Kerknieuws. VAN DE SYNODE. Schoolnieuws. Gemengde Berichten. goud gegeven. Zulk geld was noodig om van de Kaffers te koopen, want dio moesten van papieren geld niets hebben. De klee deren hadden in zulke omstandigheden de grilligste vormen en afwij kingen. Gedeel telijk bestonden zij uit bavianenhuid, ge deeltelijk uit geheel andere lappen. Een had er een donker baatje met lichtgekleurde mouwen. Oorspronkelijk waren de mouwen van dezelfde stof geweest, doch uitgewas- schen zijnde en op het veld te drogen ge legd, verloor het de mouwen doordat een dor rondloopende beesten die verorberde. Een tijdlang liep de man zonder mouwen, totdat bij een stuk lichtgekleurd goed tegen het lijf liep en daarvan mouwen aanzette. Hoe was de verhouding tot de Kaffers? Slechts enkele malen werden Kaffers ge tuchtigd, omdat zij vijandige handelingen hadden geploegd, maar over 't geheel Tiet men ze gansch ongemoeid, en moest men wat van ze hebben, dan werd daarvoor be taald of iets daarvoor in ruil gegeven. Bjjv. als eeD beest geslacht werd, dan werden de darmen geruild tegen mielies, koren of melk. De Boeren lieten de Kaffer vrouwen absoluut ongemoeid, hetgeen van de Engolschen niet gezegd kan worden. Zoo vertelde een van Hindon's bende hoe zij hot Engelsche kamp te Pienaarsrivier bij het aanbreken van den dag aanvielen, en hoe uit een daaraan grenzende Kaffer- kraal, Tommies en zwarte dames in aller hande toiletten (meest lichte) holderdebol der kwamen aangevlogen. Van 't lachen hadden enkelen niet kunnen schieten. Groente hadden zij bijna nooit; daaren tegen vruchten dikwerf overvloedig op de plaatsen waar zij kampeerden. Brood bakton ze nog al; wel was het meel soms zwart, maar dat was niets. Eene lekkernij waren vetkoeken. In het kokende vet van de pens van een pas geslachten os werden dotten meel geworpen, waarvan een soort vetbol het resultaat was, die iets moet hebben geleken op onze oliekoeken. Maar boe kun je zoo iets eten? ontviel het mij. Het antwoord was„lekker, lekker". Soms was alles schaarschtwee dagen in 't boschveld leefden zij van wilde bessen die daar groeien. Hoe met de zindelijkheid? O elke twee of drie dagen werd een bad genomen, 's Nachts gingen niet altijd de schoenen uit, en zelfs op 't hoogeveld werden twee maanden achtereen de schoenen niet uit getrokken, omdat men steeds strijdvaardig moest zijn; ook om de koude hield men ze aan. Een groote plaag was de kleerenluis. Overal op het hoogeveld is die door den Engelschmon gobraeht. Dat dier huist en broedt in do naden der kleeren, en komt zijn voedsel halen bij den mensch als hij kans krijgt. Elke twee of drie dagen moesten de Boeren hunne kleeren uitko ken, om van dat gedierte bevrjjd te blij ven. Een vertelde mij dat hij eens aan 't vangon wasde ander vroeg hoe het ging bet antwoord luidde: o veel beter, ik heb er nu 34 gevangen, tegen 38 gisteren. Zelfs in nieuwe kleederon, bestemd voor de khaki's en uit een trein gebuit, werd die luis gevonden. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Jorwerd G. D. Goedhuis te Marssum. Aangenomen naar Anloo door J. G. v. Loenen te Oldehove. Bedankt voor Wissenkerke door C. v. Voort v. Zijp te Vuren en Dalen; voor Cothen doorM. H. A. v. d. Valk te Soest. Geref. Kerken. Beroepen te Houwerzijl, N. G. Kerssies te Biezelinge te Zuidbroek, J. J. Wie- linga, cand. te Kampente Oldeboorn, H. de Bruijn, cand. te Oud Vosmeer. Aangenomen naar Spijkenisse door G. Wiersma te Sleen. Bedankt voor De Krim door G. Wiersma te Sleen. Arnhem, 11 Augustus 1902. Do gereformeerde kerk te Arnhem viert thans haar hoogtij. Waar de gerefor meerde kerken zich ook op beroemen mo gen, niet op uiterlijke pracht, maar toch een van de schoonste kerken is zeker wel de Oosterkerk in Arnhem, vooral nu in haar feestgewaad, nu de eerste kerken van hot geheele land binnen haar wanden in Synode zullen vergaderen. Eenvoudig en sober was de versiering, bestaande uit groen en bloemen, maar toch feestelijk. Het statige orgel deed op den avond van den bidstond haar melodieuse tonen weerklin ken en stemde met zachte en lieflijke accoorden tot het gebed en wekte met krachtige, opbruischende melodiën tot een loflied aan den Koning der kerken. Plechtig leidde Ds. Van Schelven den bidstond en wekte op en bemoedigde met de schoone profetie, vervat in den 87en psalm. Toen Israel uit zijn sombere balling schap was terug gekeerd en een nieuwen tempel gebouwd had, een woonstede voor zijn God, juichten velen maar nog meer deren weenden. Wat was de pracht van dezen tempel vergeleken bij don luister en glans van Salomo's bouwwerk. Zelfs de leiders, Zerubabel en Josua waren ter neer gedrukt en konden niet mede in stemmen met de jubelkreten van hen, die niet den ouden tempel, in al zijn luister aanschouwd hadden. In dien tijd werd de 87ste psalm gedicht. Do dichter gevoelde dat het volk van God vertroosting en be moediging noodig had en geïnspireerd door Gods Geest hield hij Israël voor oogen de heerlijke belofte dat Hij zijn Zion bouwen zou en uitbreiden ver bui ten de grenzen van Palestina, ja dat Egypte en Babel de knieën voor den God des levens zouden buigen. Een belofte in oud-testamentische taal neergelegd in den 87en psalm en in nieuwtestamentische in de woorden: In Christus is noch Jood noch Griek. Altijd en telkens opnieuw heeft Chris- tu's kerk die bemoediging noodig. De be lofte Gods, dat Hij de poorten Zions be mint sterkt en steunt haar in menigen harden strijd. Ook thans, nu we gereed staan om Gods zegen voor de kerken af te smeeken, is er zooveel dat ons treurig en droef stemt; er is iets dat de kracht van Gods woord krachteloos maakt, dat de working van den Heiligen Geest onvruchtbaar doet zijn. Zien we dan ook op hetgeen we in eigen kracht kunnen, dan geen hoop meer, dan geen verwachting, maar in Gods kracht, alleen in zijn kracht vermogen we veel, in zijn kracht kunnen we de grootste hinderpalen overwinnen, wanneer we in zijn kracht de belangen der kerken be spreken zal de vrees van menigeen be schaamd uitkomen. Nog bemint God de poorten van Zion, nog wil Hij zjjn Zion uitbreiden. Richt dan op de trage handen en de slappe knieën en laat ons God smeeken om voor zichtige wijsheid en manlijke kracht dan zullen de zangers gelijk de speellieden juichen en jubelen over de uitbreiding van Gods Zion, zoo zullen de fonteinen van Gods liefde en genade alle bekommer den en ter neer gebogenen verkwikken en versterken en zal zijn naam geprezen wor den ook door de besluiten op deze ge wichtige synode genomen. Reeds door het vorige nommer werd de lezer eenigszins op de hoogte gebracht van de bekoorlijke omgeving van Arnhem en van haar positie op kerkelijk en politiek ge bied. Eenige aanvulling, uit de openings rede van ds. Hoekstra, rest mjj slechts. Reeds van oude tijden bestond Arnhem's roem in hare schoone ligging. D'Outrein reeds schreef een „Wegwijzer door het heerlijke landgoed Rozendaal" en al rijme lende en alles vergeestelijkend voerde hij den bewonderenden vreemdeling door Gelderland's schoone dreven en over Gel- derland's groenende heuvelen. Het zal den afgevaardigden ter Synode dan ook in het geheel niet euvel geduid worden, indien ze den inspannenden en vermoeienden arboid afwisselen met wandelingen door Arnhems prachtige environs, indien ze het verblijf in den tempel van gekorven hout afwisselen met het zwerven in dien van ongekorvon hout. Ja zelfs zal de lieflijke omgeving kalmeerend werken en op menig bitter en verbitterd gemoed eon weldadige uitwerking hebben. In Arnhem zelf zoekt uw oog te ver geefs een merkwaardigen gevel of antiek gebouw. Op monumentale gebouwen, als Middelburg, kan de Rijnstad niet bogen. De oudste vertegenwoordigers van lang vervlogen jaren zijn de St. Eusebiuskerk en de Walburgkerk, door koning Lodewijk aan de Roomschen gegeven, maar indruk wekkende gebouwen, waardoor men in ge dachten eeuwen terug gevoerd wordt, zijn het niet. Arnhem is een stad van weelde en genot, en waar schouwburgen en paleizen ver rijzen daar is voor kerken geen of althans bijna geen plaats. Een stad van bijna 60 duizend inwoners en op die GO duizend slechts 2 duizend gereformeerden. Op den voorgrond treedt Gelderland's hoofdstad dan ook op geen enkel gebied. Nooit was Arn hem op kerkelijk gebied het strijdperk of het middelpunt; van verre zagen Arnhems kalme omzichtige inwoners den strijd aan. Slechts de deining, die in het hart des lands opkwam bracht op kerkelijk en po litiek terrein ook Arnhem in beweging. Thans ging de vergadering over tot de noodzakelijke maar minder aangename werkzaamheid van stemmen. Het mode- rameD werd uit de volgende leden der Synode samengesteld. Als voorzitter ds. Hoekstra, als assessor, na 2 herstemmin gen ds. Littooij, als 1ste scriba dr. Honig en als 2e ds. Westerhuis. Een schrijven van dr. A. Kuyper, dat hij de Synode niet van voorlichting kon dienen, werd niet met verwondering maar wel met te leurstelling aangehoord. Duidelijk waarneembaar was de gespan nenheid tijdens de middagvergadering. Het was ten verste merkbaar dat groote dingen op handen zijn, dat aller aandacht gericht is op de kwestie der opleiding. Liever wilden sommigen dat de Synode zelf de personen aanwijzen zou, waaruit de com missies voor de onderdeelen van den ar beid der Synode zouden bestaan met het moderamen. Het gewicht van dergelijke commission was zoo groot en vooral met het oog op de opleiding was het zoo noodzakelijk dat die commissie daarmede belast onzijdig of tweezijdig of alzijdig, hoe men het noemen wil, was. Op het duidelijkst kwam de spanning uit bij het be spreken van den dag, waarop de opleiding behandeld zou worden. Zou men Donderdag de mogelijkheid bespreken of men stappen kon doen tot eenheid Maar dit kon immers niet, daar juist van het rapport van de com missie heel veel, zoo niet alles afhangt en men dus eerst een gedrukt rapport moet hebben, dat Donderdag nog niet gereed kan zijn, maar wel Dinsdag a. s. Dan worden alle belangstellenden in de zaak der opleiding van heinde en ver verwacht en zal de brandende kwestie behandeld worden, mocht het zijn opgelost. De heer H. v. d. Wal onderwijzer aan de Chr. school te Woerden is benoemd tot hoofd der Chr. school te Genemuiden. De heeren W. C. Windhorst te Hein- kenszand en G. C. Visscher te Sluis slaag den te 's-Gravenkage voor het examen L. O. Fransch. St. Laurens. Do unie-collecte heeft alhier opgebracht f 17, Bruinisse. Zooals hier dikwijls gebeurt waren j. 1. Maandagavond een drietal school jongens gaan roeien. De sterke stroom was hun echter ditmaal te machtig zoodat zij ondanks hun inspanning steeds verder de Krammer opgestuwd werden. Eindeljjk bemerkte men op de haven wat emet hen gaande was en bemande zich een hoogaarts om de jongens te halen. De donker was reeds ingevallen eer men de jongens had opgepikt; 'tis te begrijpen dat hun broekje strak werd gezet. Bruinisse. Maandagavond j. 1. had de eerstesteenlegging plaats bjj den bouw der nieuwe Ned. Herv. Kerk. De belangstel ling in dit feit uitte zich door de aanwe zigheid van een talrijke schare toeschou wers van beiderlei kunne. Te zeven ure vond de plechtigheid plaats. Nadat ds. C. Waardenburg, omringd door den ker- keraad en het college van kerkvoogden en notabelen de stellage heeft ingenomen wordt hem door den aannemer de troffel aangeboden en legt Z.Eerw. onder plech tige stilte den hoeksteen van het gebouw in zijn plaats. Daarna neemt Z.Eerw. het woord en zegtMet genoegen heb ik de uitnoodiging om den eersten steen te leggen van dit Kerkgebouw aangenomen. Hetgeen tot nu toe verricht werd was voorbereiding, doch thans wordt met deze plechtigheid de eigenlijke bouw begonnen. In dubbele mate is deze eerste steen van rijken zin hij is afkomstig van de oude, afgebroken kerk en was reeds bij het puin neJerge- worpen toen de aannemer op de schoone gedachte kwam hem uit het puin op te zoeken en te bestemmen tot hoeksteen van het gebouw dat thans verrijzen zal. Een eigenaardig denkbeeld. Als vanzelf denkeu wij hierbij aan dien Hoeksteen, ook eens verworpen door de bouwlieden, doch door God zelf gelegd tot een Hoofd des hoeks. Hij, onze dierbare Heer en Zaligmaker door de menschen verworpen is de uiterste Hoeksteen waarop en waarin al onze zaligheid berust en waarop altijd steunt en leunt die tot Hem komt in eigen zwakheid en onwaardigheid. Moge deze, eerst verworpene, doch thans in eere geplaatste steen ons doen gedenken aan den eeDs verworpenen Christus, doch die thans troont aan de rechterhand des Vaders. En dan zij doet ons terugdenken steeds aan onze oude kerk waarin zoovele jaren, eeuwen zelfs, God is gediend en Hem om hulp en troost is aangeroepen. De laatste dienst in het oude gebouw was om Gode dankbaarheid te bewijzen en hulpe af te smeeken voor het werk dat wij wilden ondernemen. Daarom wil spreker dezen steen noemen „Een steen der hulpe", nu de Heere tot hiertoe aanvankelijk zijne hulpe heeft willen schenken. Maar spreker wil dien steen ook noemen „Een steen der hope." Onze verwachting moet zijn van den Heere; van zijne goedertierenheid en genade. Babel's toren werd niet voltooid omdat hoogmoed de zonde was der bouwers. Daarom de vraagwat kunnen wij van dit werk verwachten Zal de gemeente zegen hebben op haar werk? En ons antwoord is: Wij bouwen niet om naam te maken; de nood is ons opgelegd. Ons gebouw was te klein om allen te bevatten die ver langden de samenkomsten bij te wonen. Eigen zwakheid, de bedoeling alleen de Eere Zijns Naamsuitbreiding van zijn Koninkrijk. Dan, deze hoeksteen is ons tevens „een steen van profetie." Des Heeren beloften zijn waarachtig en eeuwig. Wat in God wordt gegrond is vast en waar. Hij is de grondsteen der Gemeente. De poorten der hel zullen haar niet over weldigen. Daarom, laten wij steeds zien naar dien Hoeksteen, dat wat uiterlijk ge beurt aan dit Huis, ook moge plaats vinden in ons hartdat wij allen mogen gefun deerd worden op den verworpenen Christus. Maar niet het huis met handen gemaakt, maar Gods gebouw zijt Gij. In menschen- harten wil Hij woning maken. Dan eerst zal dit huis aan zijne bestemming voldoen wanneer velen daar hunne hulp en hoop mogen vinden in de onveranderlijke trouw des Heeren. De verschillende Besturen der Kerk wenscht spreker geluk met den aanvanke- lijken bouw, na zooveel teleurstelling noemt hij dezen dag voor hen een feestdag. Kracht en wijsheid bidt spreker hun toe om de zware taak die thans op hen rust te volvoeren. Ook de aannemer, de bouwers, opzichters en werklieden wenscht hij geluk met het werk. Bij den zorgvollen en gevaarlijken ar beid van het afbreken der oude kerk heeft de Heere hen gespaardhij bidt hnn kracht en gezondheid toe tot de voleinding van het werk. In 't bijzonder dankt spreker nog den aannemer voor zijne schoone ge dachte een verworpenen steen van het oude gebouw te bestemmen voor hoeksteen. Daarna gaat ZEerw. voor in een plechtig dankgebed waarin den genoten zegen wordt herinnerd en 's Heeren barmhartigheid over de gemeente wordt ingeroepen. Nadat Mevrouw Waardenburgden»tweeden steen" naast den hoeksteen heeft gelegd, bedankt de pres.-kerkvoogd, de heer C. Bolier, ZEerw. voor het leggen van den steen en voor de gesproken woorden waarna de plechtigheid is geëindigd. De hoeksteen is afkomstig uit een der contre-forts der oude kerk waar hij als sier- steen dienst deed. Op een der vlakken is de datum der steenlegging uitgebeiteld 11/8 1902. Een meisje van vijftien en een jongen van veertien jaren, zuster en broeder, heb ben van Rotterdam naar Goes een voetreis gemaakt. Des morgens te zeven uren gingen zij op marsch en tegen den avond van den derden dag arriveerden zij te Goes, waar hun ouders vertoefden. Over vijf overzetveeren waren zij getrokken en twee nachten hadden zij in hötels doorgebracht. Zij waren van reisgeld voorzien en ook van een pas voor eventueele aanhouding. Maandagnamiddag is, na lang visschen het lijk van den Zaterdag verdronken jong man van Ierseke teruggevonden. Krabbendijke. Volgens ingekomen schrijven bij de fam. Van Ham zou hun zoon, krijgsgevangene op Ceylon, 29 Juli met de »Salak" naar Padang op Sumatra (Ned. Indië) gaan met 50 a 60 andere Hollanders. Vandaar kan hij met een der Nederlandsche poststoomschepen begin Sep tember te Amsterdam aankomen. Hij hoopt dan spoedig naar Pretoria te gaan, naar zijn vrouw en twee kinderen, waarvan één tijdens den oorlog werd geboren. Te Borssele werd verleden week een ingezetene in staat gesteld te beschikken over de erfenis van zijnen in Indië over leden zoon, die aldaar eenige jaren had gediend. Het hem toegezonden mandaat bedroeg de kapitale som van f 0,66, dia betaalbaar is gesteld bij den betaalmeester te Middelburg. Om genoemd stuk in te wisselen moet de man een daggeld missen grooter dan de nalatenschap en dan nog eene voetreis van ongevier tien uren maken. (M. C.) Verplaatst met 1 Sept. de surnume rair der posterijen en telegrafie J. M. A. Schwan van Rotterdam (tel.) naar Vlissin- gen (tel.). Bij kon. besluit zijn benoemdtot gezworene: van den van Alsteinpolder, A. Staal, te Graauw van het waterschap St. Annaland, J. Boogaard, te St. Annaland van den Westerlandpolder, J. de Wolf, te Wolphaartsdijkvan het waterschap Oud Wolphaartsdijk, A. Remijnse, te Wolphaarts dijk van het waterschap Nieuw-Bomme- nede, C. J. H. Hoogenboom, te Zonnemaire van den Lyndenpolder, J. de Feyter Jz., te Stoppeldijkvan den Nieuw Othene- polder, C. P. Butler, te Terneuzentot dijkgraaf van den Paulinapolder, J. L. I. de Bats, te Biervlietin het bestuur van het waterschap Loven en Willemskerke, tot dijkgraaf A. Franse Cz. en tot gezwo rene M. de Regt, beiden te Hoekvan den Clarapolder, tot dijkgraaf E. Ceulenaere, te Philippine, en tot gezworene V. Ver- rosste, te IJzendijkevan het waterschap Ooster Zwake, tot dijkgraaf S. Paul, en tot plaatsvervangend dijkgraaf J. Tolhoek, bei den te 's-Gravenpolder tot voorzitter van het bestuur van het waterschap der Sluis aan de Wielingen, J. F. Hennequin, te Sluisvan het bestuur der waterkeering van den Oalamiteusen Suzannapolder, A. J. Bierens Jr., te St. Annalanden tot plaatsvervangend dijkgraaf van den Nieuwen Veerpolder, V. M. Krepel, te Nieuwerkeik van den Bijleveldpolder, P. Hage, te Nieuw en St. Joosland. Na een kort doch hartelijk afscheid van ex-president Steyn is ex-president Kruger hedenochtend per gesloten rijtuig uit Scheveningen naar 's Gravenhage ver trokken, van waar hij te kwart voor twaalf per Staatsspoor naar Utrecht is terugge keerd. Bij het vertrek van den heer Kruger, die blijkbaar in tevreden stemming ver keerde, was een niet zeer groote menigte aanwezig. Duidelijk hoorbaar voor het publiek dankte de heer Kruger den heer mr. De Ridder, voorzitter der Pro-Boer- vereeniging, die hem de villa Costa te Scheveningen ten gebruike bad afgestaan, voor zijn hartelijke ontvangst. Ter waarschuwing van hen, die de Diisseldorfer tentoonstelling bezoeken, moge het volgende dienen: Een heer, uit Amsterdam, die even buiten een bierhal was gegaan op het terrein der tentoonstelling, dronk daarna opnieuw uit zijn glas en werd onmiddellijk onwel. Hij ging naar buiten, waar twee heeren hem opwachtten, en daar hij buiten bewustzijn geraakte, liefddrijk oppasten. Zij namen hem in den arm, geleidden hem naar bui ten en wat verder met hem gebeurde, weet hjj niet, wel, dat hij den volgenden morgen op het excercitieterrein ontwaakte, ontdaan van zijn portemonnaie met geld en van zijn gouden horloge en ketting. Een dronken matroos van een logger- schip dat ter haringvisscherij vertrok is nabij Vlaardingen over boord gevallen en verdronken. Door het omvallen van een brandend petroleumtoestel geraakten de kleoderen eeuer vrouw te Alkmaar in brand. Zij bekwam daardoor zulke ernstige brandwonden dat zij aan de ge volgen bezweek. Een jongetje van 8 jaar dat met zijn broertje buiten Deventer ging baden, niettegenstaande hij er niets van kon, is aldaar voor de oogen van zijn broertje verdronken. Te Prinsenhage verkocht iemand zijn hondje aan een buur man, deze kreeg echter berouw en haalde het beest terug waarover een twist ont stond waarbij de een den ander met den scherpen kant van een schop zoodanig op 't hoofd sloeg dat hij in zorgwekkenden toestand met schedelbreuk werd wegge dragen. Een twist te Maastricht Zon dagavond over een meiip tusschen twee personen begonnen gaf Maandag aanleiding tot een vechtpartij warrbij een dergenen die zich in den twist mengden, een eerst kort geleden na anderhalf jaar zittens uit de gevangenis ontslagen fabrieksarbeider door messteken wprd gedood. Te Farn- sum waren drie broeders aan het visschen toen een hunner, die aan toevallen leed, te water geraakte en verdronkde eene broeder sprong hem na doch werd met groote moeite door den derde gered. Te Oud-Beijerland is een 27-jarige mestelaar van de eerste verdieping der in aanbouw zijnde Zuid Hollandsche Beetwortelsuiker fabriek 20 voet hoog gevallen en met het hoofd terecht gekomen op ijzer werk ten gevolge waarvan de hersenpan werd ingedrukt en de man na enkele uren overleed. Dit is daar al het derde derge lijke ongeluk. Aan de scheepsbouwwerf der firma Van Reede te Papendrecht werken vele Dordtsehe werklieden die er per roeiboot heengaan en zich wel eens achter een gesleept wordend schip laten hangen hetgeen den overtocht verhaast. Terwijl men op die wijs Maandag een ge sleept wordende boot wilde aanklampen, sloeg het bootje om waardoor twaalf per sonen te water geraakten negen klemden zich vast aan de omgeslagen boot of wisten zich zwemmende te reddendoch twee jongens van 14 jaar en een man van 27 kwamen in de golven om. Een dienst bode te Rotterdam in een hotel dienende had op een zinken plat achter dit hotel een paar handdoeken te drogen gehangen. Daarna wilde zij zich door een open raam binnenshuis begeven. Zij gleed echter uit en viel door een glazen lantaarn, zich be vindende boven een gang, toegang tot de achter het hotel gelegen pakhuizen gevende. Zij kwam met het hoofd tegen den steenen vloer terecht, brak den schedel en bleef op de plaats dood. Het tragische van dit ongeval wordt verhoogd door het feit dat de naam, woonplaats, ouders en familie van het 16-jarige kind onbekend zijn. Zij luisterde slechts naar den naam Siska en meer weet men niet en schijnt zij zelve niet geweten te hebben. Te Alpheri is de schippersknecht Vermeulen over boord gevallen en verdronken. Te Beek is een landbouwer bij het snoeien door het breken van een tak uit een boom gestort en op de plaats dood gebleven. In de Keulsche vaart in de schutsluis te Utrecht is een 3-jarig meisje al spelende op een schip te water geraakt en verdronken. Te Dordrecht waren eenige timmerlieden bezig een huis af te breken, en hadden met het neerlaten der afbraak op de eerste verdieping een bok geplaatst die met een tuintouw aan een der kinderbalken beves tigd was. Het bleek echter dat de kin derbalk niet in den hoofdbalk was vast gespijkerd maar los in de inkeeping lag, zoodat die balk door de trekkracht van zgn plaats werd gelicht en met den bok omlaag stortte. Beneden stond een 56 jarige steenbikker, die daar kwam vragen of er geen werk voor hem was, op antwoord te wachten en deze kreeg juist die massa op 't hoofd, zoodat hij zwaar gewond neerstortte en spoedig overleed. In het Dgbld. lezen wij het volgende »Een hotel, waar tal van Hagenaars tot hun geluk nooit gelogeerd hebben, mocht zich heden in het bezoek verheugen van ja misschien twee, drieduizend belang stellenden Wij bedoelen het groote Huis van Bewaring aan de Prinsegracht, inden volksmond »hotel de Houten Lepel" ge noemd. 't Was kijkdag van den ouden rommel die verkocht zal worden. Men mocht vrij naar binnen loopen, alles stond open, gangen, zalen, keukens, kelders, cellen, de zolders, kortom het huis tot aan den nok toe. In de nauwe donkere gangen, 't geleek er wel of we al diep in December zaten, verdrongen zich honderden mannen, vrou wen ook, dames heeren, en kinderen, om toch maar alles te kunnen zien. De totaal indruk dien 't gebouw bij velen maakte is, dat men nauwelijks gelooven kan, dat in den tegenwoordigen tijd zoo iets voor straf gevangenis gebruikt is geworden. Onmid dellijk geven wij natuurlijk toe dat tijdens de bewoning de noodige voorzorgsmaat regelen van reinheid wel in achtgenomen zijn, maar wanneer wordt opgemerkt, dat in eenige cellen de toiletemmers (waar schijnlijk door logés) gewoonweg over de vloeren zijn uitgegoten en ginds weer lokalen dienden tot stapelplaats van bergen vuil linnen, dan dient daarbij gezegd, dat men niet direct zijn best gedaan had, om den indruk van het geheel bij de bezoe kers te verhoogen. Smalle trapjes, waar men elkaar nau welijks passeeren kan, brachten het publiek soms zoo in de verdrukking, dat nieuws gierige dikke juffrouwen en kinderen het soms uitgilden. 'tWas een buitengewoon

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2