toch in het
vervolg bedenken, dat wij broeders
zijn"
De heer Reitz verheugt zich dat zijne
nier zoons, die onder vier verschillende
generaals gevochten hebben om 't zeerst
door alle vier als de dappersten geprezen
zijn geworden.
De hoer Reitz betreurde hot zeer, dat
sommige Boeren de zaak van hun land
hebben verraden en de Engelsehen tot gids
hebben gediend en hij voegt er bij
Het is een schandvlek voor het verleden,
maar het is een zegen voor de toekomst.
Er heeft een ware schifting plaats gehad,
waardoor voor altijd het kaf van het koren
gescheiden is. Wij hebben op 't xjogordijik
een prachtig Boerenras gereinigd
oorlog zonder slechte elementen bcrrén-
dien versterkt door al de oprechte Afvi-
kaanders der Kaap. Daarin ligt de zekere
woderopkomst van het vaderland niettegen
staande alles wat er gebeurd is.
Goes. De uitloting van drie obligatiën
der geldleening 1896, elk ad. duizend gulden
en aflosbaar 1 Januari 1903,zal plaatshebben
in het openbaar ten Raadhuize op Zaterdag
13 September a. s. des voormiddags 10 uren.
den aanvoerder en wachtte kalm en dood
bedaard het oogenblik af, waarop deze
hem in verhoor zou nemen. Dit oogen
blik kwam spoedig. De kommandant ont
ving hem vrij koel en zag hem aan met
strengen, doorvorschenden blik. Onze
wakkere smid was echter niet zoo heel
spoedig uit het veld geslagen en keek op
zijn beurt zijn ondervrager even scherp
in de oogen.
„Wel," zoo begon deze, „heb je voldaan
aan de afspraak?" „Ik heb mij aan mijn
ontvangen orders gehouden," was het kalme
antwoord van den smid.
„Dus je hebt, gedurende ons afwezen,
af en toe de klok laten luiden?"
„Jawel, dat heb ik gedaan, zooveel in
mijn vermogen is".
De kommandant nam met dit korte,
doch vastberaden antwoord genoegen. De
vrije oogopslag van Walraven en de her
innering aan de eerste kennismaking waren
voor hem en niet ten onrechte, waarborg
genoeg, om den agent-burgemeester op
zijn woord te kunnen gelooven.
Zooals we hierboven reeds zagen, had
Walraven niets te veel gezegd. Er was
dan ook voor den kommandant volstrekt
geen reden, om hem voor eenig vergrijp
te straffen. Hot verhoor was hiermede
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Zoelon, E. v. d. Broek te
Wervershoofte Beetgum, P. Groot te
Midwoud; te Oud Beijerland, J. M. Ph.
Schippers te Huizen te Kooten, L. J.
v. Rhijn te Doesburg; te Maastricht,
N. Jolles te Hees.
Aangenomen naar Appingadam door J.
v. Giffen te Zutfen naar Kwadijk door
W. v. Roggen te Knollendam.
Bedankt voor Culemborg door D. A.
Brinkerink te Bovenkarspelvoor West-
kapelle door E. B. Couvee te Enter.
Geref. Kerken.
Beroepen te Oostburg, K. Veen, eand.
te Zaandam.
Arnhem, 29 Augustus '02.
Nadat alle artikelen van het c. c. waren
aangenomen en Den Haag als plaats van
vestiging was aangewezen legde ds. Bos
vóór de eindstemming, namens zichzelf
en 14 anderen de navolgende verklaring af
»Wij ondergeteekenden, leden en advi-
seerende leden der Generale Synode, achten
ons voor den Heere en voor de Kerken ver
plicht, tot motiveering van onze stem bij
deze eindstemming, te verklaren dat wij
niet kunnen stemmen voor het voorstel
Bavinck c. s., omdat dit voorstel, naar onze
overtuiging, niet in overeenstemming is
met het door alle vereenigde kerken in
1891/92 aanvaarde beding betreffende eene
»eigene inrichting ter opleiding voor den
dienst des Woords" en tevens niet vol
doende rekent met het recht, de vrijheid
en den vrede der kerken, en dat wij der
halve ook niet op ons kunnen nemen de
mede-verantwoordelijkheid voor dit voor
stel, als het, onverhoopt, besluit mocht
worden."
De verklaring was geteekend door de
14 reeds vroeger door ons genoemde tegen
stemmers van art. 1 met den heer v. d.
Veen uit Bolsward die als secundus voor
een voorstemmer den heer Kamstra uit
Franeker was opgetreden.
Na voorlezing der verklaring stond ds.
Yan Andel op om namens hen die met
spraak te houden, tot antwoord op de
voorgelezen verklaring van ds. Bos c. s. en
ter verklaring van liet door hem inge
nomen standpunt. Spreker betreurt het
zeer dat de dingen zoo Jiepon.
In het laatste voorstel van Bavinck c. s.
was nog veel meer toegegeven, dan in het
bekende concept-contract, voor den Heere
en de Kerken wordt dit uitgesproken en er
was zeer gehoopt en ook aanvankelijk ver-
afgeloopen en Walraven kon zjjns weegs
gaan, zoowel als zijn zoon Adriaan. Dit
muisje zou echter een staartje hebben.
Weldra was de mare van de ongeregeld
heden op Zaamslag ter oore gekomen van
het Fransch bewind.
Om voortaan zulk een tumult en bewe
ging onmogelijk te maken, en ook tot
straf voor het gebeurde, achtte dit bestuur
het raadzaam en noodig de klok uit den
Zaamslagschen toren weg te halen. Dit
gebeurde dan zooals wij zien zullen, ook
werkelijk in den namiddag van Dinsdag
13 November, des zeiven jaars. De klok
werd naar Gent gevoerd tot groote erger
nis der dorpelingen. Het ergste kwam
echter nog achteraan. Bij het onderzoek
naar het voorgevallene op Zaamslag werd
Walraven aangeklaagd te heulen met de
vijanden van het gouvernement.
Wie die aanklager was?
Walraven noemt hem meer dan eens
onder de minder loffelijke benaming van
„een zeker Belials man", die zich toen
liet noemen adjunct-agent van de commune
van Zaamslag. Deze adjunct dan, geassis
teerd door twee „valsche getuigen", ver
voegde zich bij den commissaris van het
kanton Axel, om onzen smid in staat van
beschuldiging te stellen. Walraven be-
wacht, dat allen het nu eens zouden zjjn;
doch helaas, het heeft zoo niet mogen zijn.
De verantwoordelijkheid voor wie nu nog
bezwaar maakten is metterdaad groot.
Heffe echter ieder, waar nu de eindstem
ming zal plaats hebben, de ziel op tot God,
om van Hem te bidden of Hij ons, waar
verschil is van gevoelen, bij de eenheid
des harten beware.
Ds. van Schelven leest daarna, ter moti
veering van zijne stem, de volgende ver
klaring
»Ondergeteekende, geplaatst voor de
keuze tusschen het voorstel Bos c. s. en
het voorstel Bavinck c. s., meent onder
de tegenwoordige omstandigheden te moeten
stemmen voor het voorstel Bavinck c. s.,
doch met het bepaalde voorbehoud, dat hij
daarmede niet geacht wil worden te laten
varen zijne besliste bezwaren, met name
tegen de regeling van artikel 5 en de
verklaring in artikel 6."
(Zie ons vorig no. Red.)
Alnu wordt gestemd.
Het voorstel Bos c. s. wordt verworpen
25 tegen15 voor. Het voorstel Bavinck
c. s. wordt aangenomen 25 voor tegen 15.
De praeses vraagt nu aan ds. Bos of hij
en de zijnen zich met het gevoelen der
meerderheid „conformeeren" kunnen. Ds.
Bos antwoordt daarop voor zich zelf in
eenigszins min duidelijken, doch ontken-
nenden zin. Daarna leest ds. v. Andel de
volgende motie
„De Synode, hoewel oordeelende, dat in
het aangenomen concept-contract de op
lossing gelegen is van de bestaande ge-
deeldheid in zake de opleiding tot den dienst
des Woords, in overeenstemming met de
wensehen der meeste provinciale Synoden
en betreurende de houding, door een aantal
Broederen tegenover deze poging aange
nomen, terwijl toch het door de Synode
aangenomen voorstel evenzeer voldoet aan
de voorwaarden, waarop in 1892, de ver-
eeniging der kerken is aangegaan, als het
hunnerzijds ingediende voorstel; acht het
in de gegeven omstandigheden toch niet
raadzaam, de bedoelde vereeniging van de
theol. school en de theol. faculteit der vrije
universiteit reeds nu tot stand te brengen
terwijl zij de verantwoordelijkheid voor dit
uitstel, dat niet bevorderlijk is voor de rust
en den vrede der kerken, laat aan de
Broederen, die in dit vergelijk niet willen
treden."
Prof. Lindeboom spreekt daarna uit, mede
ten antwoord op de vraag van den praeses,
dat hij niet meegaat, als men het aange
nomen voorstel uitvoeren wil. Hij betreurt
dat het zoo liep; betreurt niet minder de
ingediende motie die is hem zeer pijnlijk
een soort „knotsslag" zelfs.
Prof. Noordtzij betreurt ook den gang
hoefde in deze zaak niet gehoord te worden.
De Commissaris stelde het volste ver
trouwen in den adjunct-agent en werd
daarenboven door de verklaring der beide
getuigen nog meer versterkt in de over
tuiging, dat de oorzaak van al het ge
beurde grootendeels aan Walraven moest
worden toegeschreven. Deze werd dan
ook als de hoofdschuldige in de „Zaam-
slagsche revolutie" aangemerkt. Was hij
al niet de bewerker der troebelen, toch
had hij zich, naar men meende, niet met
alle kracht tegen het gepleegd geweld
verzet, ja had zelfs lijdelijk toegezien dat
de Vrijheidsboom vernield werd. Daaren
boven had hij, tegen het uitdrukkelijk be
vel van het gouvernement in, last gegeven
de dorpsklok te laten luiden om te vol
doen aan de orders van het opperhoofd
eener bende, welke alles met omverwer
ping bedreigde. Dit alles was ruim vol
doende in de oogen van den Commissaris
Stroes om hem, den Agent-Municipaal,
voorx zijne verraderlijke handelwijze tot
afschrikkend voorbeeld voor andereD, op
gevoelige wijze te straffen.
Op welke wijze dit gebeurde, hopen we
nu te gaan zien. Treden we daartoe an
dermaal Walravens nette woning binnen.
(Wordt vervolgd,J