No. 166. 1902,
ÏELS
NIEU WSBLAD
VOOR ZEELAND
3AUK,
Zaterdag 2 Augustus
16e Jaargang.
t,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Bij iit rouw betert een Biimpel.
houdster,
Rechtszaken.
»urg.
;te Hypo-
dbrieven
f 500
iddèlburg en
IJLINGEN,
RIJ,
aeon.
raagd:
paard
1 a ii t e ii
an waarde,
neclit
'aars. Inlich-
sknecht
laanderen,
VERSCHIJNT
elkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
R, Vlissingen
EGEMAAT, te
iervliet; D. H.
'TRUIJTIER, te
luis; Mr. VAN
uzen.
onder eerste
Agenten,
s te Middelburg
der- en met staal,
N a 60 cent per
alpillen) bij 1000
|2 flacon 40 cent,
fl. f 1,25 incl. fl.
klante
etselaarszaak
p
ats in Zeeland.
X, bureau van
nrg.
P. VEREEKE,
ij
le verskerke.
SOORTEN
er 100 stuks, bij
oper,
N, Nieuwland.
nde Menwagen,
ijzeren Egge,
n en een Hekel-
e n.
d,
k e.
ST:
einkenszand.
rden.
GT, Ierseke.
ber
BJLeid
ber
knecht
H. BROUWER,
oodigd
kinderen P. G.
ersoonlijk te ver-
IJSAARD te
en onnoodig zich
ge-Ver west, Goes.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
1 Augustus 1902.
Neerlands oude Koningin, de beminde
Koningin-Moeder viert morgen 2 Augustus
haar 43sten geboortedag.
"Wij verheugen ons met Haar, en wij
roepen Haar van harte toe:
Lang leve Koningin Emma! De Heere
zegene U uit Sion!
„Dr. A. Kuyper in zijn beteekenis voor
de politieke ontwikkeling van het Neder-
landsche volk", door H. de Wilde, is ver
schenen.
Maandag hopen wij een en ander over
te nemen uit dit met zooveel warmte en
zaakkennis geschreven boek.
Het verscheen bij de maatschappij „Vada"
te Wageningen.
Van sociaal-democratische zijde wordt
het in Van der Zwaag gelaakt dat hij,
uitgenoodigd om op een meeting voor alge
meen kiesrecht te spreken, daarvoor bedankt
had, „daar hij voor het algemdbn kiesrecht
niet warm genoeg was."
De weigering heeft meerdere grieven doen
loskomen. Onder anderen dat hij in de
Staten van Friesland „over allerlei kleinig
heden meestemt en debatteert (b. v. de
subsidie aan de proefvelden) in den ge
meenteraad evenzooaan wetgevenden
arbeid hij alzoo druk meedoetin de Klok
de noodzakelijkheid van de parlementaire
actie betoogt; bij verkiezingen optreedt en
aandringt op 't stichten van kiesvereeni-
gingen en toch de propaganda voor 't kies
recht verwerpt, en optreedt metNieuwen-
huis en Luitjes op meetings waarop de
parlementaire actie fel wordt bestreden".
Zoo klaagt de Voksstnjd, en Bet Tolk
voegt er aan toe:
Van der Zwaag is warm genoeg voor kome
diespelen, om in een bnrgerlijk tooneelgezel-
schap, in een stuk zonder eenige propagan
distische strekking, een rol te vervullen.
Maar om zijn talent ten beste te geven, om
de arbeiders op te wekken om deel te nemen
aan den strijd dien Van der Zwaag zeifin de
Kamer voert daarvoor is hij niet warm.
Wat ons betreft, verwondert ons deze
houding niet.
Van wal gestoken als te „revolutionair", om
zich bij de S. D. A. P. aan te sluiten, is Van
der Zwaag feitelijk reeds lang bezig, de ar
beidersbeweging af te sterven.
In naam anti-parlementair beperkt hij féitelijk
zijne gansche optreden tot gemeenteraad, prov.
staten en Tweede Kamer.
Geen enkele beweging der arbeiders zelve
buiten het parlement, in de laatste jaren:op
touw gezet, vermocht Van der Zwaag uit zijn
rustig hoekje te lokken.
Zeker, Van der Zwaag is „niet warm" meer.
Niet alleen niet voor het algemeen kiesrecht
och neen, voor de heele arbeidersbeweging
niet meer!
Zou het ook kunnen zijn, dat deze
„revolutionaire" socialist beter dan zijn
„parlementaire" vrienden de kaart van het
land kent en met profetischen blik het
moeras gezien hoeft, waarin deze beweging
voor algemeen kiesrecht moést verstikken,
dank zij de boeleering der sociaal-demo
craten met de door hen zoozeer gesmade
„burgerlijke" partijen
Het staat te vreezeii dat de Boerengeneraal
Lucas Meijer te Londen Spreuken 1 vers
10 uit het oog heeft verloren; en Kitchener
Spreuken 16 29 op hem heelt toegepast.
Met vriendelijkheden overladen is onze
goede Transvaler eindelijk bij Rothschild
aan tafel terecht gekomen waar hij aanzat
met Kitchener en andere leeperds, die hem
inpakten.
Een gebeurtenis die verbazing en droe
fenis wekken zal bij de Boerenvrienden,
gelijk zij een geschater, minstens een
glimlach achter de Engelsche coulissen
moet hebben ontlokt.
Gelukkig begint hij al tot zichzelf te
komen.
Hij klaagt over de zwermen interviewers
die men op hem afzendt, ook beginnen de
vriendschapsbetuigingen der Engelsche lords
hem wel wat te overstelpen.
Toen Simson in de macht der onbesne-
denon was gevallen, daken zij hem de
oogen uit.
In de twintigste eeuw verstaat men die
kunst ooken oefent haar uit in figuurlijken
zin, minder bloedig, maar met des te meer
pijn.
NA DEN VREDE.
Botha, De la Reij en De Wet zijn ein
delijk met de Saxon van Kaapstad in zee
gestoken. Tot het laatst toe hebben de
Afrikaanders hun getoond hoe zij hen
vereereD. Toen het rijtuig waarin de gene
raals zaten, naar de kade reed, getrokken
door schooljongens, was er een ontzaglijke
menigte op de been die hen toejuichte
maar zich niet wanordelijk gedroeghet
eenige incident was dat iemand, in een
rijtuig, met een Transvaalsche vlag zwaaide
deze werd hem echter spoedig afgenomen.
De politie bemoeide zich wijselijk niet met
het geval. De generaals spraken het volk
nog toe voor. hun vertrok. Te Stsllenbosch
was het ook al zoo. Daar werden de twee
rijtuigen, waarin zij en hun gevolg gezeten
waren, elk door zestig studenten getrokken.
Generaal Botha nam in de toespraak,
die hij te Stellenboscb, zetel van het bekende
College, hield de gelegenheid waar om een
bekende Engelsche lastering te weerspreken
door te zeggen, dat de dag waarop de vrede
gesloten werd de droevigste dag zijns levens
was. Toen zeide hij nog„Ofschoon wij de
Afrikaander nationaliteit op een manier
begraven hebben." Al wie dat Afri-
kaansche „op een manier" verstaan, zullen
Botha's bedoeling begrijpen. Botha roemde
Steijn als den staatsman van den oorlog.
Hij raadde voorts aan, de politiek te laten
tusten en te trachten, gelukkig te worden
in Zuid-Afrika. Hij prees Stellenbosch, dat
de dominees heeft gekweekt, die de Boeren
in den oorlog door dik en dun gevolgd
zijn. En hij noemde de vrouwen de hel
dinnen van den oorlog.
Generaal De la Reij die met De Wet en
Botha de huwelijksbevestiging zijner dochter
in de Ned. Ger. Kerk te Kaapstad bijwoonde,
na welke plechtigheid zij door duizenden
werden toegejuicht, en De Wet zelfs op de
handen werd 'gedragen, heeft te Stellen
bosch onder meer gezegd dat de professoren
aldaar ook generaals zijn, op een manier
dan. Zij zorgen voor het onderwijs en de
opleiding van het volk, en slagen zij in
hun taak, dan is de toekomst van het
Afrikaausche volk verzekerd.
Generaal Ben Viljoen is dienzelfden dag
te Kaapstad aangekomen van St. Helena.
Hij vertelt dat toen daar 's avonds de
eerste vredesberichten aankwamen, er de
grootste opgewondenheid heerschte, het
zingen en juichen duurde tot den volgen
den morgen, hoewel niemand iets wist van
de vredesvoorwaarden. Maar toen den
volgenden ochtend die voorwaarden hekend
werden gemaakt, kwamen ze als een treu
rige verrassing. Men was overtuigd ge
weest dat het met de Boerenzaak beter
gaan zou. Toch berustte men en bleef
vertrouwen stellen in de leiders.
De N. R. C. meldt dat de burgers van
de voormalige republieken, die te Londen
gevraagd hebben om verlol naar hun land
te keeren, ten antwoord hebben gekregen,
dat zij daartoe bij den opperbevelhebber in
hun land (d. i. bij Lord Milner) aanzoek
moeten doen, en dat enkelen, waaronder
een die nooit mee deed aan den oorlog,
bedoelde aanvraag tot Milner hebben gericht
doch verwezen werden naar Londen, wat
derhalve een weigering beteekent.
De Engelsche regeering heeft in het
Lagerhuis bedoktelijk medegedeeld dat het
lang beloofde onderzoek naar de leiding
van den oorlog bepaald zal blijven tot het
tijdperk, dat met de bezetting van Pretoria
afgesloten is. De schande der concentra
tiekampen, gelijk van zooveel meer dat in
het tweede gedeelte van den oorlog gebeurd
is, gaat dus den doofpot in.
f-^Voorts is medegedeeld, dat er van de
Bermuda's reeds 350 krijgsgevangenen naar
Zuid-Afrika onderweg zijn en er den 10cn
Augustus weer duizend van vertrekken.
Wie zijn eigen overtocht wil betalen kan
dadelijk vertrekken, als hij verlof krijgt van
den kampbevelhebber en... van Lord Milner
Tot nog toe hebben er slechts drie om
zoodanig verlof gevraagd. Op de Bermnda's
zitten veel van de onverzoenlijke Boeren.
Uit Johannesburg seint men dat ervoor
de mijnen wei 100.000 Kaffers te kort
schieten.
Die heeren en oud-bondgenooten schijnen
zich niet meer te laten vinden voor dat
werk. Nu, rooven, landverraden, oorlogje
spelen tegen hun oude weldoeners, met de
blanke broeders uit Engeland in bond, was
aangenamer en gemakkelijker.
Die Kafi'erverheorlijking kon wel eens
blijken een zaaien van drank en tanden
geweest tejzijn!
De voorspellingdat de moeilijkheden in
Zuid-Afrika eerst na het sluiten van den
vrede zouden aanvangen wordt bewaarheid.
Sterk op den voorgrond treedt de arbèids-
quaestie, die bij de herlevende nijverheid
natuurlijk een groote rol moet spelen.
De Kaffers en andere inboorlingen schij
nen niet zeer geneigd om te werken. Een
groot aantal is uit den militairen dienst ont
slagen, met betrekkelijk groote sommen
gelds; vervolgens viel de vredesverklaring
samen met den ploeg- en zaaitijd, waardoor
vele inboorlingen hunne eigen velden gaan
bewerken en eindelijk hebben de besturen
der mijnen besloten, de loonen der inboor
lingen terug te brengen tot f 18 a f 21 per
maand met inbegrip van kost en woning.
Het gevolg is dat er slechts 4 a 5000
arbeiders per maand te krijgen zijn, terwijl
de mijnon 70 a 80,000 inboorlingen noodig
hebben.
Vandaar het streven om blanke werklieden
voor dezen arbeid te winnen, tegen een loon
van f3 daags met kost en woning. Het
schijnt dat een aantal ontslagen ongeregelde
vrijwilligers zich daartoe liet overhalen en
dat eenige mijneigenaars overtuigd zijn dat
op den duur de arbeid der blanken goed-
kooper is dan die der inboorlingen. Maar
de hoofdzaak is dat het werk, hoe dan ook,
althans kan voortgezet worden.
Moeilijkheden worden ook ondervonden
bij de spoorwegen. Ofschoon het aantal
wagens der N. Z. A. S. M. verdubbeld en
het aantal locomotieven sterk vermeerderd
is, bestaat nog gebrek aan rollend materieel,
vooral voor bet passagiersvervoer. Voor
de ontwikkeling van bet land zijn voorts
tal van nieuwe lijnen noodig. Belangrijke
verkortingen zijn voorgesteld, maar moeten
wachten totdat de quaesties tussehen de
concurrenten in het vervoer naar Johannes
burg zijn opgelostwant zoowel de Kaap
kolonie als Natal spannen alle pogingen in,
om het vervoer te veroveren, terwijl in de
Transvaal de Delagoabaai als de natuurljjke
haven des lands beschouwd wordt. De
Kaapsche route is de langste, maar de andere
routes hebben zeer steile hellingen. Zoodra
derhalve van kortere verbindingen gewaagd
wordt, treden de concurrenten dadelijk in
het veld en het schijnt dat eene algemeene
regeling zal moeten gemaakt worden, eer
aan ernstige uitbreiding gedacht kan worden.
Vervolgens rijzen bezwaren bij het ver
vullen van posten bij den burgelijken open
baren dienst. Er zijn eenige ambtenaren
uit Engeland gezonden; ook is een aantal
uit Indië gekomen, terwijl er ook ter plaatee
gekozen zijn. Maar de beste personen zijn
moeilijk te krijgen, omdat de salarissen niet
hoog genoeg zijn. Huizen zijn moeilijk te
krijgen beneden f3600 per jaar, een keuken
meid kost f84 a f120 per maand, een
huisjongen f48 a f72. De minimum kosten
voor het voeden van een paard zijn f720
per jaar. Versch vleesch is niet te ver
krijgen. Bevroren vleesch kost f 0.60 a f 0.70
per Eng. pond (4^2 heetogr.) Couranten
zelfs kosten f0.15. Een ambtenaar, die
derhalve f 6000 a f 8400 salaris geniet, heeft
moeite om zich te redden,
f'. Din vereischt ook de onderwijs-qnaestie
de grootste zorg. Van de in de concen
tratiekampen gevestigde scholen wordt
verklaard, dat zij een groot succes zijn
geweest, en volgens de telegrammen zijn
de Boeren met het daar gegeven onderwijs
ten zeerste ingenomen. Onder de geëm
ployeerde onderwijzers zijn vele Hollanders,
die onder de vroegere Regeering als onder
wijzers optraden, ofschoon zij geenerlei
diploma hadden. Zij, die aan willen blijven,
krijgen beurzen van f 72ö 'sjaars voor een
cursus in de twee normaalscholen om zich
daar te bekwamen. Aan het oprichten eener
Hoogeschool wordt gedachtmaar de plan
nen hiervoor zijn nog niet geheel gerijpt.
Merkwaardig is, dat er thans geklaagd
wordt over het bestuur van Rhodesia en
dat druk gesproken wordt over het intrek
ken van het charter en inlijving bij de
Transvaal. Nu Rhodes niet meer leeft,
wordt geklaagd over het bestuur waarin
vele personen zitten, die veel te oud zijn,
over de zware belasting der mijnen, over
het slecht werkend stelsel van beheer, over
zwakheid, gebrek aan initiatief, enz., waar
onder het land met zijne schitterende
vooruitzichten sterk zou lijden.
Wie had ooit zoo iets een jaar geleden
kunnen vermoeden?
Lord Methuen, die nog niet geheel was
genezen van de wond, in zijn gevecht tegen
De la Rey bekomen, heeft Zaterdag een
operatie ondergaan, waarbij nog verschei
dene stukken lood uit zijn dij zijn verwijderd.
Het laat zich aanzien, dat het been nu
spoedig zal genezen maar men vreest, dat
Lord M. altijd „eenigszins mank" zal blijven.
Hoe het soms toegaat onder de officieren
van het Britsehe leger, dat men, volgens
de Engelsche redevoeringen van den laatsten
tijd, voor het meest volmaakte leger ter
wereld zou moeten houden, blijkt uit een
voorval bij de Lijfwacht te Windsor, dat
door een «ooggetuige* wordt verhaald.
's Avonds omstreeks halftwaalf hoorde
die ooggetuige geschreeuw van den kant
der officiererswoningen. Hij meende, dat
er manschappen aan het vechten waren en
ging kijken. Maar het bleken officieren te
zijn, die een hunner, luitenant Gregson,
achterna zaten. Zij sloegen hem onder een
vloed van scheldwoorden met hunne rijzwee-
pen, rolden hom in 't zand en dompeldon
hem ten slotte in een watertrog, waaruit
hij meer dood dan levend to voorschijn
kwam.
Daarna sloegen zij in zijn woning alles
kort en klein. Toen de vervolgde luitenant
eindelijk met rust werd gelaten, had hij
niets dan een overjas waarin hij zich kon
wikkelen, om aldus den nacht op den vloer
door te brengen en den volgenden dag had
hij geen uniform om naar de parade to
gaan.
En de reden waarom de officieren zoozeer
op hunnen makker waren gebeten? Die
was, dat luitenant Gregson, een zeer jong
en bekwaam officier, algemeen bemind bij
de manschappen, niet wilde meedoen aan
de woeste drinkgelagen der andere officieren.
Er is een grondig onderzoek ingesteld
en de straf van de officieren, die zich zoo
onwaardig gedroegen, zal wel niet uitblijven.
De volgende proclamatie is in het
begin dezer maand door den gouverneur
van St. Helena uitgevaardigd
le. Burgers van de Zuid-Afrikaansche
Republiek en van den Oranje-Vrijstaat kun
nen terstond op eigen kosten naar Zuid-
Afrika terugkeeren, wanneer zij den eed.
van trouw aan de nieuwe regeering afleggen
en het bewijs leveren, dat zij de middelen
bezitten om in eigen onderhoud te voorzien.
2e. Burgers kunnen op eigen kosten
naar andere landen als Zuid-Afrika gaan,
maar hierdoor verliezeft zij iedere aanspraak
om op der regeeringkosten teruggebracht te
worden. Zonder dat zij den eed van trouw
hebben afgelegd, is hun de terugkeer naar
Zuid-Afrika niet veroorloofd.
3e. Aan vreemde krijgsgevangenen, die
er geen aanspraak op maken burgers te
zijn, is het niet veroorloofd om naar Zuid-
Afrika terug te keeren. Diegenen, die St.
Helena op eigen kosten wenschen te ver
laten, kunnen dit doende overigen kunnen
aan den consul hunner respectieve regee
ringen toevertrouwd worden, wanneer deze
bijzondere schikkingen voor hun vertrek
wenscht te maken. Wanneer dit niet het
geval is, moeten zij wachten, totdat het de
Engelsche regeering gelegen komt, hen
terug te zenden. Vreemdelingen, die zich
op of na 29 September 1899 als burgers
der Zuid-Afrikaansche Republiek of van den
Oranje-Vrijstaat hebben laten naturaliseeren,
worden als vreemdelingen en niet als bur
gers behandeld. Degenen, die voldoende
bewijzen kunnen leveren, dat zij vóór 29
September 1899 genaturaliseerd waren,
worden als burgers behandeld. Burgers,
niet op eigen kosten naar Zuid-Afrika wen
schen terug te keeren, zullen door de En
gelsche regeering worden teruggezonden,
zoodra schikkingen hiertoe kunnen worden
getroffen zij moeten echter eerst den eed
van trouw affeggen.
Wü vreezen dat ook- voor de krijgsge
vangenen van Bermuda en Ceylon deze
bepalingen gelden en vele onderwijzers
zoo niet de meeste naar Nederland zullen
teruggezonden worden, ook al is hun gezin
in Zuid-Afrika.
Laten wij ons maar blijven inrichten op
verhoogde offervaardigheid. Onze broeders
en zusters daar zullen nog veel noodig
hebben. Het begint nu pas.
Het blijkt uit de beriebten, dat de
heer Lucas Meijer te Southampton zijn eeht-
genoote vond. Die was hem uit Dresden
tegemoet gereisd. Aan een -verslaggever
zeide hij, dat hij drie maanden in Europa
dacht te blijven; of hij nog naar president
Kruger zou gaan, wist hij niet.
Volgens een bericht, dat wij reeds mede
gedeeld hebben, ontvangen de heer en me
vrouw Meijer te Londen veel uitnoodigingen
tot diners en dergelijke. De vraag is of
zij ze aannemen. De correspondent van de
Daily Express te Kaapstad seint, dat geen
Engelschman te Kaapstad van Botha en de
la Reij notitie zal nemen. Dat lijkt ons van
de Engelseben te Kaapstad goed gezien.
De Afrikaanders daarentegen schromen
niet, aan de helden van den oorlog te
toonen, hoe zij hen voreeren. Dat hebben
zij gedaan, toen zij Steijn op zijn reis naar
Europa een beurs met f 12,000 meegaven,
dat geven zij nu weer op ondubbelzinnige
wijze aan Botha en de la Reij te kennen.
Toen deze Zondag ter kerke gingen stond
het buiten zwart van de mensehen, die
niet binnen konden. En zoo zal het de
Wet vergaan, nu hij ook te Kaapstad is
aangekomen.
Het ware te hopen, dat de Engelschon
in Engeland deden als die te Kaapstad en
het groote drietal, als het in Engeland
voet aan wal zet, niet hindert met onge-
wenschte beleefdheden.
Bij bevelschrift der arrondissements
rechtbank te Middelburg is naar de openbare
terechtzitting dier rechtbank verwezen:
H. L. M. H., oud 24 jaar, aannemer, ge
boren te Oss, laatst wonende te Amsterdam,
thans gedetineerd te Middelburg, ter zake
dat hij op 25 Juli j.l. te Vlissingen opzet
telijk een rijwiel, hetwelk hem doorLeendert
van den Heuvel voor enkele uren was
toevertrouwd en toebehoorde aan den rij
wielhandelaar Wijtenburg, in elk geval aan
een ander dan hem, verdachte, zich weder
rechtelijk heeft toegeëigend.
(Met de aanhonding van bovengenoemden
persoon deed de politie te Vlissingen een
goede vangst, daar het gebleken is dat de
beklaagde zich op onderscheidene plaatsen
in buiten- en binnenland aan rijwieldief
stallen schuldig heeft gemaakt.)