NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 171. 1902.
Donderdag 14 Augustus
16e Jaargang,
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Zenuwzwakte en School.
FEUILLETON".
ADRIAAK WALRAYEN,
TIJD VB BZ EN.
NA DEN VREDE.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Eenige jaren geleden heeft een arts in
Duitschland geklaagd over de toenemende
nervositeit (zenuwachtigheid) in verband
met de eischen der school.
Medicijnen en kuren tegen die ziekte
vermenigvuldigen, en sanatoriums ver
rijzen maar het aantal patiënten blijft
legio.
Reeds de volksschool let wel in
Duitschland, maar ook in Nederland zal
't wel zoo wezenlegt voor het kwaad
den grond.
En toch zijn de schoollokalen beter en
luchtiger geworden. Toch wordt ook
bij ons met steeds grooter nauwgezet
heid uitgerekend, hoeveel luchtruimte voor
ieder kind voorhanden moet zijnwordt
angstvallig nagegaan welke maatregelen
de hygiëne, de gezondheidsleer, vereischt.
Kinderen van vijf, zes, zeven jaar reeds
moeten dagelijks vier of vijf uren in het
schoollokaal doorbrengen en sommige van
deze worden dan nog met huiswerk belast.
Oudere kinderen zitten nog langer op de
schoolbanken, en hebben ook huiswerk.
Geen wonder dat vele kinderen prikkel
baar worden, hoofdpijn krijgen, vertragen
in ijver en vatbaarheid, hunne vroegere
frischheid verliezen.
De volksschool geeft veel meer dan de
jeugdige hersenen kunnen verwerken.
Geschiedenis, aardrijkskunde, natuur
kunde, natuurlijke historie, wiskunde zelfs,
moet het jeugdige hoofd passeeren. Dat
is een bedenkelijke overlading.
Daarbij komt dat in Duitschland bijna
30 procent der schoolkinderen aan rugge-
graatslijden onderhevig is.
Aan hervorming of verbetering werd
echter nooit de hand geslagen en toen een
der afgevaardigden in de Pruisische Kamer
eens zei dat de volksschool zich bepalen
moest tot goed onderwijzen in lezen, schrij
ven, rekenen en den Godsdienst werd
hij hartelijk uitgelachen en aarts-reactionair
gescholden.
Bij 't middelbaar en hooger onderwijs
wordt het kwaad in nog grooter mate
aangetroffen.
Acht tien uren werken per dag is
voor den jeugdigen gymnast eigenlijk te veel.
Kant gunt den mensch acht uren arbeid,
achturen ontspanning en acht uren slaap.
Maar het kind mag wel 10 uren slapen,
en dient derhalve maar 6 uren te werken.
Proeven genomen in die richting zijn
uitnemend geslaagd.
Dat wil zeggen jonge lieden van het
platteland, wier studie op hun veertiende
jaar hiermede begon dat zij dagelijks drie
uur privaatonderwijs ontvingen, worden
na verloop van twee jaren in de tertia
4.
«le smid van Zaamslag.
(Épisode uit den Franschen tijd.)
Al de opgesomde eigenschappen en karak
tertrekken waren intusschen voor de Fran
schen volstrekt geen hinderpaal, om Adriaan
Walraven het toezicht over de commune
van Zaamslag toe te vertrouwen. Integen
deel, sommige er van waren eene aanbe
veling te meer.
Er was slechts ééne eigenschap en
daarop dient nadruk te worden gelegd
er was slechts ééne eigenschap, welke in
veler oog burger Walraven totaal ongeschikt
maakte om in Franschen dienst als Agent-
Municipaal werkzaam te zijn.
Bedoeld wordt zijne groote gehechtheid
aan het huis van Oranje. De liefde tot
dit doorluchtig stamhuis zat den man in
het bloed. Yoor Oranje had hij alles veil.
Patriotten kon hij luchten noch zien.
Met welk eene blijdschap had gedurende
de verwikkelingen met Oostenrijk in den
loop van het jaar 1785 nu een dertien
tal jaren geleden de tijding opgevangen,
dat Z.D.H. de Erfstadhouder in persoon
paar het land van Axel zou komen, om de
van een gymnasium opgenomen en zijn
dan al spoedig in staat gelijk op te werken
met hen die al vier jaar gymnasiaal on
derwijs hadden genoten.
Deze jongens begonnen met een minder
verzwakte gezondheid en met een meer
ontwikkeld verstand hnnne studiën. Zij
waren niet uren achtereen aan de school
banken gebonden en genoten meer van
Gods vrije natuur.
Ook in ons land worden deze ervaringen
opgedaan.
De zenuwachtigheid is een toenemende
kwaal, en de krankzinnigheid is er niet
zelden gevolg van.
Dat dan door de opvoeders in die rich
ting gestreefd worde, dat geestesontspan-
ning en lichaamsbeweging mede op 't
programma komen te staan.
Juvenalis (Romeinsch hekeldichter inde
eerste eeuw) wist het welSit mens sana m
corpora sano.
Een gezonde ziel in een gezond lichaam.
Hersenoverlading of geestesoverspanning
ondermijnt, in de kinderjaren vooral, un
den geest èn het lichaam.
De rustige vacantietijd leent zich 'tbest
er toe om deze hoogst belangrijke quaestie
onder de oogen te zien.
De beweging tot verbetering zal van de
opvoeders zeiven dienen uit te gaan.
President Steijn te Scheveningen.
De held, in rust, ziet over 't woelig meer
In sombre majesteit den gouden dag ver-
[reizen
Zal Afrika den Brit terug eens wijzen,
De Yrijheidszon zien schittren als weleer?
De wenkbrauw zakt; 't gewelfde voorhoofd
[plooit
»De nacht der tirannie is toch zoo juist
[gestreken
»Wie wacht het licht na gruwbare oorlogs-
[weken
»'t Is onder en zijn opgaan ziet men nooit 1"
Maar plotsling rijst het hoofd de stroefge-
[spannen blik
Ziet helder weer. Wat deed den held
[herleven
Hij zag aan 't firmament in hemelschrift
[geschreven.
»Ik ben de God uws volkshun Redder
[die ben Ik!
»Eens komt de dag der wraaksteeds roept
[het bloed
»Door wreeden Brit te schuldeloos ver-
[goten
»De kindren uit uw heldenstam ge
sproten,
»Zij hebben er hun leven bij geboet
linie van verdediging aldaar te inspecteeren
en het kamp te bezoeken, bij welke gelegen
heid Zijne Hoogheid zeer waarschijnlijk
zijne route over Zaamslag zou nemen. En
toen eindelijk de lang verbeide Julidag voor
het bezoek gekozen, aanbrak en de stad
houder werkelijk kwam, wel niet over Zaam
slag, maar dan toch over 't Zaamslagsche
veer in de onmiddellijke nabijheid, om zoo
door den Oostenblijpolder naar Axel te
rijden, was Walraven een der eersten uit
de duizenden, die Willem V met geestdrift
toejuichte. Het was een gedenkdag in zijn
leven, welken hij nimmer kon vergeten.
Nu, het was voorzeker een aangrijpend
oogenblik op dien zomermorgen, toen de
Oranjevorst met zijn gevolg aan het Zaam
slagsche veer door den Magistraat van Axel
werd opgewacht en nog aangrijpender, toen
Z. H. onder kanongebulder Axels veste
binnen reed en namens den Kerkeraad ge-
complimeerd werd door den jongsten
predikant, den dichterlijken Seharp.
Op iederen lateren Prinsjesdag scheen
Walraven dan ook vroolijker en blijder
gestemd dan anders en dankte God voor
Willems bezit.
Maar hoe was alles sinds veranderd.
De geliefde Oranjevorst zwierf reeds een
drietal jaren ais balling op vreemde kusten,
»Maar eens zal Afrika het licht der vrij-
[heid zien
»Dan zal de Brit voor Mijne hand zich
[buigen
»De wereld zal van Mijne macht ge
tuigen,
»Als Ik Uw volk op tijd Mijn hulp zal biên
Luctob.
Jack Hindon, enz.
Aan de N. 11. C. schrijft men uit Johan
nesburg, (11 Jnni).
Natuurlijk trokken de eerst binnenko
mende Boeren de grootste aandacht, en
daaronder die van Jack Hindon's bende
niet het minst. Jack Hindon is een Schot,
oud ongeveer 30 jaar, die hier vroeger in
'tland kwam toen hij 14 jaren was. Hij
is geheel Boer in zijn opvattingen. Hij
was voor den oorlog speurdiender te Mid
delburg. Van alle verhalen van oplichterij
enz., die van hem geloopen hebben, is niets
waar. Hij werd hoofd van de vermaarde
bende ongeveer Januari 1901, nadat hij
als rapportganger dienst gedaan had. Hij
was ook korporaal vqn een wacht voor zijn
kapiteinschap. Hij begon met een bende
van 25 man (waaronder 4 van Theron's
commando), welk aantal aangroeide tot ruim
100. Hollanders, Duitschers, Franschen,
Amerikanen, Ieren (Britsche onderdanen)
en Transvalers waren daarin vertegenwoor
digd.
Haar taak was om zooveel mogelijk af
breuk te doen aan de spoorwegen, in welke
bezigheid zij groote vermaardheid kregen.
Zij hebben 26 treinen opgeblazen. De vier
bekendste gevallen waren bij Balmoral, bij
Pan-statie, bij Naboomspruit en bij Hamans-
kraal. Toen het korps zich nu overgaf,
was het 33 man sterk. Een gedeelte was
weggegaan, 9 hadden zich al vroeger over
gegeven, gedood werden er ongeveer 12
ongeveer vijf vielen gewond in handen van
den vijand.
Slechts een keer, op 19 Augustus 1901,
heeft dit korps zware verliezen geleden en
dat was in het geval van Naboomspruit,
dat is nabij Pietpotgietersrust aan den
Pietersburg-spoorweg. Met 50 man waren
zij daarheen getrokken en hadden zij zich
nabij de lijn gelagerd om hun kans af ie
wachten. De Engelschen hadden blijkbaar
hun sporen ontdekt, want er kwam een
gepantserde trein, en khaki's onderzochten
het terrein tot op ongeveer 50 treden van
waar de mannen lagen. Toen die trein
weg was, kwamen eerst twee ledige treinen
en eindelijk een lange zwaar geladen
goederentrein. Deze werd opgeblazen, vele
goederenwagens lagen rechts en links.
Achteraan waren gepantserde trucks en een
verdreven uit het zwaar getuchtigd vader
land en met het verlies van zijne stadhou
derlijke waardigheid ook beroofd van goed
en eer.
Toen do droeve tijding van dien Januari
dag ook te Zaamslag vernomen werd, had
Walraven noem het vrij kinderachtig en
onmannelijk zoo ge wilt had ook Walraven
in alle stilte een traan gepinkt uit het
vochtig oog.
Hij kon zijn Willem Diet vergeten.
Een oogenblik had hij nog gehoopt,
vooral in het voorjaar van '93, dat de
overmoed der Franschen zou worden gestuit.
De kansen stondon toen zoo schoon. Helaas,
die hoop bleek ijdel. Ze was, om in de
taal der Schrift te spreken, een morgen
wolk en vroeg opkomende dauw gebleken
er kwam ja eeD vleugje van herstel, maar
waarop eene vreeselijke inzinking volgde.
Wie er dan ook vrede mocht hebben
met de schoonklinkende, doch in het wezen
der zaak bedriegelijke leuze van Vrijheid,
Gelijkheid en Broederschap, Walraven in
geenen deele.
Hij was te degeljjk Oranjegezind burger
en te goed zoon van de Gereformeerde
Kerk in deze landen, om het Fransche
omverwerpings-systeem onvoorwaardelij k
toe te juichen.
personenrijtuig in 't spoor blijven staan-
De gepantserde trucks zaten natuurlijk vol
khaki's. Dadelijk na het opblazen ver
schenen de Boeren en begonnen te schieten.
Daar wordt door een dame uit het rijtuig
de witte vlag opgestokende Boeren roepen
om niet meer te schieten, want er wordt
„gesurrendeerd". Zoo komen de Boeren
aanhollen, en krijgen op vijf treden afstands
uit de trucks de volle laag. Dit zou nog
zoo erg niet geweest zijner waren er wel
verscheiden gevallen, doch de anderen
zochten bedekking, en zouden de khaki's
zoo bestookt hebben, dat zij zich zouden
moeten overgeven, toen plotseling van den
anderen kant een gepantserde trein ver
scheen, waaruit met handmaxim, pompon
en kanen geschoten werd. De Boeren waren
toen aan een zoo hevig vuur blootgesteld,
dat ieder zijn paard zocht en vluchtte. Zeven
dooden bleven liggen, 2 gewonden vielen
in de handen van den vijandde andere
gewonden konden ontkomen.
Bij die gelegenheid kon een Duitscher,
Kremer geheeten, niet uitkomenhij had
zich overgegeven en werd koelbloedig door
een officier doodgeschoten of wel vermoord.
Deze Kremer was de man die uitgevonden
had om met het slot van een Martini- Henry-
geweer een mijn te laten afgaan door den
trein zelf. (De Engelschen hebben dat
indertijd in Kaapsche bladen gepubliceerd,
de rebellen in de Kolonie vingen toen die
couranten op en pasten toen de methode toe).
Op 31 Augustus, dus 22 dagen daarna,
werd de trein bij Hamanskraal opgeblazen,
waarbij zeker 100 khaki's dood of zwaar
gewond bleven en waarbij kolonel Vandeleur
zijn leven liet.
Jack Hindon was zeer gezien, als aan
voerder had hij het volle vertrouwen. Altijd
op zijne hoede, altijd er op uit om maat
regelen te nemen tot bescherming zijner
bende, altijd gelukkig in zijne onderne
mingen. Hij rook de bedoelingen van den
vijand. Toch heeft deze aanvoerde? gedu
rende de vredesonderhandelingen zich
overgegeven zonder iets ervan aan zijne
makkers te zeggen. Verscheiden mannen
van zijn commando heb ik gesproken, maar
niemand kon het zich begrijpen, niemand
wilde aan verraad gelooven. Vermoedelijk
werd hij gewaarschuwd omtrent den loop
der onderhandelingen, en blijkbaar heeft
hij gevreesd zijn leven te moeten verliezen,
erop rekenende dat men hem geen vrijheid
zou laten zich over te geven.
Het is natuurlijk zeer merkwaardig te
hooren hoe de levenswijze en de vecht
manieren waren. In den eersten tijd had
het commando wagens bij zich en op een
daarvan een piano, die ergens gebuitwas.
Bij die piano werd menige danspartij ge-
Walraven was dan ook in geenen deele
op zijn gemak, toen hij vernam dat het
Fransche noorderlegor op het laatst van '94
met snelle dagmarschen voortrukte, Gelder
land door en op Utrecht aan.
En toen hij woldra de treurige tjjding
las, dat de Franschen hun intocht in de
stad gehouden hadden, werd zijn ziel met
wrevel en ergernis vervuld.
Hij kon het do regeoring van de grijze
Bisschopsstad maar niet vergeven, dat zij
Pichegru, den opperbevelhebber, met zijne
manschappen mot uitbundig vreugdebetoon
ontvangen, ja hem zelfs een kostbaren
maaitijd aangeboden had, een maaltijd,
gevolgd door een concert, waar de Marseil
laise uit honderden kolen weérklonk,
zoodra de held van den dag, omgeven door
een schitterenden staf, door de geopende
vleugeldeuren de muziekzaal binnentrad.
„Nu is de zaak verkeken", had Walraven
tot zijne vrienden gezegd.
Het gebeurde op den 17den van Louw
maand d. a. v. bewees maar al te zeer,
dat de Zaamslagsche Oranjeklant goed ge
zien had.
Na alles wat wij van onzen smid te weten
zijn gekomen, kan het niet anders, of ook ons
moet het ten zeerste bevreemden, dat zulk
een vurig aanhanger van Oranje nog in
houden als er noois in de buurt waren.
Na 5 maanden werd evenwel de piano
door de Engelschen buitgemaakt. In den
laatsten tijd was er soms geen enkele
wagen meer bij, ieder ruiter had een hand-
paard waarop al de bagage werd medege
voerd. Men sliep voor 't meerendeel twee
aan twee om minder bagage te hebben,
want dan kon men ieder met 2 dekens
zich voldoende beschutten tegen de nacht
koude. Meestal werd gekampeerd bij water,
de paarden werden losgelaten, dikwerf werd
geen wacht gehouden, als men wist dat
de vijand niet in de buurt was.
Merkwaardig is bij de Boeren de ver
achting voor de Engelsche kogels, in 't
algemeen voor den Tommie als soldaat.
Nooit durfde de Engelschman, behalve in
't begin van den oorlog, in 't front aan te
vallen. Met hun overmacht konden zij altijd
omtrekkende bewegingen maken, zoodat de
Boer dreigde omsingeld te zullen worden.
Een van Hindon's mannen vertelde mij,
hoe het bij Fan-statie was toegegaan. Er
was order van den generaal gekomen om
een gepantserden trein, die het een groot
commando moeilijk maakte de lijn over te
steken, op te blazen. Nabij den spoorweg
zagen zij de vuurpijlraketten opgaan, een
sein waarop de gepantserde trein zou af
komen. Er werd gejaagd zoo hard men
kon en het toestol was geen vijf minuten
gereed of de trein komt er aan. De lading
ging af, de trein verongelukte. De mannen
van Hindon konden echter niet zoo gauw
erbij komen of een 40tal Engelschen haddon
zich in de spoorsloot verschanst en dwongen
hen terug te gaan. Daarop gingen 10 vrij
willigers onder hen in vliegend-en galop
naar een ander punt van den spoorweg,
door de kogels van de verschanste Engel
schen en van een fortje of blokhuis op
eenige honderden treden gelegen heen. Zij
bereikten het verlengde van de spoorsloot
en konden nu zoo op de Engelschen schieten,
die nu wel hun beschutting kwijt waren,
maar de Boeren hadden nog heelemaal geen
beschutting gehad. Twee of drie officieren
werden gedood, verscheiden manschappon
eveneens of gewond, en daar werd toen
het sein van overgeven gegeven. De trein
werd toen nagezien; alles eruit genomen
van hun gading, en dat onder voortdurend
hevig vuur van uit hot fortje. Van Hin
don's mannen was er slechts een gewond
en niet ernstig.
Kleeren waren schaarsch. Bewijzen daar
voor zijn, dat voor een half versleten hemd
5 werd betaald, voor een broek 10,
voor een paar sokken JE 2, voor een paal
schoenen 10, Het waren wel rogeerings-
noten, waarmede betaald werd, maar dio
feiten spieken, want voor een regeerings-
noot werd toch 12 a 15 sh. in zilver of
aanmerking kon komen voor eene betrek
king in Franschen dienst. De man wist
trouwens bezwaarlijk zelf, welke redenen
het gouvernement hadden kunnen nopen
hem een post van vertrouwen, het ambt
van Agent-Municipaal eener welvarende
commune, toe te vertrouwen. Dit laatste
zal ons nader blijken, als wij het gesprek
beluisteren, dat hij voerde met den pastor
loei, Ds. Hendrik Schagen v. Leeuwen, die
hem met zijne benoeming tot Agent kwam
geluk wenschen.
Bij die gelegenheid sprak Walraven on
verholen zijne bevreemding over zijne aan
stelling uit.
„Zie dominé", had hij toen tot den leeraar
gezegd, „het is me bepaald een raadsel,
dat het Franseh bewind mij dit Agentschap x
heeft willen opdragen.
Geheel Zaamslag weet, dat Adriaan Wal
raven een Oranjeklant i3. Nooit heb ik
mijn liefde voor Oranje onder stoelen of
banken gestoken. Integendeel, misschien
ben ik zelf wel eens al te voortvarend
geweest.
Maar gedane zaken nemen geen keer,
domino".
(Wordt vervolgd).