NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 169. 1902. Zaterdag 9 Augustus. 16e Jaargang, CHRISTELIJK- HISTORISCH Bij iil nr Maori en Bpepel. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Een baken in Zee. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p, p. 0,95. Enkele, nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het spreekwoord zegtEen schip op zand, een baken in zee. Dat wil zeggenis een schip op een meesttijds onzichtbare of even zichtbare zandbank gestrand dan blijft het daar boven de zee als wrak uitsteken, als waarschu wende baak in zee, opdat andere schepen zich ver van deze plek houden Aan dit spreekwoord is het opschrift ontleend waarmede De Nederlander onder staand treffend juiste artikel naar aanlei ding van hetgeen thans in Frankrijk ge schiedt, opent. Frankrijk is de bakermat der Revolutie. Het land, waar recht en orde, gezag en vrijheid, het eerst en het meest-principieel zijn losgemaakt van den wortel waarop zij stoelen. Het land, waar het vroegst en het vurigst gedroomd is van gelijkheid, vrijheid en broederschap. Het land, waar op de meest consequente wijze de volkswil d. w. z. de wil der meerderheid het recht werd gekroond aan het gezag de zedelijke wijding werd ontnomenen de ehristelijk-staatkundige tradities weken voor den radicalen tijdgeest. En welke zijn de gevolgen Nadat een eeuw lang het nieuwe licht heeft geschenen, is men zóóver, dat het recht zelfs in de rechtszaal door politiek wordt bezoedeld, getuige de zaak-Dreyfus dat het publieke leven letterlijk in partij schappen opgaaten dat er. nu een mini sterie aan het roer is, hetwelk het openlijk uitspreekt, zelfs bij de uitvoering van wet ten partijpolitiek te willen drijven. Vijf-en-twintig-honderd scholen zijn door de Regeering uit anticlericalisme gesloten. De mannen van gezag onder haar eigen vrienden verklaren, dat de onder het vorig kabinet aangenomen wet haar daartoe geen recht gaf. Maar het Janhagel der meer derheid juicht de sluiting toe als een dap pere, welsprekende partijdaad. Het land der revolutionaire „verdraag zaamheid" loopt, meer dan honderd jaren nadat nu eens voor goed de vrijheid op geestelijk gebied zou worden geproclameerd, gevaar een godsdienstoorlog te zien los branden. Ziedaar de treurige gevolgen van het loswrikken van het rechtvan de heer schappij der partijen. Er wordt gesproken over de „wetsuit- legging", maar de N. R. Ct. teekent daarbij met akelige juistheid aan Wellicht is het nuttig, aan de beteekenis die hier de kwestie der „wetsuitlegging" beeft, met eenige sceptische hooghartigheid te twij felen. Hier niet te vragenwat wil de wet, maarwat wil de politiek, d. w. z. de meening van hen, die gisteren deze wet ge maakt hebben en morgen een andere maken zullen Want, men weet hetnieuwe maat regelen, nieuwe wetten staan op het program van dit ministerie, geboren uit krachte van w ,'?ats<:e uitspraak der stembus, welke aan Waldeck-Rousseau, indien men het zoo zeggen kan, meer dan gelijk gegeven, duidelijk een v-rlgaan op zijnen weg wenschelijk genoemd Hoever Combes vorderen zal, is onmogelijk te zeggen. Deze eerste daad is afgekeurd, niet enkel m clericale bladen, niet slechts door de nationalistisch getinte „Débats", ook door de „Temps". Dit laatste blad kwam voorna melijk op de w ij z e van uitvoering. Het vond hier iets onoprechts in. Den geest der wet op de congregaties te bestrijden, dus bekende het, zou naïef, zou een anachronisme geweest zijn. De Kamer wil nu eenmaal zoo. De meer derheid wil den strijd met de clericalen. Materieel radicalisme, een wet op de inkom sten bijvoorbeeld, is voorloopig niet te wachten. Wel een strijd op geestelijk gebied met de reactionnairen. Wij, die er buiten staan, zien volkomen duidelijk het onliberale in dezen storm op de kloosterscholen. Doch bij het overzien van Men zegt wel eens foutief: Een schip op strand in plaats van zand. den geheelen toestand moet men niet ver geten, dat het kabinet-Combes werkelijk is eene voortzetting van het kabinet-Waldeck- Rousseau, en dat dit, met den aanvaarden steun van de socialisten, uit den nood is ont staan, geboren ter verdediging van de re publiek. Is met deze eenvoudige woorden, die volstrekt niet bijzonder antipathiek tegen over de Fransche meerderheid bedoelen te zijn, het bedroevende van den toestand niet in schrille kleuren geteekend? Er wordt niet gevraagd naar de wet, maar naar de politiële. Er wordt ook bij nieuwe wetten niet gevraagd naar het recht, maar naar de „laatste uitspraak der stembus." De stembus heeft nu eenmaal aan "Waldeck- Rousseau „meer dan gelijk gegeven", en zoo moest er dan iemand komen, die nog wat verder ging dan deze (want Waldeck- Rousseau heeft deze uitlegging niet gewild). Die man is gevonden in Combes. En bij al wat Combes doet, is zijn rechtsgrond: „De Kamer wil nu eenmaal zoo. De meer derheid wil den strijd met de elericalen."(2) Ziedaar de tyrannie der meerderheid naar het leven geteekend. Men bedenke toch, dat „het Kabinet- Combes werkelijk is eene voortzetting van het Kabinet-Waldeck-Rousseau, en dat dit, met den aanvaarden steun van de socia listen, uit den nood is ontstaan." Het is, alsof aan het recht, struikelend op de stra ten, in zijn val nog de troost wordt mee gegeven, dat de politiek thans geen tijd voor hem laat. Hoe wordt Groen v. Prinsterer in 't gelijk gesteld bij zijn blootlegging van het be- driegelijke der revolutionaire leuzenEn hoe is Frankrijk een baken in zeeook voor ons land, waar, juist mede door het gezegend werken van tegenhoudende krach ten als Groen en de zijnen, gelukkig het kwaad nog niet zoover doordrong. De President der Fransche Republiek leeft ook in die/ dwaling. Toen men van Roomsche zijde bij hem kwam protesteeren tegen de tiranieke daad, beroemde hij er zich op dat hij sterk was door de meerderheid van 160 stemmen in de Kamer. 8 Augustus 1902. Onder het opschrift „Alweer Britsche trouweloosheid" schrijft de heer H. J. Emous, te Amsterdam Artikel 2 van de „Voorwaarden van over gave" houdt in, dat alle burgers der beide Zuid-Afrikaansche Republieken, die in krijgs gevangenschap zijn, door Engeland naar Zuid- Afrika zullen worden teruggebracht. Uit be richten van Oost en West blijkt, dat de Engelsche autoriteiten zich aan dat artikel niet houden en dus de voorwaarden schen den. Natuurlijk zijn niet alleen burgers de zulken, die in Zuid-Afrika geboren zijn, maar ook zeer velen, die het burgerrecht verkregen hebben op grond van bestaande wetten of besluiten van den Volksraad. Als de gede legeerden te Vereeniging in art. 2 van de Terms of Surrender het terugbren gen van alle krijgsgevangen burgers bedon gen hebben, moeten zij bedoeld hebben al degenen die in de termen van wetten en be sluiten, in de voormalige Republieken geldig, burgers zijn. Ondenkbaar is het, dat zij het aan Engeland zouden overgelaten hebben te bepalen, wie burgers moeten hee- ten. Toch bepaalt de Engelsche regeering, dat geen burgers zijn al degenen, die het na 29 September 1899 geworden zijn. Op die wijze schuift zij honderden minder gewenschte personen van zich af, maar met schandelijke verkrachting van wettig verkregen rechten. Zij brengt burgers naar Europa, die in Afrika met Afrikaansche vrouwen gehuwd zijn, welke vrouwen in de kampen zich bevinden. Zoo staat ons dan weer de herhaling te wachten van wat in 1900 geschied is, toen er honderden op onze kust werden neergezet, die hier in 't geheel niet thuis hoorden. De Engelsche gezagvoerders der booten verwon derden zich dan ook, dat zij hunne lading zoo onafgebroken hadden kunnen lossen. Van de thans niet erkende burgers is ook weer alles verbrand en gestolen. Ze worden, ge scheiden van de hunnen, gansch beroofd, hier teruggebracht. Dat kunnen de Boeren leiders te Vereeniging niet hebben gewild. 4» 100 kilo geraffineerde suiker kost f 9 en de accijns daarop bedraagt f27. In de laatste jaren waren de suikerprijzen belangrijk lager dan f 9, maar dit voelt 't publiek niet vanwege den hoogen accijns. Op verlaging van den suikeraccijns, als 't kon zelfs geheele afschaffing blijven wij, overeenkomstig het antirev. Program van Actie, aandringen. Suiker is een kostelijk voedingsmiddel, dat te kostelijker zal worden naarmate de Staat het minder kostbaar maakt. NA DEN VREDE. Een redacteur van de N. R. C. had een gesprek met dr. v. Rennerkampf, een Rus, die met president Steyn uit Zuid Afrika gekomen is, en sinds Januari 1900 met de Russisch-Hollandsche ambulance, later alleen, tot het eind van den oorlog werk zaam was en wat hij vertelde zelf gezien of uit de eerste hand vernomen heeft. Hieronder volgt wat de N. R. C. over het sluiten van den vrede van hem vernam. Er waren er onder de voormannen van de Boeren die door wilden vechten en er waren er die vrede wilden sluiten. Steijn en de Wet waren voor doorvechten, de Transvalers voor vrede sluiten, met enkele uitzonderingen, Kemp b. v. Voor beider standpunt waren stellig goede redenen. Steijn en de Wet (en, naar wij van andere zijde vernomen hebben, waren van de dertig Vrijstaatsche afgevaardigden te Vereeniging slechts drie voor den vrede) hadden goede redenen, maar de Transvaler hadden ze ook In elk geval staat vast, dat de Boeren vol komen vertrouwen hebben in hun voor mannen en zich bij hun besluit neerleggen, in de overtuiging dat zij voor land en volk het beste beslist hebben. Aan omkooperij wordt niet gedacht. In het besluit, dat de afgevaardigden te Vereeniging genomen hebben, staat waarom zij den strijd gestaakt hebben. De toestand in het Oosten van Transvaal was inderdaad zeer hachelijk. In sommige streken waren de blokhuisliniën slechts 40 KM. van elkaar. Dat is een afstand, dien men in Zuid-Afrika gering acht. Daartusschen was hot leven haast onhoudbaar geworden. Er waren nog vele vrouwen en kinderen van de Boeren in het veld. Voor die allen moest men ook zorgen, 's Nachts kwamen de Boeren en brachten hun voedsel. Maar overdag verscheen weer een Engelsche co lonne en nam de vrouwen en kinderen het voedsel af. Dan stonden de vrouwen nog aan mishandeling bloot. In het Westen van Transvaal (waarover dr. von R. het best oordeelen kan) hebben Engelsche offi cieren en soldaten herhaaldelijk getracht op Boeren vrouwen geweld te plegen. Zoo is het (Jan. 1902) gebeurd, dat in Lichten- burg de vrouw van iemand die ons genoemd is aangevallen werd door een Engelsch officier van gezondheid. En die vrouw was in bizondere omstandigheden. Op haar hulpgeroep kwamen de soldaten die buiten het huis stonden binnengeloopen, en zoo werd de toeleg verijdeld. Er zijn herhaal delijk dergelijke aanslagen beproefd, en het is meermalen gebeurd, als de Engelschen onverrichter zake moesten wegtrekken, dat spoedig daarop een Kaffercommando ver scheen en met ruw geweld uitvoerde wat de Engelsehen zoo niet durfden. Tegenover Kaffervrouwen en meisjes waren deze min der schroomvallig. Dat ging heel eenvou dig toe. Een paar soldaten pakten den Kaffer beet en gooiden hem zijn huis uit, en de andere khaki's gingen binnen. Aan dergelijke behandeling door Kaffers stonden ook de vrouwen van de Boeren bloot. En dan hadden de commando's nog met de gewapende Kaffers te doen. Naar schatting hadden de Engelschen in Trans vaal alleen tusschen de vijftig- en zeventig duizend Kaffers gewapend. Wij hebben op dit punt nog een andere inlichting uit goede bronvolgens generaal Louis Botha waren er op het eind van den oorlog zeker zooveel gewapende Kaffers als gewapende Engelschen in Zuid-Afrika, de wilde Kaffers in het Noorden nog daarge laten. Die Kaffers deden b.v. in het O. van Transvaal geregeld uit hun posten uit vallen onder aanvoering van Engelsche officieren. Zij trokken dan 's nachts uit en overvielen de Boeren bij het aanbreken van den dag. Daartegen moesten deze 's ochtends vroeg aldoor op hun hoede zijn, hetgeen zeer afmattend was. En kwam het tot vechten, dan was de Kaffer veelal een ge- duchter vijand dan de Engelsehman. Deze steekt al gauw de handen op, maar de Kaffer, die weet dat hij onverbiddelijk dood geschoten wordt, als hij de Boeren in han den valt, vecht tot het uiterste. Het is generaal Botha's overtuiging, dat de moord, die onlangs in het district Vrijheid op 56 Boeren gepleegd is, het werk is van het officieele Engelsche Zoeloe-commando, te Vrijheid] :in garnizoen. Tot zoover onze ongenoemde, volkomen betrouwbare zegs man. Dr. von R. vertelde verder (en ook dit weten wij eveneens van andere zijde) dat de Engelsehen op het oogenblik moeite hebben met de ontwapening van die Kaffers. Ze willen hun wapenen niet meer afgeven. Dan de ontberingen (men herinnert zich wat dr. Jurriaanse daarvan aangaande het O. van Transvaal verteld heeft). In Juni 1901 reeds heeft dr. von R. in Lichtenburg bij de verbrande muren van een hoeve, mensehen slecht gekleed en zonder dek zien lijden onder de winterkou. Later werd het in het W. van Transvaal wat beter, door den velen buit die er op de Engelschen behaald werd. De vrouwen maakten zich kleeren uit dekens van Engelsche soldaten, nadat zij ze eerst uitgekookt hadden om ze van het ongedierte te ontdoen. En geen huis stond .overeind. In het W. van Transvaal was de toestand zoode Boeren hadden de districten Kru- gersdorp en Potchefstroom geheel en Lich tenburg en Rustenburg gedeeltelijk opge gevenWolmaransstad en Bloemhof waren al geheel in Engelsche handen. Bleven nog Marico en Rustenburg, districten van koren- bouw en veeteelt. Maar die streken zijn van December tot begin Mei voor paarden en muildieren onbewoonbaar. Ze gaan er dood. Tijdens de vredesonderhandelingen was de tijd gekomen om zich daarheen te begeven, en de commando's waren juist door de linie LichtenburgMafeking getrokken, toen het bericht van den vrede kwam. Dat bericht trof de burgers als een bliksemstraal. Zij hadden geen vrede gewild zonder do onaf hankelijkheid, en nu dit. Maar het eind was berusting en vertrouwen in de be slissing der voormannen. Men beeft gevraagd, waarom de comman do's, als het daar in Transvaal zoo slecht ging, niet de Kaapkolonie in trokken, maar het groote bezwaar daarentegen was, dat er geen rijdieren waren. En zonder die kon men niet. Reeds was een deel van de la Reg's commando's op muildieren bereden. Al deze dingen en meer had men te overwegen en men vergete niet, dat or in de concentratie-kampen al 20,000 vrou wen en kinderen waren bezweken toen de vraag van oorlog of vrede aan de orde was. Bij het voeren van de onderhandelingen trachtten do Boeren eerst hun onafhanke lijkheid te redden. Zij boden Engeland Johannesburg daarvoor aan. Maar dat werd afgewezen. Toen boden de Transva lers hun land aan, als de Vrijstaat maar bleef wat hij was. Dat werd ook afge wezen. Zij verlangden buiten de onaf hankelijkheid drie dingende vrouwen en kinderen terug, de krijgsgevangenen terug en amnestie voor de rebellen. Dit hebben zij feitelijk verkregen. Maar dan moesten zij de voorwaarden der Engelschen aannemen zooals zij daar lagen. Er mocht niets aan veranderd. De laatste moeilijkheid was, dat de Boeren eerst de ff 3,000,000 niet wilden aannemen. Wat gaf drie millioenDe schade, die de Boeren geleden hebben, wordt geschat op honderd millioen pond sterling. Zij zouden daarvan dus 3 pet. krijgen. Wat kon men daarmee uitrichtenEn nam men dat geld aan, dan was men aan Engeland gebonden. En zelfs die 3 pet., wat blijft daarvan over! Stel, een Boer heeft 2000 schade geleden. Daarvan zou hij dan krijgen 60. Maar hij moet een tent hebben om tijdelijk in te leven. Die tent wordt hem berekend tegen 12.10 sh. Blijft 47.10 sh. Hij krijgt voor hem en de zijnen levensmiddelen, want er is niets meer op het land. Men geeft hem voor ff 10 levens middelen mee. Blijft ff 37.10. En nu moet hij een ploeg hebben, en trekvee en zaad, en zijn huis is een puinhoop. Wat hebben de Boeren aan die 3,000,000? Maar zij moesten het aannemen. En zij hebben in dien vrede berust. Waarom zij dat gedaan hebben kan men in het bekende besluit lezen. Dat besluit is gedrukt met goedkeuring van Lord Kitchener, die daarover nog woorden heeft gehad met Lord Milner, die het wilde beletten. Dat deze vrede vele Boeren persoonlijk een grief is, is waar. Er zijn er, in wie de haat tegen Engeland zoo sterk is, dat zij met spijt hun geweer afgeven. Dokter, ik is met die Engelse nog nie klaar nie, zeide er een tegen dr. van R. En hij (of een ander) vroegWanneer komt er oorlog tusschen Rusland en Engeland Dan was er een die zeide Dokter, ik krij swaar dat ik nie dood is nie. Waarom dan Kijk, die Engelsche het mijn huis verbran en mijn beeste gevat. Dat kan mij ni baing skeel nie. Mar helle het mijn vrouw en mijn kinders weggehaal, en helle is nou dood. Wat sal ik nou? En zoo zijn er velen. En dan zijn de vrouwen uit de kampen verbitterd en zij hitsen de mannen nog op. Die allen hebben geen vrede, dat de oorlog uit is. Maar zij gaan slechts met persoonlijke overwegingen te rade, niet met de redenen, die de leiders tot hun beslissing gebracht hebben. In den aanhef van het besluit, te Ver eeniging genomen staat„Ons volk toch heeft steeds gemeend dat niet allen op grond van recht maar ook van de groote stoffelijke en persoonlijke opofferingen, voor zijn onafhankelijkheid gebracht, het eene gegronde aanspraak lieeft op die onafhan kelijkheid." En aan het slot„Deze vergadering van afgevaardigden drukt haar vertrouwen uit, dat de toestanden thans in het leven ge roepen door de aanname van het voorstel van Z. M. regeering spoedig op die wijze mogen verbeterd worden, dat ons volk daar door zal geraken tot het genieten van die voorrechten, waarop het op grond niet alleen van zijn verleden, maar ook van zijne opofferingen in dezen oorlog, recht matig aanspraak meent te kunnen maken." Die voorrechten, d. i. de onafhankelijk heid. De afgevaardigden hopen dan, dat de toestand, door dezen vrede gebracht, zal leiden tot de onafhankelijkheid. De hoop op de onafhankelijkheid is derhale niet opgegeven. Maar of er reden is te verwachten, dat deze vrede van Vereeniging er toe leiden zal Men meldt uit den Haag President Kruger ontving gisteren op villa Costa een prachtig bloemstuk, dat geen andere aanduiding van de herkomst bevatte dan het opschrift»van een zieke vrouw." De heer en mevrouw Wolmarans dineer den gisteren bij den president. Ü9n ge heelen middag, tot zonsondergang, krioelde het van menschen langs de zeezijde der- villa. President Kruger zat aan een hoek venster en vertoonde zich van tijd tot tijd na herhaald hoerageroep. De heer en mevrouw Wolmarans, vergezeld van den heer de Korte, vertrekken heden naar Mar seille ter begroeting van hun oudsten zoon, die terugkeert uit krijgsgevangenschap in Engelsch-Indië. Naar men verneemt heeft president Kru ger tegenover den heer Lucas Mejjer zich

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1