NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 177.1902,
Donderdag 28 Augustus
16e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
De Aanschouwing in het Onderwijs.
NA DEN VREDE.
EJ.KEM MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Maart 1902 zond de hooggewaardeerde
redacteur van Holl. kerkbl., die, zooals be
kend, den wetenschappelijken blik zoover
mogelijk weiden laat, een brochure in het
licht, met bovenstaanden titel. Geliefd als
de Amsterdamsche dienaar des Woords is,
heeft zijn brochure veler paedagogen aan
dacht getrokken, en gaarne heeft men het
oor te luisteren gelegd naar wat de ervaren
prediker, man van dege studie, op dit ge
bied te geven had.
Intusschen, niet heel lang daarna ver
scheen uit Utrecht een openbare brief aan
Zijn Eerwaarde, gevloeid uit de pen van
een bekend schrijver op 't besproken gebied,
die schoon waardeerend Ds. Sikkels betoog,
toch meende zeer veel van hem te moeten
verschillen op dit punt.
Wijl eerst aan 't woord, en om den aanval
te beter te kunnen verstaan, ga de brochure
vóór.
De Gereformeerde schoolbond te 's Graven-
liage had Ds. Sikkel, oud Hagenaar, verzocht
om een paedagogisch onderwerp.
Daarna kwam soortgelijk verzoek in van
uit Amsterdam. Zoo dan ook Ds. Sikkel
in zijn voorwoord zegt, dat 't onderwerp
van zeer groot belang is voor onze scholen
met den Bijbel, wijl het van prmcipiën,
schier nog onbestreden, zelfs gul geslikt
uitgaat, kan het niet anders of reeds daarom
bewees hij een uitstekenden dienst aan
onze Christelijke onderwijzers door, in druk,
het gansche land toe te spreken, en voor
elks oor te verkondigen eigen beginsel en
eigen bevinding.
We zullen trachten in een paar artikelen,
na te vertellen, wat Ds. Sikkel in zijn bijdrage
beweert, enkel objectief daarna den open
brief van den heer Jansen op gelijke wijze
navertellen, en dan trachten een keuze te
doen uit beider betoog.
In de eerste plaats wijst Ds. Sikkel erop,
dat men noch bij het Christelijk, noch bij
het »neutraal"-onderwijs tot een vast
principe, of eenheid van inzicht is gekomen,
»omtrent het paedagogisch uitgangspunt en de
paedagogische grondstellingen in het algemeen
voor het onderwijs, veel minder omtrent
de uitwerking van die grondbeginselen voor
het geheel van het onderwijs en de onder-
wijsstof." Hij eischt dan ook, dat »een
Universiteit, die de Openbaring Gods erkent,
het licht ontsteken zal en opheffen, dat ook
voor de school en het onderwijs der belij
ders van den Christus de zuivere lijnen doet
uitkomen, en den weg wijst, de richting
aangeeft waarin de mannen van^het onder
wijs in theorie en praktijk ora den prijs
der roeping Gods, die van boven is in
Christus Jezus, moeten jagen." We hebben
een positie gekozen, door onze Christelijke
school. Nu moeten onze Christelijke-
schoolmannen van gedachte wisselen, over
juiste paedagogische grondstellingen, om te
kiezen naar den keursteen van de geopen
baarde waarheid Gods. De middelen te
keuren aan het beginsel of ze leiden tot
het daardoor beoogde doel, is hoofdeisch.
Met groot respect voor den besteden
arbeid wijst de schrijver dan op wat gedaan
is, buiten de erve der Christelijke school
om voor leermethode en leermiddel
Daarbij was doel, het onderwijs te dienen
zonder grondstelling, naar de praktijk alleen.
Men vergat evenwel, dat toch hierin een
grondstelling lag opgesloten. De methode
trok aan, en welkom heette men ook in de
Christelijke school het aangeboden leer
middel.
Maar, hoemeermen voortschreed op dezen
weg, te duidelijker kwam uit, dat men toch
naar een principe werkte, dat nu allengs
zelf in het licht trad. En Ds. Sikkel
oordeelt dan ook, dat »hoewel het werk
n°g niet voltooid is, de gegevens toch
reeds voldoende zijn, om de grondgedachte,
hie zich hier aan het onderwijs opdringt,
te onderscheiden, en, haar te keuren aan
Gods Woord."
Aanschouwing, gedefinieerd als: de
gewaarwording door alle zintuigen, dus
door neus, mond, oog, oor en tong, is door
de plaats en beteekenis, die zij eischt, een
der voornaamste gegevens omtrent de
hoofdgedachte.
Wordt de grondgedachte, schuilend in
die vordering toegestaan als formeel principe
voor de leermethode (en consequent toegepast)
dan valt daarmee naar onze overtuiging het
recht van bestaan voor de school met den Bijbel,
dan heeft het beginsel van het openbaar onder
wijs op paedagogisch terrein gezegevierd.
Is dit zoo niet, dan moet, zegt de schrijver,
ons Christelijk onderwijs daar tegenover
zuiverder grondstelling aangeven, waarnaar
in te richten zijn leermethode en leermiddel.
Aanschouwing of aanschouwelijk
onderwijs was vroeger alleen ter oefening
van het gezichtsvermogenonderwijs in het
zien. Men zag en moest dan noemen, wat
men zag. Een vertelling bij de plaat
maakte die aanschouwing dan dienstbaar
aan het meer zien dan de eerste blik open
baarde. Alzoo een hulprm\A.e\. »De aan
schouwing gaf het leven bij de leer."
't Ging al verder. Yan 't prentje ging
't naar 't telraam, de landkaart, planten, den
tuin en de schoolwandeling.
't Bleef echter steedsMeester zegt ons
iets: wil ons iets duidelijk maken, en om
ons 't nu gemakkelijker te doen zijn, ver
telde hij niet alleen, maar liet woord en
beeld op ons inwerken. Doch hoofdzaak was
meester bedoelt dit of dat ons te leeren.
Maar nu is 't juist andersom. Alle
onderwijs ga van aanschouwing alleen uit!
Uw eigen oog is hoofdbron van onderwijs.
Uw zintuig het leermiddel in alle vakken,
formeel beginsel van alle onderwijs. Zien
voorstelling vormen doen! Dat is
de materieele kant. Dat vormt den mensch
Meester, zeggende, hoe iets is, kan gerust
verdwijnen. Hij mag alleen de aanschou
wing te hulp komen, de vertelling dient
de aanschouwing. Wat is heeft de leerling,
de mensch, te aanvaarden, zooals het is,
namelijk zooals het gezien wordt. Dat be
paalt dan weer zijn indruk, zijn begrip,
zijn daad
Dat is het beginsel van het Neutraal
onderwijs. Naturalisme, materialisme in
optima forma
Hoe gaat het dan bij dat onderwijs toe?
Neem Rekenkunde. Vroeger leerdet ge
uw vingers gebruiken om op te tellen,
omdat uw verstand nog te zwak was om
die abstracte getallen te onthouden. Maar
nu? Geen getal meer buiten wat bestaat.
Een onnoemelijk getal, vallend buiten den
kring van het voorstellingsvermogen,
weg daarmee. Straks wordt in rekenkun
dige vraagstukken het aanschouwingsonder-
derwijs vervolgd door de getallen buiten de
schoolbank en het schoollokaal, de getallen
en maten van arbeid en handel in het
rekenonderwijs te betrekken. Meetkunde
en Algebra almeer concreet, aanschouwelijk,
totdat het hoogere er af is. Bij Natuurkunde
leidt dit stelsel tot de volgende definitie
„Natuurkunde is kennis van wat gezien
wordt en te zien is.". Religie, een Hoogere
dan de natuur, een doel in de natuur
't kan niet meer bestaan. „Laat ze zien!
ze hebben er recht ophet als alles Natuur,
en die Natuur is leer voor het leven.
Zoo ge bij Aardrijkskunde en Aardkunde
niet zien kunt, mag de meester u wat ver
tellen. Ge begint met het schoollokaal,
't pad tusschen de banken, enz. dan gaat
ge aan 't wandelen, gaat reizen. Enkel
om te zien. De onderwijzer vertelt uniet
meer van de Alpen, maar laat ze u zoo
mogelijk zien. Ge ziet het biljart, zonder
ervan te hooren liefst.
Bij de Geschiedenis brengt u de histo
rische optocht op de hoogte, allerlei prent
en gebouw moeten u 't gebrekkige van die
leermethode, die u aan uw eigen bekrompen
zien oVerlaat, vergoeden. Totdat de tooneel-
voorstelling in de school komt, de tableaux
vivants u in verrukking brengen, en ein
delijk de schouwburg u met open armen
ontvangt en ten verderve voert.
Pinkel het gebeurde het geziene ge
schiedenis aaneengeschakeld verhaal van
gebeurtenissen. Geen schakel makenzien,
of: niet bestaan. „De stomme sfinx van
het gebeurde is de geschiedenis."
Taalonderwijs wordt zoo zaakonderwijs.
Taal is eerste uitwerking van dat aan
schouwen van Natuur, Wereld en Historie
in ons." Zie en spreek. NietDenk, en
spreek. De taal doe in het woord, wat
ons oog ziet. Een worst in de pan spreke
nu bij den leerling tot de aanschouwing,
lettervorm en klank bepalende. Dat dit
niet altoos mogelijk is, zal zelfs de beste
voorstander erkennen.
Van 't woord op den „toon" is een kleine
sprong, 't Zingen heeft met God niets meer
te maken't is eenvoudig„mooi doen in
taal en toon."
Bij het doen, leide de aanschouwing
schrijfonderwijs, teekenen, allerlei vrouwe
lijk handwerk, worde eerst qezien op 't bord,
uitgeteekend met puntjes en steekjes en
breinaald en haakpen enz. Een onderwij
zeres moet niet meer alleen een kous kun
nen breien, niet alleen een hemd kunnen
naaieD, een stuif insteken, maar dat alles
op 't bord, lijn voor lijn en prik voor prik
uitteekenen-
Zoo blijkt dan wel uit dit alles, dat 't hier
een stelsel geldt, dat, onderworpen aan den
drang der Evolutie vorderingen maken zal.
üet speciale stelsel voor de Neutrale school
maar, aanlokkelijk vooralsnog voor onze
Christel. School, 't Wordt een theorie, die
verdedigers vindt, overal, kort weerge
geven „de natuur en het leven laten zich
zien, en ze doenzie ze dan, zie wat ze
doen, zie het goed en doe het goed; we
voeden op, niet door zeggen, maar, door
zien, tot doen. We zeggen niets de Christe
lijke school ziet ons doen, en zal ons na
doen! Of zou dan misschien onze onder
wijzer geen opvoeder zijn Hij is het,
ook als persoon, niet door zeggen, maar
door doen, niet een preekende getuige, niet
een zwijgende getuige, maar een aanschouwe
lijk getuigehij ziet mooi, hij doet mooi
hij laat mooi zien hij kweekt mooi doen
Van de praktijk tot de consequente
theorie, filosofisch-ethiscbe, en paedago
gische, en psychologische grondstelling
't brengt u zijn levensbeschouwing en zijn
levensdoel.
Rousseau zei reeds: een daad is afdruk
van indrukde natuurlijke verhouding tus
schen mensch en natuur verstoord, is oor
zaak van alle dwaling en ellende. Dat
geldt nu weer. Dat is de filosofie. Mensch
en dier is gelijksoortig; qualiteit moge
verschil geven, de soort is gelijk. De wil
reageere vrij op de aanschouwing. Gedachte,
woord, gebod vervallen voor de albeheer-
schende aanschouwing en ge doet natuur
lijk, goed, vrijDat is de psychologie.
Gehoorzaamheid, onderworpenheid van
den wil waren hoofdvruchten van het oude
regime. „De nieuwe opvoeding zal vrijheid
kweeken, de ontbinding vrijmaking van
den wil". Dat is paedogagiek.
De leer valt alzoo weg. Bidden, God,
Eeuwigheid Wie zag dat ooit De con
sequentie van Opzoomers Empirie ("onder
vinding, beproeven) is de eenige weg voor
alle kennis, eenige methode voor alle weten
schap en onderwijs
Wat zal dan nu de Christelijke School.
Een hoofd eener Christelijke school zei
eens: »de H. Schrift is evenmin leerboek
der Zielkunde als der Natuurkunde, ook
voor de psyhologie geldt slechts de em
pirische methode".
Zoo wordt ook paedagogiekempirie.
Voor de Ethische richting is: »het woord
vrucht van het levenhet leven de moeder
van de leer; de leer de beschrijving, de
aanschouwing van het leven".
De Bijbel is zooóén der middelen die
tot aanschouwing leidende bijbelstof voor
de schoolenkel historische stof, aan-
schouwingsstof. De schrijver meent dan
ook, dat, consequent, naar die richting ge
redeneerd als Bijbel, voor hem geen plaats is.
Machtig handhaaft hijvoor de Christ,
school is de Schrift beginsel en bron voor
de hoogste kennis. »Als woord Gods, niet
door Aanschouwingeen licht, buiten on
boven de aanschouwing ontstoken.
Dat woord worde gezegd. In den Naam,
met het gezag des Hoeren dat bepale en
richte Psychologie, Paedagogiek, filosofie,
leerplan, leergang, leermethode.
Bij den Christen is God begin van alle
ding. Het Woord verlichte, opdat ik aan-
schouweUw Woord is een lamp voor
mijn voet.
Zien zonder het Woord is zondeWie
een schoone vrouw aanziet, opdat zijn wil
len en doen door aanschouwen bepaald
worde, die zal haar begeeren. »Ik zoude
niet geweten hebben, dat de begeerlijk
heid zonde is, indien het Woord, als wet
niet zeideGij zult niet begeeren".
»Door zien tot doen en kennen", dat is
de weg der zondeEn de vrouw zag, dat
die boom goed was, een lust voor de oogen,
begeerlijk om verstandig te makenzij
nam, at, gaf haar man en hij at. Toen
werden zij gewaar, dat zij naakt waren."
»De verwisseling van het Woord door hot
Aanschouwen als regel voor het doen, dat
is de zondeval
Zoo sta dan de Christelijke school met
haar geschreven woord Gods, tegenover
de school met de Natuur, de school met
de aanschouwelijke wereld. Het Woord,
het gezag, het zeggen der waarheid, het
gebod sta op den voorgrondHet onbe
grepen gebod, de onbegrepen leer niet
uitgezonderd. Leeren door zeggen zonder
zien is voor ons onderwijsgebod.
»Onze Christelijke schelen als scholen
met het Woord, vorderen alzoo een andere
leerwijze, andere leermiddelen, als thans
door de positie, voor de Aanschouwing in
het Onderwijs gevorderd wordt, worden
aangewezen. De Ethische richting kan ons
hier den weg niet wijzen.
Slechts de Gereformeerde Belijdenis der
Schrift voert ons in het rechte spoor
We kennen God uitNatuur en Schriftuur.
Uit zijn Woord en uit zijn Werken. Daarom
'vordert die Belijdenis dan ook voor de
Aanschouwing de volle plaats op, die haar
naar goddelijk bedoelen toekomt. Dochhet
Woord voorop. Dienstbaar aan het Woord.
Alle vleesch is gras, alle heerlijkheid des
menschen een bloem van het grashet
gras verdort, de bloem valt af; maar
's Reeren Woord bestaat in der eeuwigheid
Ziedaar dus door den Christen-denker,
die zich onderwerpen wil aan zijn God,
een lijn uitgesponnen, een doel, naar de
Schriften, gewezen. Hij eindigt zijn bij
drage met een Naschrift, dat op de praktijk
des levens nog een blik werptAanschou
wing blijve binnen eigen grens als leervak.
De belichting van Gods Woord valle op alles!
Als AwZpmiddel is aanschouwing onmisbaar,
plicht zelfs. Een boom der kennis naast het
proefgebod. Heel de Aanschouwing, ook als
begrip, eischt de Dienaar des Woords op
als dienaresse van het Woord zijns Gods
Astba.
Volgens een Duitsch blad zou de uitgever
J. F. Lehmann te Milnchen zich het recht
hebben verzekerd pm de Gedenkschriften
■van Paul Kruger, welke deze staatsman,
altijd volgens het blad, nog steeds bezig is
te schrijven, uit te geven; 27 der voor
naamste uitgevers der wereld zouden elkaar
dit recht hebbon betwist. Men verwacht,
dat het boek reeds in November in ver
scheiden talen zal kunnon verschijnen.
Pastor Schowalter, redacteur van de
Burcnfreund is er de bewerker van.
Te Kaapstad zijn sedert 6 Juni 80,000
man Britsche on koloniale troepen uit
Z.-Afrika geëvacueerd. Tusschen 20 Augus
tus en 17 September vertrokkon weer
37,000 man.
De correspondent van do Times te Kaap
stad protesteert tegen het voornemen van
de regeering der kolonie, om een enquCto-
commissio te benoemen tor zake van de
werking dor krijgswet in de kolouio.
Milner's voorstel aan do rijksrogoering
om landorijon op te koopen in de niouwe
wingewesten, ton einde daar mot staatshulp
nederzottingen te stichton, is algemeen
veroordoold als een feitelijke confiscatie, in
strijd mot de vrodesvoorwaardon. Wat
dus zou gelijkstaan mot een woordbreuk
der Engelsche rogoering.
Do generaals zijn voor hun vortrek te
Kaapstad ook door verslaggevors van de
Cape Times, het grooto Engolscho jingoblad
van Zuid-Afrika, uitgehoord.
Een hunner vroog generaal Botha wat
hij met Afrikaanders bodoelde; hij had in
verscheiden toespraken dion naam gebruikt.
Meende hij Afrikaanders als togenstelling
met Engelschen b.v. Noon, antwoordde
generaal Botha, ik noem Afrikaander al
wie Zuid-Afrika als zijn tehuis beschouwt,
onverschillig van wat nationaliteit hij is.
Wat do generaal van de toekomst dacht?
Generaal Botha verwachtte een goodo
toekomst, als elke partij behandeld werd
zooals het behoorde.
Diezelfde vraag word ook aan gonoraal
do Wet voorgelegd. Och, zei de Wet,
ik ben maar een kortzichtig storvoling, ik
kan zoo niet in de toekomst zien. Toen
de verslaggever do Wet aangesproken had,
zoide de generaalU is do reporter van
do Cape Times, is 't niet? Wel, zeg dan
aan uw hoofdredacteur dat ik hem hartelijk
dank, dat hij zooveel exemplaren van zijn
krant aan de soldaten heeft gezonden.
Want die gooiden ze dan weg en ik raapte
ze op en iic kreeg er een .massa inlich
tingen uit.
Do generaal had ook kunnen sproken
van de gevallen, waarin hij de soldaten
met de kranton tegelijk te pakken kroeg.
Het Engelsche stoomschip »Tagus" is to
Simonsstad aangekomen met generaal
Cronjé en zijn vrouw, en nog 997 krijgs
gevangenen. Te Parijs toeft thans do
heer Reitz; door een verslaggever van de
Temps uitgehoord, vertelde hij dat hij naar
de Vereenigde Staten zou gaan en misschien
naar Engeland, als hij uitgenoodigd werd
om lezingen te houden. Hij zeide voorts,
dat de oorlog in Zuid-Afrika geen beschaafde
oorlog is geweest. De schade wordt op
500 milioen geschat. Do beloofde drie
millioen pond zijn een lokaas. Het zou
misschien niet mijn raad zijn goweest
vervolgde de heer Reitz om don vredo
van Vereeniging te teekenen. Als mende
wapenen moest afleggen had men slechts
voor geweld moeten wijken en het feit van
de onderwerping niet moeten erkennen.
Maar wij werden vooral geleid door den
ongelukkigen toestand van de vrouwen, die
zeer slecht gevoed werden in de concen
tratiekampen en verhongerden er buiten.
De generaals gaan naar Engeland in een
geest van oprechte verzoening als afgezanten
van hun vertrapte en misleide landgenooten.
Kolonel Schiel heeft in zijn geboortestad,
Frankfort a/d Main, het woord gevoerd
voor een talrijke vergadering, over zijn
ervaringen in den oorlog in Zuid-Afrika.
Ia den tijd dien hij onder de Boeren had
doorgebracht, had hij ze leeren achten en
liefhebben. Hij prees vooral hun gastvrij
heid. Als de voornaamste oorzaak van
hun nederlagen beschouwde kolonel Schiel
het gebrek aan tucht.
De Engelsche bladen bevatten een
brief van correspondent van Reuter to Jo
hannesburg, dd. 2 dezer, die belangwek
kende dingen bevat.
Eerst klaagt de schrijver, dat Engoland
zich niet genoeg moeite geeft om zijn aandeel
in handol en bedrijf van Zuid-Afrika naar
zich toe te" trekken. Dan hoeft hij het
over het gebrek aan Kaffers op den Rand,
niet alleen in de mijnen, maar voor de
de huishouding. Men moet soms tot f60
in de maand voor een bediende betalen,
en dan nog zijn voeding.
Do kustplaatsen zitten vol werkoloozen,
oud godiendon van de ongorogolde troepem