Kerknieuws.
Schoolnieuws.
Rechtszaken.
Bekendmaking.
Gemengde Berichten.
aarvoor zal hebben ingo wonnen, den vorm
bepalen van hot jaarljjks door B. en W.
aun den gemoonteraad in te dionen berede
neerd verslag van hetgeen mot betrekking
tot verbetering der volkshuisvesting in do
gemeente is verricht.
De aandacht dor gemeentebesturen wordt
voor zooveel noodig gevostigd op de nood
zakelijkheid om bij het opmaken der bo-
grooting voo 1903 met het inwerkingtreden
dezer wet rekeninh te houden, ook al kunnen
nu nog geen juiste cjjfers daarvoor worden
opgegeven.
Voorts wordt als model voor de bij de
Gezondheidswet voorgeschreven opgave van
overledenen, maandelijks te zendon aan don
hoofdinspecteur van de volksgezondheid en
voor zoover deze zulks verlangt, wekelijks
in te zendon, vastgesteld het model, thans
daarvoor in gebruik, nl. de sterftemaand-
staat G. Volgens dit model moet dus voor
het eerst over de maand Juli 1902 aan
dien hoofdinspecteur mededeeling worden
gedaan van de overledenen.
Voor zoover in gemeenten art. 29 der
Gezondheidswet niet is toegepast, moeten
de gemeentebesturen tusschen 1 en G
Augustus 1902 aan den Oentralen Gezond
heidsraad te Utrecht een aanbeveling doen
van de personen, die zij in aanmerking
zouden willen brengen voor benoeming tot
lid van de gezondheidscommissie, welke
voor hun gemeente of groep van gemeenten
zal worden ingesteld. Deze aanbevelingen
dionen met eenige redenen omkleed te rijn
en moeten een nauwkourige en voldoende
opgave van de namon, qualiteiten en woon
plaatsen der aanbevolenen inhouden. Ook
voor do uitvoering van deze wet moeten
geldon op de bogrooting voor 1903 worden
uitgetrokken.
NA DEN VREDE.
Een medewerker van de Manchester
Guardian heeft een gesprek gehad met
Zukus Meijer en deelt daaruit eenige belang
rijke dingen mede.
Dit was b. v. wat Lucas Meijer van het
aanknoopen van de vredesonderhandelingen
mededeelde»Ongeveer den Gen Maart
kregen wij een briel van Lord Kitchener,
waarin de Nederlandsche briefwisseling (de
nota's gewisseld tusschen de Nederlandsche
en de Engelsche regeering). Er was niets
anders in, geen woord van Kitchener zelf.
In antwoord vroegen wij (L. M. behoorde
tot de Transvaalsche regeering) om een
vrijgeleide, ten einde Steijn te raadplegen
over voorstellen die wij zouden doen. Den
16en Maart kregen wij Kitchener's brief,
waarin hij meldde dat er een extra-trein te
onz.;r beschikking was gesteld, en dat ge
durende onze afwezigheid het regeerings-
kamp niet aangevallen zou worden. Die
brieven werden door rapportrijders naar
onze voorposten gebracht. Toentertijd
dachten wij er niet aan, dat het waarschijn
lijk vrede zou worden.''
De medewerker van de M. G. stelde toen
een vraag, die eigenlijk alleen voor Engel
sche lezers belang heeft, nl.»Is het waar,
dat gij allen zoo blij waart Britsch onderdaan
te worden?" En wij lezen verder: »Er
was een spoor van bitterheid in zijn stem
toen hij (L. M.), opstaande en naar het
raam loopende, kortaf zeide »Neen." Hij
bleef staan kijken naar straat, en zich weer
omdraaiend, vroeg hij>Denk je, dat dat
mogelijk was? Denk je, als iemand al wat
hij lief gehad heeft dood en ver weg ziet,
dat hij dan blij is? Het was hard, zeg ik
je, bitter hard. Ik zal niet vergeten, hoe
zij keken toen het besluit genomen was en
wij onze onafhankelijkheid weg gingen
teekenen."
Daarop vertelde Lucas Meijer van de
pogingen die gedaan hadden om bij de
onderhandelingen nog wat te bereiken.
,Het laatste voorstel van de Transvalere
was: >Neem onze onafhankelijkheid, als
't moet, maar laat den Vrijstaat blijven zooals
hij is." »Zij lachten ons uit", zeide
Lucas Meijer, »ze noemden dat kinderachtig.
Wij hebben aldoor met Kitchener gewerkt",
vervolgde hij. »Ik mag hem zeer gaarne,
en wij allen. Toen hoorden wij plotseling,
dat de Engelsche regeering Milner had
afgevaardigd om aan de bijeenkomsten deel
te nemen. Toen Lucas Meijer ging
niet verder, maar 't was niet verborgen,
hoe hij over Milner dacht.
In den aanvang van het gesprek vertelde
Lucas Meijer een en ander uit zijn com
mandoleven, toen hjj als generaal meevocht.
Het is niet noodig daaruit veel over te
nemen. In den loop van zijn verhaal,
gewaagde hij van de overgave van Cronjë,
waarna de Engelschen geen groote vangst
meer gedaan hebben. „En Prinsloo?"
zeide de man van de Manchester Guardian.
„Prinslooantwoordde Lucas Meijer, en
hij wachtte even voor hij verder ging, en
zijn oogen begonnen te schitteren„neen,
hij was een handsupper. Ze hebben hem
niet gepakt."
Lucas Meijer vertelde hoe schaars do
levensmiddelen waren, maar hoe gezond
het leven te velde desondanks of misschien
dientengevolge was. „Het was mielies en
vleesch, of alleen vleesch, of mielies zonder
vloesch bijna iederen dag. Wij maalden
de mielies en maakten er pap van, waar
een mensch zwaar van worden kan, zooals
je ziet. (Lucas Meijer ziet er sterk en
gezond uit, vertelt de verslaggever.) O,
je moest sommigen van onzo jongens zien.
Zij zagen er eerst zwakjes uit, nu zijn
't mannen. Ik at maar tweemaal daags,
en dat bekwam me best. Koffie en thee
hadden we zelden; maar ik miste ze niet
<srg, want ik dronk ze toch nooit. Water
was er altijd, en ik stelde in, viermaal
daags te drinken's morgens vroeg, 's avonds
laat on over dag. Op do boereplaatson
koudon wo volop fruit krijgen, perziken,
abrikozen en vooral Indische vijgen (vruch
ten van do opuntia.) Er was weinig ziekte
onder ons; nooit typhus (enteric), zoover
ik me herinnor. In geval van ziekte ge
bruikten wij altijd geneesmiddelen van het
veld, want we haddon ambulance noch ge
neesmiddelen. Buchu een soort struik
die ze buchu noemen wordt als een
voorbehoedmiddel tegen typhus beschouwd,
en ik moet zeggen, dat hielp uitmuntend."
De goneraal toonde zijn bezoeker een
paar gouden ponden, die to Pelgrimsrust
geslagen waren. Het waren gladde schijven
zuiver goud: aan den eenen kant stonden
de letters Z. A. R., kunstig in een gevloch
ten, aan den anderen kant eenvoudig de
woorden: „Een Pond, 1902." Het goud
was zacht. Te Pretoria krijgt men tegen
woordig wel tienmaal de waardo voor
zoo'n stuk.
Lucas Meijer bevestigde ook, dat de
Boeren er op gesteld waren; president
Kruger volkomen op de hoogte te houdon.
Er gingen telkens rapporten naar Europa,
overgebracht door vertrouwde boden, die
bun weg door Duitsch gebied namon, en
altijd hun bestemming beroikten.
Op St. Helena.
Volgens bericht in de N. R. C. van
mevr. De Wilde le Londen die twaalf
dagen op Sint Helena vertoefde en zoo
juist is teruggekeerd, verkeeren daar vele
uitlanders, en onder hen ock enkele Hol
landers, in moeielijkheid.
Zij schrijft o. a.
Volgens proclamatie van den gouverneur
kan ieder burger, die gewillig is den eed
van getrouwheid af te leggen, zulks doen
en wordt hij daarna, zoo spoedig de ge
legenheid daar is, naar Zuid-Afrika terug
gezonden niemand mag echter het eiland
verlaten zonder den eed afgelegd te hebben.
Uitlanders zijn evenwel van dit gedwon
gen vrijwillig eed-afleggen buitengesloten,
uitgenomen zij, die bewijzen kunnen burger
te zijn. Dat volgens de Transvaalsche wet
van 1899 (ik meen 2 Dec.) een ieder, die
na 't uitbreken van den oorlog de wapenen
voor de Republiek opvatte, vol burgerrecht
werd verleend, wordt door de Engelsche
autoriteiten niet erkend. Evenmin nemen
zij de verklaring van twee getuigen aan,
dat iemand reeds vroeger burger werd.
Een Hollander nu, en zoo zijn er velen
op St. Helena, die voor de Republiek streed,
en al of niet reeds jaren daar vertoefde,
heeft door zijn optreden tegen Engeland
volgens de Nederlandsche wet zijn Neder
landerschap verloren. De Engelschen er
kennen zijn burgerschap niet, weigeren
hem den eed van getrouwheid te laten
afleggen en vertellen hem, dat hij, of op
eigen kosten naar zijn geboorteland kan
teruggaan, of op St. Helena kan blijven,
totdat hij bij tijd en wijle door Engeland
naar zijn geboorteland wordt gezonden.
Over de onmogelijkheid, die toch schijnt
mogelijk te zijn, dat een man geen natio
naliteit bezit, wil ik niet spreken, maar
ik wensch er met nadruk op te wijzen,
dat vele Hollanders, of ex-Hollanders, daar
op 't eenzame eiland zijn zonder middelen
om hun overtocht naar Europa te bekos
tigen. Natuurlijk zoo zijn er ook Duitschers
en Denen en Noren, maar voor mij voor
namelijk Hollanders.
Niet alleen verliezen zij have en goed
(de beloofde 3,000,000 schadeloosstelling
is niet voor uitlanders), niet alleen zijn zij
zonder nationaliteit, maar bovendien zijn
zij tot een voortdurend verblijf op St.
Helena gedwongen.
In Nederland waar zooveel sympathie
voor de Boeren werd betoond, waar zooveel
krachtige hulp werd geschonken aan de
Boerenkampen, kan men, dunkt mij, niet
onverschillig zijn voor het lot van land-
genooten of ex-landgenooten, die alles voor
de Boerenzaak veil gehad hebbend, nu bij
de vredesbepalingen feitelijk door de Boe
ren in den steek zijn gelaten en in som
bere verlatenheid, verre van allen, die
hen lief zijn, verre van het land hunner
geboorte, verre van de maatschappij, waarin
zij opgroeiden en waartoe zij behooren,
hun eentonig ellendig gevangenleven, slij
ten op de verre rots in den oceaan. En
dat alleen omdat zij niet de noodige mid
delen hebben om hun overtocht te bekos
tigen.
Mijn gevoel van rechtvaardigheid komt
er tegen op, dat velenmijner landge-
nooten in zulke deerniswaardige omstan
digheden verkeeren. Aan anderen laat ik
het over middelen te beramen om aan dien
bedroevenden toestand een einde te maken.
Ik voeg er alleen nog bij dat bij een
eventueel helpen men moet rekenen op
een passage 2e klasse, daar alleen „inter
mediate" booten eens per maand het eiland
aandoen, en deze, gelijk ook bij mijne
terugreis 't geval was, alle 3c klasse-aeco-
modatie aan terugkeerende troepen zullen
moeten afstaan.
Do heer J. H. Janson Jr. schrjjft aan
de lel.
Bij een vriendin hier ter stede werd met
de laatste mail uit Zuid-Afrika onderstaand
schrijven ontvangen, waaruit de geest kan
blijken, die na den bedriegelijken vrede de
Boeren-bevolking bezielt. De plaats van
afzending en den naam van de schrijfster
laten wij voorzichtigheidshalve ongenoemd,
maar wij kunnen onzen lezers de verzeke
ring geven, dat het schrijvon is van de
hand van een familielid van een der eerste
voormannen van het Afrikaander Volk, die
helaas! ook reeds is heengegaan zonderde
vrijheid te hobben mogen zien.
Lieve Vriendin!
Uwo brief aan mijn Moeder dd. 30 Mei
is ter hand, hartelijk dank voor dezelve.
Wij waren allen verbljjd andermaal van u
te hooren. Mijn lieve Moeder was oonige
weken geleden ziek, maar het hoeft den
Algoede behaagd haar weer op te rigten,
doch ik mag niet ontveinzen, dat hare jaron
klimmen. Zij is reeds over de zeventig en
de Psalmist leert ons, dat dit het getal
onzer jaren is, doch zoo wij zeer sterk zjjn,
tachtig jaren en een huivering komt over
mij, als ik denk, dat van mijne vier ouders
schoonouders en eigen zij de eenige
is, die mij nog is gelaten en ik haar moge
lijk ook weldra zal moeten afgeven. Moge
de Heere mij die ramp nog lang besparen,
vooral terwijl ik zoo ver verwijderd ben
van mijn geliefde echtgenoot (deze is in
den oorlog gewond in handen des vjjands
gevallen en thans in gevangenschap). Moge
de Heer haar nog lang sparen en nog het
voorrecht |verleenen om haar volk, dat zij
zoo lief heeft eens nog weer vrij te zien,
dit is de wensch en bede voor ha* van
haar liefhebbonde dochter.
Uw hebt zeker alles vernomen omtrent
de vrede in ons land. Het is niet die vrede
die wij gewenscht en waarom wij gebeden
hebben. Het is niet die vrede waarvoor
wij zingen: »Hoe lieflijk zijn op de bergen
de voeten desgenen die vrede verkondigt".
Het is echter een vrede naar Gods wil en
naar Zjjne wijze beschikking, en wat God
doet is welgedaan. Daarom zullen wij niet
klagen, want de Heer heeft het gedaan en
die zelfde Q-od die magtig is om vrede te
geven, waar de oorlogsvlam woedt, diezelfde
God is ook machtig om ons te Zijner tijd de
erfenis onzer vaderen, ons duurgekocht
Vaderland, terug te geven; dit is ons vaste
geloof en vertrouwen. Wij zullen den
moed niet opgeven, maar meer dan ooit
bidden en vertrouwen. Onze tijden zjjn in
Zijne hand. Ons volk is zeer verarmd en
vernederd, alle plaatsen zijn verwoest, onze
woningen liggen in puin, monig huisgezin
is geheel uitgestorven.
Doch onder dit alles behoort men geen
wanhopig klagen. Onze leuze is»de Heer
heeft meer dan dit om ons te geven, Hij zal
voorzien." Wat echter voor ons het bitterst,
bijna onoverkomelijk is, is de ontrouw van
zoovolen onzer broederen, die hot zwaard
tegen ons getrokken hebben, de Heere
vergelde hen naar hunne werken.
Lieve vriendin, ik zou u nog veel meer
willen schrijvon, doch de rogte tijd voor
schrijven is nog niet aangebroken. Salomo
zegt: Alles heeft oen bestemde tijd en
't is voor ons nog de tijd van zwijgen.
Wellicht zal de tijd van spreken aanbreken.
Dan zal menig duister opgeklaard worden,
menig doode zelf zal dan krachtig spreken.
Chamberlain heeft in het Lagerhuis de
belangrijke verklaring afgelegd dat de
vonnissen in Zuid-Afrika door de krijgs
raden uitgesproken tegenover burgers, van
kracht blijven tot de krijgswet; wordt op
geheven.
De commandant van Durban heeft be
kend gemaakt dat passagiers om in Trans
vaal te komen, niet te Lorenzo Marquez
aan land mogen gaan, als zij geen 20 pond
deponeeren, of oen permit voor Transvaal
hebben, of zich oen plaatselijke betrekking
kunnen verschaffen, zonder dat worden zij
binnen acht dagon het land uitgozet.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Kockengen, W. R. Kals-
hoven te Elspeette Wadenoyen, C. Diehl
te Ochten.
Aangenomen naar Bennekom door C. J.
Leenmans te Zetten.
Bedankt voor Hornhuizen door T. Dijk
stra, cand. te Groningenvoor Maas
sluis door P. J. v. Melle te Nijkerk
voor Lellens door G. A. Swart, cand. te
Groningen.
De Synode behandelde Maandag onder
meer een verzoek van het Prov. Kerkbe
stuur van Zeeland, om voorlichting omtrent
de vraag, of de Heer James Mackay, be
roepen predikant bij de Engelsch Hervormde
gemeente te Middelburg, tot het colloquium
doctum kan worden toegelatenen besloot
tot een toestemmend antwoord, op grond
dat de Heer Mackay aan de Universiteit
te St.-Adrews den graad van B.A. heeft
verkregen en als predikant bij de Schotsche
kerk is werkzaam geweest. Ook is behan
deld het rapport over de consideration der
prov. kerkbesturen en class, vergadering
over de voorloopig aangenomen wetsver
andering in art. 64 Regl. op de vacaturen,
bedoelende dat ook vrouwelijke lidmaten
recht hebben om bezwaren in te dienen
tegen een beroepen predikant. In overeen
stemming met de conclusie van dit rapport
werd besloten deze verandering definitief
vast te stellen en te onderwepen aan de
eindstemming der provinciale kerkbesturen.
De commissie heeft haar rapport uitge
bracht naar aanleiding van 't verzoek van
ds. J. H. T. Gangel te Voorst, om weder
als predikant in de Ned. Herv. Kerk be
roepbaar gesteld te worden.
In het vorige jaar was een dergelijk ver
zoek ingediend bij de Synode, ter afdoening
opgedragen aan de algemeene Synode-
Commissie, die daarop afwijzend had be
schikt.
De gronden, waarop deze afwijzende
beschikking berust, worden door den re-
questrant krachtig bestreden, die daaren
boven den vurigen wensch uitspreekt, met
erkenning van verkeerd gehandeld te hebben
in het jaar 1887, toen hij deelgenomen
heeft aan de doleantiebeweging, om weder
in de Ned. Herv. Kerk als predikant te
dienen.
De rapporteerendo Commissie komt tot
bet resultaat, dat er een conflict bestaat
tusschen de handeling van den Kerkeraad
van Voorst, die den heer Gangel weder als
lidmaat der Ned. Herv. Kerk heeft erkend,
en de handelingen der vroegere besturen
en stelt voor om het besluit van 24 Maart
1887, waarbij geconstateerd werd, dat de
heer Gangel door woord en daad getoond
heeft, zich af te scheuren van de Ned. Herv.
Kerk, als niet meer geldend te verklaren
en adressant te berichten, dat de opheffing
van het op hem toegepaste tuchtmiddel
niet tot de bevoegdheid der Alg. Synode
behoort, maar tot die van het Prov. Kerk
bestuur van Gelderland.
Daarna wordt overgegaan tot het op
maken van een drietal voor de benoeming
van een secundus van den secretaris. Het
wordt samengesteld uit de namen der hee-
ren dr. J. A. Bruins, pred. te Idaard, S.
W. Bakhuizen van den Brink, pred. te
Vlissingen, en D. van Popta, pred. te
Bunnik.
Geref. Kerken.
Beroepen te Zulk, M. Elzinga, cand. te
Dokkumte Watergraafsmeer, R. P.
Haan te Giesendamte De Bilt, A. v.
Bueren te Bruinissete Waardhuizen,
H. de Bruijn, cand. te Oud-Vosmeer.
De cand. D. K. Wielenga van de
Tlieol. School te Kampen zal zich niet be
roepbaar stellen, maar wenscht na te
Londen in de geneeskunde gestudeerd en
de Indische talen beoefend te hebben
als zendeling naar Soemba te vertrekken.
Ev. Luth. Kerk.
Beroepen te Hoorn, C. de Meijere te
Doesburgte Culemborg, L. Schutte te
Monnikendam te eiland Bonaire (West-
indiü), Th. Scharten te Stadskanaal.
Geslaagd op het examen der Nederland
sche Toonkunstenaarsvereeniging, voor
piano (lager onderwijs) mejuffrouw H. L.
Klummerboom, te Zierikzee.
Bij vonnis der arr. rechtbank te Zie
rikzee is de eisch, door de aannemars van
het werk wegens het maken van een haven
in den Schelphoek (gemeente Serooskerke)
ingesteld tegen de gemeemte Noordwelle
ontzegd, met hun veroordeeling in do pro
ceskosten.
Bij bevelschrift der arr. rechtbank te
Zierikzee is naar de openbare terechtzitting
dier rechtbank verwezen P. J. V. oud 22
jaar, notarisklerk, wonondo te Zierikzee,
thans gedetineerd, beklaagd van verduiste
ring van f2280.
Goes. In bewaring is genomen een op
gevangen Hond, zijnde een kleine zwarte hond
en voorzien van halsband met bel. De recht
hebbende kan deze ten bureele van politie
terug bekomen tegen betaling der kosten van
voeding. Indien dit niet vóór Zaterdagavond
a. s. is geschied zal de hond ingevolge art. 7
der betrokken verordening worden afgemaakt.
Op voordracht van de Commissaris van
Politie is benoemd tot hulpagent van Politie
Pieter Johannes Hengstmangers.
Goes. Door de beide harmonieën
>Euphonia" en »Hosanna" is besloten a.s.
Zaterdagavond, ter eere van den jaardag
van H. M. de Koninginmoeder een volks
concert fe geven.
»Euphonia" zal zich laten hooren van
8'/s9'lj en »Hosanna" van 9'ln— lO'/i uren
Wolfertsdijk. Hedenmorgen werd al
hier, onder het afdak van het woonhuis
van C. v. d. Y. waar hooi opgeborgen was,
een begin van brand ontdekt, welke echter
door spoedig opgedaagde hulp kon gestuit
worden. De oorzaak wordt toegeschreven
aan broeien.
Kortgene. In de schuur van den land
bouwer G. Israël, onder deze gemeente,
waar een troepje vlasplukkers verblijf hield,
is één van hen, een bejaard werkman,
Zaterdagnacht plotseling gestorven. Met
groote ontsteltenis kwam zijn vrouw 's mor
gens tot deze ontdekking. Maandag is het
lijk vervoerd naar Maasdam.
Borssele. Maandagavond brak binnen
deze gemeente een felle brand uit op de
hofstede in pacht en bewoond door Jacobus
van Liere. Huis en schuur met al den
inhoud, tot zelfs het goud en zilver der
bewoners, werd een prooi der vlammen.
Een stiertje kwam in de vlammen om.
Alleen de gebouwen waren verzekerd. De
brandspuiten, ook van omliggende gemeenten
waren ter plaatse, doch vermochten niet
den brand te stuiten.
Bij het laatst gehouden examen voor
het telegraafradicaal is 0. a. geslaagd de
klerk der posterijen en telegrafie J. H.
Mantz te Tholen. Bij het examen voor
het postradicaal slaagden 0. a. de commiezen
der telegrafie A. L. Lijbaart te Eist, C. A.
Schrijver te Rotterdam, H. v. Nieuwenhuijze
te Neuzen. Bij het examen in den tele
graafdienst slaagde de surmumerair der
postei ijen en telegrafie te Neuzen J. N. H.
Pel. Eervol ontslagen 1 Oct do brieven
gaarder J. Rijkse te 's Hoer Hendriks-
kinderen.
Door den Commissaris der Koningin
in Zeeland is het aantal leden der gezond-
heidscommissiën op vijf bepaald.
Benoemd bij liet derde regiment
infanterie tot eerste-luitenant de tweede
luitenant F. Heuvelink, van het korps.
Terug van Ceylon.
Gisterenavond heerschte er een onge
wone drukte aan het station der staats
spoor te 's-Gravenhage, wegens den terugkeer
van de geneesheeren van liet Nederlandsclio
ltoode Kruis, die twee jaar in Engelsche
krijgsgevangenschap hadden doorgebracht.
Het waren de geneesheeren Koster, I'into
en Van Houtum en de verpleger Mouleman.
Een hoera uit duizenden kelen klonk hun
tegen. Verscheidene deputaties, ook van
het Roode Kruis en van de Zuid-Afri-
kaansche Vereeniging begroetten hen.
Dr. Ruysch, dr. Blink en de heer Ver
vloot hielden toespraken, welke diep bo-
wogen door dr. Koster beantwoord werden.
Aan het slot zijner rede richtte zich deze
spreker nog tot zijn kameraden, hij zeide
te weten dat hun werkkring in hot vader
land veel van het ljjden zou doen vergeten.
Zij zouden dit moeilijk kunnen doen wat
betreft de mannen die hun de vrijheid ont
namen. Maar wel wilde hij hopen, dat zij
hem zouden vergeven die tot op zekere
hoogte de oorzaak van hun gevangenschap
is goweest. En mocht ge al eens bitter
heid jegens mjj hebben gevoeld, gij hebt
't nimmer geuit, zei hij. Daarvoor innig,
innig dank.
Nabij station Halfweg is een man
uit Sloten door den trein gegrepen en
gedood. Een hrugarbeider der staats
spoorwegen is nabjj Moerdijk van den
pijler der draaibrug in het Hollandsch diep
gestort en verdronken. Een onderwijzeres
te Brunnepe viel zoodanig met haar fiets
tegen eon boom, dat zjj goheol bewuste
loos was, een paar ribben brak en een
ernstige hoofdwond bekwam. Te Maas
tricht brak eergisterenavond een felle brand
uit bij een manufacturier, ten gevolge van
het springen eener petroleumlamp. De felle
wind voedde de vlammen die terstond de
trappen versperden. De (zes) bewoners dei-
tweede verdieping sprongen uit het venster,
de vrouw brak de ruggegraat, de man en
een kind werden zoodanig gewond dat zij
onmiddellijk overleden, en een veertien
jarig meisje, zeker verhinderd geworden
mee te ontsnappen kwam om in de vlam
men. Nog twee kinderen bekwamen bij
den val ernstige kwetsuren. Twee dames
en een heer uit Utrecht zijn te Ubbergen
met hun automobiel tegen een muur ge
reden, er uit geworpen en zwaar gekwetst.
Te Rotterdam werd een roeiboot
waarin twee schippersknechts bezig waren
een schip aan de buitenzij schoon te mat
ken, door een sleepboot aangevaren, zooda-
de roeiboot omsloeg en oen der knechts in
de golven omkwam. Te Wageningen
vervoegde zich Zaterdagavond een 73-jarige
vrouw aan het politiebureau om nachtver
blijf wat haar werd verstrekt. Zij werd
aldaar ongesteld en overleed den volgen
den morgen. Zjj was reeds driemaal in
het oudevrouwenhuis opgenomen geweest,
doch telkens wegens misbruik van sterken
drank weer weggezonden.
Op H eindexamen H. B. S. in Roermond.
Men weet dat de bewoners van het
voormalige Hertogdom er een bijzondere
eigenaardige uitspraak op na houden. Zoo
0. a. spreken zij vrij algemeen de g voor
een j uit.
Aldus ook een der examinatoren.
Voor de natuurkunde werd de vraag ge
steld aan een candidaat uit een andere
provincie: Wat zijn permanente gassen?"
Althans de examinator bedoelde yassen,
maar zei /assen.
Onze candidaat had nooit van permanente
jassen gehoordom echter het antwoord
niet schuldig te blijven, zei hij»dat zullen
wel regenjassen zijn."
De examinator boosde candidaat mag
bij een volgende gelegenheid nog eens
terugkomen. Die permanente jassen ook!
Historisch
Uit Gulpen (Limburg) schrijft men
over het onweder van Zondag in het
GeuldelHonderden boomen werden in
een oogenblik ontworteld, zoodat deze op
verschillende plaatseD op stapels liggen.
De meeste huizen werden min of meer be
schadigd zelfs gebouwen, welke eerst sinds
kort waren opgericht, stortten in. Vee, dat
op de weide was, kwam onder de neerval
lende boomen en bleef op de plaats dood.
Ook de te velde staande granen werden
grootendeels vernield. In weinig tijds waren
de Gulp en de Geul buiten hare oevers,
en ook dit veroorzaakte veel schade. Evenals
to Margraten werden ook te Wijlre op een
aantal plaatsen geheele daken van de huizen
weggerukt, en aan gebouwen en te velde
staande granen groote schade toegebracht.
Verschillende wegen zijn versperd door de
boomen wolke daar over den grond liggen,
zoodat het verkeer op vele plaatsen gestremd
is.
De heer Keuchenius, arts te Scheve-
ningen, is door prof. Winkler uitgenoodigd
hem bij de behandeling van den heor Steyn
bij te staan. De heer Steyn zou, om geen
voet op Engelschen grond te zetten van
de boot, die te Stouthampton aankomt,
zonder te landen direct op een andere boot