Kerknieuws.
VAN DE SYNODE.
Schoolnieuws.
Gemengde Berichten.
goud gegeven. Zulk geld was noodig om
van de Kaffers te koopen, want dio moesten
van papieren geld niets hebben. De klee
deren hadden in zulke omstandigheden de
grilligste vormen en afwij kingen. Gedeel
telijk bestonden zij uit bavianenhuid, ge
deeltelijk uit geheel andere lappen. Een
had er een donker baatje met lichtgekleurde
mouwen. Oorspronkelijk waren de mouwen
van dezelfde stof geweest, doch uitgewas-
schen zijnde en op het veld te drogen ge
legd, verloor het de mouwen doordat een
dor rondloopende beesten die verorberde.
Een tijdlang liep de man zonder mouwen,
totdat bij een stuk lichtgekleurd goed tegen
het lijf liep en daarvan mouwen aanzette.
Hoe was de verhouding tot de Kaffers?
Slechts enkele malen werden Kaffers ge
tuchtigd, omdat zij vijandige handelingen
hadden geploegd, maar over 't geheel Tiet
men ze gansch ongemoeid, en moest men
wat van ze hebben, dan werd daarvoor be
taald of iets daarvoor in ruil gegeven.
Bjjv. als eeD beest geslacht werd, dan
werden de darmen geruild tegen mielies,
koren of melk. De Boeren lieten de Kaffer
vrouwen absoluut ongemoeid, hetgeen van
de Engolschen niet gezegd kan worden.
Zoo vertelde een van Hindon's bende hoe
zij hot Engelsche kamp te Pienaarsrivier
bij het aanbreken van den dag aanvielen,
en hoe uit een daaraan grenzende Kaffer-
kraal, Tommies en zwarte dames in aller
hande toiletten (meest lichte) holderdebol
der kwamen aangevlogen. Van 't lachen
hadden enkelen niet kunnen schieten.
Groente hadden zij bijna nooit; daaren
tegen vruchten dikwerf overvloedig op de
plaatsen waar zij kampeerden. Brood
bakton ze nog al; wel was het meel soms
zwart, maar dat was niets. Eene lekkernij
waren vetkoeken. In het kokende vet van
de pens van een pas geslachten os werden
dotten meel geworpen, waarvan een soort
vetbol het resultaat was, die iets moet
hebben geleken op onze oliekoeken. Maar
boe kun je zoo iets eten? ontviel het mij.
Het antwoord was„lekker, lekker".
Soms was alles schaarschtwee dagen in
't boschveld leefden zij van wilde bessen
die daar groeien.
Hoe met de zindelijkheid? O elke twee
of drie dagen werd een bad genomen,
's Nachts gingen niet altijd de schoenen
uit, en zelfs op 't hoogeveld werden twee
maanden achtereen de schoenen niet uit
getrokken, omdat men steeds strijdvaardig
moest zijn; ook om de koude hield men
ze aan.
Een groote plaag was de kleerenluis.
Overal op het hoogeveld is die door den
Engelschmon gobraeht. Dat dier huist en
broedt in do naden der kleeren, en komt
zijn voedsel halen bij den mensch als hij
kans krijgt. Elke twee of drie dagen
moesten de Boeren hunne kleeren uitko
ken, om van dat gedierte bevrjjd te blij
ven. Een vertelde mij dat hij eens aan 't
vangon wasde ander vroeg hoe het ging
bet antwoord luidde: o veel beter, ik heb
er nu 34 gevangen, tegen 38 gisteren.
Zelfs in nieuwe kleederon, bestemd voor
de khaki's en uit een trein gebuit, werd
die luis gevonden.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Jorwerd G. D. Goedhuis te
Marssum.
Aangenomen naar Anloo door J. G. v.
Loenen te Oldehove.
Bedankt voor Wissenkerke door C. v.
Voort v. Zijp te Vuren en Dalen; voor
Cothen doorM. H. A. v. d. Valk te Soest.
Geref. Kerken.
Beroepen te Houwerzijl, N. G. Kerssies
te Biezelinge te Zuidbroek, J. J. Wie-
linga, cand. te Kampente Oldeboorn,
H. de Bruijn, cand. te Oud Vosmeer.
Aangenomen naar Spijkenisse door G.
Wiersma te Sleen.
Bedankt voor De Krim door G. Wiersma
te Sleen.
Arnhem, 11 Augustus 1902.
Do gereformeerde kerk te Arnhem viert
thans haar hoogtij. Waar de gerefor
meerde kerken zich ook op beroemen mo
gen, niet op uiterlijke pracht, maar toch
een van de schoonste kerken is zeker wel
de Oosterkerk in Arnhem, vooral nu in
haar feestgewaad, nu de eerste kerken
van hot geheele land binnen haar wanden
in Synode zullen vergaderen. Eenvoudig
en sober was de versiering, bestaande uit
groen en bloemen, maar toch feestelijk.
Het statige orgel deed op den avond van den
bidstond haar melodieuse tonen weerklin
ken en stemde met zachte en lieflijke
accoorden tot het gebed en wekte met
krachtige, opbruischende melodiën tot een
loflied aan den Koning der kerken.
Plechtig leidde Ds. Van Schelven den
bidstond en wekte op en bemoedigde met
de schoone profetie, vervat in den 87en
psalm.
Toen Israel uit zijn sombere balling
schap was terug gekeerd en een nieuwen
tempel gebouwd had, een woonstede voor
zijn God, juichten velen maar nog meer
deren weenden. Wat was de pracht van
dezen tempel vergeleken bij don luister en
glans van Salomo's bouwwerk. Zelfs de
leiders, Zerubabel en Josua waren ter
neer gedrukt en konden niet mede in
stemmen met de jubelkreten van hen, die
niet den ouden tempel, in al zijn luister
aanschouwd hadden. In dien tijd werd de
87ste psalm gedicht. Do dichter gevoelde
dat het volk van God vertroosting en be
moediging noodig had en geïnspireerd
door Gods Geest hield hij Israël voor
oogen de heerlijke belofte dat Hij zijn
Zion bouwen zou en uitbreiden ver bui
ten de grenzen van Palestina, ja dat
Egypte en Babel de knieën voor den God
des levens zouden buigen. Een belofte in
oud-testamentische taal neergelegd in den
87en psalm en in nieuwtestamentische in
de woorden: In Christus is noch Jood
noch Griek.
Altijd en telkens opnieuw heeft Chris-
tu's kerk die bemoediging noodig. De be
lofte Gods, dat Hij de poorten Zions be
mint sterkt en steunt haar in menigen
harden strijd.
Ook thans, nu we gereed staan om Gods
zegen voor de kerken af te smeeken, is er
zooveel dat ons treurig en droef stemt;
er is iets dat de kracht van Gods woord
krachteloos maakt, dat de working van
den Heiligen Geest onvruchtbaar doet zijn.
Zien we dan ook op hetgeen we in eigen
kracht kunnen, dan geen hoop meer, dan
geen verwachting, maar in Gods kracht,
alleen in zijn kracht vermogen we veel,
in zijn kracht kunnen we de grootste
hinderpalen overwinnen, wanneer we in
zijn kracht de belangen der kerken be
spreken zal de vrees van menigeen be
schaamd uitkomen.
Nog bemint God de poorten van Zion,
nog wil Hij zjjn Zion uitbreiden. Richt
dan op de trage handen en de slappe
knieën en laat ons God smeeken om voor
zichtige wijsheid en manlijke kracht dan
zullen de zangers gelijk de speellieden
juichen en jubelen over de uitbreiding
van Gods Zion, zoo zullen de fonteinen
van Gods liefde en genade alle bekommer
den en ter neer gebogenen verkwikken en
versterken en zal zijn naam geprezen wor
den ook door de besluiten op deze ge
wichtige synode genomen.
Reeds door het vorige nommer werd de
lezer eenigszins op de hoogte gebracht van de
bekoorlijke omgeving van Arnhem en van
haar positie op kerkelijk en politiek ge
bied. Eenige aanvulling, uit de openings
rede van ds. Hoekstra, rest mjj slechts.
Reeds van oude tijden bestond Arnhem's
roem in hare schoone ligging. D'Outrein
reeds schreef een „Wegwijzer door het
heerlijke landgoed Rozendaal" en al rijme
lende en alles vergeestelijkend voerde hij
den bewonderenden vreemdeling door
Gelderland's schoone dreven en over Gel-
derland's groenende heuvelen. Het zal den
afgevaardigden ter Synode dan ook in het
geheel niet euvel geduid worden, indien
ze den inspannenden en vermoeienden
arboid afwisselen met wandelingen door
Arnhems prachtige environs, indien ze het
verblijf in den tempel van gekorven hout
afwisselen met het zwerven in dien van
ongekorvon hout. Ja zelfs zal de lieflijke
omgeving kalmeerend werken en op menig
bitter en verbitterd gemoed eon weldadige
uitwerking hebben.
In Arnhem zelf zoekt uw oog te ver
geefs een merkwaardigen gevel of antiek
gebouw. Op monumentale gebouwen, als
Middelburg, kan de Rijnstad niet bogen.
De oudste vertegenwoordigers van lang
vervlogen jaren zijn de St. Eusebiuskerk
en de Walburgkerk, door koning Lodewijk
aan de Roomschen gegeven, maar indruk
wekkende gebouwen, waardoor men in ge
dachten eeuwen terug gevoerd wordt, zijn
het niet.
Arnhem is een stad van weelde en genot,
en waar schouwburgen en paleizen ver
rijzen daar is voor kerken geen of althans
bijna geen plaats. Een stad van bijna 60
duizend inwoners en op die GO duizend
slechts 2 duizend gereformeerden. Op den
voorgrond treedt Gelderland's hoofdstad dan
ook op geen enkel gebied. Nooit was Arn
hem op kerkelijk gebied het strijdperk of
het middelpunt; van verre zagen Arnhems
kalme omzichtige inwoners den strijd aan.
Slechts de deining, die in het hart des
lands opkwam bracht op kerkelijk en po
litiek terrein ook Arnhem in beweging.
Thans ging de vergadering over tot de
noodzakelijke maar minder aangename
werkzaamheid van stemmen. Het mode-
rameD werd uit de volgende leden der
Synode samengesteld. Als voorzitter ds.
Hoekstra, als assessor, na 2 herstemmin
gen ds. Littooij, als 1ste scriba dr. Honig
en als 2e ds. Westerhuis. Een schrijven
van dr. A. Kuyper, dat hij de Synode
niet van voorlichting kon dienen, werd
niet met verwondering maar wel met te
leurstelling aangehoord.
Duidelijk waarneembaar was de gespan
nenheid tijdens de middagvergadering. Het
was ten verste merkbaar dat groote dingen
op handen zijn, dat aller aandacht gericht
is op de kwestie der opleiding. Liever
wilden sommigen dat de Synode zelf de
personen aanwijzen zou, waaruit de com
missies voor de onderdeelen van den ar
beid der Synode zouden bestaan met het
moderamen. Het gewicht van dergelijke
commission was zoo groot en vooral met
het oog op de opleiding was het zoo
noodzakelijk dat die commissie daarmede
belast onzijdig of tweezijdig of alzijdig,
hoe men het noemen wil, was. Op het
duidelijkst kwam de spanning uit bij het be
spreken van den dag, waarop de opleiding
behandeld zou worden. Zou men Donderdag
de mogelijkheid bespreken of men stappen
kon doen tot eenheid Maar dit kon immers
niet, daar juist van het rapport van de com
missie heel veel, zoo niet alles afhangt en
men dus eerst een gedrukt rapport moet
hebben, dat Donderdag nog niet gereed
kan zijn, maar wel Dinsdag a. s. Dan
worden alle belangstellenden in de zaak
der opleiding van heinde en ver verwacht
en zal de brandende kwestie behandeld
worden, mocht het zijn opgelost.
De heer H. v. d. Wal onderwijzer aan
de Chr. school te Woerden is benoemd
tot hoofd der Chr. school te Genemuiden.
De heeren W. C. Windhorst te Hein-
kenszand en G. C. Visscher te Sluis slaag
den te 's-Gravenkage voor het examen L.
O. Fransch.
St. Laurens. Do unie-collecte heeft
alhier opgebracht f 17,
Bruinisse. Zooals hier dikwijls gebeurt
waren j. 1. Maandagavond een drietal school
jongens gaan roeien. De sterke stroom
was hun echter ditmaal te machtig zoodat
zij ondanks hun inspanning steeds verder
de Krammer opgestuwd werden. Eindeljjk
bemerkte men op de haven wat emet hen
gaande was en bemande zich een hoogaarts
om de jongens te halen. De donker was
reeds ingevallen eer men de jongens had
opgepikt; 'tis te begrijpen dat hun broekje
strak werd gezet.
Bruinisse. Maandagavond j. 1. had de
eerstesteenlegging plaats bjj den bouw der
nieuwe Ned. Herv. Kerk. De belangstel
ling in dit feit uitte zich door de aanwe
zigheid van een talrijke schare toeschou
wers van beiderlei kunne. Te zeven ure
vond de plechtigheid plaats. Nadat ds.
C. Waardenburg, omringd door den ker-
keraad en het college van kerkvoogden en
notabelen de stellage heeft ingenomen
wordt hem door den aannemer de troffel
aangeboden en legt Z.Eerw. onder plech
tige stilte den hoeksteen van het gebouw
in zijn plaats. Daarna neemt Z.Eerw. het
woord en zegtMet genoegen heb ik de
uitnoodiging om den eersten steen te leggen
van dit Kerkgebouw aangenomen. Hetgeen
tot nu toe verricht werd was voorbereiding,
doch thans wordt met deze plechtigheid
de eigenlijke bouw begonnen. In dubbele
mate is deze eerste steen van rijken zin
hij is afkomstig van de oude, afgebroken
kerk en was reeds bij het puin neJerge-
worpen toen de aannemer op de schoone
gedachte kwam hem uit het puin op te
zoeken en te bestemmen tot hoeksteen van
het gebouw dat thans verrijzen zal. Een
eigenaardig denkbeeld.
Als vanzelf denkeu wij hierbij aan dien
Hoeksteen, ook eens verworpen door de
bouwlieden, doch door God zelf gelegd tot
een Hoofd des hoeks. Hij, onze dierbare
Heer en Zaligmaker door de menschen
verworpen is de uiterste Hoeksteen waarop
en waarin al onze zaligheid berust en waarop
altijd steunt en leunt die tot Hem komt in
eigen zwakheid en onwaardigheid. Moge
deze, eerst verworpene, doch thans in eere
geplaatste steen ons doen gedenken aan
den eeDs verworpenen Christus, doch die
thans troont aan de rechterhand des Vaders.
En dan zij doet ons terugdenken steeds
aan onze oude kerk waarin zoovele jaren,
eeuwen zelfs, God is gediend en Hem om
hulp en troost is aangeroepen. De laatste
dienst in het oude gebouw was om Gode
dankbaarheid te bewijzen en hulpe
af te smeeken voor het werk dat wij wilden
ondernemen. Daarom wil spreker dezen
steen noemen „Een steen der hulpe", nu
de Heere tot hiertoe aanvankelijk zijne
hulpe heeft willen schenken. Maar spreker
wil dien steen ook noemen „Een steen der
hope." Onze verwachting moet zijn van
den Heere; van zijne goedertierenheid en
genade. Babel's toren werd niet voltooid
omdat hoogmoed de zonde was der bouwers.
Daarom de vraagwat kunnen wij van dit
werk verwachten Zal de gemeente zegen
hebben op haar werk? En ons antwoord
is: Wij bouwen niet om naam te maken;
de nood is ons opgelegd. Ons gebouw
was te klein om allen te bevatten die ver
langden de samenkomsten bij te wonen.
Eigen zwakheid, de bedoeling alleen de
Eere Zijns Naamsuitbreiding van zijn
Koninkrijk.
Dan, deze hoeksteen is ons tevens „een
steen van profetie." Des Heeren beloften
zijn waarachtig en eeuwig. Wat in God
wordt gegrond is vast en waar. Hij is de
grondsteen der Gemeente.
De poorten der hel zullen haar niet over
weldigen. Daarom, laten wij steeds zien
naar dien Hoeksteen, dat wat uiterlijk ge
beurt aan dit Huis, ook moge plaats vinden
in ons hartdat wij allen mogen gefun
deerd worden op den verworpenen Christus.
Maar niet het huis met handen gemaakt,
maar Gods gebouw zijt Gij. In menschen-
harten wil Hij woning maken. Dan eerst
zal dit huis aan zijne bestemming voldoen
wanneer velen daar hunne hulp en hoop
mogen vinden in de onveranderlijke trouw
des Heeren.
De verschillende Besturen der Kerk
wenscht spreker geluk met den aanvanke-
lijken bouw, na zooveel teleurstelling noemt
hij dezen dag voor hen een feestdag. Kracht
en wijsheid bidt spreker hun toe om de
zware taak die thans op hen rust te
volvoeren.
Ook de aannemer, de bouwers, opzichters
en werklieden wenscht hij geluk met het
werk. Bij den zorgvollen en gevaarlijken ar
beid van het afbreken der oude kerk heeft de
Heere hen gespaardhij bidt hnn kracht
en gezondheid toe tot de voleinding van
het werk. In 't bijzonder dankt spreker
nog den aannemer voor zijne schoone ge
dachte een verworpenen steen van het
oude gebouw te bestemmen voor hoeksteen.
Daarna gaat ZEerw. voor in een plechtig
dankgebed waarin den genoten zegen wordt
herinnerd en 's Heeren barmhartigheid
over de gemeente wordt ingeroepen.
Nadat Mevrouw Waardenburgden»tweeden
steen" naast den hoeksteen heeft gelegd,
bedankt de pres.-kerkvoogd, de heer C.
Bolier, ZEerw. voor het leggen van den
steen en voor de gesproken woorden
waarna de plechtigheid is geëindigd.
De hoeksteen is afkomstig uit een der
contre-forts der oude kerk waar hij als sier-
steen dienst deed. Op een der vlakken is
de datum der steenlegging uitgebeiteld
11/8 1902.
Een meisje van vijftien en een jongen
van veertien jaren, zuster en broeder, heb
ben van Rotterdam naar Goes een voetreis
gemaakt. Des morgens te zeven uren
gingen zij op marsch en tegen den avond
van den derden dag arriveerden zij te Goes,
waar hun ouders vertoefden. Over vijf
overzetveeren waren zij getrokken en twee
nachten hadden zij in hötels doorgebracht.
Zij waren van reisgeld voorzien en ook
van een pas voor eventueele aanhouding.
Maandagnamiddag is, na lang visschen
het lijk van den Zaterdag verdronken jong
man van Ierseke teruggevonden.
Krabbendijke. Volgens ingekomen
schrijven bij de fam. Van Ham zou hun
zoon, krijgsgevangene op Ceylon, 29 Juli
met de »Salak" naar Padang op Sumatra
(Ned. Indië) gaan met 50 a 60 andere
Hollanders. Vandaar kan hij met een der
Nederlandsche poststoomschepen begin Sep
tember te Amsterdam aankomen. Hij hoopt
dan spoedig naar Pretoria te gaan, naar
zijn vrouw en twee kinderen, waarvan één
tijdens den oorlog werd geboren.
Te Borssele werd verleden week een
ingezetene in staat gesteld te beschikken
over de erfenis van zijnen in Indië over
leden zoon, die aldaar eenige jaren had
gediend. Het hem toegezonden mandaat
bedroeg de kapitale som van f 0,66, dia
betaalbaar is gesteld bij den betaalmeester
te Middelburg. Om genoemd stuk in te
wisselen moet de man een daggeld missen
grooter dan de nalatenschap en dan nog
eene voetreis van ongevier tien uren maken.
(M. C.)
Verplaatst met 1 Sept. de surnume
rair der posterijen en telegrafie J. M. A.
Schwan van Rotterdam (tel.) naar Vlissin-
gen (tel.).
Bij kon. besluit zijn benoemdtot
gezworene: van den van Alsteinpolder, A.
Staal, te Graauw van het waterschap St.
Annaland, J. Boogaard, te St. Annaland
van den Westerlandpolder, J. de Wolf, te
Wolphaartsdijkvan het waterschap Oud
Wolphaartsdijk, A. Remijnse, te Wolphaarts
dijk van het waterschap Nieuw-Bomme-
nede, C. J. H. Hoogenboom, te Zonnemaire
van den Lyndenpolder, J. de Feyter Jz.,
te Stoppeldijkvan den Nieuw Othene-
polder, C. P. Butler, te Terneuzentot
dijkgraaf van den Paulinapolder, J. L. I.
de Bats, te Biervlietin het bestuur van
het waterschap Loven en Willemskerke,
tot dijkgraaf A. Franse Cz. en tot gezwo
rene M. de Regt, beiden te Hoekvan den
Clarapolder, tot dijkgraaf E. Ceulenaere,
te Philippine, en tot gezworene V. Ver-
rosste, te IJzendijkevan het waterschap
Ooster Zwake, tot dijkgraaf S. Paul, en tot
plaatsvervangend dijkgraaf J. Tolhoek, bei
den te 's-Gravenpolder tot voorzitter van
het bestuur van het waterschap der Sluis
aan de Wielingen, J. F. Hennequin, te
Sluisvan het bestuur der waterkeering
van den Oalamiteusen Suzannapolder, A.
J. Bierens Jr., te St. Annalanden tot
plaatsvervangend dijkgraaf van den Nieuwen
Veerpolder, V. M. Krepel, te Nieuwerkeik
van den Bijleveldpolder, P. Hage, te Nieuw
en St. Joosland.
Na een kort doch hartelijk afscheid
van ex-president Steyn is ex-president
Kruger hedenochtend per gesloten rijtuig
uit Scheveningen naar 's Gravenhage ver
trokken, van waar hij te kwart voor twaalf
per Staatsspoor naar Utrecht is terugge
keerd. Bij het vertrek van den heer Kruger,
die blijkbaar in tevreden stemming ver
keerde, was een niet zeer groote menigte
aanwezig. Duidelijk hoorbaar voor het
publiek dankte de heer Kruger den heer
mr. De Ridder, voorzitter der Pro-Boer-
vereeniging, die hem de villa Costa te
Scheveningen ten gebruike bad afgestaan,
voor zijn hartelijke ontvangst.
Ter waarschuwing van hen, die de
Diisseldorfer tentoonstelling bezoeken, moge
het volgende dienen:
Een heer, uit Amsterdam, die even buiten
een bierhal was gegaan op het terrein der
tentoonstelling, dronk daarna opnieuw uit
zijn glas en werd onmiddellijk onwel. Hij
ging naar buiten, waar twee heeren hem
opwachtten, en daar hij buiten bewustzijn
geraakte, liefddrijk oppasten. Zij namen
hem in den arm, geleidden hem naar bui
ten en wat verder met hem gebeurde, weet
hjj niet, wel, dat hij den volgenden morgen
op het excercitieterrein ontwaakte, ontdaan
van zijn portemonnaie met geld en van zijn
gouden horloge en ketting.
Een dronken matroos van een logger-
schip dat ter haringvisscherij vertrok is
nabij Vlaardingen over boord gevallen
en verdronken. Door het omvallen van
een brandend petroleumtoestel geraakten
de kleoderen eeuer vrouw te Alkmaar
in brand. Zij bekwam daardoor zulke
ernstige brandwonden dat zij aan de ge
volgen bezweek. Een jongetje van 8
jaar dat met zijn broertje buiten Deventer
ging baden, niettegenstaande hij er niets
van kon, is aldaar voor de oogen van zijn
broertje verdronken. Te Prinsenhage
verkocht iemand zijn hondje aan een buur
man, deze kreeg echter berouw en haalde
het beest terug waarover een twist ont
stond waarbij de een den ander met den
scherpen kant van een schop zoodanig op
't hoofd sloeg dat hij in zorgwekkenden
toestand met schedelbreuk werd wegge
dragen. Een twist te Maastricht Zon
dagavond over een meiip tusschen twee
personen begonnen gaf Maandag aanleiding
tot een vechtpartij warrbij een dergenen
die zich in den twist mengden, een eerst
kort geleden na anderhalf jaar zittens uit
de gevangenis ontslagen fabrieksarbeider
door messteken wprd gedood. Te Farn-
sum waren drie broeders aan het visschen
toen een hunner, die aan toevallen leed,
te water geraakte en verdronkde eene
broeder sprong hem na doch werd met
groote moeite door den derde gered. Te
Oud-Beijerland is een 27-jarige mestelaar
van de eerste verdieping der in aanbouw
zijnde Zuid Hollandsche Beetwortelsuiker
fabriek 20 voet hoog gevallen en
met het hoofd terecht gekomen op ijzer
werk ten gevolge waarvan de hersenpan
werd ingedrukt en de man na enkele uren
overleed. Dit is daar al het derde derge
lijke ongeluk. Aan de scheepsbouwwerf
der firma Van Reede te Papendrecht
werken vele Dordtsehe werklieden die er
per roeiboot heengaan en zich wel eens
achter een gesleept wordend schip laten
hangen hetgeen den overtocht verhaast.
Terwijl men op die wijs Maandag een ge
sleept wordende boot wilde aanklampen,
sloeg het bootje om waardoor twaalf per
sonen te water geraakten negen klemden
zich vast aan de omgeslagen boot of wisten
zich zwemmende te reddendoch twee
jongens van 14 jaar en een man van 27
kwamen in de golven om. Een dienst
bode te Rotterdam in een hotel dienende
had op een zinken plat achter dit hotel
een paar handdoeken te drogen gehangen.
Daarna wilde zij zich door een open raam
binnenshuis begeven. Zij gleed echter uit
en viel door een glazen lantaarn, zich be
vindende boven een gang, toegang tot de
achter het hotel gelegen pakhuizen gevende.
Zij kwam met het hoofd tegen den steenen
vloer terecht, brak den schedel en bleef
op de plaats dood. Het tragische van dit
ongeval wordt verhoogd door het feit dat
de naam, woonplaats, ouders en familie
van het 16-jarige kind onbekend zijn. Zij
luisterde slechts naar den naam Siska en
meer weet men niet en schijnt zij zelve
niet geweten te hebben. Te Alpheri
is de schippersknecht Vermeulen over boord
gevallen en verdronken. Te Beek is
een landbouwer bij het snoeien door het
breken van een tak uit een boom gestort
en op de plaats dood gebleven. In de
Keulsche vaart in de schutsluis te Utrecht
is een 3-jarig meisje al spelende op een
schip te water geraakt en verdronken.
Te Dordrecht waren eenige timmerlieden
bezig een huis af te breken, en hadden
met het neerlaten der afbraak op de eerste
verdieping een bok geplaatst die met een
tuintouw aan een der kinderbalken beves
tigd was. Het bleek echter dat de kin
derbalk niet in den hoofdbalk was vast
gespijkerd maar los in de inkeeping lag,
zoodat die balk door de trekkracht van
zgn plaats werd gelicht en met den bok
omlaag stortte. Beneden stond een 56 jarige
steenbikker, die daar kwam vragen of er
geen werk voor hem was, op antwoord te
wachten en deze kreeg juist die massa op
't hoofd, zoodat hij zwaar gewond neerstortte
en spoedig overleed.
In het Dgbld. lezen wij het volgende
»Een hotel, waar tal van Hagenaars tot
hun geluk nooit gelogeerd hebben, mocht
zich heden in het bezoek verheugen van
ja misschien twee, drieduizend belang
stellenden Wij bedoelen het groote Huis
van Bewaring aan de Prinsegracht, inden
volksmond »hotel de Houten Lepel" ge
noemd.
't Was kijkdag van den ouden rommel
die verkocht zal worden. Men mocht vrij
naar binnen loopen, alles stond open, gangen,
zalen, keukens, kelders, cellen, de zolders,
kortom het huis tot aan den nok toe.
In de nauwe donkere gangen, 't geleek
er wel of we al diep in December zaten,
verdrongen zich honderden mannen, vrou
wen ook, dames heeren, en kinderen, om
toch maar alles te kunnen zien. De totaal
indruk dien 't gebouw bij velen maakte is,
dat men nauwelijks gelooven kan, dat in
den tegenwoordigen tijd zoo iets voor straf
gevangenis gebruikt is geworden. Onmid
dellijk geven wij natuurlijk toe dat tijdens
de bewoning de noodige voorzorgsmaat
regelen van reinheid wel in achtgenomen
zijn, maar wanneer wordt opgemerkt, dat
in eenige cellen de toiletemmers (waar
schijnlijk door logés) gewoonweg over de
vloeren zijn uitgegoten en ginds weer
lokalen dienden tot stapelplaats van bergen
vuil linnen, dan dient daarbij gezegd, dat
men niet direct zijn best gedaan had, om
den indruk van het geheel bij de bezoe
kers te verhoogen.
Smalle trapjes, waar men elkaar nau
welijks passeeren kan, brachten het publiek
soms zoo in de verdrukking, dat nieuws
gierige dikke juffrouwen en kinderen het
soms uitgilden. 'tWas een buitengewoon