NIEUWSBLAD )R ZEELAND No. 157.1902 Zaterdag 12 Juli 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH Bij iil nummer Maart een Bpisel. GROOTHEID EN VAL. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te' F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Waarom de collecte niet gestaakt moet worden. 100 FEUILLETON. 5 jaar, zweetvos Merrie, 8 jaaj bruine Ruin, 8 jaar, blauwe Ruil 9 jaar, bruine Ruin, 10 jaar, vo,j Merrie, 12 jaar; Meir 8 baatgevende koeien, 3 Kalfvaarzei'ER AÜVERTENTIËN 2 tweejarige-, 2 andei25 cent, iedere regel meer 5 cent a jarige en 1 éénjarige Vaai ;van regeis 50 cent, iedere regel 3 anderhalfjarige en 3 eenjarig Ossen, 7 Hokkelingen, 3 vetl Varkens, 14 Biggen, 2 Karnhof den met Hokken, 125 Kippe? 16 Eenden1 Tilbury, Tent-, Kap- en 3 Meij. wagens, Driewielskar, 3 Sacks en 2 Kocksploegen, Amerikaan sche-, Zeeuwsche- en Meedekploeg 4 Sleepers, Molbord met Ketting 10 Eggen in soort, 2 Sleepeggen 3 Rolblokken, Wind- en Peemolen Stroomolen (hand- en paarden kracht), 2 Koebakken met Goten waaronder een nieuwe, Geesel elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA 1 en van De niet zoo spoedig verwachte vrede in Zuid-Afrika heeft eensklaps bij sommigen de offervaardigheid doen ophouden en de milde hand gesloten. Dat kan niet genoeg betreurd worden. Hulp blijft zoo dringend noodig. Allereerst voor de zoogenaamde rebellen. „Er zijn hier", zoo schrijft Ds. W. P. Rousseau uit Pietermaritzburg in Natal, „uiterst behoeftige mannen, die in het grootste gebrek verkeeren, mannen, öf uit de gevangenis ontslagen, maar hier toch op militair bevel aangehouden, die maar geen verdienste kunnen vinden en toch met geen penning op zak leven moeten, öf oud en zwak, die hierheen uit de noordelijke deelen des lands verbannen zijn en verplicht worden hier te blijven, terwijl zij dreigen te vergaan van gebrek, daar zij geen levens middelen hebben." „En als de menschen eerst huiswaarts of liever naar hunne verwoeste huizen moeten trekken, zal het noodig zijn hen ruim te helpen. Daarom zend maar zooveel gij kunt." De heer M. E. de Wildt te Pretoria schrijft„Wij weten, dat 3.000.000 pd. St. is toegestaan voor de eerste hulp aan terug- keerende Boerengezinnen, doch we ver moeden, dat er nog veel te doen zal zijn. De eerste teruggekeerde burgers, van de commando's afkomstig, zijn in de stad. Velen hunner zullen geholpen moeten wor den, o. a. vreemdelingen, waarvoor de vredesvoorwaarden geen voorziening maken. Deze zoogenaamde vreemdelingen zijn hunne oorspronkelijke nationaliteit kwijt en het burgerrecht, door den oorlog verkregen, wordt tot nu toe door de Britsche autoriteit niet erkend." En onder die vreemdelingen behooren een aantal Hollandsche onderwijzers, die wij tot eiken prijs in de vroegere Republiek moeten trachten te houden. Er blijft eene sterke verwachting voor de toekomst, als maar het Hoilandsch-Afrikaansche volk zijne taal blijft behouden. Nu Engeland zijne Engelsehe onderwijzers invoert, moeten we dit Hollandsche tegenwicht handhaven. Schetsen uit het leven van Napoleon I.J Als toegift geven wij nog onderstaand verhaal, waarin de Keizer een schoone rol heeft gespeeld. Ken Man die zijn Moeder lief had. Pierre Pitois was zijn naam, en hij was sergeant bij het twaalfde Fransche linie regiment, dat toen in Straatsburg lag. Hij kwam uit het nog zeer onbeschaafde dis trict Bourgondiü, dat men Mouwans noemt, ffijn kameraden noemden hem den vuur vreter. Altijd de eerste en de laatste in het vuur had hij den naam, van slechts met twee dingen in de wereld op te hebben de lucht van het kruit en 't fluiten der kogels. t ÖP e®n dag nu kreeg onze vriend Pitois t in zijn hoofd een brief aan zijn overste te schrijven, waarin hij verlof vroeg een reis naar zijn oude moeder te mogen doen, die bedenkelijk ziek lag. Hij voegde er bij dat zijn 78jarige, tengevolge van een beroerte half verlamde vader buiten staat was de arme oude vrouw op te passen, en gaf tegelijk zjjn woord, terug 'te zullen komen zoodra de zieke weer wat beter was. Het antwoord van den overste luidde dat het onmogeljjk was, aan zijn verlangen te voldoen, daar 't regiment iederen dag order kon krijgen om op te rukken. Pierre Pitois moest zich met dit bescheid tevreden te stellen, doch geen 14 dagen later, of de overste kreeg van hem een tweeden brief, waarin Pierre hem berichtte dat zijn oude moeder gestorven was, zonder haar eenig kind voor 't laatst nog eens te Vele onzer onderwijzers hebben tot op het laatste aan de zijde der Boeren gestreden verscheidene hunner zijn gesneuveld. Laat dan geen moedeloosheid ons ver lammen. Deze vrede zal slechts een nood zakelijke wapenstilstand zijn. De hoop op de toekomst van ons broedervolk laten we niet varen. Als in ons land een polder is ingeloopen, is men aanstond weer op uit malen bedacht. Dat is een beeld van de taak onzer natie ten aanzien van Zuid-Afrika. En onder de middelen, die wij niet ongebruikt moeten laten, staat een echt nationaal Hollandsch-Afrikaansch onderwijs, dat het vreeselijk geteisterde volk zijne taal en historie bezwaren doet, bovenaan. Het zal eene hevige worsteling zijn, waar voor we niet mogen terugdeinzen en waartoe in den eersten tijd krachtige geldelijke hulp dringend noodig is. Ook van Hollandsche onderwijzers zijn huis en have verbrand en geroofd, doch zy krijgen van Engeland niets terug. Daarom vragen we nogmaals een woord van ernstige opwekking om onze stam broeders te blijven steunen. H. J. Emous. Zomervergadering der Provinciale Staten van Zeeland. Middagzitting van Woensdag. Aan de orde worden gesteld de navol gende voorstellen van Gedeputeerde Staten: lo. Tot inwilliging van het verzoek tot het verleenen van een renteloos voorschot van f7225, voor wegsverbetering aan don Oud Vogelschorpolder. De heer de Veer verzet zich tegen het voorstel op de gronden als bij het laatste punt in de morgenzitting aangevoerd. Desondanks wordt het voorstel van Gede puteerden aangenomen met 23 tegen 10 stemmen. 2o. Tot inwilliging van het verzoek tot het verleenen van een renteloos voorschot ad f16660, voor wegsverbetering aan den Stoppeldijkpoldermet 24 tegen 13 stem men aangenomen. 3o. Tot herstelling van den Provinci alen steiger te Wolfaartsdijk en tot uit baggering van de daarvoor liggende ver- ondieping. Do kosten van een en ander worden geraamd op f 15800. zien, en hij tegelijk zijn aanzoek om verlof herhaalde. Deze tweede brief had evenmin de ge- wenschte uitwerking als de eerst9. De kapitoin van den armen sergeant antwoordde er op»PierreDe overste heeft uw brief ontvangen en betreurt den dood van uw oude moeder, maar kan u onmogelijk verlof geven, daar 't regiment morgen aan den dag al opbreken moet.'* »Zoo opbreken En waarheen als ik vragen mag?" »Naar Oostenrijk", antwoordde de officier. »We zullen Weenen te zien krijgen en de Oostenrijkers op hun voorman zetten. Goed nieuws, he Dan zult ge weer recht in üw element wezen, mijn oude kameraad!" Pierre antwoordde niet, maar scheen in diepe gedachten verzonken. De kapitein greep zijn hand, schudde die hartelijk en vervolgde »Hoe is 'tzegt ge daar niets op Zijt gij doof man Ik zeg u, voordat we veer tien dagen verder zijn zult ge op de Oosten rijkers inhouwen, en ge hebt niet eens een dankje voor die tijding Of hebt ge niet begrepen wat ik zei »Ja, ja kapitein, 'k heb alles woord voor woord verstaan. Ik dank u van harte voor de tijding, en ze is mij recht welkom." »üat dacht ik wel." »Maar kapitein, kan ik dan wezenlijk niet op verlof hopen "Zijt gij dol?" was 't antwoord. »Ver- lof! Verlof op den dag, voordat we oprukken Niemand krijgt het zelfs in zijn hersens er om te vragen." Juist niemand vraagt er om; 't zou ook den schijn van lafheid hebben. Nu, dan wil ik ook niet meer vragen, en ook De heer Fokker ziet op tegen de enorme kosten, het ware misschien beter den stei-(_ ger te doen afbreken en geheel te doen vervallen. Daarmede kon de heer Pompe van Meer- dervoort zich niet vereenigen, in zijne oogen was de steiger onmisbaar. t De heer Fokker repliceert dat zijne woorden verkeerd begrepen zijn; zijne meening is om den tegenwoordigen toestand te handhaven en later over het lot des steigers te beslissen. Nadat de heer Lucasse het standpunt van Gedeputeerden nader had uiteengezet en de redenen had ontvouwd welke tot het voorstel geleid hebben, wordt het met 33 tegen 5 stemmen aangenomen. 4o. Tot vaststelling van eene regeling voor het pensionneeren van weduwen en weezen van Provinciale ambtenaren. De heer de Veer is van oordeel dat het voorstel de leden te laat bereikt heeft om er een juist oordeel over te kunnen vellen. Hij doet een voorstel tot aanhouding, met uitnoodiging aan heeren Gedeputeerden om een nader exposé te geven van de financiëele gevolgen welke hun voorstel hebben zal. Na verwerping van het voorstel de Veer, wordt dat van Gedeputeerden met 23 tegen 17 stemmen aangenomen. 5o. Tot verleening van eene gratificatie ad f100 over 1902 aan de weduwe Quaars te Vlissingen; zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. 6o. Tot wijzing van het reglement op de wegen en voetpaden; zonder discussie of stemming aangenomen. 7o. Tot uitgifte van grond in erfpacht aan de maatschappij voor den straatweg van IJzendijke naar de Belgische grens; aangenomen zonder discussie of stemming. 8o. Tot inwilliging van het verzoek van C. A. Carpreau om andere pereeelen dan de thans daarvoor aangewezene te verbin den tot zekerheid voor het onderhoud van don weg naar Aardenburg naar de Bel gische grens; wordt zonder discussie of stemming goedgekeurd. 9o. Tot vaststelling van de grenzen der werken tot zeewering of oeververde diging van den calamiteuzen Zimmerman- polder; zonder discussie of stemming aan genomen. zonder verlof mijn plicht doen." »Dat is braaf gesproken," antwoordde de kapitein. Den volgenden dag rukte het twaalfde regiment naar Duitschland op, en nog een dag later was Pierre Pitois gedeserteerd. Er verliepen drie maanden. H et twaalfde regiment had op het slagveld nieuwen roem geoogst en was in triumf naar Straatsburg teruggekeerd, toen Pierre Pitois door gen darmen als een weglooper werd opgebracht. Er werd dadelijk een krijgsraad belegd en Pierre werd beschuldigd zijn vaandel ver laten te hebben, juist op het oogenblik, toen zijn regiment tegen den vijand ging oprukken. De krijgsraad leverde een vreem de vertooning op. Hier stond de auditeur op en riep »Pierre Pitois, gij, een der dapperste sol daten in de gansche armee, gij, op wiens borst het ruis van eer prijkt, gij die nooit straf of ook maar de minste afkeuring ver diend hebt, gij zoudt niet in staat ge weest zijn uw regiment, dat toen zoo in het vuur zou gaan, te verlaten, zonder daartoe reden te hebben van den dringendsten aard. Die beweegredenen wenseht nu de krijgs raad van u te vernemenwant hij verlangt zeer u, zoo al niet vrij te spreken, waartoe wel geen mogelijkheid zal bestaan, dan toch u aan de genade des Keizers te kun nen aanbevelen." Aan de andere zijde stond de beschuldigde. »Ik deserteerde zonder aanleiding, zonder beweeggrond", antwoordde hij. »Ik gevoel er geen berouw over, en had ik gelegen heid, ik zou het voor de tweede maal doen. Ik verdien den dood. Spreek het vonnis uit!" De getuigen werden opgeroepen. VOORTS stfifin AP UtgRc m-Rigrntoen'woTdt'Het voorstel daarop aangenomen. llo. tot verleening van een subsidie ad f250 aan de gemeente Veere in de kosten harer huishouding voor 1902. De heer Bos vraagt inlichtingen omtrent het gering bedrag aan schoolgeld dat te Veere ontvangen wordt, welke inlichtingen door den heer de Casembroot werden ver strekt. Aangenomen. 12o. tot verhooging van de subsidie, verleend aan de 5 Vereeniging »de Am bachtsschool te Goes", tot f1600. Aange nomen met 36 tegen 1 stem, nadat, conform het voorstel van den heer de Jonge, de voorwaarde dat de voorgenomen verbouw van de school vóór 1903 moet zijn uitge voerd, gelezen moet worden, vóór 1 Juli 1903. De heer de Jonge stelde dit voor, omdat men met den verbouw niet bon beginnen, zonder ook verzekerd te zijn van eene eerst bij de volgende Staatsbegrooting voor te dragen Rijkssubsidie. Op voorstel van den heer Fruytier zal 't subsidie nu ook pas met dien datum ingaan. 13o. tot verleening van een subsidie gedurende 5 jaren ad f 800 's jaars aan de Vereeniging »de Ambachtsschool te Zie- rikzee". Nadat de heer van Lijnden nopens de school te Zierikzee de noodige inlich tingen gegeven had, wordt het voorstel zonder stemming aangenomen. 14o. tot verleening van een subsidie gedurende 5 jaren ad f1500 's jaars ten behoeve van eene zeevaartkundige school te Vlissingen. De heer Bos doet het voorstel om de subsidie tot f 2000 te verhoogen, zooals ook door de adressanten is aangevraagd, waar- »Pierre Pitois is deserteur, wij weten dat het zoo is, maar wij gelooven hen niet," zeiden eenigen. Pierre Pitois heeft zijn verstand verloren en de rechtbank kan geene uitspraak over krankzinnigen doen. Hij mag niet tot den dood, maar moet tot het krankzinnigenhuis veroordeeld worden," wilden anderen. Bijna was dit laatste ook wezenlijk zijn lot geworden, want er was geen onder de aanwezigen, die niet Pierre's desertie voor een dier bevreemdende gebeurtenissen hield, welke buiten den kring van alle mogelijk heid schijnen te liggen, die men als feit aannemen moet, doch niet begrijpen of ver klaren kan. De sergeant bleef intusschen standvastig bij zijn schuldbekentenis, ver langde de verdiende straf te ondergaan en verklaarde zoo bij herhaling over zijn daad geen berouw te gevoelen, dat men dit wel bijna als een uitdaging moest be schouwen, die den krijgsraad iedere ver zachting van zijn vonnis onmogelijk maakte. Pierre werd dus ter dood veroordeeld. Zonder in blikken of trekken de minste aandoening te verraden hoorde hij dat vonnis aan. Men spoorde hem dringend aan verzachting te vragen; doch dat wei gerde, hjj. Daar iedereen inzag dat hier eenig' zonderling geheim moest bestaan, werd besloten de terechtstelling uit te stellen. Hij werd in de militairen gevangenis teruggebracht en hem werd aangekondigd dat men hem, als bijzondere gunst, nog drie dagen toestond om gratie te vragen. Hij haalde de schouders op en bleef stom. In het holle van den nacht, voor den dag zijner executie, werd de deur zijner cel met omzichtigheid geopend. Een subal tern officier trad zachtjes aan het veldbed, tegenover de heer van Lijnden de redenen ontvouwt, die Gedepnteerden genoopt heb ben de subsidie tot f1500 te beperken. Nadat het voorstel Bos met 22 tegen 12 stemmen verworpen was, wordt dat van Gedeputeerden zonder stemming aan genomen. 15o. tot verleening van een subsidie tot f 350, aan de Vereeniging tot bevordering van animale koepokinenting te Middelburg. De heer Wisboom Verstegen zegt, wars van elke godsdienstige consideratie, niet met het voorstel te kunnen medegaan, om dat de groote geleerden het niet eens zijn over het nut der animale koepokinenting. Met 32 tegen 5 stemmen wordt daarna het voorstel goedgekeurd. 16o. tot verleening van een subsidie ad f 250 aan L. G. Overbeek ten behoeve van zijn wagendienst Wolfaartsdijk sche veerGoes, gedurende 2 jaren; zonder discussie of stemming aangenomen. 17o. tot verleening van een crediet ad f 3550, aan de Maatschappij tot bevor dering van landbouw en veeteelt in Zee land, ten behoeve der paardenfokkerij, ge durende 2 jaren. De heer Wisboom Verstegen kan het nut van deze verhooging van subsidie niet inzien en stelt voor het met f 1200 te verminderen. Daarentegen wordt door den Eenneguin, en na hem door den heer Maas, een warm pleidooi voor de subsidie ge houden, die ten slotte zonder stemming wordt goedgekeurd, nadat het voorstel Wisboom Verstegen met 33 tegen 4 stem men was verworpen. 18. tot afwijzing van het verzoek van B. en W. van Duivendijke om verhooging van het renteloos voorschot voor het aan leggen van eene haven. De heer Fokker stelt voor de subsidie alsnog met f 1200 te verhoogen, daar de oorzaak der aanvrage slechts te danken is aan eene calamiteit, die niet voorzien is kunnen worden. De heer Siegers ontvouwt de gronden, waarop het voorstel tot afwijzing van Ge deputeerde Staten gegrond is. De heer Bolle is van oordeel dat Gede puteerde Staten geen goede opvatting van de zaak hebben en te veel uit het oog ver liezen dat hier eene calamiteit in het spel is. waarop de veroordeelde rustig sliep, liet zijn oogen een poos op hem rusten en schudde hem toen wakker. Pierre richtte zich op en vroeg, nog half slaapdronken: »Is 'tal tijd?" »Neen, Pitois," antwoordde de officier, »nog niet." »Wat komt gij hier dan bij mij doen?" »Kent gij mij dan niet, Pitois? Maar om 't evenik ten u zeer goed. Ik zag u bij Austerlitz, en gij hebt u daar braaf ge houden. Van dien dag af heb ik u op rechte hoogachting toegedragen. Pitois, Gisteren, toen ik in Straatsburg aankwam, hoorde ik van uwe veroordeeling. Daar de cipier een goed bekende van mij is, heb ik een middel gevonden om u te komen zien. Pitois, 't is voor menigeen eene treurige gedachte, te moeten sterven, zonder vooraf een vriend bij zich te zien, voor wien men zijn hart uitstorten en wien men zijne laatste aardsche wenschen meedeelen kan, met de zekerheid dat die na den dood door hem vervuld zullen worded. Pitois, wilt ge mij als zulk een vriend beschouwen?" »Ik dank u kameraad", was 't koele ant woord. »Dus hebt gij mij dan niets, volstrekt niets te zeggen?" »Niets." »Geen groet voor uwe liefste voor eene zuster?" »Liefste Zuster? Ik heb geen van beide." »Voor uw vader?" Op de vraag naar zijn vader antwoordde Pierre Pitois den officier: „Die is dood. Hij stierf voor twee maan den in mijn armen." (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1