Kerknieuws. Schoolnieuws. Rechtszaken. Gemengde Berichten. MtOOillill) K\ VAL. brandstichtingen enz. komen hier zoogoed als nooit voor. En zulks kan van zeer weinig andere plaatsen in Indië mis schien van geen enkele andere getuigd worden. Tot voor een paar jaar sprak het haast vanzelf, dat te Kota-Radja de grootst moge lijke veiligheid moest heerschen. De militaire bewakingsdienst was streng en het verkeer met de moekims gering en tot de kleinste bijzonderheden gecontroleerd. Doch thans heeft de angstvallige bewaking en controle opgehouden. Dagelijks verkeeren hier en te Oleh-leh duizenden Atjehers, die vrij in- en uitgaan. De passars zijn druk be zocht en alle landaarden verkeeren daar met elkaar, zonder eenige terughouding. Dit zou echter geen reden zijn om den algemeenen toestand over geheel Atjeh gunstig te beoordeelen, aangezien Kota- Radja slechts als een zeer klein deel van het land aan te merken is. Doch overal in de sagis heerscht thans dezelfde veilig heid en onbedwongen verkeer. Hetzij men reist langs den spoorweg, dan wel te voet de afgelegenste passars en kampongs be zoekt, nergens ondervindt men eenigen overlast. Integendeel kan men overal van de zijde der bevolking op de hulp rekeneD, die ze in staat is te bewijzen. Reizigers nemen dan ook geen andere voorzorgen meer, dan die overal in Indië gebruikelijk zijn. Dit gemakkelijke verkeer is pas in de laatste drie jaar ontstaan. Vuurwapens worden nog maar alleen op jacht meegenomen en de bevolking ziet overal zeer gaarne dat wij een handje helpen om haar van de wilde varkens, tijgers en andere overlast van dien aard te bevrijden. Vooral maakt het een goeden indruk, dat de „Kafirs" bjj zulke gelegenheden zich uiterst bezorgd toonen om schade en lijfsgevaar voor de bewoners der buitenaf gelegen kampongs en ladangs te voorkomen. Weliswaar vinden de troepen nog altijd werk en zelfs zeer vermoeiend en gevaar lijk werk, gelijk blijkt uit de berichten van verwondingen en zelfs van sneuvelen zoo van de militairen als van de Atjehers; doch men dwaalt grootelijks, indien men op grond daarvan besluit tot het bestaan van een «oorlogstoestand". Vooreerst hebben die gevaarlijke excursies plaats in de uit einden der onderhoorigheden, zoodat de eigenlijke bevolking er geheel vreemd aan is en er dikwijls zelfs niets niets van te hooren krijgten tweedens betreft dit ge wapend optreden geen andere dan enkele honderdtallen individuen, die zich niet in een goed geregelden toestand kunnen voe gen en daarom uitwijken en van roof leven. Het zijn menschen, die tengevolge van een langdurigen oorlogstoestand totaal gedemo raliseerd zijn. Hun uitwijken naar de verste onderhoorigheden is voor het overige ge deelte van het land juist de besje waarborg van orde. De welvaart neemt dan ook overal zienderooge toe. Dit laatste en ook het bestaan van een gelukkige toenadering tusschen Europeanen en de Atjehers bevolking is schitterend gebleken tijdens de races te Kota-Radja. Drie dagen achtereen werd er feestgevierd met een geestdrift, die nergens in Indië overtroffen kan worden. Europeanen, Chi- neezen, Arabieren, Klingaleezen en alle mogelijke andere landaarden mengeen zich ongedwongen onder de tienduizenden Atje hers die van heinde en ver gekomen waren om, niet alleen te kijken, maar naar har telust mee te doen. Wie maar een paard bezat, dat naar zijn meening aan de eischen kon voldoen, had het laten inschrijven. Verschillende moekims hadden op het voor treffelijke race terrein hun eigen pagoens d. z. groote tenten waarin de vrouwen en kinderen op hun gemak alles konden zien, terwijl de mannen hun rijkunst ver toonden tegelijk met officieren en andere toeans. Geen enkele wanklank werd vernomen, doch wel steeg met den dag de geestdrift. NA DEN VREDE. Chamberlain zeide in het Lagerhuis, dat schadeloosstelling voor de verliezen, in Natal en de Kaapkolonie geleden gedu rende den inval der Boeren, zal worden betaald uit Transvaalsche en wel uit de eerste leening, die gesloten wordt. De schadeloosstelling wordt begroot op meer dan twee millioen pond sterling. Gelijk wij gevreesd hebben, geschiedt 't reeds. Aan het eind van deze maand zullen ran Ceylon worden teruggebracht 400 gevangen Boeren die zich nog tijdens den oorlog aan Engeland hebben onder worpen dus de parolers gaan het eerst. Nu de vrede zijn beslag heeft gekregen, laten wi hier een kort overzicht van den oorlog volgen. 1899. 11 Oct. Begin van den oorlog. 15 99 Kimberley ingesloten. 20 9i Dundee. 21 9* Elandslaagte. 23 ii Mafekiug gebombardeerd. 30 99 Nicholsonsnek. 31 99 Bulier komt te Kaapstad aan. 1 Nov. Inval in de Kaapkolonie. 2 99 Ladysmith ingesloten. 28 i9 Modderrivier. 10 Dec. Stormberg. 11 99 Magersfontein. 15 9> Colenso. 18 9t Roberts benoemd tot opperbevel- hebber. 1900. 10 Jan. Aankomst van Roberts en Kit chener te Kaapstad. 24 Spioenkop. 15 Febr. Ontzet van Kimberley. 27 99 Faardeberg. 28 99 Ontzet van Ladysmith. 13 Mrt. Roberts te Bloemfontein. 31 99 Sannaspost. 17 Mei. Mafeking ontzet. 27 99 Roberts over de Vaal. 28 99 De Vrijstaat ingelijfd verklaard. 31 99 De Engelschen in Johannesburg. 5 Juni. De Engelschen in Pretoria. 30 Juli. Prinsloo onderwerpt zich. 15 Aug. De Wet ontkomt de groote ver volging. 11 Sept. President Kruger naar Lourenpo Marques. 29 Komatipoort bezet. 19 Oct. Pres. Kruger aan boord van de Gelderland. 25 Transvaal ingelijfd verklaard. 29 Nov. Roberts draagt het bevel over aan Kitchener. 1901. 18 Jan. Krijgswet afgekondigd in de ge heels Kaapkolonie. 14 Febr. De Wet in de Kaapkolonie. 27 Ontmoeting tusschen Kitchener en Botha. 1 Mrt. De Wet is de Kaapkolonie weer uit. 29 Mei. Vlakfontein. 26 Sept. Itala en Prospect. 30 Oct. Bakenlaagte. 25 Dec. Tweefontein. 1902. 4 Febr. Bekendmaking van de nota's ge wisseld tusschen Nederland en Engeland. 25 Von Donop's konvooi genomen. 7 Mrt. Tweebosch. 22 Transvaalsche regeering komt te Pretoria. 31 Mei. Einde van den oorlog. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Feerwerd door G. A. Swart cand. te Groningenvoor Zegveld door W. R. Kalshoven te Elspeet; voor Kropswolde door G. Horreus de Haan cand. te Winsum; voor Zalt-Bommel door G. Nijhoff te Berkhout; voor Kockengen door J. M. Ph. Schippers te Huizen. Eene te Utrecht gehouden vergade ring van kerkelijke ambtsdragers heeft de heeren prof. J. H. Gunning, Ph. J. Hoede- maker, Chr. Hunningher, P. J. Kromsigt en B. van Meer uitgenoodigd, in het belang van eene, ook in het oog dezer heeren, dringend noodige reorganisatie der Her vormde Kerk werkzaam te zijndaarbij echter in het midden latende, of zij zich, naar den wensch van een deel der verga dering met de bekende commissie uit de classicale vergadering van Amsterdam zou den trachten te verstaan, dan wel, volgens het advies van een ander deel, geheel zelf standig hunnen weg zouden gaan. Genoemde heeren hebben nu in een schrijven aan de classicale vergaderingen medegedeeld, dat het hun voorkomt, dat zij zich het best van de hun opgedragen taak kunnen kwijten, door aan de classicale vergaderingen, eveals ten vorigen jare, te verzoeken de benoeming van een commissie van advies te dezer zake te willen uitlok ken. Deze door de Synode uit de opzieners der Hervormde Kerk te benoemen commi=- sie zou h. i. hebben te onderzoeken, of de van meer dan eene zjjde aanbevolen reor ganisatie inderdaad kan geacht worden, noodzakelijk of zeer gewenscht te zijn in het belang der Kerk; en zoo ja, naar welke beginselen en langs welken weg zij dan tot stand zou moeten komen. Aan de universiteit te Leiden slaagde voor het candidaats-examen in de God geleerdheid (tweede gedeelte) de heer K. den Hollander van Middelburgaan die te Utrecht slaagde voor het prop. geneeskunde F. J. Duetz. Heinkenszand. Voordracht voor onder wijzer aan de openbare school alhier J. J. Nuijten te Middelburg, G. V. Pennings te Goes, L. Eckhardt te 's-Gravenpolder, J. Blommaard te Kloetinge, E. v. d. Swaluw te Heinkenszand. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft, met vernietiging van het veroordee- lend vonnis der rechtbank te Middelburg van rechtsvervolging ontslagen A. F., mili cien te 's Gravenpolder, vervolgd wegens we- derspannigheid tegen den veldwachter die hem vastgreep omdat hij vermoed werd jachtovertreding te hebben gepleegd. Waar de veldwachter dus geen overtreding con stateerde maar slechts het aanwezig zijn van een overtreding vermoedde, was de aanhouding onrechtmatig en het verzet ge wettigd. Ook vernietigde het gerechtshof wegens een gebrek in den vorm, een vonnis der rechtbank te Zierikzee, waarbij een per soon uit Stavenisse, wegens verzet tegen een veldwachter was veroordeeld, en ver oordeelde hem alsnu wegens twee mis drijven van wederspannigheid tot 1 jaar gevangenisstraf. Goes. Bij een grossiersfirma alhier had een knechtje een partijtje «olienootjes" laten aanbranden. Om de fout te verber gen deed hij ze metterhaast in een zak. Toen een der patroons 's avonds in 't pak huis kwam, rook hij een brandlucht. Bij onderzoek bleek dat bedoelde zak in brand was geraaktde zak werd terstond buiten geworpenen door deze gelukkige ont dekking een gevaarlijke binnenbrand voor komen. Door gerechtigden van de ambachts heerlijkheid Cats is benoemd tot rentmeester de heer C. Schuilwerve te Cortgene en wel in plaats van den heer D. R. Wijcker- held Bisdom, die alszoodamg ontslag heeft genomen. Kloetinge. Bij het te Arnhem gehou den vergelijkend examen is o. a. als comies geslaagd A. de Maaker alhier. Kapelle. Gisteren, Donderdag is voor een gedeelte van de schoolkinderen alhier een aangename dag geweest. De leer lingen der hoogste klasse ten getale van 47 hebben onder geleide van het hoofd der school den heer Van der Brugge en den onderwijzer den heer Schrier en het rus tend hoofd der schoolden heer Visser, een pleizierreis gemaakt, zij zijn met den eer sten trein van Kapelle naar Middelburg vertrokken en van daar per bootje naar Vlisstngen. Na Vlissingen goed te hebben bekeken en geheel doorkruist, Zeebuule vard, Badhuis, hotel Zeeland en op de Mailbooten alles te hebben bekeken, en zich aan de maatschappij vergrepen hebben. En nog tal van andere hatelijkheden volgden. De laatste was, dat Napoleon zijn dienst boden moest roepen opdat zij aan Lowe zouden zeggen, dat zij vrijwillig hier bleven. »Dat hebben zjj vroeger reeds gezegd", antwoordde Napoleon spijtig. »Zjj moeten het mij ook zeggen," beet de ander hem toe. En toen Napoleon er bij bleef dat zjj die belofte reeds hadden afge legd, voegde hij er bij: «Goed, dan zal ik ze morgen naar Frankrijk terugsturen." Deze bedreiging hielp. Napoleon liet zijne bedienden roependoch hij gaf last dat zjj met den gouverneur in een andere kamer zouden gaan. Hjj wilde bij dat overbodige voor hem vernederend verhoor niet tegenwoor dig zijn. Toen de gouverneur zijne onbeschofte ondervraging geëindigd had, verklaarde hij zich voldaan. Doch de Keizer was zoo ont daan over de bejegening, dat hjj terstond voor afleiding een rjjtoer ging maken, natuurljjk van de noodige bewakers ver gezeld. Napoleon had goed gezien toen hjj van den gouverneur zeide dat deze een gemeen uiterlijk had; en dat men zijn kop koffie niet zou durven leegdrinken als de adem van zulk een man er over gegaan was. Hij had ook goed gezien dat met Lowe ook de drie commissarissen der overige mo- allen even naar huis een prentkaart van het hotel Zeeland per post te hebben verzonden, zijn zij ten 4 ure per tram naar Middelburg vertrokken, en na ook geheel die stad te hebben doorkruist en goed bekeken, en natuurlijk tusschen beiden, zoowel te Middelburg als VJis- sii.gen, de noodige lichaamsversterking te hebben genoten, zijn zij, blijde en verheugd, met den laatsten trein van Middelburg weder in goeden welstand te Kapelle aangekomen. In het huis van bewaring op de Prinsengracht te 's-Gravenhage is Woens dag door eenige gedetineerden een stout stuk uitgehaald. Omstreeks twaalf uur bevonden zich onder bewaking van twee bewaarders negen gevangenen op de wandel plaats. Geheel onverwachts werden beide bewaarders tegelijk door de gevangenen aangegrepen. Door het dichthouden van den mond en het vasthouden der handen werd den bewaarders belet te schreeuwen of alarm te maken. Spoedig werd aan een der bewaarders den sleutel van de plaats deur ontnomen, 't Openen van deze deur was 't werk van een oogenblik en achter elkander wisten daarop zes gevangenen door deze deur, die toegang geeft tot een op de Varkenmarkt bij de Assendelftstraat uit komende poort te ontsnappen. Drie gede tineerden slaagden daarin niet, want een der bewaarders had zich weten los te rukken en had snel de plaatsdeur dichtge- worpen. Een uur na de ontvluchting waren reeds weder drie der ontsnapten te Schiedam gegrepen en werden zwaar geboeid weer naar het pas verlaten verblijf teruggebracht. Nog twee loopen er, het zijn een paar zeer beruchte personen, die eenige weken geleden, ter zake van inbraak en diefstal veroordeeld werden resp. tot 5 en 3 jaren gevangenisstraf. Een van dit tweetal, is de man, die op de wandelplaats van het huis van bewaring zijn bewaarder tegen den grond wierp en hem den sleutel van de plaatsdeur afhandig maakte. Zekere Koning, die verleden week door de rechtbank te Rotterdam, wegens dief stal te Schiedam tot 2 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld met last tot onmiddellijke gevangenneming, blijkt de hoofdaanlegger van het complot te zijn geweest. In 't Friesche dorp St. Johannesga weet men op onrechtmatige wijze in 't bezit te komen van woning en land en wel op de volgende wijze. Een gezin koopt een bokvaartuig met roef, en wetende dat spoedig zinken niet zal uitblijven, wordt daartoe een geschikt terrein uitgezocht. Is het zinken een feit geworden, wat toe vallig steeds met een zonnigeu dag samen valt, dan is iedere hulp welkom, om het gevaarte op het droge te krijgen. Is dit eenmaal geschied, dan is gevaar voor zinken buitengesloten en „het gevaar" om opnieuw te komen drijven weet de bewoner wel te voorkomen. Buitendien is de bodem, als het vaartuig op den grond staat spoedig verrot. Vervolgens wordt de omliggende grond ontgonnen, eerst een tuintje aange legd, dra een geit gehouden, en eindelijk verrijst ter zelfder plaatse een steenen huisje. De eigenaars der respectieve gron den zien deze practijk lijdelijk aan, omdat het hun geld zal moeten kosten, z.ilk een gezin te verwijderen. Leer om leer. Het «Centrum" vertelt: Een boekverkooper zond aan onderschei dene personen een boekwerk in een omslag, waarop gedrukt stond«Is dit werk binnen acht dagen niet terug bezorgd, zoo wordt het als gekocht beschouwd." Een gebene- ficeerde zond het niet terug, werd toen hij weigerde te betalen, voor den kantonrech ter gedagvaard en ("zoo luidt het verhaal) door dezen tot betaling veroordeeld. De onwillige kooper, steenfabrikant, deed wat een goed burger betaamt hij gehoor zaamde aan het vonnis. Toen nu eenige dagen later de boekver kooper zjjn winkel wilde openen, werd hij daarin belemmerd door de omstandigheid, dat duizenden steenen lagen opgestapeld op zijn stoep. En bovenop lag een papier vermeldende den naam van den fabrikant, gendheden waren aangekomen. Admiraal Malcolon kwam uit hun naam belet vragen. «Mijnheer," zeide hjj, »u en ik zjjn men schen ik doe slechts een beroep op u zelf. Kan het zijn dat de Keizer van Oostenrijk, wiens dochter ik huwde, wien ik tweemaal zijn hoofdstad heb teruggegeven en die mij mijn vrouw en mijn zoon onthoudt, kan het zijn, zeg ik, dat h|j mij zijn commis saris zendt, zonder een enkelen brief, zonder een enkele mededeeiing aangaande den wel stand van mijn zoon Kan ik hem iets te zeggen hebben En evenzoo ten opzichte van Alexander die mijn vriend was, en tegen wien ik nimmer persoonlijke, steeds staatkundige oorlogen voerde Het scheelt mij weinig of zij souvereinen zijn. Ik ben er niettemin «mensen" om en verlang op dat oogenblik geen anderen titel. Moesten zij niet allen toonen, dat zij een hart bezaten? Geloof mij mijnheer, dat ik er niets in zou zien van den titel van «generaal" afstand te doen. Waarom ik het echter niet doe Omdat ik daardoor zou erkennen, geen «Keizer" geweest te zijn, en hier verdedig ik meer de eer van anderen dan van mij zeiven." De admiraal bracht den keizer ook de couranten mede die den dood van de keizerin van Oostenrijk en de veroordeeling van verscheidene officieren vermeldden. Ook den prijs der steenen en de mededeeiing, dat, tenzjj deze vóór den middag waren terugbezorgd aan de fabriek, zij zouden gelden als te zijn gekocht. Te Rotterdam is een doofstom knaapje door een zwaar geladen wagen overredeu en gedood, ook viel er een lood gietersleerling uit een dakgoot en overleed aan de gevolgen. Te Amsterdam is een schuitenvoerder door eigen onvoorzich tigheid door een treiu overreden en gedood. Te Hellevoetsluis ontbrak op 't mor genappel een marinier die met twee ka meraads den vorigen nacht had wezen vis- schen. Toen men hem ging zoeken vond men zijn lijk; htj was waarschijnlijk, ter wijl zijn kameraads in 't gras lagen te slapen, uit de vlet gevallen waarin hij zat te visschen. De gezondheidstoestand van H. M. de Koningin blijft bevredigendzij rijdt dagelijks een of tweemaal uit en maakt reeds kleine wandelingen. De minister van buitenlandsche zaken heeft onzen gezant te Londen opgedragen bij de Britsche regeering de spoedige invrijheidstelling van in den Zuid-Afrikaan- schen oorlog krijgsgevangenen Nederlanders te bevorderen. Het bestuur van den Centraal-Bond van Christelijk-Philanthropische Inrichtingen in Nederland heeft zich thans als volgt geconstitueerd: dr. J. Th. de Visser, voor zitter, A. J. da Costa, secretaris, mr. W. H. J. baron van Heemstra, penningmeester, dr. L. Heldring en W. Hovy. In de commissie van advies hebben zitting de heerends. H. Pierson, J. L. Zegers en C. Geel, allen directeuren inrichtingen. Een elftal stichtingen zijn tot den Bond toegetreden. Het doel van den Bond is: de behartiging van de belangen van den arbeid op christelijk philanthropisch gebeid in Nederland. Tot bereiking van dit doel zal o. m. getracht worden het in het leven roepen eener voldoende opleiding van hulppersoneel in de gestichten en het houden eener onderlinge inspectie. Vereenigingen, die alsnog wenschen toe te treden, wenden zich tot den secretaris, Den Texstraat te Amsterdam, terwijl aan diens adres nadere inlichtingen steeds verkrijgbaar zjjn. Een bekend Hollandsch strjjder in Zuid-Afrika, de heer Slegtkamp, heeft aan zijn ouders te lJmuiden bericht gezonden, dat hij na den vrede zich onmiddeljjk naar Holland ingescheept heeft. Wjjl deze jonk man zich bizonder onderscheiden heeft men herinnere zich zijn heldhaftig gedrag bij Spioenkop bestaat nu te lJmuiden het plan, om hem bij zijn aankomst een waardige en, voor zoover de omstandig heden het toelaten, feestelijke ontvangst te bereiden. Tegen een onderwijzer L. van een openbare lagere school te Delft is proces verbaal opgemaakt wegens mishandeling van een der leerlingen dier school. Bedoelde knaap is in het gasthuis opgenomen en verkeert nog in een ernstigen toestand." Van een zeer koude kermis kwam gisterochtend een inwoner van Dieren, die om onderstaande reden Arnhem bezocht, thuis. Hij had van zijn echtgenoote, die hem verlaten had, een vriendelijk sehrjjven ontvangen, waarin hjj werd uitgenoodigd naar Arnhem te komen, ten einde proef ondervindelijk overtuigd te worden van haar berouw. De verheugde echtgenoot, met vernieuwd vertrouwen in de waarheid, dat de menschheid slechts het goede wil, liet niet na met bekwamen spoed aan het ver zoek van zijn berouwhebbende ega te vol doen; op de vleugelen der liefde snelde hij voort in de richting van Arnhem, en vol verlangen naar de lang gehoopte ver zoening, betrad hij de woning, waar, volgens den brief, de schuld in onschuld zou ver keeren. Daar echter wachtte den buitenman een pijnlijke ontnuchtering in den vorm van een pak slaag, hem door zijn echtgenoote, in samenwerking m«i haar minnaar, toe gediend. Moraal: het vrouwi-lijk hart is bedriegelijk als de zee. Telegraaf. Te Boertange (Gr.), is het, sedert ontving hij brieven van zjjn moeder, van zijn zuster Pauline en van zijn broeder Lucien. Bij al het grievende dat Napoleon onder vond, was het hem waarlijk een verkwik king de familie Balcombe in zijn huis te mogen ontvangen. Ook wanneer de zesjarige Tristan, zoontje van Montholon hem den dag kwam opkorten. Hij luisterde gaarne naar de kinderlijke opmerkingen van dezen knaap. Soms kon hij huppelend de kamer in komen springen en zeggen «Goeden mor gen, Sire goed geslapen Die ongekunstelde eenvoud deed den Kei zer goed. Hij had er vermaak in den knaap fabels te vertellen. Op zekeren dag zeide hij dat lip niet eiken dag leerde. «Lieve jongen" zoo vroeg hij *eet je ook eiken dag «Ja wel Sire." «Nu dan moet gij ook eiken dag werken, want die niet werkt, mag ook niet eten." «O, dan zal ik alle dagen leeren." «Ziedaar de invloed van de kleine buik," zeide Napoleon lachend op dien van den kleinen Tristan kloppende «de honger, de buik brengt de wereld in werkzaamheid." Als de knaap zijn les goed had opgezegd, kreeg hij altjjd een versnapering. (Wordt vervolgd,J, 94 FEUILLETON. (Schetsen uit het leven van Napoleon I.) Napoleon had geen vasten slaapgevolg van zijn ongeregelde nachtrust gedurende het werkzame deel zijns leven. Ging hij ter rust, dan moest een kamerdienaar hem voorlezen tot hij in slaap viel. Door dat ongeregeld slapen, werd hij soms zeer vroeg, ja zelfs nog wel met den donker wakker. Zijn knecht moest er dan ook uit, om hem te kleeden; en een der generaals moest dan opstaan om aan 's Keizers gedenk schriften te werken. Eens op een morgen, toen zij aan dezen arbeid bezig waren, zeide Napoleon tot Mon tholon: Zorg dat mijn rok en ridderordes klaar liggen. De nieuwe gouverneur is ge komen en zal mij zeker een bezoek bren gen van daag. Misschien heeft hij de com missarissen wel meegebracht. 't Is toch wel aardig, hé Montholon, dat zij zoo bang voor mij zijn. Geheel Europa vreest dat de geketende leeuw zijne boeien zal verbreken, 't Heeft wel iets aantrekke lijks, te weten dat men de boeman voor een geheel werelddeel is. Op de opmerking van Montholon, dat er dan toch ook velen waren, die beter over hem dachten, hernam hijO ja, een deel ,7an Europa vreest mjj, en gunt mij de gevangenschap; een beter deel bewondert mij en beschouwt St. Helena als het voet stuk waarop mijn standbeeld verrijst; en het beste deel beweent mij als den geke- tenden held. Het zijn mijne vrienden. Voor alle drie zullen wij schrijven. Voor den vreesachtige de geschiedenis mijner veldsla gen voor den bewonderaar die van mijn kabinet; voor den vriend die van het lijden op St Helena. Nog dienzelfden dag kwam Cockbrun afscheid nemen van Napoleon en tegelijk zijn opvolger Lowe bij hem aandienen. Hjj wenschte hem toe, dat de verstandhouding tusschen hen even vriendschappelijk zou zijn als zij dit tusschen hemzelvon en den Keizer geweest was. Napoleon schudde hem hartelijk de hand en zeide: «Mocht uw weg nog eens langs St. Helena leiden, geloof mij dat het mij steeds aangenaam zal zijn u te zien." De eerste ontmoeting tusschen den Keizer en Lowe was niet zeer hartelijk. Napoleon beklaagde hem dat hij in zulk een wildernis moest komen leven. Dank u zei de ander ik bekleed hier een eervollen post, een post van ver trouwen. Nog al eervol, zei Napoleon. In Frank rijk zou men zulk een post aan verdachte lieden opdragen. Natuurlijk, antwoordde de ander niet minder scherp, zij moeten passen op lui, die

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 2