Kerknieuws.
Schoolnieuws.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
MtOOillill) K\ VAL.
brandstichtingen enz. komen hier zoogoed
als nooit voor. En zulks kan van zeer
weinig andere plaatsen in Indië mis
schien van geen enkele andere getuigd
worden.
Tot voor een paar jaar sprak het haast
vanzelf, dat te Kota-Radja de grootst moge
lijke veiligheid moest heerschen. De militaire
bewakingsdienst was streng en het verkeer
met de moekims gering en tot de kleinste
bijzonderheden gecontroleerd. Doch thans
heeft de angstvallige bewaking en controle
opgehouden. Dagelijks verkeeren hier en
te Oleh-leh duizenden Atjehers, die vrij
in- en uitgaan. De passars zijn druk be
zocht en alle landaarden verkeeren daar
met elkaar, zonder eenige terughouding.
Dit zou echter geen reden zijn om den
algemeenen toestand over geheel Atjeh
gunstig te beoordeelen, aangezien Kota-
Radja slechts als een zeer klein deel van
het land aan te merken is. Doch overal
in de sagis heerscht thans dezelfde veilig
heid en onbedwongen verkeer. Hetzij men
reist langs den spoorweg, dan wel te voet
de afgelegenste passars en kampongs be
zoekt, nergens ondervindt men eenigen
overlast. Integendeel kan men overal van
de zijde der bevolking op de hulp rekeneD,
die ze in staat is te bewijzen. Reizigers
nemen dan ook geen andere voorzorgen meer,
dan die overal in Indië gebruikelijk zijn.
Dit gemakkelijke verkeer is pas in de laatste
drie jaar ontstaan. Vuurwapens worden
nog maar alleen op jacht meegenomen en
de bevolking ziet overal zeer gaarne dat
wij een handje helpen om haar van de
wilde varkens, tijgers en andere overlast
van dien aard te bevrijden. Vooral maakt
het een goeden indruk, dat de „Kafirs" bjj
zulke gelegenheden zich uiterst bezorgd
toonen om schade en lijfsgevaar voor de
bewoners der buitenaf gelegen kampongs
en ladangs te voorkomen.
Weliswaar vinden de troepen nog altijd
werk en zelfs zeer vermoeiend en gevaar
lijk werk, gelijk blijkt uit de berichten van
verwondingen en zelfs van sneuvelen zoo
van de militairen als van de Atjehers; doch
men dwaalt grootelijks, indien men op
grond daarvan besluit tot het bestaan van
een «oorlogstoestand". Vooreerst hebben
die gevaarlijke excursies plaats in de uit
einden der onderhoorigheden, zoodat de
eigenlijke bevolking er geheel vreemd aan
is en er dikwijls zelfs niets niets van te
hooren krijgten tweedens betreft dit ge
wapend optreden geen andere dan enkele
honderdtallen individuen, die zich niet in
een goed geregelden toestand kunnen voe
gen en daarom uitwijken en van roof leven.
Het zijn menschen, die tengevolge van een
langdurigen oorlogstoestand totaal gedemo
raliseerd zijn. Hun uitwijken naar de verste
onderhoorigheden is voor het overige ge
deelte van het land juist de besje waarborg
van orde. De welvaart neemt dan ook overal
zienderooge toe.
Dit laatste en ook het bestaan van een
gelukkige toenadering tusschen Europeanen
en de Atjehers bevolking is schitterend
gebleken tijdens de races te Kota-Radja.
Drie dagen achtereen werd er feestgevierd
met een geestdrift, die nergens in Indië
overtroffen kan worden. Europeanen, Chi-
neezen, Arabieren, Klingaleezen en alle
mogelijke andere landaarden mengeen zich
ongedwongen onder de tienduizenden Atje
hers die van heinde en ver gekomen waren
om, niet alleen te kijken, maar naar har
telust mee te doen. Wie maar een paard
bezat, dat naar zijn meening aan de eischen
kon voldoen, had het laten inschrijven.
Verschillende moekims hadden op het voor
treffelijke race terrein hun eigen pagoens
d. z. groote tenten waarin de vrouwen
en kinderen op hun gemak alles konden
zien, terwijl de mannen hun rijkunst ver
toonden tegelijk met officieren en andere
toeans.
Geen enkele wanklank werd vernomen,
doch wel steeg met den dag de geestdrift.
NA DEN VREDE.
Chamberlain zeide in het Lagerhuis, dat
schadeloosstelling voor de verliezen, in
Natal en de Kaapkolonie geleden gedu
rende den inval der Boeren, zal worden
betaald uit Transvaalsche en wel uit de
eerste leening, die gesloten wordt. De
schadeloosstelling wordt begroot op meer
dan twee millioen pond sterling.
Gelijk wij gevreesd hebben, geschiedt
't reeds. Aan het eind van deze maand
zullen ran Ceylon worden teruggebracht
400 gevangen Boeren die zich nog tijdens
den oorlog aan Engeland hebben onder
worpen dus de parolers gaan het eerst.
Nu de vrede zijn beslag heeft gekregen,
laten wi
hier een kort overzicht van den
oorlog volgen.
1899.
11
Oct.
Begin van den oorlog.
15
99
Kimberley ingesloten.
20
9i
Dundee.
21
9*
Elandslaagte.
23
ii
Mafekiug gebombardeerd.
30
99
Nicholsonsnek.
31
99
Bulier komt te Kaapstad aan.
1
Nov.
Inval in de Kaapkolonie.
2
99
Ladysmith ingesloten.
28
i9
Modderrivier.
10 Dec.
Stormberg.
11
99
Magersfontein.
15
9>
Colenso.
18
9t
Roberts benoemd tot opperbevel-
hebber.
1900.
10 Jan. Aankomst van Roberts en Kit
chener te Kaapstad.
24
Spioenkop.
15
Febr.
Ontzet van Kimberley.
27
99
Faardeberg.
28
99
Ontzet van Ladysmith.
13 Mrt.
Roberts te Bloemfontein.
31
99
Sannaspost.
17
Mei.
Mafeking ontzet.
27
99
Roberts over de Vaal.
28
99
De Vrijstaat ingelijfd verklaard.
31
99
De Engelschen in Johannesburg.
5 Juni. De Engelschen in Pretoria.
30 Juli. Prinsloo onderwerpt zich.
15 Aug. De Wet ontkomt de groote ver
volging.
11 Sept. President Kruger naar Lourenpo
Marques.
29 Komatipoort bezet.
19 Oct. Pres. Kruger aan boord van de
Gelderland.
25 Transvaal ingelijfd verklaard.
29 Nov. Roberts draagt het bevel over
aan Kitchener.
1901.
18 Jan. Krijgswet afgekondigd in de ge
heels Kaapkolonie.
14 Febr. De Wet in de Kaapkolonie.
27 Ontmoeting tusschen Kitchener
en Botha.
1 Mrt. De Wet is de Kaapkolonie weer uit.
29 Mei. Vlakfontein.
26 Sept. Itala en Prospect.
30 Oct. Bakenlaagte.
25 Dec. Tweefontein.
1902.
4 Febr. Bekendmaking van de nota's ge
wisseld tusschen Nederland en
Engeland.
25 Von Donop's konvooi genomen.
7 Mrt. Tweebosch.
22 Transvaalsche regeering komt te
Pretoria.
31 Mei. Einde van den oorlog.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt voor Feerwerd door G. A. Swart
cand. te Groningenvoor Zegveld door
W. R. Kalshoven te Elspeet; voor
Kropswolde door G. Horreus de Haan
cand. te Winsum; voor Zalt-Bommel
door G. Nijhoff te Berkhout; voor
Kockengen door J. M. Ph. Schippers te
Huizen.
Eene te Utrecht gehouden vergade
ring van kerkelijke ambtsdragers heeft de
heeren prof. J. H. Gunning, Ph. J. Hoede-
maker, Chr. Hunningher, P. J. Kromsigt
en B. van Meer uitgenoodigd, in het belang
van eene, ook in het oog dezer heeren,
dringend noodige reorganisatie der Her
vormde Kerk werkzaam te zijndaarbij
echter in het midden latende, of zij zich,
naar den wensch van een deel der verga
dering met de bekende commissie uit de
classicale vergadering van Amsterdam zou
den trachten te verstaan, dan wel, volgens
het advies van een ander deel, geheel zelf
standig hunnen weg zouden gaan.
Genoemde heeren hebben nu in een
schrijven aan de classicale vergaderingen
medegedeeld, dat het hun voorkomt, dat
zij zich het best van de hun opgedragen
taak kunnen kwijten, door aan de classicale
vergaderingen, eveals ten vorigen jare, te
verzoeken de benoeming van een commissie
van advies te dezer zake te willen uitlok
ken. Deze door de Synode uit de opzieners
der Hervormde Kerk te benoemen commi=-
sie zou h. i. hebben te onderzoeken, of de
van meer dan eene zjjde aanbevolen reor
ganisatie inderdaad kan geacht worden,
noodzakelijk of zeer gewenscht te zijn in
het belang der Kerk; en zoo ja, naar welke
beginselen en langs welken weg zij dan tot
stand zou moeten komen.
Aan de universiteit te Leiden slaagde
voor het candidaats-examen in de God
geleerdheid (tweede gedeelte) de heer K.
den Hollander van Middelburgaan die te
Utrecht slaagde voor het prop. geneeskunde
F. J. Duetz.
Heinkenszand. Voordracht voor onder
wijzer aan de openbare school alhier J. J.
Nuijten te Middelburg, G. V. Pennings te
Goes, L. Eckhardt te 's-Gravenpolder, J.
Blommaard te Kloetinge, E. v. d. Swaluw
te Heinkenszand.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
heeft, met vernietiging van het veroordee-
lend vonnis der rechtbank te Middelburg
van rechtsvervolging ontslagen A. F., mili
cien te 's Gravenpolder, vervolgd wegens we-
derspannigheid tegen den veldwachter die
hem vastgreep omdat hij vermoed werd
jachtovertreding te hebben gepleegd. Waar
de veldwachter dus geen overtreding con
stateerde maar slechts het aanwezig zijn
van een overtreding vermoedde, was de
aanhouding onrechtmatig en het verzet ge
wettigd.
Ook vernietigde het gerechtshof wegens
een gebrek in den vorm, een vonnis der
rechtbank te Zierikzee, waarbij een per
soon uit Stavenisse, wegens verzet tegen
een veldwachter was veroordeeld, en ver
oordeelde hem alsnu wegens twee mis
drijven van wederspannigheid tot 1 jaar
gevangenisstraf.
Goes. Bij een grossiersfirma alhier had
een knechtje een partijtje «olienootjes"
laten aanbranden. Om de fout te verber
gen deed hij ze metterhaast in een zak.
Toen een der patroons 's avonds in 't pak
huis kwam, rook hij een brandlucht. Bij
onderzoek bleek dat bedoelde zak in brand
was geraaktde zak werd terstond buiten
geworpenen door deze gelukkige ont
dekking een gevaarlijke binnenbrand voor
komen.
Door gerechtigden van de ambachts
heerlijkheid Cats is benoemd tot rentmeester
de heer C. Schuilwerve te Cortgene en
wel in plaats van den heer D. R. Wijcker-
held Bisdom, die alszoodamg ontslag heeft
genomen.
Kloetinge. Bij het te Arnhem gehou
den vergelijkend examen is o. a. als comies
geslaagd A. de Maaker alhier.
Kapelle. Gisteren, Donderdag is voor
een gedeelte van de schoolkinderen alhier
een aangename dag geweest. De leer
lingen der hoogste klasse ten getale van
47 hebben onder geleide van het hoofd
der school den heer Van der Brugge en
den onderwijzer den heer Schrier en het rus
tend hoofd der schoolden heer Visser, een
pleizierreis gemaakt, zij zijn met den eer
sten trein van Kapelle naar Middelburg
vertrokken en van daar per bootje naar
Vlisstngen. Na Vlissingen goed te hebben
bekeken en geheel doorkruist, Zeebuule
vard, Badhuis, hotel Zeeland en op de
Mailbooten alles te hebben bekeken, en
zich aan de maatschappij vergrepen hebben.
En nog tal van andere hatelijkheden
volgden.
De laatste was, dat Napoleon zijn dienst
boden moest roepen opdat zij aan Lowe
zouden zeggen, dat zij vrijwillig hier bleven.
»Dat hebben zjj vroeger reeds gezegd",
antwoordde Napoleon spijtig.
»Zjj moeten het mij ook zeggen," beet de
ander hem toe. En toen Napoleon er bij
bleef dat zjj die belofte reeds hadden afge
legd, voegde hij er bij: «Goed, dan zal ik
ze morgen naar Frankrijk terugsturen."
Deze bedreiging hielp. Napoleon liet zijne
bedienden roependoch hij gaf last dat zjj met
den gouverneur in een andere kamer zouden
gaan. Hjj wilde bij dat overbodige voor
hem vernederend verhoor niet tegenwoor
dig zijn.
Toen de gouverneur zijne onbeschofte
ondervraging geëindigd had, verklaarde hij
zich voldaan. Doch de Keizer was zoo ont
daan over de bejegening, dat hjj terstond
voor afleiding een rjjtoer ging maken,
natuurljjk van de noodige bewakers ver
gezeld.
Napoleon had goed gezien toen hjj van
den gouverneur zeide dat deze een gemeen
uiterlijk had; en dat men zijn kop koffie
niet zou durven leegdrinken als de adem
van zulk een man er over gegaan was.
Hij had ook goed gezien dat met Lowe
ook de drie commissarissen der overige mo-
allen even naar huis een prentkaart van
het hotel Zeeland per post te hebben
verzonden, zijn zij ten 4 ure per tram
naar Middelburg vertrokken, en na ook
geheel die stad te hebben doorkruist
en goed bekeken, en natuurlijk tusschen
beiden, zoowel te Middelburg als VJis-
sii.gen, de noodige lichaamsversterking
te hebben genoten, zijn zij, blijde en
verheugd, met den laatsten trein van
Middelburg weder in goeden welstand te
Kapelle aangekomen.
In het huis van bewaring op de
Prinsengracht te 's-Gravenhage is Woens
dag door eenige gedetineerden een stout
stuk uitgehaald. Omstreeks twaalf uur
bevonden zich onder bewaking van twee
bewaarders negen gevangenen op de wandel
plaats. Geheel onverwachts werden beide
bewaarders tegelijk door de gevangenen
aangegrepen. Door het dichthouden van
den mond en het vasthouden der handen
werd den bewaarders belet te schreeuwen
of alarm te maken. Spoedig werd aan een
der bewaarders den sleutel van de plaats
deur ontnomen, 't Openen van deze deur
was 't werk van een oogenblik en achter
elkander wisten daarop zes gevangenen door
deze deur, die toegang geeft tot een op de
Varkenmarkt bij de Assendelftstraat uit
komende poort te ontsnappen. Drie gede
tineerden slaagden daarin niet, want een
der bewaarders had zich weten los te
rukken en had snel de plaatsdeur dichtge-
worpen.
Een uur na de ontvluchting waren reeds
weder drie der ontsnapten te Schiedam
gegrepen en werden zwaar geboeid weer
naar het pas verlaten verblijf teruggebracht.
Nog twee loopen er, het zijn een paar
zeer beruchte personen, die eenige weken
geleden, ter zake van inbraak en diefstal
veroordeeld werden resp. tot 5 en 3 jaren
gevangenisstraf.
Een van dit tweetal, is de man, die op
de wandelplaats van het huis van bewaring
zijn bewaarder tegen den grond wierp en
hem den sleutel van de plaatsdeur afhandig
maakte. Zekere Koning, die verleden week
door de rechtbank te Rotterdam, wegens dief
stal te Schiedam tot 2 jaar gevangenisstraf
werd veroordeeld met last tot onmiddellijke
gevangenneming, blijkt de hoofdaanlegger
van het complot te zijn geweest.
In 't Friesche dorp St. Johannesga
weet men op onrechtmatige wijze in 't bezit
te komen van woning en land en wel op
de volgende wijze. Een gezin koopt een
bokvaartuig met roef, en wetende dat
spoedig zinken niet zal uitblijven, wordt
daartoe een geschikt terrein uitgezocht.
Is het zinken een feit geworden, wat toe
vallig steeds met een zonnigeu dag samen
valt, dan is iedere hulp welkom, om het
gevaarte op het droge te krijgen. Is dit
eenmaal geschied, dan is gevaar voor zinken
buitengesloten en „het gevaar" om opnieuw
te komen drijven weet de bewoner wel te
voorkomen. Buitendien is de bodem, als
het vaartuig op den grond staat spoedig
verrot. Vervolgens wordt de omliggende
grond ontgonnen, eerst een tuintje aange
legd, dra een geit gehouden, en eindelijk
verrijst ter zelfder plaatse een steenen
huisje. De eigenaars der respectieve gron
den zien deze practijk lijdelijk aan, omdat
het hun geld zal moeten kosten, z.ilk een
gezin te verwijderen.
Leer om leer.
Het «Centrum" vertelt:
Een boekverkooper zond aan onderschei
dene personen een boekwerk in een omslag,
waarop gedrukt stond«Is dit werk binnen
acht dagen niet terug bezorgd, zoo wordt
het als gekocht beschouwd." Een gebene-
ficeerde zond het niet terug, werd toen hij
weigerde te betalen, voor den kantonrech
ter gedagvaard en ("zoo luidt het verhaal)
door dezen tot betaling veroordeeld. De
onwillige kooper, steenfabrikant, deed wat
een goed burger betaamt hij gehoor
zaamde aan het vonnis.
Toen nu eenige dagen later de boekver
kooper zjjn winkel wilde openen, werd hij
daarin belemmerd door de omstandigheid,
dat duizenden steenen lagen opgestapeld
op zijn stoep. En bovenop lag een papier
vermeldende den naam van den fabrikant,
gendheden waren aangekomen. Admiraal
Malcolon kwam uit hun naam belet vragen.
«Mijnheer," zeide hjj, »u en ik zjjn men
schen ik doe slechts een beroep op u zelf.
Kan het zijn dat de Keizer van Oostenrijk,
wiens dochter ik huwde, wien ik tweemaal
zijn hoofdstad heb teruggegeven en die mij
mijn vrouw en mijn zoon onthoudt, kan
het zijn, zeg ik, dat h|j mij zijn commis
saris zendt, zonder een enkelen brief, zonder
een enkele mededeeiing aangaande den wel
stand van mijn zoon Kan ik hem iets te
zeggen hebben
En evenzoo ten opzichte van Alexander
die mijn vriend was, en tegen wien ik
nimmer persoonlijke, steeds staatkundige
oorlogen voerde
Het scheelt mij weinig of zij souvereinen
zijn. Ik ben er niettemin «mensen" om
en verlang op dat oogenblik geen anderen
titel. Moesten zij niet allen toonen, dat zij
een hart bezaten?
Geloof mij mijnheer, dat ik er niets in
zou zien van den titel van «generaal" afstand
te doen. Waarom ik het echter niet doe
Omdat ik daardoor zou erkennen, geen
«Keizer" geweest te zijn, en hier verdedig
ik meer de eer van anderen dan van mij
zeiven."
De admiraal bracht den keizer ook de
couranten mede die den dood van de keizerin
van Oostenrijk en de veroordeeling van
verscheidene officieren vermeldden. Ook
den prijs der steenen en de mededeeiing,
dat, tenzjj deze vóór den middag waren
terugbezorgd aan de fabriek, zij zouden
gelden als te zijn gekocht.
Te Rotterdam is een doofstom
knaapje door een zwaar geladen wagen
overredeu en gedood, ook viel er een lood
gietersleerling uit een dakgoot en overleed
aan de gevolgen. Te Amsterdam is
een schuitenvoerder door eigen onvoorzich
tigheid door een treiu overreden en gedood.
Te Hellevoetsluis ontbrak op 't mor
genappel een marinier die met twee ka
meraads den vorigen nacht had wezen vis-
schen. Toen men hem ging zoeken vond
men zijn lijk; htj was waarschijnlijk, ter
wijl zijn kameraads in 't gras lagen te
slapen, uit de vlet gevallen waarin hij zat
te visschen.
De gezondheidstoestand van H. M.
de Koningin blijft bevredigendzij rijdt
dagelijks een of tweemaal uit en maakt
reeds kleine wandelingen.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft onzen gezant te Londen opgedragen
bij de Britsche regeering de spoedige
invrijheidstelling van in den Zuid-Afrikaan-
schen oorlog krijgsgevangenen Nederlanders
te bevorderen.
Het bestuur van den Centraal-Bond
van Christelijk-Philanthropische Inrichtingen
in Nederland heeft zich thans als volgt
geconstitueerd: dr. J. Th. de Visser, voor
zitter, A. J. da Costa, secretaris, mr. W.
H. J. baron van Heemstra, penningmeester,
dr. L. Heldring en W. Hovy.
In de commissie van advies hebben zitting
de heerends. H. Pierson, J. L. Zegers
en C. Geel, allen directeuren inrichtingen.
Een elftal stichtingen zijn tot den Bond
toegetreden. Het doel van den Bond is:
de behartiging van de belangen van den
arbeid op christelijk philanthropisch gebeid
in Nederland. Tot bereiking van dit doel
zal o. m. getracht worden het in het leven
roepen eener voldoende opleiding van
hulppersoneel in de gestichten en het houden
eener onderlinge inspectie. Vereenigingen,
die alsnog wenschen toe te treden, wenden
zich tot den secretaris, Den Texstraat te
Amsterdam, terwijl aan diens adres nadere
inlichtingen steeds verkrijgbaar zjjn.
Een bekend Hollandsch strjjder in
Zuid-Afrika, de heer Slegtkamp, heeft aan
zijn ouders te lJmuiden bericht gezonden,
dat hij na den vrede zich onmiddeljjk naar
Holland ingescheept heeft. Wjjl deze jonk
man zich bizonder onderscheiden heeft
men herinnere zich zijn heldhaftig gedrag
bij Spioenkop bestaat nu te lJmuiden
het plan, om hem bij zijn aankomst een
waardige en, voor zoover de omstandig
heden het toelaten, feestelijke ontvangst
te bereiden.
Tegen een onderwijzer L. van een
openbare lagere school te Delft is proces
verbaal opgemaakt wegens mishandeling
van een der leerlingen dier school. Bedoelde
knaap is in het gasthuis opgenomen en
verkeert nog in een ernstigen toestand."
Van een zeer koude kermis kwam
gisterochtend een inwoner van Dieren, die
om onderstaande reden Arnhem bezocht,
thuis. Hij had van zijn echtgenoote, die
hem verlaten had, een vriendelijk sehrjjven
ontvangen, waarin hjj werd uitgenoodigd
naar Arnhem te komen, ten einde proef
ondervindelijk overtuigd te worden van haar
berouw. De verheugde echtgenoot, met
vernieuwd vertrouwen in de waarheid, dat
de menschheid slechts het goede wil, liet
niet na met bekwamen spoed aan het ver
zoek van zijn berouwhebbende ega te vol
doen; op de vleugelen der liefde snelde
hij voort in de richting van Arnhem, en
vol verlangen naar de lang gehoopte ver
zoening, betrad hij de woning, waar, volgens
den brief, de schuld in onschuld zou ver
keeren.
Daar echter wachtte den buitenman een
pijnlijke ontnuchtering in den vorm van
een pak slaag, hem door zijn echtgenoote,
in samenwerking m«i haar minnaar, toe
gediend.
Moraal: het vrouwi-lijk hart is bedriegelijk
als de zee. Telegraaf.
Te Boertange (Gr.), is het, sedert
ontving hij brieven van zjjn moeder, van
zijn zuster Pauline en van zijn broeder Lucien.
Bij al het grievende dat Napoleon onder
vond, was het hem waarlijk een verkwik
king de familie Balcombe in zijn huis te
mogen ontvangen. Ook wanneer de zesjarige
Tristan, zoontje van Montholon hem den
dag kwam opkorten. Hij luisterde gaarne
naar de kinderlijke opmerkingen van dezen
knaap.
Soms kon hij huppelend de kamer in
komen springen en zeggen «Goeden mor
gen, Sire goed geslapen
Die ongekunstelde eenvoud deed den Kei
zer goed.
Hij had er vermaak in den knaap fabels
te vertellen. Op zekeren dag zeide hij dat
lip niet eiken dag leerde.
«Lieve jongen" zoo vroeg hij *eet je ook
eiken dag
«Ja wel Sire."
«Nu dan moet gij ook eiken dag werken,
want die niet werkt, mag ook niet eten."
«O, dan zal ik alle dagen leeren."
«Ziedaar de invloed van de kleine buik,"
zeide Napoleon lachend op dien van den
kleinen Tristan kloppende «de honger, de
buik brengt de wereld in werkzaamheid."
Als de knaap zijn les goed had opgezegd,
kreeg hij altjjd een versnapering.
(Wordt vervolgd,J,
94 FEUILLETON.
(Schetsen uit het leven van Napoleon I.)
Napoleon had geen vasten slaapgevolg
van zijn ongeregelde nachtrust gedurende
het werkzame deel zijns leven. Ging hij
ter rust, dan moest een kamerdienaar hem
voorlezen tot hij in slaap viel. Door dat
ongeregeld slapen, werd hij soms zeer vroeg,
ja zelfs nog wel met den donker wakker.
Zijn knecht moest er dan ook uit, om hem
te kleeden; en een der generaals moest
dan opstaan om aan 's Keizers gedenk
schriften te werken.
Eens op een morgen, toen zij aan dezen
arbeid bezig waren, zeide Napoleon tot Mon
tholon: Zorg dat mijn rok en ridderordes
klaar liggen. De nieuwe gouverneur is ge
komen en zal mij zeker een bezoek bren
gen van daag. Misschien heeft hij de com
missarissen wel meegebracht.
't Is toch wel aardig, hé Montholon, dat
zij zoo bang voor mij zijn. Geheel Europa
vreest dat de geketende leeuw zijne boeien
zal verbreken, 't Heeft wel iets aantrekke
lijks, te weten dat men de boeman voor
een geheel werelddeel is.
Op de opmerking van Montholon, dat er
dan toch ook velen waren, die beter over
hem dachten, hernam hijO ja, een deel
,7an Europa vreest mjj, en gunt mij de
gevangenschap; een beter deel bewondert
mij en beschouwt St. Helena als het voet
stuk waarop mijn standbeeld verrijst; en
het beste deel beweent mij als den geke-
tenden held. Het zijn mijne vrienden. Voor
alle drie zullen wij schrijven. Voor den
vreesachtige de geschiedenis mijner veldsla
gen voor den bewonderaar die van mijn
kabinet; voor den vriend die van het lijden
op St Helena.
Nog dienzelfden dag kwam Cockbrun
afscheid nemen van Napoleon en tegelijk
zijn opvolger Lowe bij hem aandienen. Hjj
wenschte hem toe, dat de verstandhouding
tusschen hen even vriendschappelijk zou
zijn als zij dit tusschen hemzelvon en den
Keizer geweest was.
Napoleon schudde hem hartelijk de hand
en zeide: «Mocht uw weg nog eens langs
St. Helena leiden, geloof mij dat het mij
steeds aangenaam zal zijn u te zien."
De eerste ontmoeting tusschen den Keizer
en Lowe was niet zeer hartelijk.
Napoleon beklaagde hem dat hij in zulk
een wildernis moest komen leven.
Dank u zei de ander ik bekleed
hier een eervollen post, een post van ver
trouwen.
Nog al eervol, zei Napoleon. In Frank
rijk zou men zulk een post aan verdachte
lieden opdragen.
Natuurlijk, antwoordde de ander niet
minder scherp, zij moeten passen op lui, die