N1EÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 137.1902,
Donderdag 5 Juni,
16e Jaargang.
GHRISTELIJK-
ike Zaak
mermansknechts,
HISTORISCH
Middelburg.
GROOTHEID EK VAL.
E KOOP,
EN MEID
EN MEID
l Handknecht
Iminderhoud,
II andknecht
'boot telegraaf.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRUS DER AÜVERTENTIËN
feuilleton.
Engeland en Transvaal.
oed bestaan oplevert, waar-
ich te voren ten volle kan
op een der welvarendste
Zeeland.
^en onder motto „z a a k"
ïa Wed. S. J. DE JONGE-
te Goes.
Met October
bij P. BESÜIJEN, te Se-
i e (W.).
Met October
bij W. BESÜIJEN, Segeers-
Tegen October
bij M. P. MATTHIJSSE,
sche weg, Middelburg.
Van Zierikzee.
1.
'smorg, 'smidd
Dinsd.
3
7,50
3-
Woen.
4
7,50
3-
Dond.
5
6,30
3-
Vrijd.
6
7
3-
Zater.
7
7,50
3-
Zond.
8
6,30
5,30
Maan.
9
7,50
3-
Dinsd.
10
7.50
3-
Woen.
11
7,50
3,
Dond.
12
6,30
3,
Vrijd.
13
7,50
3,
Zater.
14
7,50
3-
Zond.
15
6.30
5,30
Maan.
16
7,50
3-
Dinsd. 17
7,50
3-
Woen.
18
6,30
3,-
Dond.
19
6,30
3-
Vrijd.
20
Is—
3-
Zater.
21
7,50
3-
Zond.
22
6,30
5,30
Maan.
23
7,50
3-
Dinsd.
24
7,50
3-
Woen.
25
7,50
3-
Dond.
26
7,50
5,30
Vrijd.
27
7,50
5,30
Vrijd. 27 'snachtsll,30
Zater.
28
7,50
3-
Zond.
29
6,30
5,30
Maan.
30
7,50
3-
irstond benoodigd:
te Nieuwdorp.
Met October
ij K. LOÜWERSE, Yeere.
Juni.
erdam en van Antwerpen
halve Maandag) s'morg.8,u
OOMBOOTDIENST
middelb. rotterdam.
Juni.
een dienst. Andere dagen van
,30; van Middelburg 8,45 van
uur.
aart de boot niet van Middel-
issingenen 14 Juni niet van
TOOMBOOTDIENST
JJDELBÜRG en ZIEREKZEE.
msterdamsche tijd.
Juni.
elburg.
rg. 'smidd.
30 4,15
30 4,15
30 4,15
30 4,15
30 4,15
30 6,—
30 4,30
30 4,30
30 4,30
30 4,30
30 4,30
30 4,30
30 0,-
30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
,30 6,—
,30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
,30 4,15
.30 4,15
,30 4,30
,30 6,—
,30 4,30
g 18 Juni wordt op de morgen-
,30 uren van Zierikzee) naar
doorgevaren.
Woensdag 18 Juni:
naar Midd. 's avonds 8,uren.
Cortgene 8,30
der terug naar Middelburg.
Europeesehe Spoortjjd.
vm. ll,50i»)})nm.3,30 6,20 e)
nm. 12,15a) nm.3,55 6,50
vm. 10,25 nm.1,55 0^)4,45
10,45 2,15^) 5,5
ll,50a)J;. 3,30 6,20c)hj
nm.12,100) 3,50 6,40 h)
vm. 8,10.
8,50.
n naar Breskens, Borsselen en
6,20 naar Breskens ten hoogste
oogste 15 minuten.
Vlissingen naar Borsselen en
e boot van 1,55 van Neuzen naar
de dagen wordt op deze reis te
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Na 25 jaren!
Dr. Bronsveld zeide aan den vooravond
der Wet-Kappeyne, toen de liberalen nog
„pal stonden"' en de openbare school niet
„in den steek lieten", het volgende Stem
men van Oct. 1877):
Hoe belust onze radicale mannen er ook
op zijn, om de minderheden met felheid te
bejegenen; hoe hard zij misschien 't ons
doen gevoelen zullen, dat zij de meerderheid
(van stemmen)! hebben: nooit worden zij een
regeering in den eminenten zin van 't
woord; nooit hebben zij,wat voor een regee
ring onmisbaar is: zedelijk gezag. En dre
ven zij een wet door op ons lager onderwijs,
die in ombarmhartigheid jegens de vrije
school overtrof, wat Lodewijk XIV bestond
tegen de Hugenooten: wij zouden nog niet
vreezen, maar daarin het begin zien van het
einde, dat God maken ging aan een onrecht
dat ten hemel schreit.
En diezelfde dr. Bronsveld schreef in
diezelfde Stemmen (April 1902):
Soms vragen wij ons zeiven af: Zijn er
nog wel liberalen Tegenover de ij ve
raars voor b ij zonder onderwijs
lieten z ij, althans in de prakt ij k,
de openbare school in densteek;
op het stuk van den vrijen handel vertoonetl
zij teekenen van twijfelmoedigheid; de gren
zen der staatsbemoeienis zijn bij hen aan 't
verflauwen, zoodat het niet zelden moeilijk
valt ze aan te wijzen. Wat zullen zij vast
houden? Voor welk beginsel zullen zij pal
staan?
Bij de tegenwoordig zoo krachtig veld
winnende denkbeelden over „de vrije school
voor heel de natie" is dat van dr. B. geen
gelukkige kentering te achten.
Het is een kentering, maar van de vrij
heid af en naar den Staatsdwang toe.
Wat te bedroe vender uitkomt, wanneer
men let op uitspraken van liberalen van
den jongsten tijd.
W{j herinneren slechts aan de veran
derde gezindheid van den staatsraad
iiubrecht den vader der beruchte «chool-
wet van '78 van den oud-minister
Goeman Borgesius, en van Ret Vaderland
toongevend blad der Unie-liberalen. Deze
laatste schreef onder meer
Iedere richting haar eigen school, is zeker
een mooi ideaal, maar in een land met ge
mengde bevolking is het niet absoluut door
te voeren. Voor groote steden gaat het best,
ook voor kleinere gemeenten is het door te
voeren, als alle verschillende geestesrichtingen
89
(Schetsen uit het leven van Napoleon IJ
De hoofden der bondgenooten zion het
onweder naderen. Zullen zij dien dreigenden
schok kunnen weerstaan? Terstond alle
maatregelen genomen. Wellington en Oranje
voeren in persoon hunne troepen aan. Kort
is die laatste strijd, maar bloedig, geken
merkt door groote dapperheid aan beide
zijden.
Op den rechtervleugel der Franschen
dringen de Bruns wij kers hen tegen, doch
ZÜ worden in verwarring teruggedreven.
Oranje, getuige der nederlaag, wil haar
herstellen, en voert in persoon eenige ba
taljons Nassaners tot twee malen toe tegen
Napoleons troepen aan. Maar op dat oogen-
blik wordt hij door een fransehen geweer
kogel getroffen. Hij valt met een diepe
schouderwond van zijn paard, en dat is
het sein tot den geheelen terugtocht der
Nassauers, en Brunswijkers, ofschoon de
eersten uit beproefde krijgslieden bestonden.
Hun vlucht zou onberekenbare gevolgen
hebben gehad, ware niet op de andere
Punten het Fransche leger teruggedreven.
Links van de macht waartegen de prins
fan Oranje streed, voerde Wellington in
eigen persoon zijne garde ter overwinning.
Napoleons garde had de hoogte bereikt,
Tan waaruit Ney den aanval wenschte te
beiden. Doch Wellingtons kort bevel»Op
garde, val aanwas het sein tot een ge-
duchten tegenweer der Engelsche garde,
er bij tamelijke getalsterkte vertegenwoordigd
zijn, maar in kleinere gemeenten en daar,
waar de bevolking overwegend éen richting
is toegedaan, doch kleine minderheden er
kenning van haar recht mogen eischen, is
het niet toe te passen. Daar is de neutrale
school een eisch van rechtsgelijkheid, en wel
een neutrale school die meer geeft ,dan 's
heeren Hubrechts politieschool. Dat nu is
een lastig punt, dat de heer Hubrecht on
voldoende in het oog hield.
Hoe zijn de rollen omgekeerd 1
Vroeger was de neutrale gemengde
school „een mooi ideaal"', maar door prac-
tische moeilijkheden, met name verzet van
een deel der bevolking, „niet absoluut
door te voeren", en men tolereerde er
daarom „sectesehooltjes" naast. Nu is
„iedere richting haar eigen school" „een
mooi ideaal", maar er zijn in kleine ge
meenten nog practische moeilijkheden, die
niet toestaan het absoluut door te voeren.
Het uitgeworpene tot ideaal verheven!
Het ideaal van weleer tot noodzakelijk
kwaad! 1
Moed gehouden.
Ook na prof. Fabius' rede op den Zeeuw-
schen Uniedag blijft de leus met te groo-
ter klem
De vrije school voor heel de natie!
4 Juni 1902.
Zou het voorgestelde pantserschip gevaar
loopen
De Nederlander schrijft dienaangaande
Een zeer ongunstig voorloopig verslag is
verschenen betreffende het voorstel van den
minister van marine om een pantserschip
te bouwen. Kon men op Kamerverslagen
afgaan, dan zou men moeten aannemen,
dat slechts zeer enkelen bereid gevonden
worden de daarvoor gevraagde gelden toe
te staan.
Als wij echter zien dat de commissie van
rapporteurs bestaat uit vier liberalen
waaronder de heer Goekoop, een „lastpost"
voor marine en slechts één lid der
rechterzijde, den heer van Wassenaer, dan
rijst de vraag of dit rapport wel inderdaad
de meeniDg der Kamer vertolkt.
Niet, alsof wij de waarheidsliefde der
leden van de commissie betwijfelden. Maar
men kan zich bij het verslag van anderer
meening onwillekeurig door zijn sympa
thieën laten leiden. Wij vragen dus slechts,
hoe het mogelijk is dat, bij de tegenwoordige
meerderheid, voor zulk een belangrijke
die zegevierend de heuvels afdaalde en de
Franschen in schrik en verwarring voor zich
uit dreef.
Doch ook zij keeren op hunne beurt
verschrikt terug, als nieuwe legerscharen
tot den aanval aanrukken. Doch de Britsche
infanterie ontvangt den vijand met een goed
gericht geweervuur. Te gelijkertijd rukten
de Nederlanders onder Krahmer en Chassé
op tot den aanval; zij verspreidden schrik
en dood in de vijandelijke gelederen. Weer
wijkt de Fransche garde, om niet meer
terug te keerenwant een hevig kanon
vuur aan de linkerzijde van Wellingtons
slaglinie, zegt hun dat de lang verbeide
hulp der Pruischen is aangekomen.
Ziethen brengt ook daar Napoleon tot
wijken, onderwijl Bulow het dorp Planche-
noit herovert. Thans is Napoleon lot onher
roepelijk beslist. Nog eenmaal tracht hij
den voortgang van de zegevierende legers
te stuitendoor alles op één worp te zetten.
Vergeefs! De nederlaag is te groot, de vlucht
te algemeen! Vlucht, wie kan!", gilde
men in zijn leger. Het eene corps na het
andere ontbond zich. De stroom der vluch
telingen was door niets tegen te houden.
Napoleon scheldt en smeekt, dreigt en
vleit; vloekt en bidt om beurten. Maar
't is te laat. Hij heeft geen macht meer
over zijne soldaten.
Zijn laatste gezag was van zeer kortston-
digen duur geweest.
Nog wilde hij een eerlijken krijgsmansdood
sterven en zich werpen in het carré der
garde, dat laatste overblijfsel zijner keur
bende, dat daar nog alleen had stand ge-
zaak vier liberale rapporteurs hebben
kunnen worden gekozen.
Moet men niet aannemen, dat de secties
door vele leden der rechterzijde eenvoudig
niet zijn bijgewoond
Is die onderstelling juist, dan vragen
wij aan wie de schuld zal liggen, indien
dit ministerie in moeilijkheid komt. Men
heeft, dunkt ons, reeds fouten genoeg
begaan. Een weinig meer voorzichtigheid
zou wellicht niet schaden!
Of wil men weer den weg op, ingeslagen
tijdens het kabinet-Mackay
Wij zijn de Nederlander dankbaar voor
deze waarschuwing.
Laten de Kamerleden ze ter harte nemen.
Wij zouden de leerplichtwet wel eens
een paar jaar op hen willen toepassen.
In onze laatste asterisk in 't vorig no.
zeiden wij dat vele verbeteringen in de
krijgswetten verworven vrucht zijn voor
namelijk van dit moet zijn voornamelijk
niet van het optreden der antirevolutio
nairen.
Ret Folk geeft somtijds zulke treffende
staaltjes van eerlijk meeaen dat godsdienst
privaatzaak is, en men best socialist en
christen kan zijn.
Wie nog zoo naïef mocht zijn van 't te
gelooven, late zich ontnuchteren door het
navolgende lied in Ret Volk van 3 Juni
tweede bladzjj.
Let wel, de dichter heeft het over God.
Juist, juist, al 't leed dat wordt geleden
In Enschede en in Transvaal,
Op Martinique en door de Hindoes;
't Is opgehelderd allemaal.
Het kwam, omdat de Albehoeder,
(Doet men 2 zake een loopt verkeerd)
Op d' angst van volk, gemaal en moeder,
Zijn denken had geconcentreerd.
De gansche „welt"' kon hem niet raken
De koningin van Nederland,
Die, die moest hij eerst beter maken;
De rest schoof hij zoolang aan kant.
Och, zij zijn zoo verdraagzaam, zij heb
ben zooveel eerbied voor godsdienst en
godsdienstige overtuigingen, die sociaal
democraten.
Altijd, in verkiezingsdagen.
De burgemeester van Goes heeft, gelijk
houden, als de eenige overeind gebleven zuil
van een verwoesten tempel. Maar zjjne offi
cieren hielden hem met geweld terug.
Daar naderden de Pruisen, verbitterd als
zjj waren over de nederlagen van den 15en
Juni, en gereed om die te wreken. Nog
vielen duizenden onder hunne slagen. »De
garde sterft; doch geelt zich niet over";
klonk het hun tegen uit den mond dier
koene doodsverachterfi. En zij hielden woord.
Slechts weinigen dezer beproefde vrienden
van den overwonnen Keizer ontkwamen aan
hunne moordende hand. De duisternis be
lette hun de overwinning te voltooien.
Voor de tweede maal zijns levens verliet
Napoleon op zijn beschuimd ros, zijn Ma-
reDgo, het slagveld. Zijn reiskoets viel den
Pruisen in handen, tegelijk met een ont
zaglijken buit aan wapens en kleederen.
De hongerige overwinnaars vonden ook brood,
worst en wijn in overvloed.
De nacht van Zondag; op Maandag was
een akelige. De maan bescheen met doffen
glans een slagveld waarop veertigduizend
lijken lagen te verbleekenen dat weergalm
de van het gesteun der gekwetsten of het
gerochel der stervenden.
Maar wij zullen den valeii sluier niet op lich
ten, die zooveel nameloozé ellende verbèrgt.
Wellington en Blucher ontmoetten elkan
der bij La Belle Alliance. Beiden stegen van
het paard en omhelsden elkander. Welling
ton weende. Ook de omstahders waren diep
ontroerd. Men gevoelde, er was thans eene
beslissing gevallen, van riitnemend groot
gewicht voor de Vorsten en Volken van
Europa. De vrede was dutur gekocht voor
wij Maandag meldden, tegen 1 Oct. aan
H. M. de Koningin eervol ontslag gevraagd.
Een organisch gebrek doofheid
dat hem verhinderde zijn taak van leider
der raadsvergaderingen behoorlijk te ver
vullen, dwong hem op ontslagneming bij
het einde wan zijn diensttijd bedacht te
zijn. Dat hij nu reeds wenscht heen te
gaan, kan zijn oorzaak hebben in het feit
dat zijne hardhoorendheid in den laatsten
tijd sterk toenammaar het vermoeden
ligt, voor de hand dat ook verschillende
teleurstellingen in den laatsten tijd tot
vervroegde ontslagaanvrage zullen hebben
medegewerkt. De persoonlijke aanvallen
waaraan hij met name in de jongste raads
zitting, van de zijde der oppositie bloot
stond, moeten hem wel bijzonder gegriefd
hebben. Grofheden zijn daar gezegd, waarbij
het karakter van den mensch en het gezag
van den ambtsdrager tegelijk werden aan
gerand. Het optreden van de heeren Ocht-
man en De Witt Hamer was allerleelijkst;
en het spijt ons dat, ter wille van 't ge
zag, niet een der raadsleden daartegen is
opgekomen.
De heers Wesselink was niet populair,
deels ten gevolge van zijn rond, tevens
hoekig, karakter, deels ten gevolge van
zijn, misschien niet altijd even tactvol, op
treden voor het gemeentebelang, dat hij
steeds zocht en bedoelde. Als man van
buitengewone werkkracht en energie, van
talent en karakter, bezit hjj echter ook
les défauts de see qualities doch het zou de
burgerij niet tot eere verstrekken, indien
zij, voor de lichtzijden blind, alleen die
schaduwzijden zou willen uitmeten, gelijk
het evenmin aangaan zou, zoo zij minder
begeerde maatregelen door den Raad ge
nomen,* bij den burgemeester alleen thuis
zocht.
De berichten uit Indië zijn niet algemeen
gunstig.
Op Djambi dreigt wanorde.
Op Borneo moesten colonnes naar Priok
Tjahoe gezonden worden om de aanhangers
van den pretendent-sultan recht te zetten.
Niet alle hoofden blijken te vertrouwen.
Op Nieuw Guinea zijn cholera en beri
beri bezig de gelederen onzer fusiliers en
dwangarbeiders te dunnen. Reeds werden
200 zieken ingescheepter is geen gelegen
heid tot verversching ook drinkwater
ontbreekt.
zeker. Maar niet te duur voor wie als zij
beseffen hoe donker eene toekomst de volken
weder zouden zijn ingegaan, ware Napoleon
overwinnaar gebleven.
In alle talen werd de Heere der leger
scharen door Europa's kinderen gedankt vcor
deze roemvolle overwinning. Zoo dacht ook
de grijze held Blucher er over. Toen op dien
zelfden avond de zegevierende Pruisen hem
voorbijtrokken en een »lebe hoch," (hoera)
voor hem aanhieven, riep hij hun toe:
»Niet alzoo, mijne kinderen, de Reere heeft
ons uitgered.
Door de overwinning bij Waterloo was
de oorlog geëindigd. De verbonden legers
drongen onmiddellijk Frankrijk binnen. Wel
was Grouchy met de zijnen veilig uit de
Nederlanden ontkomendoch de zegevierende
verbondenen nit Frankrijk houden vermocht
hij niet. Want nu waren het niet alleen
Engelschen, Pruisen en Nederlanders, ook
Russen en Oostenrijkers trokken van de
Rijnzijde Frankrijk binnen.
Parijs werd ten tweeden male door hen
bezet; en de Keizer voor de laatste maal
tot troonsafstand gedwongen.
Dit waren de gevolgen van den roem-
ruchten slag van Waterloo.
LXVI.
UIT EEN BRIEF.
Voor den belangstellenden lezer nemen
wij een gedeelte over van een brief, door
een soldaat van het 5e militie-bataljon daags
na den slag aan zijn ouders te Dordrecht
gericht
Op Java is 't Soerabaja dat zorg wekt
wegens koortsen en kwade ziekten. Reeds
stierven enkele gegoeden aan cholera.
In Atjeh werd de zeeplaats Meulaboh
wegens cholera besmet verklaard.
Op Ternate hebben aardbevingen groote
verwoestingen aangericht.
In verschillende districten van Semarang
zijn de oogsten mislukt tengevolge der
rupsenplaag. Te Kediri heeft een ambte
naar een dronken bezoeker die 't hem
lastig scheen te willen maken, op slag dood
geschoten
Het is opmerkelijk, hoe ons strafrecht,
vooral ten opzichte der doodstraf, bijna
altoos over de schreef is gegaan.
Nu stuit de toepassing der doodstraf,
ook waar zij niet verdiend is, op tegenstand.
In vroegere tijden daarentegen werd de
doodstraf toegepast, ook waar zij niet ge
rechtvaardigd was.
Valsche munters werden (nota bene
soms in kokende olie gedompeld. Aan den
voorgevel van het raadhuis te Deventer
hangt nog een ketel, welke bij zoodanig
een gelegenheid dienst heeft gedaan.
Diefstal, vooral van vee uit de weide,
werd eveneens met den dood gestratt.
Er werd veel te rauwelings met het
menschenleven omgesprongen.
En niet alleen in ons land.
In Engeland hij voorbeeld werden smok
kelaars opgehangen aan galgen, aan de
kust opgericht, en de lijken geteerd, om
ze zoo lang mogelijk te conserveer en en er
zoo den schrik in te krijgen.
Nog in deze eeuw werden aan het einde
van een enkele rechtszitting door een Engel
sche rechtbank meer dan dertig doodvonnissen
tegelijk en lloc, uitgesproken.
Zoo blijft er altoos een stem des bloeds,
welke tot God van den aardbodem roept.
Vroeger van het te veel geplengde bloed
door de Overheid.
Thans van het niet gewroken bloed der
slachtoffers van moorddadige deugnieten.
Pr. Friesche Crt.
LONDEN, 2 Juni (R.O.) De voornaam
ste artikelen van de overeenkomst, door
Balfour medegedeeld, zijn de volgende
Ten eerste. De burgers te velde zullen
dadelijk de wapenen nederleggen en alle
Nadat in den aanhef verschillende zaken
van particulieren aard behandeld zijn, ver
volgt de schrijver zijn brief met een be
knopt verslag van het voorgevallene op de
twee historische dagen van 16 en 18 Juni
1815 en geeft een getrouw overzicht van
de wapenfeiten waarvan hij getuige was
of waaraan hij deelnam, met vermelding
der overige bijzonderheden van den strijd,
voorzoover hij daarvan als gewoon soldaat
na het eerste treffen kennis kon dragen,
in de volgende regelen:
»Uit mijn vorigen brief kondt gij reeds
bemerken dat men hier op een spoedig
treffen was voorbereid, en toch heeft dit
nog eerder plaats gehad dan men wel ver
moedde. Reeds Donderdag') werden de
Pruisische voorposten door het Fransch
gebroed aangevallen en hielden onze artil
leristen bij Frasnes den geduchten Maarschalk
Ney met zijne bende tegen. Dat gaf eene
groote levendigheid in ons kwartier, en ieder
begreep dat er nu spoedig klappen moesten
vallen. En zoo geschiedde het op Vrijdag
toen wij bij Quatre-Bras, een gehuchtje van
weinig beteekenis tusschen Charleroi en
Brussel, den geheelen dag slaags waren met
de roodbroeken, zonder echter een besliste
zege te behalen. Gij zult wel reeds ver
nomen hebben hoe heet het hier is toege
gaan, en ik, die nog niet veel kruitdamp
geroken had, dacht nog menigmaal aan den
gezelligen kring van thuis vóór ik aan het
gefluit der looden hoogvliegers om mij heen
gewend was. (Wordt vervolgd).
Den i5den Juli 1815.