Kerknieuws. Schoolnieuws. Rechtszaken. Bekendmaking. Gemengde Berichten. aarvoor zal hebben ingo wonnen, den vorm bepalen van hot jaarljjks door B. en W. aun den gemoonteraad in te dionen berede neerd verslag van hetgeen mot betrekking tot verbetering der volkshuisvesting in do gemeente is verricht. De aandacht dor gemeentebesturen wordt voor zooveel noodig gevostigd op de nood zakelijkheid om bij het opmaken der bo- grooting voo 1903 met het inwerkingtreden dezer wet rekeninh te houden, ook al kunnen nu nog geen juiste cjjfers daarvoor worden opgegeven. Voorts wordt als model voor de bij de Gezondheidswet voorgeschreven opgave van overledenen, maandelijks te zendon aan don hoofdinspecteur van de volksgezondheid en voor zoover deze zulks verlangt, wekelijks in te zendon, vastgesteld het model, thans daarvoor in gebruik, nl. de sterftemaand- staat G. Volgens dit model moet dus voor het eerst over de maand Juli 1902 aan dien hoofdinspecteur mededeeling worden gedaan van de overledenen. Voor zoover in gemeenten art. 29 der Gezondheidswet niet is toegepast, moeten de gemeentebesturen tusschen 1 en G Augustus 1902 aan den Oentralen Gezond heidsraad te Utrecht een aanbeveling doen van de personen, die zij in aanmerking zouden willen brengen voor benoeming tot lid van de gezondheidscommissie, welke voor hun gemeente of groep van gemeenten zal worden ingesteld. Deze aanbevelingen dionen met eenige redenen omkleed te rijn en moeten een nauwkourige en voldoende opgave van de namon, qualiteiten en woon plaatsen der aanbevolenen inhouden. Ook voor do uitvoering van deze wet moeten geldon op de bogrooting voor 1903 worden uitgetrokken. NA DEN VREDE. Een medewerker van de Manchester Guardian heeft een gesprek gehad met Zukus Meijer en deelt daaruit eenige belang rijke dingen mede. Dit was b. v. wat Lucas Meijer van het aanknoopen van de vredesonderhandelingen mededeelde»Ongeveer den Gen Maart kregen wij een briel van Lord Kitchener, waarin de Nederlandsche briefwisseling (de nota's gewisseld tusschen de Nederlandsche en de Engelsche regeering). Er was niets anders in, geen woord van Kitchener zelf. In antwoord vroegen wij (L. M. behoorde tot de Transvaalsche regeering) om een vrijgeleide, ten einde Steijn te raadplegen over voorstellen die wij zouden doen. Den 16en Maart kregen wij Kitchener's brief, waarin hij meldde dat er een extra-trein te onz.;r beschikking was gesteld, en dat ge durende onze afwezigheid het regeerings- kamp niet aangevallen zou worden. Die brieven werden door rapportrijders naar onze voorposten gebracht. Toentertijd dachten wij er niet aan, dat het waarschijn lijk vrede zou worden.'' De medewerker van de M. G. stelde toen een vraag, die eigenlijk alleen voor Engel sche lezers belang heeft, nl.»Is het waar, dat gij allen zoo blij waart Britsch onderdaan te worden?" En wij lezen verder: »Er was een spoor van bitterheid in zijn stem toen hij (L. M.), opstaande en naar het raam loopende, kortaf zeide »Neen." Hij bleef staan kijken naar straat, en zich weer omdraaiend, vroeg hij>Denk je, dat dat mogelijk was? Denk je, als iemand al wat hij lief gehad heeft dood en ver weg ziet, dat hij dan blij is? Het was hard, zeg ik je, bitter hard. Ik zal niet vergeten, hoe zij keken toen het besluit genomen was en wij onze onafhankelijkheid weg gingen teekenen." Daarop vertelde Lucas Meijer van de pogingen die gedaan hadden om bij de onderhandelingen nog wat te bereiken. ,Het laatste voorstel van de Transvalere was: >Neem onze onafhankelijkheid, als 't moet, maar laat den Vrijstaat blijven zooals hij is." »Zij lachten ons uit", zeide Lucas Meijer, »ze noemden dat kinderachtig. Wij hebben aldoor met Kitchener gewerkt", vervolgde hij. »Ik mag hem zeer gaarne, en wij allen. Toen hoorden wij plotseling, dat de Engelsche regeering Milner had afgevaardigd om aan de bijeenkomsten deel te nemen. Toen Lucas Meijer ging niet verder, maar 't was niet verborgen, hoe hij over Milner dacht. In den aanvang van het gesprek vertelde Lucas Meijer een en ander uit zijn com mandoleven, toen hjj als generaal meevocht. Het is niet noodig daaruit veel over te nemen. In den loop van zijn verhaal, gewaagde hij van de overgave van Cronjë, waarna de Engelschen geen groote vangst meer gedaan hebben. „En Prinsloo?" zeide de man van de Manchester Guardian. „Prinslooantwoordde Lucas Meijer, en hij wachtte even voor hij verder ging, en zijn oogen begonnen te schitteren„neen, hij was een handsupper. Ze hebben hem niet gepakt." Lucas Meijer vertelde hoe schaars do levensmiddelen waren, maar hoe gezond het leven te velde desondanks of misschien dientengevolge was. „Het was mielies en vleesch, of alleen vleesch, of mielies zonder vloesch bijna iederen dag. Wij maalden de mielies en maakten er pap van, waar een mensch zwaar van worden kan, zooals je ziet. (Lucas Meijer ziet er sterk en gezond uit, vertelt de verslaggever.) O, je moest sommigen van onzo jongens zien. Zij zagen er eerst zwakjes uit, nu zijn 't mannen. Ik at maar tweemaal daags, en dat bekwam me best. Koffie en thee hadden we zelden; maar ik miste ze niet <srg, want ik dronk ze toch nooit. Water was er altijd, en ik stelde in, viermaal daags te drinken's morgens vroeg, 's avonds laat on over dag. Op do boereplaatson koudon wo volop fruit krijgen, perziken, abrikozen en vooral Indische vijgen (vruch ten van do opuntia.) Er was weinig ziekte onder ons; nooit typhus (enteric), zoover ik me herinnor. In geval van ziekte ge bruikten wij altijd geneesmiddelen van het veld, want we haddon ambulance noch ge neesmiddelen. Buchu een soort struik die ze buchu noemen wordt als een voorbehoedmiddel tegen typhus beschouwd, en ik moet zeggen, dat hielp uitmuntend." De goneraal toonde zijn bezoeker een paar gouden ponden, die to Pelgrimsrust geslagen waren. Het waren gladde schijven zuiver goud: aan den eenen kant stonden de letters Z. A. R., kunstig in een gevloch ten, aan den anderen kant eenvoudig de woorden: „Een Pond, 1902." Het goud was zacht. Te Pretoria krijgt men tegen woordig wel tienmaal de waardo voor zoo'n stuk. Lucas Meijer bevestigde ook, dat de Boeren er op gesteld waren; president Kruger volkomen op de hoogte te houdon. Er gingen telkens rapporten naar Europa, overgebracht door vertrouwde boden, die bun weg door Duitsch gebied namon, en altijd hun bestemming beroikten. Op St. Helena. Volgens bericht in de N. R. C. van mevr. De Wilde le Londen die twaalf dagen op Sint Helena vertoefde en zoo juist is teruggekeerd, verkeeren daar vele uitlanders, en onder hen ock enkele Hol landers, in moeielijkheid. Zij schrijft o. a. Volgens proclamatie van den gouverneur kan ieder burger, die gewillig is den eed van getrouwheid af te leggen, zulks doen en wordt hij daarna, zoo spoedig de ge legenheid daar is, naar Zuid-Afrika terug gezonden niemand mag echter het eiland verlaten zonder den eed afgelegd te hebben. Uitlanders zijn evenwel van dit gedwon gen vrijwillig eed-afleggen buitengesloten, uitgenomen zij, die bewijzen kunnen burger te zijn. Dat volgens de Transvaalsche wet van 1899 (ik meen 2 Dec.) een ieder, die na 't uitbreken van den oorlog de wapenen voor de Republiek opvatte, vol burgerrecht werd verleend, wordt door de Engelsche autoriteiten niet erkend. Evenmin nemen zij de verklaring van twee getuigen aan, dat iemand reeds vroeger burger werd. Een Hollander nu, en zoo zijn er velen op St. Helena, die voor de Republiek streed, en al of niet reeds jaren daar vertoefde, heeft door zijn optreden tegen Engeland volgens de Nederlandsche wet zijn Neder landerschap verloren. De Engelschen er kennen zijn burgerschap niet, weigeren hem den eed van getrouwheid te laten afleggen en vertellen hem, dat hij, of op eigen kosten naar zijn geboorteland kan teruggaan, of op St. Helena kan blijven, totdat hij bij tijd en wijle door Engeland naar zijn geboorteland wordt gezonden. Over de onmogelijkheid, die toch schijnt mogelijk te zijn, dat een man geen natio naliteit bezit, wil ik niet spreken, maar ik wensch er met nadruk op te wijzen, dat vele Hollanders, of ex-Hollanders, daar op 't eenzame eiland zijn zonder middelen om hun overtocht naar Europa te bekos tigen. Natuurlijk zoo zijn er ook Duitschers en Denen en Noren, maar voor mij voor namelijk Hollanders. Niet alleen verliezen zij have en goed (de beloofde 3,000,000 schadeloosstelling is niet voor uitlanders), niet alleen zijn zij zonder nationaliteit, maar bovendien zijn zij tot een voortdurend verblijf op St. Helena gedwongen. In Nederland waar zooveel sympathie voor de Boeren werd betoond, waar zooveel krachtige hulp werd geschonken aan de Boerenkampen, kan men, dunkt mij, niet onverschillig zijn voor het lot van land- genooten of ex-landgenooten, die alles voor de Boerenzaak veil gehad hebbend, nu bij de vredesbepalingen feitelijk door de Boe ren in den steek zijn gelaten en in som bere verlatenheid, verre van allen, die hen lief zijn, verre van het land hunner geboorte, verre van de maatschappij, waarin zij opgroeiden en waartoe zij behooren, hun eentonig ellendig gevangenleven, slij ten op de verre rots in den oceaan. En dat alleen omdat zij niet de noodige mid delen hebben om hun overtocht te bekos tigen. Mijn gevoel van rechtvaardigheid komt er tegen op, dat velenmijner landge- nooten in zulke deerniswaardige omstan digheden verkeeren. Aan anderen laat ik het over middelen te beramen om aan dien bedroevenden toestand een einde te maken. Ik voeg er alleen nog bij dat bij een eventueel helpen men moet rekenen op een passage 2e klasse, daar alleen „inter mediate" booten eens per maand het eiland aandoen, en deze, gelijk ook bij mijne terugreis 't geval was, alle 3c klasse-aeco- modatie aan terugkeerende troepen zullen moeten afstaan. Do heer J. H. Janson Jr. schrjjft aan de lel. Bij een vriendin hier ter stede werd met de laatste mail uit Zuid-Afrika onderstaand schrijven ontvangen, waaruit de geest kan blijken, die na den bedriegelijken vrede de Boeren-bevolking bezielt. De plaats van afzending en den naam van de schrijfster laten wij voorzichtigheidshalve ongenoemd, maar wij kunnen onzen lezers de verzeke ring geven, dat het schrijvon is van de hand van een familielid van een der eerste voormannen van het Afrikaander Volk, die helaas! ook reeds is heengegaan zonderde vrijheid te hobben mogen zien. Lieve Vriendin! Uwo brief aan mijn Moeder dd. 30 Mei is ter hand, hartelijk dank voor dezelve. Wij waren allen verbljjd andermaal van u te hooren. Mijn lieve Moeder was oonige weken geleden ziek, maar het hoeft den Algoede behaagd haar weer op te rigten, doch ik mag niet ontveinzen, dat hare jaron klimmen. Zij is reeds over de zeventig en de Psalmist leert ons, dat dit het getal onzer jaren is, doch zoo wij zeer sterk zjjn, tachtig jaren en een huivering komt over mij, als ik denk, dat van mijne vier ouders schoonouders en eigen zij de eenige is, die mij nog is gelaten en ik haar moge lijk ook weldra zal moeten afgeven. Moge de Heere mij die ramp nog lang besparen, vooral terwijl ik zoo ver verwijderd ben van mijn geliefde echtgenoot (deze is in den oorlog gewond in handen des vjjands gevallen en thans in gevangenschap). Moge de Heer haar nog lang sparen en nog het voorrecht |verleenen om haar volk, dat zij zoo lief heeft eens nog weer vrij te zien, dit is de wensch en bede voor ha* van haar liefhebbonde dochter. Uw hebt zeker alles vernomen omtrent de vrede in ons land. Het is niet die vrede die wij gewenscht en waarom wij gebeden hebben. Het is niet die vrede waarvoor wij zingen: »Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten desgenen die vrede verkondigt". Het is echter een vrede naar Gods wil en naar Zjjne wijze beschikking, en wat God doet is welgedaan. Daarom zullen wij niet klagen, want de Heer heeft het gedaan en die zelfde Q-od die magtig is om vrede te geven, waar de oorlogsvlam woedt, diezelfde God is ook machtig om ons te Zijner tijd de erfenis onzer vaderen, ons duurgekocht Vaderland, terug te geven; dit is ons vaste geloof en vertrouwen. Wij zullen den moed niet opgeven, maar meer dan ooit bidden en vertrouwen. Onze tijden zjjn in Zijne hand. Ons volk is zeer verarmd en vernederd, alle plaatsen zijn verwoest, onze woningen liggen in puin, monig huisgezin is geheel uitgestorven. Doch onder dit alles behoort men geen wanhopig klagen. Onze leuze is»de Heer heeft meer dan dit om ons te geven, Hij zal voorzien." Wat echter voor ons het bitterst, bijna onoverkomelijk is, is de ontrouw van zoovolen onzer broederen, die hot zwaard tegen ons getrokken hebben, de Heere vergelde hen naar hunne werken. Lieve vriendin, ik zou u nog veel meer willen schrijvon, doch de rogte tijd voor schrijven is nog niet aangebroken. Salomo zegt: Alles heeft oen bestemde tijd en 't is voor ons nog de tijd van zwijgen. Wellicht zal de tijd van spreken aanbreken. Dan zal menig duister opgeklaard worden, menig doode zelf zal dan krachtig spreken. Chamberlain heeft in het Lagerhuis de belangrijke verklaring afgelegd dat de vonnissen in Zuid-Afrika door de krijgs raden uitgesproken tegenover burgers, van kracht blijven tot de krijgswet; wordt op geheven. De commandant van Durban heeft be kend gemaakt dat passagiers om in Trans vaal te komen, niet te Lorenzo Marquez aan land mogen gaan, als zij geen 20 pond deponeeren, of oen permit voor Transvaal hebben, of zich oen plaatselijke betrekking kunnen verschaffen, zonder dat worden zij binnen acht dagon het land uitgozet. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Kockengen, W. R. Kals- hoven te Elspeette Wadenoyen, C. Diehl te Ochten. Aangenomen naar Bennekom door C. J. Leenmans te Zetten. Bedankt voor Hornhuizen door T. Dijk stra, cand. te Groningenvoor Maas sluis door P. J. v. Melle te Nijkerk voor Lellens door G. A. Swart, cand. te Groningen. De Synode behandelde Maandag onder meer een verzoek van het Prov. Kerkbe stuur van Zeeland, om voorlichting omtrent de vraag, of de Heer James Mackay, be roepen predikant bij de Engelsch Hervormde gemeente te Middelburg, tot het colloquium doctum kan worden toegelatenen besloot tot een toestemmend antwoord, op grond dat de Heer Mackay aan de Universiteit te St.-Adrews den graad van B.A. heeft verkregen en als predikant bij de Schotsche kerk is werkzaam geweest. Ook is behan deld het rapport over de consideration der prov. kerkbesturen en class, vergadering over de voorloopig aangenomen wetsver andering in art. 64 Regl. op de vacaturen, bedoelende dat ook vrouwelijke lidmaten recht hebben om bezwaren in te dienen tegen een beroepen predikant. In overeen stemming met de conclusie van dit rapport werd besloten deze verandering definitief vast te stellen en te onderwepen aan de eindstemming der provinciale kerkbesturen. De commissie heeft haar rapport uitge bracht naar aanleiding van 't verzoek van ds. J. H. T. Gangel te Voorst, om weder als predikant in de Ned. Herv. Kerk be roepbaar gesteld te worden. In het vorige jaar was een dergelijk ver zoek ingediend bij de Synode, ter afdoening opgedragen aan de algemeene Synode- Commissie, die daarop afwijzend had be schikt. De gronden, waarop deze afwijzende beschikking berust, worden door den re- questrant krachtig bestreden, die daaren boven den vurigen wensch uitspreekt, met erkenning van verkeerd gehandeld te hebben in het jaar 1887, toen hij deelgenomen heeft aan de doleantiebeweging, om weder in de Ned. Herv. Kerk als predikant te dienen. De rapporteerendo Commissie komt tot bet resultaat, dat er een conflict bestaat tusschen de handeling van den Kerkeraad van Voorst, die den heer Gangel weder als lidmaat der Ned. Herv. Kerk heeft erkend, en de handelingen der vroegere besturen en stelt voor om het besluit van 24 Maart 1887, waarbij geconstateerd werd, dat de heer Gangel door woord en daad getoond heeft, zich af te scheuren van de Ned. Herv. Kerk, als niet meer geldend te verklaren en adressant te berichten, dat de opheffing van het op hem toegepaste tuchtmiddel niet tot de bevoegdheid der Alg. Synode behoort, maar tot die van het Prov. Kerk bestuur van Gelderland. Daarna wordt overgegaan tot het op maken van een drietal voor de benoeming van een secundus van den secretaris. Het wordt samengesteld uit de namen der hee- ren dr. J. A. Bruins, pred. te Idaard, S. W. Bakhuizen van den Brink, pred. te Vlissingen, en D. van Popta, pred. te Bunnik. Geref. Kerken. Beroepen te Zulk, M. Elzinga, cand. te Dokkumte Watergraafsmeer, R. P. Haan te Giesendamte De Bilt, A. v. Bueren te Bruinissete Waardhuizen, H. de Bruijn, cand. te Oud-Vosmeer. De cand. D. K. Wielenga van de Tlieol. School te Kampen zal zich niet be roepbaar stellen, maar wenscht na te Londen in de geneeskunde gestudeerd en de Indische talen beoefend te hebben als zendeling naar Soemba te vertrekken. Ev. Luth. Kerk. Beroepen te Hoorn, C. de Meijere te Doesburgte Culemborg, L. Schutte te Monnikendam te eiland Bonaire (West- indiü), Th. Scharten te Stadskanaal. Geslaagd op het examen der Nederland sche Toonkunstenaarsvereeniging, voor piano (lager onderwijs) mejuffrouw H. L. Klummerboom, te Zierikzee. Bij vonnis der arr. rechtbank te Zie rikzee is de eisch, door de aannemars van het werk wegens het maken van een haven in den Schelphoek (gemeente Serooskerke) ingesteld tegen de gemeemte Noordwelle ontzegd, met hun veroordeeling in do pro ceskosten. Bij bevelschrift der arr. rechtbank te Zierikzee is naar de openbare terechtzitting dier rechtbank verwezen P. J. V. oud 22 jaar, notarisklerk, wonondo te Zierikzee, thans gedetineerd, beklaagd van verduiste ring van f2280. Goes. In bewaring is genomen een op gevangen Hond, zijnde een kleine zwarte hond en voorzien van halsband met bel. De recht hebbende kan deze ten bureele van politie terug bekomen tegen betaling der kosten van voeding. Indien dit niet vóór Zaterdagavond a. s. is geschied zal de hond ingevolge art. 7 der betrokken verordening worden afgemaakt. Op voordracht van de Commissaris van Politie is benoemd tot hulpagent van Politie Pieter Johannes Hengstmangers. Goes. Door de beide harmonieën >Euphonia" en »Hosanna" is besloten a.s. Zaterdagavond, ter eere van den jaardag van H. M. de Koninginmoeder een volks concert fe geven. »Euphonia" zal zich laten hooren van 8'/s9'lj en »Hosanna" van 9'ln— lO'/i uren Wolfertsdijk. Hedenmorgen werd al hier, onder het afdak van het woonhuis van C. v. d. Y. waar hooi opgeborgen was, een begin van brand ontdekt, welke echter door spoedig opgedaagde hulp kon gestuit worden. De oorzaak wordt toegeschreven aan broeien. Kortgene. In de schuur van den land bouwer G. Israël, onder deze gemeente, waar een troepje vlasplukkers verblijf hield, is één van hen, een bejaard werkman, Zaterdagnacht plotseling gestorven. Met groote ontsteltenis kwam zijn vrouw 's mor gens tot deze ontdekking. Maandag is het lijk vervoerd naar Maasdam. Borssele. Maandagavond brak binnen deze gemeente een felle brand uit op de hofstede in pacht en bewoond door Jacobus van Liere. Huis en schuur met al den inhoud, tot zelfs het goud en zilver der bewoners, werd een prooi der vlammen. Een stiertje kwam in de vlammen om. Alleen de gebouwen waren verzekerd. De brandspuiten, ook van omliggende gemeenten waren ter plaatse, doch vermochten niet den brand te stuiten. Bij het laatst gehouden examen voor het telegraafradicaal is 0. a. geslaagd de klerk der posterijen en telegrafie J. H. Mantz te Tholen. Bij het examen voor het postradicaal slaagden 0. a. de commiezen der telegrafie A. L. Lijbaart te Eist, C. A. Schrijver te Rotterdam, H. v. Nieuwenhuijze te Neuzen. Bij het examen in den tele graafdienst slaagde de surmumerair der postei ijen en telegrafie te Neuzen J. N. H. Pel. Eervol ontslagen 1 Oct do brieven gaarder J. Rijkse te 's Hoer Hendriks- kinderen. Door den Commissaris der Koningin in Zeeland is het aantal leden der gezond- heidscommissiën op vijf bepaald. Benoemd bij liet derde regiment infanterie tot eerste-luitenant de tweede luitenant F. Heuvelink, van het korps. Terug van Ceylon. Gisterenavond heerschte er een onge wone drukte aan het station der staats spoor te 's-Gravenhage, wegens den terugkeer van de geneesheeren van liet Nederlandsclio ltoode Kruis, die twee jaar in Engelsche krijgsgevangenschap hadden doorgebracht. Het waren de geneesheeren Koster, I'into en Van Houtum en de verpleger Mouleman. Een hoera uit duizenden kelen klonk hun tegen. Verscheidene deputaties, ook van het Roode Kruis en van de Zuid-Afri- kaansche Vereeniging begroetten hen. Dr. Ruysch, dr. Blink en de heer Ver vloot hielden toespraken, welke diep bo- wogen door dr. Koster beantwoord werden. Aan het slot zijner rede richtte zich deze spreker nog tot zijn kameraden, hij zeide te weten dat hun werkkring in hot vader land veel van het ljjden zou doen vergeten. Zij zouden dit moeilijk kunnen doen wat betreft de mannen die hun de vrijheid ont namen. Maar wel wilde hij hopen, dat zij hem zouden vergeven die tot op zekere hoogte de oorzaak van hun gevangenschap is goweest. En mocht ge al eens bitter heid jegens mjj hebben gevoeld, gij hebt 't nimmer geuit, zei hij. Daarvoor innig, innig dank. Nabij station Halfweg is een man uit Sloten door den trein gegrepen en gedood. Een hrugarbeider der staats spoorwegen is nabjj Moerdijk van den pijler der draaibrug in het Hollandsch diep gestort en verdronken. Een onderwijzeres te Brunnepe viel zoodanig met haar fiets tegen eon boom, dat zjj goheol bewuste loos was, een paar ribben brak en een ernstige hoofdwond bekwam. Te Maas tricht brak eergisterenavond een felle brand uit bij een manufacturier, ten gevolge van het springen eener petroleumlamp. De felle wind voedde de vlammen die terstond de trappen versperden. De (zes) bewoners dei- tweede verdieping sprongen uit het venster, de vrouw brak de ruggegraat, de man en een kind werden zoodanig gewond dat zij onmiddellijk overleden, en een veertien jarig meisje, zeker verhinderd geworden mee te ontsnappen kwam om in de vlam men. Nog twee kinderen bekwamen bij den val ernstige kwetsuren. Twee dames en een heer uit Utrecht zijn te Ubbergen met hun automobiel tegen een muur ge reden, er uit geworpen en zwaar gekwetst. Te Rotterdam werd een roeiboot waarin twee schippersknechts bezig waren een schip aan de buitenzij schoon te mat ken, door een sleepboot aangevaren, zooda- de roeiboot omsloeg en oen der knechts in de golven omkwam. Te Wageningen vervoegde zich Zaterdagavond een 73-jarige vrouw aan het politiebureau om nachtver blijf wat haar werd verstrekt. Zij werd aldaar ongesteld en overleed den volgen den morgen. Zjj was reeds driemaal in het oudevrouwenhuis opgenomen geweest, doch telkens wegens misbruik van sterken drank weer weggezonden. Op H eindexamen H. B. S. in Roermond. Men weet dat de bewoners van het voormalige Hertogdom er een bijzondere eigenaardige uitspraak op na houden. Zoo 0. a. spreken zij vrij algemeen de g voor een j uit. Aldus ook een der examinatoren. Voor de natuurkunde werd de vraag ge steld aan een candidaat uit een andere provincie: Wat zijn permanente gassen?" Althans de examinator bedoelde yassen, maar zei /assen. Onze candidaat had nooit van permanente jassen gehoordom echter het antwoord niet schuldig te blijven, zei hij»dat zullen wel regenjassen zijn." De examinator boosde candidaat mag bij een volgende gelegenheid nog eens terugkomen. Die permanente jassen ook! Historisch Uit Gulpen (Limburg) schrijft men over het onweder van Zondag in het GeuldelHonderden boomen werden in een oogenblik ontworteld, zoodat deze op verschillende plaatseD op stapels liggen. De meeste huizen werden min of meer be schadigd zelfs gebouwen, welke eerst sinds kort waren opgericht, stortten in. Vee, dat op de weide was, kwam onder de neerval lende boomen en bleef op de plaats dood. Ook de te velde staande granen werden grootendeels vernield. In weinig tijds waren de Gulp en de Geul buiten hare oevers, en ook dit veroorzaakte veel schade. Evenals to Margraten werden ook te Wijlre op een aantal plaatsen geheele daken van de huizen weggerukt, en aan gebouwen en te velde staande granen groote schade toegebracht. Verschillende wegen zijn versperd door de boomen wolke daar over den grond liggen, zoodat het verkeer op vele plaatsen gestremd is. De heer Keuchenius, arts te Scheve- ningen, is door prof. Winkler uitgenoodigd hem bij de behandeling van den heor Steyn bij te staan. De heer Steyn zou, om geen voet op Engelschen grond te zetten van de boot, die te Stouthampton aankomt, zonder te landen direct op een andere boot

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2