NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 144.1902.
Dinsdag 17 Juni.
16e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Zij, die zich nu op ons
blad abonneeren, ontvangen het
tot 1 Juli a. s., gratis.
Vulcanische uitbarstingen en
haar ontstaan.
FEUILLETON.
«ROOÏI1E1D ES VAL.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De ontzaglijke uitbarsting van den berg
Pelée, op Martinique, welke aan ongeveer
30,000 menschen het leven heeft gekost,
vestigt de aandacht weder op die grootsche
en toch zoo verschrikkelijke catastrophen,
waartegenover de mensch, ondanks zijn
intelligentie en de resultaten der weten
schap, in rnachtelooze bewondering staat.
Men heeft de uitbarsting op Martinique
vergeleken met die van Pompeji, en terecht
desniettemin wordt zij door zoo menige
eruptie en soortgelijke rampen in ver
schrikkelijkheid overtroffen.
Nog zijn ons de oorzaken van of althans
de wijze, waarop de ontlading van een
vuurspuwenden berg plaats heeft, niet met
volstrekte zekerheid bekenddoch zelfs al
■ware dit zoo, dan zou dit toch ten opzichte
van onze houding tegenover zulke gebeur
tenissen niets veranderen. De eenige voor
zorgsmaatregel bestaat in de uiterste voor
zichtigheid ten opzichte van nog werkende
ot z. g. uitgedoofde vulkanenwie in de
buurt van zulke bergen woont, moet eigen
lijk steeds op een uitbarsting voorbereid
zijn. Ook de krater van den Mont Pelée
gold sedert 50 jaar voor uitgedoofd, en
de geschiedenis geeft voorbeelden van vuur
spuwende bergen, die eeuwenlang in rust
bleven en dan opeens dood en verderf om
zich zaaiden.
Zoo was de Vesuvius eens rustig van
512 tot 1631op zijn krater waren eeuwen
oude eikenboomen gegroeid en de omwo
nenden leefden sedert lang volkomen zor
geloos, tot plotseling op 16 December 1631
onder bliksem, donder en hagelslagen, een
nieuwe geweldige uitbarsting plaats greep.
In totaal telt men op de geheele aarde
ongeveer 300 werkende vulkanen, terwijl
het aantal vulkanische bergen meer dan
2000 bedraagt. De omstandigheid, dat de
meeste vuurspuwende bergen zich in de
nabijheid der zee bevinden, schijnt in vele
gevallen op een medewerking van het zee
water bij uitbarstingen te wijzen de vraag
is echter open of de loskomende en ge
weldige uitbarstingen veroorzakende water
damp oorspronkelijk in de lava voorhanden
was of dat deze haar ohtstaan te danken
heeft aan het toestroomende zeewater in
de verschillende vulkanische holen.
91
Schetsen uit het leven van Napoleon I-J
Alras zag men zwermen van tirailleurs
op onze linie aanrukken, die een goed on
derhouden vuur openden op de Nassauers
van Saksen Weimar, door wie ze erg broe
derlijk ontvangen werden. Ons bataljon
bleef kalm, zooals men dat onder zulke
omstandigheden zijn moet, maar nu wij
eenmaal bij Quatre Bras van den zwaren
kost hadden geproefd, wensehten wij niets
liever dan ook te mogen attaqueeren, wat
eerst laat in den middag plaats vond.
In dit gevecht hebben wij het lang zoo
zwaar niet gehad als bij Germioneourt,
waar zoovelen onzer dapperen bleven, maar
toch dacht ik met tranen in de oogen aan
mijne lieve betrekkingen, toen ook wij met
gevelde bajonet voorwaarts trokken om een
charge van Fransche kurassiers af te wachten.
Onze kogels waren goed raak en de ka
nonniers hielpen ons uitmuntend, want de
kerels beten als wespen in het zand, maar
toch kostte het ons weer eenige makkers,
en onder dezen vooral onze dappere kolonel
Westenberg, die doodelijk gewond ter aarde
stortte en nu reeds gestorven is.
De buksjagers van Baring, de oude vete
ranen waar vader zooveel mee op heeft,
hebben zich gisteren kranig gehouden, en
bij de hoeve La Haye Sainte wonderen van
Gelijk de oude Grieken zich in den Etna
de werkplaats van Hephaistos (Vulcanus)
voorstelden, zoo meende men in den eersten
christelijken tijd in de vulkanen de schoor-
steenen der hel te mogen zien. Eerst de
wetenschappelijke ontdekkingen der latere
eeuwen hebben dit bijgeloof doen ver
dwijnen toch (tast ook de wetenschap
vooralsnog in het duister rond en heeft zij
haar laatste woord nog niet gesproken.
Men heeft in de vuurspuwende bergen
een soort veiligheidskleppen der aarde
willen zien, die er voor hadden te zorgen
door afleiding van de gloeiende gassen van
de dampvormige binnenste aardlagen de
verwoesting van den aardkorst door scheu
ring te voorkomen men weet toch, dat
men de gestolde aardkorst kan vergelijken
met de schaal van een ei. Deze theorie
zag er oppervlakkig vrij aannemelijk uit,
doch de praktijk heeft haar omver gewor
pen, daar het «onderaardsche vuur"
om deze onjuiste, maar zeer gangbare uit
drukking te gebruiken tal van uitbar
stingen aanrichtte, volstrekt niet daar,
waar werkende of uitgebluschte vulkanen
te vinden waren. Midden in zee hebben
zich door vulkanische aardbarstingen eilan
den gevormd, waar eens de stormen loeiden
en ook op het vlakke land hebben meer
malen vulkanische werkingen plotseling aan
aanzienlijke hoogten het aanzijn gegeven.
Frappante voorbeelden van dit soort
bieden het ontstaan van de Monte Nuova
bij Napels, van de lorullo in Mexico, en
het eiland Ferdinandia tusschen Sicilië en
Afrika. De Monte Nuova ontstond plotse
ling in 1538 op de Phleyraeische velden
in den tijd van twee dagen, en bereikte
een hoogte van 139 meter; sedert 1539
is de krater echter geheel uitgedoofd. Op
geheel dezelfde wijze onfstond in 1759 de
lorullo deze echter verkreeg een hoogte
van ruim 1000 meter. Het eiland Ferdi
nandia vormde zich in 1839 door eene uit
barsting, in volle zee het had een middel
van 250 meter en was op de hoogste plaats
ongeveer 80 meter hoog. Helaas bestond
het eilandje slechts uit gewoon zand, zoodat
het nog in het zelfde jaar weder met den
waterspiegel gelijk was, tot groote ergernis
van Engeland, dat het reeds in het bezit
had genomen.
Aan een vulkanische uitbarsting gaan
in den regel aardbevingen, rookopstijgingen
uit den krater en andere aankondigingen
van weder ontwaakt leven in den muil van
den vuurspuwenden berg vooraf; de uit
barsting kan echter ook zonder eenig teeken
plaats hebben, zooals b.v. geschiedde bij de
dapperheid verricht.
Over het algemeen waren wij aan zoo
vele gevaren niet blootgesteld als een paar
dagen geleden bij Quatre Bras het geval
was, en God zij lof eindigde de moeilijke
dag voor ons met behalen van de vol
slagen overwinning, waarvan de heugelijke
tijding ook u reeds bereikt zal hebben.
Gisteren had ik het voorrecht de reiskoets
van den gevluchten keizer te zien, die door
de Pruisen in triumf door onze kolonnen
gevoerd werd; het blauwe ding lijkt veel
meer op een omgekeerde waschpot op wielen,
dan op een koets voor zulk een deftig heer
als Bonaparte is. Men zegt bij ons dat hij
al goed en wel in Parijs zit
LXVII.
NAPOLEONS TWEEDE VERNEDERING.
Gedwongen nogmaals afstand van den troon
te doen, mocht Napoleon echter ook in Parijs
niet blijven. Een voorloopig bestuur, waar
toe ook zijne oude beschermelingen, weer
hanen, Fouché en Caulaincourt behoorden,
eischte dat hij naar Malmaison zou gaan.
Doch Napoleon vond het beter het land te
verlaten. Hij wilde van dit bestuur, door
hem spottend de vijf keizers genoemd, niet
afhankelijk zijn.
Nog eenmaal begaf hij zich echter naar
het geliefde lustslot zijner overleden Josephi
ne, naar het heerlijk Malmaison, om inde her
inneringen aan het verleden, kracht te zoe
ken voor de toekomst.
vermaarde uitbarsting van den Vesuvius, den
24en Augustus 79, waarvan Pompeji het
offer werd. Wel is waar had eene aard
beving in het jaar 63 te Pompeji plotseling
verscheiden openbare en particuliere gebou
wen vernield, maar de bevolking was weder
geheel gerust gesteld, daar verdere angst
aanjagende verschijnselen uitbleven. Plot
seling op den 24 Augustus 79, steeg er
een reusachtige rookpluim uit den Vesuvius
op, een hooge zuurzuil lichtte van den top
en evenals bij ons de sneeuw, viel de asch
in zulk een hoeveelheid, dat de bewoners
nauwelijks uit hunne huizen konden komen.
Verstikkende gassen verspreidden zich, een
reuzewolk van gloeienden stoom achter
haalde de vluchtelingen, en een zwarte
nacht bedekte alles. Drie bloeiende steden
werden geheel bedolven, de asch lag 3
meter boven de hoogste gebouwen.
Bijna 500 jaren bleef de Vesuvius nu
slapen; in 512 volgde eon nieuwe geweldige
uitbarsting, waarbij de asch van Constanti-
nopel tot Tripolis werd weggedragen. Toen
volgde na een meer dan duizendjarig rust,
de geweldige eruptie van 16 December 1631.
Onder donder, bliksem en aardbeving,
ontlastte zich opnieuw-, de vulkaan, een
mijlenbreede lavastroom brak, alles ver
woestende, uit de gespeten bergen los
3000 menschen kwamen bij de catastrophe
om het leven. Een volgende uitbarsting in
1794 verwoestte Torredel Greco en de laatste
in 1872, waarbij vijl lava-stroomen te
voorschijn kwamen uit de openingen van
den berg, vernietigde de ongeveer twee
uur verwijderd liggende stad San Sebastiano.
Alles te zamen kan men van ongeveer
600 vulkanen in den historischen tijd uit
barstingen aanwijzen. Van de meest be
kende noemen wij nog die van den Jükul
op IJsland, waarbij 20 dorpen en meer dan
9000 menschen werden vernietigd. De uit
barsting van den Goenoeng Geloengoeng
op Java van 812 October 1822 kostte
eveneens aan verscheiden duizenden men
schen 't leven, en die van den Timboro
op Soembawa, toen het gerommel 200 mijl
ver nog als kanongebulder klonk, doodde
60.000 menschen. Uit den lateren tijd is
wel in ons land, maar ook over de gansche
wereld, de meest bekende uitbarsting die
van Krakatau, waar de vulkaan sedert 1680
in volstrekte rust was geweest. Op 20
Mei 1883 steeg er een reusachtige wolk
uit de vuurberg op, die zich tot een hoogte
van 4000 meter verhief; eerst den 26en
Augustus van dat jaar volgde de geweldige
ontploffing, waarbij ongeveer 40.000 men
schen den dood vonden. Tot in Lissabon
Gevolgd door slechts vier getrouwen (een
veertigtal wenschte in zijn leed te deelen)
begaf hij zich daarheen. Niet weinig ver
rast was hij toen hij op het bordes zijne
schoonzuster en stiefdochter Hortense, de
vrouw van koning Lodewijk, staan zag.
Zij geleidde hem in de verschillende zalen
van het paleis, waar hij hare moeder, zijn
Josephine, zooveel leeds berokkend had.
»Edele onbaatzuchtige vrouw!" zuchtte
hij, terwijl hij staan bleef vóór haar beelte
nis, «hoeveel verdriet heb ik u aangedaan.
Frankrijks belang dwong mij u te verstooten
en hoe weinig dank gaf het mij voor het
offer dat ik voor hetzelve bracht! Onge
lukkige, onvergetelijke Josephine, gij zoudt
mij niet verlaten hebben in 't ongeluk zoo
als die andere."
Hij bedoelde zijne tweede vrouw Maria
Louise, die reeds haar liefde aan een ander
geschonken had.
«Maar mijn moeder was ook geen Oosten-
rijksche", zei Hortense bitter.
»Neen, zij was geen geboren Prinses",
antwoordde hij ontwijkend, «maar zij had
een verheven, een vorstelijke ziel."
Naeenlangdurig stilzwijgen zeideHortense
«Gij blijft hier zeker wonen; ik zal bij u
blijven."
»Het kan niet", hernam de Keizer, «ik
heb om twee fregatten gevraagd, om naar
Amerika over te steken. Als de oude we
reld mij verstoot, zal de nieuwe mij aan
nemen."
merkte men den aschregen, terwijl op bijna
de helft der ^ansche aarde de uitbarsting
duidelijk merkbaar was. Omtrent deze
ramp behoeven wij hier niet in nadere
bijzonderheden te tredenonder het thans
levende geslacht zijn met name in ons land
de vreeselijke bijzonderheden voldoende
bekend.
Zoowel bij dit geval als bij verschil
lende der hiervoor genoemde, waren het
wervelstroomen en watervloeden, die verre
weg de grootste schade aanrichtten. Bij
de uitbarsting van den Timboro ontstond
tengevolge van oververhitting van de lucht
een wervelstorm, die geheele dorpen weg
blies, en huizen, menschen en hunne have
opnam en in de lucht deed ronddwarrelen.
Bij de Krakatausche eruptie stroomde een
30 meter hooge vloedgolf naar de kust,
alles na zich verwoestend.
Vermelden wij nog, dat er vulkanen
zijn, die onafgebroken in werking zijn;
zoo spuwt de Stromboli elk kwartier met
een geweldig geraas een vuurpluim, lava,
sintels en steenen, ongeveer 100 meter in
de lucht uit. Ook Ge Sangai in Zuid-
Amerika is sedert anderhalve eeuw voort
durend in werking; in 1849 telde men in
den tijd van een uur 267 uitbarstingen.
Telegraaf.
16 Juni 1902
Conservatief
Er is geen geschikter woord om er den
geestverwant mee om de ooren te slaan
dan hetwelk hier boven staat.
En toch is er ook weer geen woord dat
zoo de waarheid in het aangezicht slaat,
dat zoo onjuiste voorstellingen wekt.
De leiders der Middelburgsche antire
volutionairen stuurden reeds van jaren
her in democratische richting.
In 1894 vlogen zij de leiders der
Goesehe antirevolutionairen in democratisch
streven verre voorbij.
En toch verkondigen ook zij nog wel
eens meeningen waarop de oppervlakkige
beschouwer, schoon ten onrechte, het zegel
van „conservatief" zetten zou.
Allen zijn democraten.
A, B en C zijn democraten.
A gaat echter met B en C niet mee in
zake de saamsmelting der V. U. en T. S.
Hij houdt zich aan de eigen inrichting.
Conservatief, zeggen B en C nu.
A en C zijn beslist voor werkstaking en
voor saamwerking met socialisten tot steun
der Enschedésche slachtoffers. Doch B is
tegen dit alles gekant. Hij noemt het so
cialistisch, revolutionair.
Deze mededeeling stelde Hortense diep
te leur.
Inmiddels kreeg elk der in diezelfde zaal
geplaatste beelden een beurt. Tot zijn
schoonvader, keizer Frans, zeide hij«Ook
u heb ik vernederd, eens zoo machtige
keizer van het Dnitsche rijk. Ik heb u
tot keizer van Oostenrjjk gemaakt en uwe
landen aan anderen geschonken. Ik, de
zoon van een advocaat, heb uwe dochter
als bruid naar de Tuileriën gevoerd, en
daarom wreekt gij u op den man die u
tweemalen uit uwe hoofdstad heeft ver
jaagd."
«En ook gij", zoo was het tegen het
beeld van den Czaar, «ook gij, trotsche
Alexander! waart eens mijn vriend en zijt
thans mijn vijand. Maar neen, wanneer
het van u afhing, uwe verhevene vorstelijke
ziel zou mij niet vernederen, zooals zij die
mij vroeger aanbaden."
Na die alleenspraken zette Napoleon zich
voor de schrijftafel en schreef de volgende
dagorder aan zijne oude krijgsmakkers:
«Soldaten,
Wanneer ik mij in de noodzakelijkheid
schik, die mij dwingt mij van het dappere
Fransche leger te verwijderen, neem ik toch
de gelukkige „ckerheid mede dat het door
de groote diensten, welke het vaderland
van dat leger verwacht, den lof zal recht
vaardigen, welken zelfs onze vijanden het
niet weigeren kunnen. Soldaten, hoewel
ik afwezig zal zijn, zal ik uwe schreden
Conservatief! roepen A en C.
A en B zijn voor vervroegde winkelsluiting,
een democratisch idee. Doch C betoogt, en
met recht, zeggen wij, dat dit niet gaat
en niet mag, en men zich hierin niet
moet laten binden.
Conservatief, mopperen A en B.
Zoo kan men zich met een afwijkende
meening in zake een dezer drievereeni-
ging, werkstaking, winkelsluif ing, dezen
hatelijken naam op den hals halen.
Wij vinden dit een groote onbillijkheid.
Wij moeten elkaar niet om een meer
naar links hellende overtuiging voor soci
alist uitscheldenwij mogen evenmin den
ander, om een naar rechts overhangende
opinie duwen in den conservatieven hoek.
Het is zelfs begrijpelijk en het kan niet
anders, dat, waar het opportunisme bij
het idealisme den boventoon heeft, de
mensch in 't eene opzicht meer behoudend,
in 't andere weer meer vooruitstrevend
zal zijn.
Bij het eerste treden Voorzichtigheid
en Beleid, bjj het laatste Vastberadenheid
en Durf meer naar voren. En voor bei
den liggen er klippen. Voorzichtigheid
kan angstvalligheid, Durf kan avontuur
lijke zin worden. Doch de twee groepen
controleeren elkander en vullen malkaar
aan.
Uit deze twee bestaat nu eenmaal de
mensch.
Men zij derhalve voorzichtig met zijn
gevolgtrekkingen.
Niet ieder is conservatief die aldus ge
scholden wordt, en niet allen zijn voor
uitstrevend die men er voor houdt.
Maar een vooruitstrevend man kan, mag,
moet op enkele punten conservatief zijn
een behoudend man is wel eens in menig
opzicht vooruitstrevender dan de anderen.
Een Procrustusbed houden wij er niet
op na.
Alleen wij trachten elkander van
dwaling te overtuigen.
ne
Groen rijh en alzijdig
Niet onaardig, en juist, zegt ds. Gispen
in de Bazuin
Ik heb dan ook menigmaal een stil ver
maak als ik zie, dat niet minder dan vier
partijen of richtingen zich op wijlen Mr.
Groen van Prinsterer beroepen, namelijk:
de georganiseerde Antirevolutionairen, de
Vrije antirevolutionairen, de Christelijk-
historisehen a la Be Visser en de Christe-
lijk-historischen la Eoedemalcer. Wel een
bewijs dat de heer Groen een veelzijdig
volgen. Gij en ik zijn beiden belasterd.
Mannen, niet in staat uwe daden te waar-
deeren, hebben de blijken van gehechtheid
gezien, waarvan ik het eenige voorwerp
was; welnu, laat nu uwe volgende over
winningen hun leeren, dat het bovenal het
vaderland was, dat gij diendet als gij mij
gehoorzaamdet.
Soldatennog slechts eenige inspanning
en de coalitie is ontbonden. Napolon zal
u herkennen aan de slagon, die gij zult
toebrengen. Redt de eer, de onafhankelijk
heid der Franschen. Weest tot den einde
toe, zooals ik u twintig jaren gekend heb,
en gij zult onoverwinnelijk zijn."
Fouché zorgde er echter wel voor dat
deze dagorder door niemand gelezen werd.
Hij zorgde ook dat generaal Becker naar
Malmaison gezonden werd om den Keizer
in het oog te houden.
Aldaar gekomen, vroeg de Keizer dezen,
waaraan hij zijne komst te danken had.
»Om u te bewaken, Sire!" luidde het
antwoord.
«Ik zal geen kwaad doen", hernam hij,
«laat men mij mijn fregatten geven, en
ik vertrek nog heden naar Roehefort."
«Maar dan zult u de paspoorten van de
Engelschen moeten in ontvangst gaan nemen."
«Wat? Den Engelschen om paspoorten
vragen? Dat heb ik, toen ik van Elba
ging, ook niet gedaan. De zee is nu nog
vrij. En ik zal ook zonder paspoort den
weg wel vinden." Wordt vervolgd).
I