NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 170. 1902.
Dinsdag 12 Augustus.
16e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Bnitenlandseh Overzicht.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bekendmaking.
LANDBOUW.
et.ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per 'drie maanden franco p, p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DfcR FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
ENOELAND.
Edward VII is Koning.
Dit verkondigden Zaterdagmorgen al
vroeg in Londen de kanonnen, en elders
de klokken. De geestdrift was nog groot
al had zij onder de jongste teleurstellin
gen geleden. Geheel Londen was in roere.
Den vorigen dag had de koning van uit
het Buokingham-paleis een proclamatie aan
zijn volk gezonden, waarin hij „de godde
lijke Voorzienigheid" dankte voor zijn
herstel en bad om kracht voor de taak die
hij stond op zich te nemen. Schoon die
taak eigenlijk slechts bestaat in 't in acht
nemen van velerlei ceremoniën. Want
helaas! wie regeeren in Engeland eigen
lijk! De Cranborne's, de Chamberlains, de
Lansdowns, die zijn het die de lakens uit-
deelen, zeer tot schade voor Engelands
roem en sterkte.
Toch is de proclamatie goed opgenomen.
Des namiddags had de „investituur-
plechtigheid plaats, waarbij Koning Edward
de verleende orde-teekenen aan de betrok
ken personen ter hand stelde. De herto
gen van Marlborough en Sutherland ont
vingen bij die gelegenheid de orden van
den Kouseband. Tevens heeft Zijne Maje
steit op het paleis Ras Makonne ontvan
gen, den vertegenwoordiger van Menelik
van Abessiniö, wien de Koning de orden
van St. Michiel en St. George heeft ver
leend; voorts den minister-premier van
Ouganda, die voor Edward beele mooie
olifantstanden meebracht, 's Avonds waren
verscheiden gebouwen geïllumineerd.
Den volgenden dag grooter drukte.
Naar Westminster Abdij
De beschrijving der kroningsplechtigheid
is in 't kort aldus
Drie minuten voor twaalf neemt de
Koning plaats op een zetel voor den troon.
De aartsbisschop van Canterbury doet
daarop de gebruikelijke vraag. Na de
woorden: »Zijt gij gereed hem uw hulde
te betuigen?" barst een donderend, alge
meen: „God save the King Edward!"
los, en de trompetters schetteren een fanfare.
Het klankeffect door de gewelven is machtig.
Daarop knielden de koning en de Koningin,
waarop de plechtige dienst een aanvang
neemt. Na afloop van het eerste gedeelte
wordt den Koning door den aartsbisschop
gevraagd of hij den eed wil afleggen. Met
krachtige stem antwoordde Eduard„Dat
wil ik!" Na ook op de overige voorge
schreven vragen het antwoord met luide,
heldere stem te hebben gegeven, brengt
men den Koning schrijfgerei, en hij teekent
het eedsformulier.
Daarop ontdoet men Eduard van zijn
rooden staatsiemantel, en hangt men hem
een mantel van goudlaken om. Eduard VII
plaatst zich op den troon van den Heiligen
Eduard, en nu nadert hem de aartsbisschop,
terwjjl den koning de verschillende kronings
attributen worden aangedaan. Een groote
ontroering wordt zichtbaar op het gelaat
van den aartsbisschop en als hjj eindelijk
de kroon op Eduard's hoofd plaatst, valt
dit hem bijkans te zwaar. Zijn bevende
handen drukken de kroon op het hoofd van
den monarch.
Eduard is gekroond. In het zelfde oogen-
blik wordt de gansche kathedraal in den
feilen lichtgloed van tal van electrische
lampen gezet en een oorverdoovend gejuich
wordt aangeheven.
Dan heft het koor een lofzang aan, welke
door den Koning, doodstil gezeten op den
troon van Eduard den Belgder, wordt aan
gehoord.
De kroning van de Koningin vindt veel
vlugger plaats en is niet zóó plechtig.
Toen de Koning had plaats genomen,
knielde de aartsbisschop van Canterbury,
geheel volgens het programma, voor hem
neer, maar de hoogbejaarde priester, werd
door een flauwte bevangen en de koning
zelf moest hem behulpzaam zijn hg het
oprgzen. De aartbisschop moest bijna naar
het altaar worden gedragen, zoo zwak
was hg.
Het trok do aandacht, dat koning Eduard
de huldebetuiging van den prins van Wales
op buitengewoon hartelijke wijze beant
woordde.
Vertegenwoordigers van den adel naderen
den vorst, raken ten teeken van gehoorzaam
heid diens kroon aan en kussen Z. M. op
de wang. Dit gedeelte der ceremonie was
zeer bekort.
De Koning zag er oud en vermoeid uit
toen de plechtigheid was afgeloopen.
Na de plechtigheid keerden de Koning
en de Koningin naar 't paleis terug waar
de volksgeestdrift zoo groot was dat zij
heiden zich op 't balkon begeven.
En des avonds! Prachtige illuminaties
vooral die van de Engelsehe Bank, de
Beurs, Mansion House, in de City, en de
groote militaire clubs in het Westend,
waar de talrijke woningen van de aristo
cratie ook een zee van licht verspreidden,
waartoe bijna elk ander gebouw in de voor
naamste straten in mindere of meerdere
mate bijdroeg. Talrijke groote magazijnen
boden een heerlijk schouwspel. De straten
waren vol van een ontzaglijke menigte
menschen. Als een bijzonderheid zij nog
vermeld, dat Koning Edward voor de
kroningsplechtigheid ook een vertegenwoor
diger van het Leger des Heils heeft uit-
genoodigd, en de heer Bramwell Booth werd
toen tot afgevaardigde gekozen. Op de
vraag echter, of hij in de uniform van het
Leger des Heils moest verschijnen, ant
woordde de hertog van Norfolk, de opper
hofmaarschalk, dat het reglement die uniform
niet kende. Bramwell Booth deed toen een
beroep op de beslissing van den Koning,
waarop deze hem liet antwoorden „dat hij
met groot genoegen u machtigt om de
kroning in de uniform van uw rang als
officier van het Leger des Heils hij te wonen.
Zijne Majesteit bedankt u voor uwe vrien
delijke gelukwenschen."
Koning Edward heeft het kasteel Osborne,
met uitzondering van de private vertrek
ken van wijlen Koningin Victoria, aan het
Volk geschonken. Hij hoopt, dat het voor
nationale doeleinden bestemd zal worden
en als een herstellingshuis voor officieren
van leger en marine gebruikt zal worden,
wier gezondheid in 's lands dienst bena
deeld is. Hunne Majesteiten, vergezeld
door de andere leden der koninklijke familie
en verscheiden buitenlandsehe gasten op
Buckingham-Palace, woonden Zondag een
godsdienstoefening bij in de koninklijke
kapel van het Paleis St. James. Zij werden
onderweg door de menigte levendig toege
juicht. Ook had in de St. Pauls kathe
draal een plechtige dankdienst plaats. De
Lord-Mayor en de wethouders woonden den
dienst in gala bij.
Lucas Meijer.
Vrijdagmiddag is deze Boerengeneraal,
die voor zijn gezondheid naar Europa ge
komen was, om de badplaats Carlsbad te
bezoeken, onverwachts, op 56 jarigen leeftijd,
te Brussel overleden. Hij leed aan een
hartkwaal. Hij had voor een of twee dagen
kamers gehuurd in een particulier huis,
waar hij juist den vorigen dag z(jn jeug
dige vrouw en zijn 18 jarige dochter uit
zijn eerste huwelijk, door hem reeds hij
't begin van den oorlog hierheen gezonden
en die hem nu van Carlsbad waren tege
moet gereisd, ontmoet. Blijkbaar is de
vreugde des weerziens hem te veel ge
weest. Te 2 uur Vrijdag werd hij onwel,
spoedig daarna was hij bewusteloos, en
stierf hij, ondanks toegesnelde geneeskun
dige hulp.
Lucas Meijer heeft zijn volk groote dien
sten bewezen.
In 1881 nam hij aan verscheidene ge
vechten deel. Bij Ingogo werd hij door
een granaat aan het hoofd gewond, ten
gevolge waarvan hij 42 dagen lang be
wusteloos bleef.
Drie jaar later was hij wederom op het
oorlogspad. Met 800 burgers was hij uit
getrokken om Dinizoeloe te helpen in diens
oorlog met diens oom Oesibepoe (en broe
der van Cetawayo) om de kroon. Nadat
deze verslagen was, stond Dinizoeloe, uit
dankbaarheid, bij verdrag te N'gomo op 23
Mei 1884, een deel van zijn land aan de
Boeren af. Den 6 Augustus werd het
nieuwe gebied tot een republiek geprocla
meerd onder den naam De Nieuwe Repu
bliek met het nieuw aangelegde dorp Vrij
heid als hoofdplaats. Lucas Meyer werd geko
zen tot president en D. Esselen (zoon vaneen
zendeling in de Kaapkolonie, niet te ver
warren met zijn broeder D. J. Esselen,
procureur te Pretoria) tot staatssecretaris,
terwijl oude Jinn Henderson, een hekend
figuur, staatsprocureur was.
De republiek sloot zich later aan bij de
Zuid-Afrikaansehe Republiek, waarvan hij
sedert een district (het district Vrijheid
geheeten) uitmaakt. Lucas Meyer vertegen
woordigde met Louis Botha dit district
iu den Eersten Volksraad, maar zij beiden
behoorden tot de progressieve partij (voor-
uitstrevenden in den geest der Engel-
schen Jouhertpartij) en waren derhalve
tegenstanders van de (conservatieve) staat
kunde van Kruger. Dit bezorgde hem onder
het volk den scheldnaam van Jingote
meer daar ook dr. Mansvelt in zijn streven
tot verbreiding van de Nederlandsche taal
tot wering van het Engelsch ift hem ge
durig een bestrijder vond en hij de Neder
landsche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaat
schappij in het geheel niet genegen was.
Ook stemde hij eenige weken voor 't uit
breken van den oorlog voor het met één stem
meerderheid aangenomen voorstel-Erasmus
om C. G. de Jonge wegens zijn anti-
Engelschen ijver in zake onderwijs als
Opper-Schoolinspecteur af te zetten. Toch
was hij bij lange geen jingo.
Toen in 1899 de oorlog werd verklaard,
was generaal Meyer met zijn commando's
in de nabijheid van zijn hoeve aan do grens.
Hij opende de vijandelijkheden, door zijn
snellen inval in Natal, de overwinning bij
Talanaheuvel (20 October), gevolgd door
den aanval op het kamp van generaal Sy-
mons te Dundee. Ondanks een ongesteld
heid die hem op dat oogenblik plaagde,
ontwierp de generaal zeer zorgvuldig de
plannen voor het gevecht en gaf bij zijn
bevelen zoodanig, dat den Britsehen gene
raal voor den aanval den terugtocht zou
worden afgesneden, De onbokwaamheid
van generaal Erasmus (de man van boven
genoemd voorstel tot afzetting van C. G. de
JoDge) was oorzaak dat het zorgvuldig over
legd plan mislukte, generaal Meyer, die in
persoon het gevecht leidde, kon den Brit-
schen troepen slechts een gevoeligen slag
toebrengen, doch hen niet vernietigen. Na
het gevecht stortte hij uitgeput van zgn
paard en bleef een maand lang zwaar ziek.
Inmiddels stierf Joubert en zou hij zijn
opvolger geworden zijn, doch zijn ziekte
belette dit, zoodat de keuze tusschen Louis
Botha en hem voor eerstgenoemde gunstig
uitviel. Beide mannen kenden elkaar van
vroeger, Botha had onder Meyer tegen, de
Kaffers gestreden, zoodat deze in zekeren
zin beschouwd mag worden als de leer
meester van zijn lateren opperbevelhebber.
In den tijd van hun gezamenlijk strijden
tegen het inlandsche ras, sloten beiden een
hechte vriendschap, die door de jaren, vooral
door de laatste jaren, zeer is versterkt.
Tegen den raad van zijn dokter keerde
Lucas Meijer don 24en December naar het
oorlogsterrein terug en streed mede hg
Pont Drift, Boschrand en Pieter's Heuvel.
In het gevecht hij Pont Drift ontkwam hg
aan een ernstig gevaar: een vijandelijke
kogel raakte zijn veldkijker, doch stuitte
daarop af en viel in een der zakken van
den generaal. Mevrouw Meyer draagt thans
den platten kogel als broche.
Toen Buller er eindelijk in slaagde door
de Boerenlinies aan de Toegela heen te
dringen en Ladysmith opgegeven moest
worden, behoorde Lucas Meyer met Louis
Botha tot de laatste die de zoo lang en
zoo hardnekkig verdedigde stellingen ver
lieten. Zij waren voornemens aan Modder
spruit stand te houden om Buller opnieuw
de kracht van hun wapens te doen gevoe
len. Daar gekomen bevonden zij echter dat
Joubert met het geheele legor overhaast
was teruggetrokken en zat er voor hen dus
niets anders op dan den opperbevelhebber
te volgen.
Den rusttijd die op het ontzet van Lady
smith volgde, gebruikte Meyer om zijn
stellingen in de Biggarsbergen te verster
ken. Met de scherpe juistheid van blik, die
alle Boerenaanvoerders in dezen oorlog in
meerdere of mindere mate hebben getoond,
maakte do man die nooit tactiek noch ver
sterkingskunst wetenschappelijk had beoe
fend, zgn positie tot een stelling, die de
militaire attachés bij het Boerenleger en
later zelfs de Britsche generaals om strijd
prezen. Langs diepe loopgraven achter de
schansen konden kleine afdeelingen zich
ongezien snel verplaatsen en de eenige
schansen die voor den vijand zichtbaar wa
ren, lagen ver achter de loopgraven door
de verdedigers bezet. De loopgraven waren
allen zóó verborgen dat de Boeren onge
zien konden terugtrekken naar het hoog
ste punt in de bergen.
De stelling was iprachtig, maar nutte
loos toen Buller oprukte, trok hij om de
Biggaarsbergen heen, wat hem meer tijd
maar minder menschen kostte.
Lucas Meyer trok terug en sloot zich
aan bij de commando's onder Botha. Het
verdere gedeelte van den oorlog bleef bij
in Oostelijk enj'Zuidoostelijk Transvaal.
Welk daar zijn" aandeel in den strijd is
geweest hebben de verminkte en onbe
trouwbare Engelsehe berichten ons nooit
gemeld.
Lucas Meyer was een welbespraakt en
innemend man die Top zijn burgers grooten
invloed had en bij hen in hoog aanzien
stond. Niet alle Transvalers oordeelen
echter even gunstig over hem gelijk wij
hierboven zagen.
Ook zullen zijne visites enz. bij Kitchener
en Chamberlain niet algemeen goed zgn
opgenomen.
Dat president Kruger zijn optreden in
dezen gelaakt heeft, is echter een praatje
geweest. De familie heeft dit uitdrukke
lijk na 's mans dood doen tegenspreken.
De buitenlandsehe pers bezingt zgn lof.
De Engelsehe »Daily Mail" zegt»Hij
was, streng genomen, de eenig werkelijke
soldaat in het Boerenleger. Yan kindsbeen
af als vechter getraind, was hij door en
door oorlogsman en bezat een voorkomend
heid, hoffelijkheid en dapperheid, die hem
als niemand anders onder de Boeren was
aangeboren".
Na in,het kort zgn politiek verleden te
hebben geschetst, gaat het blad voort
»Hij vocht dapper, van het begin tot het
einde van den oorlog en muntte bij meer
dan een gelegenheid uit door zgn »sports-
mannelijk gedrag jegens zijne gevangenen.
Er was geen Engelsch soldaat, die met hem
in aanraking was gekomen, of hij sprak
op waardeerenden toon over zijn gedrag.
Zijne eommando's waren uit het Oosten
van Transvaal gevormd en bestonden uit
het krachtigste en beste gedeelte van de
Boeren, zonder vermenging van vreemde
delingen, knechten of kolonialen"
De Fransche „Journal" daarentegen zegt:
„Generaal Lucas Meyer was niet een
dier aanvoerders van den eersten rang als
Botha, De Wet, De la Rey, Kemp en
Kruitzinger, wier namen nu in ieders ge
heugen zgn. Hij was een dapper soldaat
en vocht tot den laatsten dag. Met hem
is een dapper man verdwenen".
En de Duitsche „Köln. Ztg.":
„Lucas Meyer was niet een zoo uitste
kende persoonlijkheid als Paul Kruger,
Steyn, Joubert en Cronjó, die vóór het
uitbreken van den oorlog den stempel op
de Boerenstaten hadden gedrukt, maar hij
behoorde ontegenzeglijk tot de leiders; de
omstandigheid, dat hij president van de
zoogenaamde nieuwe republiek Vrijheid
was, bewijst dit".
En verder: „Zijne prestaties als veld
heer werden verschillend beoordeeld. Zooals
alle Boeren, was hij daar op zijn plaats,
waar het gold, een voorzichtig en goedge-
kozon positte tegen oen niet te sterken
vijand te verdedigon. In beslissende oogen-
blikken van het gevecht, waar snelle maat-
rogelen getroffen moesten wordon, schijnt
hij, volgens strenge critici, verkeerd ge
handeld te hebben. Dezen leggen hom
ten laste, dat hij de bijna onneembare
stelling dor Biggarsbergen to vroeg heeft
opgegeven en daardoor de ontruiming van
Natal noodig gemaakt heeft. Ten slotte
heeft hij toch zijn volk den grootsten
dienst bewezen, doordat hg een einde
hielp maken aan oen noodeloos bloedver
gieten".
Dit laatste wordt door een Fransch blad
(„Le Matin") aldus vertolkt: ,.Na do
vredosonderhandolen was Lucas Meijer oen
der meest gewillige onderteekenaars van
de Engelsehe vredesvoorwaarden. Hij
haalde de weifelaars door zijn woord en
voorbeeld over."
De taak is voor den geschiedschrijver
weggelegd om het juiste licht op dezen
held te doen vallen, wiens einde kort na
't einde van den oorlog ons al even tra
gisch voorkomt als dat van F. Lion Cachet
kort na 't begin van den oorlog. Beiden
stierven aan een hartkwaal, plotseling, en
in den vreemde. De laatste overleed te
Bergen op Zoom.
Het lijk van Lukas Meyer is Zaterdag
gebalsemd.
Tal van personen hebben hun naam in
een condoleantioboek ten sterfhuize inge
schreven.
De datum der begrafenis zal wordon
vastgesteld na de komst van Botha en do
andere Transvaalsche generaals.
Alle Boeren van beteekenis zonden condole-
antie-telegrammen. Verscheidene Engelsehe
staatslieden en hooggeplaatste officieren,
die aan den oorlog in Zuid-Afrika hebben
deelgenomen, gaven eveneens blijk van
hun deelneming met name: Salisbury,
Lansdowne, Roberts, Kitchener en French.
De teraardebestelling zal te Pretoria
plaats hebben.
De Nederlandsche legatie zal zich bij de
plechtigheid doen vertegenwoordigen.
Het stoffelijk overschot is voorloopig
bijgezet op de begraafplaats te Ixelles.
President Kruger moet zeer getroffen ge
weest zijn toen hij Vrijdagavond het bericht
kreeg. Hij zond terstond zijn secretarismr.
Bredell naar Brussel om zijn deelne
ming te betuigen, deze vertrok terstond,
benevens de heer Fischer namens den
president Steyn.
Goes. Openbare les in de Bewaarschool
voor on- en minvermogenden aan de beesten
markt, op Vrijdag den 15 Augustus a. s., te
beginnen des voormiddags te half tien uren,
tot bijwoning waarvan de belangstellenden
worden uitgenoodigd,
Burgemeester en Wethouders van Goes
doen te weten, dat door den Raad dier ge
meente, in zijne vergaderingen van 21 Mei en
27 Juni 1902 zijn vastgesteld de volgende ver
ordeningen a. verordening op de Heffing van
eene retributie voor het leveren, herstellen en
vernieuwen van beertonnen in de gemeente
Goes. b. verordening op de invordering vaq
eene retributie voor het leveren, herstellen en
vernieuwen van beertonnen in de gemeente
Goes. Zijnde de verordening op de heffing
goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 21
Juli jl., no. 67.
Drie jaar geleden werden iu eene ver
gadering van afgevaardigden van coöpe
ratieve landbouw-verbruiksvereenigingen
onder voorzitterschap van dr. A. I. Swaving,
directeur van het rijks-landbouwproefstation
te Goes, de aanbestedingsvoorwaarden vast
gesteld voor den aankoop van kunstmest
stoffen en krachtvoedermiddelen. Deze
voorwaarden werden door de meeste ver-
eenigingen in Zeeland, zij het dan ook
met enkele geringe wijzigingen overgeno
men en een jaar later ook door verscheidene
verhruiksvereenigingen in Noordbrabant.
Thans werd eene herziening dier voor-