NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 164. 1902. Dinsdag 29 Juli 16e Jaargang, HISTORISCH CHRISTELIJK- 1878 - 3 Augustus -1902. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Iets over het leven van Vuurtoren wachters. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95. Enkele nummers0,02r'. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Ik worstel en kom boven! Deze zinspreuk van 't Zeeuwsche wapen is de korte inhoud van 't leven des waren Christens op aarde; van den strijd der Christelijke Kerk in de eerste eeuwen tegen Heiden- en Jo dendom van den kamp der Christelijke Kerk tegen 't Heidendom in ons Vaderland; van den oorlog, tachtig jaren lang, tusschen Nederland on Spanje. O, wat is er op aarde toch steeds een strijd, niet slecht in 't menschonhart, maar ook tusschen volken en volken, die meestal den regel volgenMacht gaat boven Recht Hoe zagen wij uit naar den tijd, dat de Zuid-Afrikaansche Republieken tegen over Engeland den triumfkreet konden aanheffen»Na lange en bange worsteling zijn we boven gekomen en zijn we wéér vrij 1" En nu! Ook voor ons Vaderland was de negen tiende eeuw een eeuw van onrecht; een worsteling van Recht tegenover Macht, om de wezenlijke vrijheid van Onderwijs. De bovendrijvende partij heeft tientallen van jaren geijverd voor de alleenheerschappij der Staatsschool, en toen zij eindelijk vrij heid schonk, deed zij dat met de beperking, dat de oprichters van eigen scholen zeiven het onderwijs moesten bekostigen, en bovendien in den vorm van belasting tot de kosten van 't Openbaar Onderwijs bedragen. Dit kwaad is door God ten goede ge keerd. Het Christelijk beginsel ontwaakte al meer en meer in ons volk. Een schare van Christelijke Onderwijzers trad op, die met lust en ijver hunne taak vervulden en over heel het land onze beginselen verkon digden, waarvan de uitkomst verrassend was. Zoo hebben de vrienden van hot Chris telijk Onderwijs in de vorige eeuw voor de vrijheid der School geworsteld, zondor moede te worden. En nadat de School met den Bijbel bijna een halve eeuw lang een verschoppeling was, werd met de Schoolwet van 1889 (wet-Mackay) de eerste stap op het pad dor rechtsgelijkheid gezet. Toch zijn wij nog niet, waar wij wezen moeten. Daarom blijven wij worstelen. Zullen wij boven komen? Ja, eenmaal zal dit zeker geschieden. Wie weet hoe spoedig Reeds kunnen wij wijzen op het onver getelijke jaar 1901, het jaar, waarin zij, FETJILLETOl Reeds meermalen werden mededeelingen gedaan over het leven van vuurtorenwach ters, de trouwe arbeiders, wier leven dik- wjjls m de stille verlatenheid van een rots midden in zee voortspoedt, die geen ander genot kennen dan het ernstig vervullen van hun plicht hun schenkt. Sommige wachters kunnen op den duur niet tegen het eenzame verblijf in een be perkte ruimte, waar de werkkring zwaar en de afwisseling zoo gering is. Dikwijls komt het voor dat er slechts éénliehtwachter met zijn gezin op een vuurtoren verblijf houdt; de grootere hebben echter talrijker bemanning. De vermelding van enkele momenten uit het leven van vuurtorenwachters moge hier volgen Op den vuurtoren van Kaap Finistére werd een wachter eens plotseling krank zinnig. Het was nacht en zijn makker hield de wacht in het lichtruim. De krankzin nige klom de ladder op en trachtte het licht uit de doen. De ander had een zwaren strijd met hem, maar het gelukte hem ten slotte den ongelukkige te binden. Hij heesch de zwarte vlag, die men den volgenden met wie eerst niet gerekend werd, tot invloed en macht zijn gekomen. De Heere gaf een blijden ommekeereere voor smaad. Of behoeven wij 't nog te zeggen, dat in 't eerste jaar der twintigste eeuw een Ministerie optrad, waarin mannen zitting hebben, die reeds lang den strijd voerden voor de vrijheid van 't Christelijk Onder wijs en voor de rechtsgelijkheid van de Openbare en de Bijzondere School? Groote, onverwachte zegen, 'lisaishet eerste moi'gengloren van den dag eens nieuwen levens voor Land en Volk! O, Christenvolk van Nederland! vergeet het niet, en wijs er uwe kinderen op, dat de Heere ook deze dingen deed, niet om uwentwil, maar alleen om Zijns heiligen Naams wille, en opdat dien heiligen Naam lof en eere toekome! Wij willen niet te vroeg juichen, maar achten toch de hoop niet ongegrond, dat wij eerlang mogen uitroepen>Wij hebben lang geworsteld en eindelijk overwonnen 1" Zoo ver zijn wij echter nog niet. Er is nog eene krachtige minderheid in ons land, die zich met hand en tand verzet tegen de toepassing van het beginsel van rechts gelijkheid voor alle scholen. Die onver- zoenlijken leggen het toe op den ondergang van ons vrije onderwijs. Wee onzer dus, als we een Ministerie kregen naar hun zinDan ware 't uit met onze vrijheidDan mocht er geen enkele School met den Bijbel meer bestaan Of is het gevaar denkbeeldig, dat het ooit zoo ver komen zal? Vergeet niet, dat het Ongeloof al meer en meer veld wint en zich steeds krachtiger openbaart. Daarom, o volk van Nederlandverheug u, maar met beving. Verheug uover de jarenlange worsteling, die u scholen met den Bijbel bracht, zooais geen ander volk bezitdie u in de vorige eeuw een reeks van nobele mannen schonk, van geloofshelden, die in hun leven mis schien vergeten burgers warpn, maar wier namen God de Heere kent, en die in den kleinen kring, waarin zij werkten in dank bare herinnering blijven. Verheug u, dat de Heere alhier, waar martelaarsbloed gevloeid heeft voor de vrijheid van Godsdienst, het licht niet, gelijk elders, van den kandelaar heeft ge nomen Verheug u, maar met beving, bij de bewustheid, dat er zooveel volksjammeren, volkszonden en volksnooden zijn. Blijft worstelen, vrienden van 't Christe lijk OnderwijsGebruikt de vrijheid, die gij hebt, en het recht dat gij geniet, om nog meer scholen op te richten, waar de morgen gelukkig van het land bemerkte en door een kalme zee begunstigd, kon men don krankzinnige door een anderen wachter doen vervangen. De eerste indruk is soms zoo sterk, dat deze een nieuw aangekomene reeds ont moedigt. Het ontzettende geruisch in de lantaarn, de windstooten, die den toren tot op zijn grondvesten doen beven, en de ven sters doen rammelen, het geloei en geraas der golven vsreisehen zeer sterke zenuwen. Gewoonlijk is de omgeving van een licht toren rijk aan visschen. Tot tijdverdrijf en tevens om hun keuken van een goede, niet te versmaden proviand te voorzien visschen de wachters bij mooi weder met den haak of met netten. In het voorjaar en in don herfst is het platform van den toren dikwijls met een groot aantal doode vogels bedekt, welke door het licht aange lokt worden. In één nacht komen er dik wijls een zes honderd tot duizend vogels op deze wijze om het leven, ja het gebeurt zelfs wel, dat de glazen breken door het geweld, waarmede zij er tegen aan vliegen en soms komen hieruit groote ongebakken voort. Men heeft daarom tegenwoordig bij vele lichttorens ijzeren staven voor de ven sters geplaatst. Al is de werking van de moderne licht- apparaton ook nog zoo sterk, zoo gebeurt het toch nog wel, dat zij niet bij machte jeugd, die hoop der toekomst, in de vreeze des Heeren wordt onderwezen en aldus een dam wordt opgeworpen tegen de ver woestingen van het Ongeloof. Wie had, 50 jaren geleden, zich kunnen voorstellen, dat ons land in 1902 zou tellen 663 Scholen met den Bijbel, die uit enkel vrijwillige bijdragen werden gebouwd en door 107731 leerlingen worden bezocht? En tocher dreigt gevaar, gevaar voor verslapping en indommeling, wanneer men denkt: »De Rijksbijdrage van vele tonnen gouds maakt verdere hulp onnoodig." Ja, er is een Rijksbijdrage. Maar daar mede wordt niet een vierde van de kosten gedekt, vooral niet, als eenigszins aan de eischen van goed Ónderwijs en behoorlijke bezoldiging dor Onderwijzers zal worden voldaan. Maak u dan op om Scholen met den Bijbel te bouwen voor heel het volk! In de eerste plaats in die streken, waar de nood gevoeld wordt en die om hulp roepen. Denkt vooral aan den noodkreet, die onlangs uit Drenthe opging! Het geldt niet slechts uw kinderen, maar die van geheel het volk, ja van hot nagoslacht. Paart aan 't gebed uwe gave, en aan de gave 'tgebed! Toen aan een predikant gevraagd werd: »Wilt gij een biduur leidon voor de Chris telijke School?" tastte deze in den zak en haalde een geldstuk te voorschijn, waarop tot hem gezegd werd: »Wij vragen geon gift, maar leiding van een biduur." »Hoe kan men biddon voor de Christelijke School, zonder te geven?" antwoordde do predikant. Dit geldt ook van den bidstond, die op vele plaatson gehouden wordt vóór de Unie- Collecte. Het is bekend, dat bij gelegenheid van merkwaardige gedenkdagen, vele en soms groote, bijzondere giften ontvangen werden door de Vereeniging voor Christelijk-Na- tionaal Schoolonderwijs. Zóudt gij dat voor beeld niet volgen, nu de Heere ons met dit Ministerie gezegond heeft? Toon door een bijzondero gift dat gij daar dankbaar voor zijt en oofene do Heere ook u in do geefkunst, waarvan de School strijd ons de kracht deed verstaan. Hij gaf Zijn geliefden Zoon. Zult gij van hot uwe, dat eigenlijk het Zijne is, niet blijmoedig afstaan en zoo do collectanten bemoedigen, die rondgaan om de gaven in ontvangst te nemen, on ovonzoer de handen i) Deze 663 scholen vertegenwoordigen een waarde van f6.630,000, wijl de gemid delde prijs per school op 10,000 kan gesteld worden. zijn de dikke duisternis van oen dichten nevel te doordringen. Daarom heeft men getracht aan het licht een luid klinkend instrument toe te voegen, maar zelfs het gehuil van de sirene is niet in staat door den dichten nevel te breken, zoodat vele schepen de sirene eerst hoorden en het licht van den lichttoren eerst zagen, toen zij reeds tegen de klippen, waarop de torens gebouwd zijn, te pletter werden geslagen. Hoe stevig de torens ook gebouwd zijn, gebeurt het toch wel, dat zij de kracht van de golven niet kunnen weerstaan. De Eddystone lichttoren stortte de eerste maal in gedurende een onweder in den nacht van 26 November 1703. De met groote zorg gebouwde nieuwe toren ver brandde in den nacht van 1 November 1755. Een derde kort daarop gebouwd, en in 1839 en 1865 weder gerepareerd, moest men door het verzinken van den bodem weder laten vervangen door een anderen. De op paalwerk opgerichte toren van Flethwood stortte in doordat een schip er hevig tegen aanvoer. In het jaar 1877 is de aan de mondingen van den Ganges ge legen lichttoren Krishna plotseling ver dwenen. Aan welke gevaren, behalve de reeds ge noemde, zijn de wachters blootgesteld Den 2en November 1876, bij goed weder, sterken van hen, die zeggen»Wij zullen ons opmaken en bouwen Hoe groot zal dan ook uw vreugde zijn, als zij straks juichen »Ook wij worstelden, maar komen nu boven De algemeene collecte versterkt den onder- lingen band der liefde. Men ijvere dan ook niet slechts voor eigen School, maar brenge hulp aan voor al de scholen. Vooral nu na de nieuwe regeling der Rijksbijdrage voor sommige scholen de lasten verzwaard worden, is wederkeerige hulp noodig. Wij blijven dan nog worstelen, maar niet zonder hoop om boven te komen. Onzo hulpe zij en blij ve in den Naam des Heeren Wee onzer, zoo wij 't goedo, ons ge schonken, verzondigen door niet Gods eer boven alles te stellen; door niet gewillig voor Hem te bukken door verzaking onzer heilige roeping. Zij er daarom ootmoedig gebed om 't licht van 's Heeren aangezicht. Een volgend geslacht zal al meer en meer socialisten tegenover zich zien. De worsteling met hen zal zwaar zijn weest daar zeker van. Maar met den Heere zullen wij overwinnaars zijn en alles te boven komen. 28 Juli 1902. Te Haamstede bedroeg over 't 2e kwar taal 1902 't aantal schooltijden 13,244 tegen 12,368 in 1901. 't Aantal ongeoorloofde verzuimen alhier steeg van 160 in 1901 tot 587 in 1902. Dit is voornamelijk het gevolg van 't verzuim plegen door kinderen van een paar families. Werd de wet echter ook eens op hen toegepast, spoedig zou 't verzuim zoo goed als tot 0 gedaald zijn. Aldus klaagt men in de „Nieuwe Zierik- zeesche Courant". Te Gouda moet zelfs een knaap wegens te veel ongeoorloofd schoolverzuim ver wijderd en, ondanks zijn twaalf jaren, op een letterzetterij gedaan zijn om bij de Leer plichtwet ook nog de Arbeidswet te over treden. Ook te Oudewater is het aantal ver zuimen groot en weigert de schoolopziener de ouders te vervolgen. Hoe wij dit verstaan moeten Wij vernamen ook dezen zomer nog dat in een naburige gemeente de schoolkinderen met van hoogerhand geoorloofd „ongeoor loofd" schoolverzuim thuis bleven om bes sen te plukken. Een vorig jaar, toen de Leerplichtwet het voor het eerst verbood, had men de bessenpluk aan ouderen opgedragen doch die hadden vele struiken vernield, zoodat het water stond 4 M. onder hoogstand, werd de wachter Bimel, die op het plat form met het bevestigen van een touw voor een schip, dat aanlegde bezig was, voor de oogen van zijn kameraden door een golf gegrepen en in de diepte gesleurd. Eenige maanden vroeger was de lantaarn van denzelfden lichttoren zoodanig door do golven verbrijzeld geworden, dat de glas scherven het koperbeslag van de apparaten doorgesneden had. Onder den aandrang van de watermassa en den loeienden storm, waren de wachters met levensgevaar zes uur bezig om de schijven te herstellen. Bij een lichttoren van Vicille" verbrijzel de een golf twee van de lantaarns, drong in den toren door, overstroomde de trap, de kamer en de provisiekast en wierp massa's water naar binnen. Bijna waren de wachters in hun bedden verdronken. Op vele lichttorens is de smalle trap, die naar de lantaarn leidt, niet van leu ningen voorzien en ziet men aan beide zijden een gapenden afgrond beneden zich. Een mistred en gij ligt in de armen des doods. Dit gebeurde met Jean Móvil, wachter op de Dover-rotsen. Hij viel den 6en Januari 1893, juist toen zijne wacht af- geloopen was, van de trap en bleef op de plaats dood. Zijn makkers gaven het nood signaal. Er woei echter een verschrikke- men weer terug moest tot do kinderen. De ouders moeten toen uitgenoodigd zijn „hun naam te zetten" voor een aanvraag om 't bij de wet toegestane schoolverzuim, hetwelk verleend is. Dit zijn altegaar staaltjes van de strikte onuitvoerbaarheid der Leerplichtwet, zoodat wij ten zeerste op wijziging aandringen ook in 't belang van die ouders welke verplicht zijn een achterlijk kind, ook op 13-jarigen leeftijd op de school te laten, wanneer 't, ondanks zesjarigen volbrachten leeftijd, de hoogste klasse niet heeft bereikt, en jzij dat kind thuis niet langer kunnen of willen missen. In zake hot drankgebruik bij 't zaad- dorschen meldt men ons uit Walcheren dat dit niet zoo erg is als door dr. W. in de Kerkbode is voorgesteld Het bedraagt »om de 150 bos een groote vingerhoed" er wordt hoogstens 1000 bos gedorschen, zoodat de menschen in 't ge heel elk oen deciliter drank binnen krijgen. Wij noemen dit inderdaad vrij matig. Wij kunnen natuurlijk de opgaaf niet controleeron dr. W. zal trouwens wel an dere gehad hebben. Hoe 't op Walcheren gaat, woten wij nietmaar op Zuid-Bevoland zijn er wel gelegonhodon waar por man meer dan eon maatje gebruikt wordtal konnon wij er ook waar jenover geweerd wordt, en al leen koflio en bier wordt geschonken. In den Wilhelminapolder is 't echter menigmaal voorgekomen dat do werkmen- schon behoudens een onkolo geheelont houder al spoedig »zat en onbekwaam" ter aarde lagen, zoodat ander »volk" moest worden opgeroepon. Dat zal wel niet van »oon maatje" ge weest zijn. Overigens erkennon wij gaarne dat zaad- dorschen oen zeer zwaar work is, en dat verkwikkingen en hartversterkingen daarbij hoogst noodzakelijk zijn. Doch men bezige daarvoor iets anders dan dat dronkenma- kend gif. De geschiedenis gewaagde al meermalen van tweespalt en twist tusschen twee pro fessoren aan eenzelfde Hoogeschool. Reeds eenige maanden hangt een open baar geschil tusschen de Groningsche hoog leeraren Fokker en Middendorp. Het geschil schijnt zijn laatste sfadiura te zijn ingetreden. Prof. Middendorp heeft namelijk in een openbaar schrijven zijn collega zoo goed als dood verklaard. Dat openbaar schrijven verdient als proeve lijke storm en veertien dagen lang was het landen onmogelijk. De beide overlevenden Leroy en Charanton blevon voortdurend bij do lantaarn, zich tegen de schijven drukkende en met de oogen de onmetelijke ruimte doorborend. Zij waagden het niet elkander te verlaten, wachtten samen in de apparatenkamer en sliepen op dekkleedon od huiden. Hoe langer zij moesten wachten, des te meer leden zij aan hallucinaties en des te angstiger drukten zij zich tegen de ruiten. Zij meenden voetstappen op de trap te hooren, van buiten kloptd een hand tegen de ruiten of een stem riep hun bij don naam. Zij aten nauwelijks en hielden zich met koude koffie op de been. In vijftien dagen, verhaalde Leroy, hebben wij maar zes pond brood gegeten. Leroy, een man van ervaring en met een zeer groot weer standsvermogen, trachtte zijn makker, die teekenen van krankzinnigheid begon te geven, moed in te spreken en op te beuren. Met bewonderenswaardige zelfboheersching verwaarloosden zij hun dienst geen enkele maal. Toen men hen eindelijk na vijftien dagen te hulp kwam, waren de beide mannen bijna niet meer te herkennen. Charanton was bijna krankzinnig. Deze was er dan ook niet meer toe te bewegen, dienst als vuur torenwachter te doen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1