JTEN
N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
OP
'gerhuis
No. 136.1902.
Dinsdag 3 Juni,
16e Jaargang.
skneehts,
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
s-Inspan,
te koop,
Huur:
lurg.
Coupons, enz.
)P
ten, lang 3 M.,
ng 4 M., breed
t asphalt, loop
de toog uitge-
itwerk. Tevens
vtfel met ge-
)de Klaver
ilang-els,
KORSTANJE
tijtuigen
R»
e huur
LOODS, ERF
nieuwe
EK,
ïerke (W.), aan
iurg—Domburg.
SILDERNISSE,
koop.
i d
necht
gevraagd,
,r
VERSCHIJNT
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p. 0,95.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
EN VAN
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Gemengde Berichten.
OLDER,
van 11 tot 2
luize van dhr.
aaistr., Goes.
i Koe) tevens
bij Wed. A.
OP
)ostkapelle.
ke Wagen op
ieuwe Koks-
er verder be-
rsbedrijf. Ook
Tolphaartsdijk.
Volderijlaagte,
le Heerengracht
)in -Vlaanderen,
>r geschikt voor
B JE IN,
ideren.
Gitgever K. LE
burg.
P:
izend, plm. 70
vering.
7ER, Goes.
ij de Wed. P. P.
lande.
iet October een
aagd, bij JAN
erke.
adigd
ÜD,
Nieuwdorp.
er
i d
kan, bij E. DE
Middelburg.
er
PPE, Buttinge,
er
/"ERSE, V e e r e.
ber
rden om te gaan,
ggekerke.
?e-Ver west - Goes-
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
van 15 regels £5 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
2 Juni 1902.
Onder de Telegrammen op de 3e blad
zijde vind men 't bericht dat de Boeren
zich hebben overgegeven.
Wat wij gevreesd hebben, schijnt der
halve geschied te zijn. Zij hebben zich
door de Engelschen laten verlokken hunne
onafhankelijkheid prijs te geven.
Wanneer men nagaat waar de oorlog
om begonnen is, waarom zij zoolang is
volgehouden, waarom veertienduizend on-
noozele kinderen vermoord zijn en zoovele
huisvaders hnn bloed, hun toekomst, hun
leven zelfs hebben veil gehad en er aan
gegeven, dan zal men een gevoel van
bittere teleurstelling niet kunnen van zich
zetten, over zoo mager resultaat als nu
werd verkregen.
Wij willen echter niet te haastig oor-
deelen.
Alleen ingewijden kunnen dal.
En die zijn er op dit oogenblik in ons
land, ja in geheel Europa niet. Die zijn
in Zuid-Afrika.
Intusscben de Engelsehen zijn met deze
uitkomst te feliciteeren.
Hun zaak stond toch zoo slechtEn
nu zij toch baas, zij meer dan gevraagd
werJ hun zin, zij de edelmoedige over
winnaars, de rechthebbenden
Maar de Heere regeert.
Naar Zijn raad wandelen de volken.
En uit dit schijnbaar kwaad kan en zal
Hij op Zijn tijd het goede doen voortko
men. Zuid-Afrika rijpt voor de vrijheid,
terwijl Engeland zijn ondergang tegemoet
snelt.
In een voordracht, gehouden te Zutfen,
gaf de heer Ver Loren van Themaat de
volgende lezing van de bekende ontsnap
ping van president Steyn bij de omsinge
ling van Reitz.
Op een nacht lag Steyn te slapen in
zijn tent in het lager, toen zijn kaffertje
hem plotseling wekte, roepende «de En-
gelsche kom." Steyn sprong onmiddellijk
op, vloog op zijn paard, maar vond het
geheele lager reeds omringd door de Brit
ten. Een der Engelschen ziet den president
vlak bij hem, legt zijn geweer aan en
schiet. Maar de olie in het geweer was
door de koude hard geworden, en het schot
ging niet af. De president rende door, het
kaffertje achter hem. Een der Engelsehe
soldaten schreeuwt het kaffertje toe»wie
is die Boer Het slimme kaffertje ant
woordt «Nee, 't is zoo maar een Boer."
En op de vraag, waar de president is,
wijst hij op de verlaten tent. Alle Engel
schen vliegen er op af, en president
Steyn was gered. Hij was de eenige, die
dien avond ontkwam.
Zoo werd voorkomen dat hij reeds een
jaar geleden werkeloos werd gemaakt.
Thans heeft de Heere zelf hem aange
raakt.
Hoogst waarschijnlijk wel ten gevolge
van geleden koude en ontbering heeft hij
een ziekte opgeloopen, die gepaard gaat
met algemeene lichaamsverlamming eigen
lijk bewegingsstoornis (ataxie), waarschijn
lijk gevolg eener chronische aandoening
van hersenen of ruggemerg.
Dientengevolge heeft hij zich tot Kit
chener gewend en is hij op parool naar
Krugersdorp gezonden, waar hij van nu
voortaan, indien hij noch mocht herstellen,
wat zeer de vraag schijntin werke
loosheid zal rondwandelen en zich niet
meer met den oorlog noch met de belan
gen van zijn volk bemoeien mag.
Misschien is zijne afwezigheid, het ge
mis van zijn bezielend woord en advies
wel van invloed geweest op de jongste
door de Boeren afgevaardigden genomen
beslissing.
Moge Steyn spoedig naar Bloemfontein
terugkeeren volkomen, hersteld naar lichaam
911 geest, en als president van den onaf-
hankelijken Oranje Vrijstaat
Dhr. H. Lampen schrijft Maandag 12 Mei
1902 Amritsar, fort Govindgarh:
Ontvang mijn hartelijken dank voor de
kist met boeken, die ik heden ontvangen
heb'. Wees zoo goed dien dank aan allen
te brengen, die van hun boekenschat iets
hebben afgestaan.
Als mijne goede vrienden eens zien
konden met welk een verlangen de boeken
werden gewacht en met welk een vreugde
zij werden ontvangen door mij en mijne
medekrijgsgevangen dan zouden zij zich
zeker beloond rekenen.
Toen ik nog de ontberingen var. het
commando-leven verduurde en zooveol el
lende en verwoesting voor oogen had heb
ik me wel eens in stilte afgevraagdMaar
is nu de vrijheid wel zooveel bloed en
tranen waard Nu ik omtrent een jaar
mijn vrijheid kwijt ben, stel ik die vraag
niet meer ol antwoord Ja 1
Hoe langzaam eentonig kruipen de uren.
Hoe smacht het hart naar verlossing.
En altijd keeren de gedachten naar een
punt, naar „dat huis, ver van hier
De gezonden boeken zullen dienen om
het verleden een oogenblik te vergeten.
De jongeren onder ons leeren om de
verloren schooljaren in te halen. Vele
ouderen, die op Engelsehe scholen geleerd
hebben, trachten nu ook de Hollandsche
schrijftaal machtig te worden.
Nogmaals mijn dank aan allen die bij
gedragen hebben om ons van boeten te
voorzien.
Hoogachtend,
H. LAMPEN.
Toen het bericht in „de Zeeuw" stond,
dat Lampen van Umballa naar Amritsar
was gebracht, werd dadelijk bericht gezon
den aan onze consul te Bombay. Dit be
richt kwam nog aan voordat de kist was
doorgezonden naar Umballa.
Bedroeg de vracht van Rotterdam tot
Bombay slechts f7,70, de onkosten van
Bombay tot Amritsar waren f 17,74, zoodat
met andere onkosten de zending van deze
kist op ongeveer f30 komt.
De firma J. P. Ittmann Zoon te Rot
terdam zorgde voor do verzending en op
verzoek schoot onze consul te Bombay alle
onkosten in Indië voor, waardoor zeker de
kist spoediger werd doorgezonden (een kist
naar een ander kamp was een half jaar
onderweg) en franco aankwam.
Verlotingenverlotingen
Wanneer de ondernemers van verlotin
gen niet wisten dat zij een goed zaakje
dreven, waarmee hun zak dik gespekt
wordt, zij zouden niet zoo druk hunne
waar in de bladen »aan" presenteeren.
In ons eigen blad treffen wij af en toe van
die treurige aanbevelingen aan, en ook van
andere bladen is de advertentiebladzijde
ruim met verlotingen gezegend.
In één antirevolutionair blad zagen wij
de vorige week onder de advertentiën meer
dan de helft »verlotingen" prijken. Van
de ruim 9 kolommen waren ruim 5 «ver-
lotingen" van allerlei aard.
En wat er dan zooal verloot wordt 1
Vroeger was het een zoetekoek of een
kop en schotel, thans is het een villa, een
hofstee, een salonorgel, een span paarden,
rijtuigen, landbouwartikelen, een winkel
huis, rijwielen, regulateurs, naaimachines,
horloges
Wij zullen maar ophouden. De lezer
weet 'twel.
Maar wij wenschen er dit bij te voegen,
dat het ons leed' doet, dat tienduizenden
in den lande zich zoo laten beetnemen,
dat het kwaad ook onder positief geachte
Christenen zoo onrustbarend toeneemt, en
dat met de bede »Geef ons heden ons
dagelijksch brood" zoo weinig ernst wordt
gemaaktdat men den Heere zijn God
niet meer op Zijn woord wenscht te ver
trouwen, dat men het «wie rijk willen
worden, vallen in verzoeking en in den
strik" en het »in het zweet uws aanschijns
zult gij brood eten" niet meer verstaan
wil; dat men, het geloof verzakend, zich
onder de hoede stelt van den geldgod, van
Mamon, van den duivel, wien het om 't
even is hoe hij de menschen vangt, al
zou hij er ook een advertentie in een an
tirevolutionair blad voor gebruiken
Zie, dit alles betreuren wij.
Wij hebben vroeger reeds uitvoerig "de
redenen uiteengezet waarom wij tegen
verloting in weihen vorm ook ons moeten
verzetten.
Laten wij thans mogen volstaan met de
ernstige bede tot alle Christenbelijders die
ons blad lezengaat dat kwaad der ver
lotingen in uw huis of naasten kring toch
tegen.
Al die dingen vloeien voort uit de on
reine bron der begeerlijkheid. Men is niet
meer tevreden met de levensomstandig
heden waarin de Heere ons geplaatst heeft
en nu tracht men op een «fatsoenlijke"
manier zich met zijns naasten goed te
verrijkenmen misbruikt daartoe de heilige
instelling van liet lot, welks beleid alleen
van den Heere is men doet een zaak over
welke men Gods zegen niet kan inroepen
waarover Hij toornt in Zijn Woordwaarbij
men den vrede des harten verspeelt, de
gemeenschap des Heiligen Geestes derft
en het hart afsluit foor Zijn invloeden.
Zou zelfs met een villa of heerenhuis
dit alles niet veei te duur zijn gekocht?
En wordt 't geen tijd dat eik Christen-
huisvader, desnoods met harde hand, dit
kwaad weert of bant uit de woning
Niet alleen omdat hij tegen zwendel en
zwendelaars is, maar bovenal wijl al dit
geloot zonde is voor God?
Minckelers.
Deze man, voor wien men te Maastricht
een gedenkteeken wil oprichten wegens
zijn uitvinding van het steenkolenlichtgas,
is geboren te Maastricht in 1748, studeerde
natuurwetenschappen en godgeleerdheid
aan Leuvens hoogeschool, waar hij in 1772
professor werd in de natuurlijke philosophie.
In 1782 vonden de gebroeders Mont-
golfier den luchtballon uit en maakten bij
hun eerste proefneming gebruik van ver
warmde lucht; spoedig werd daarvoor water
stofgas gebezigd. Deze proefnemingen gaven
den hertog van Aremberg te Héverlé bij Leu
ven, een beschermer van kunsten en weten
schappen, aanleiding aan eene commissie
op te dragen een geschikt en goedkoop
gas te zoeken om ballons te vullen. Deze
commissie werd gevormd uit de professoren
aan de universiteit van LeuvenMinckelers,
Bouchate, en Thysbaert.
Minckelers ging met grooten ijver aan
het werk, nam tal van proeven en smaakte
weldra de voldoening zijn arbeid met eene
goede uitkomst bekroond te zien zoo vond
hij het steenkolenlichtgas uit, en gaf den
grooten stoot tot de wording eener industrie,
die in omvang en in praetisch en in we
tenschappelijk nut door geen andere over
troffen wordt.
Nu moge men beweren, dat reeds in
1737 in Engeland door Clayton uit steen
kolen gas gedistilleerd werd, doch deze
proefneming had een halve eeuw later,
toen Minckelers het steenkolengas ont
dekte en nuttig aanwendde, tot geene
practisohe toepassing geleid en was geheel
in vergetelheid geraakt.
Wat nu betreft de mededingers naar de
prioriteit der practische toepassing van het
steenkolengas, op dezen heeft Minckelers
een voorsprong van vele jaren.
Lebon, zijn Fransche mededinger, kwam
eerst in 1791 te Parijs op de gedachte om
uit hout, door middel van droge distillatie,
lichtgas te bereiden, terwijl te Redruth in
Cornwallis in 1792 het gaslicht uitvond.
Het incident in de Tweede-Kamer-zitting
van Vrijdag waarop wij ons toen reeds
eenige critiek veroorloofden, blijkt van ach
ter ernstiger in zijn oorzaken dan in zijn
gevolgen te zijn.
Morgen zet de Tweede Kamer de be
handeling der Tuchtwet voort en mag men,
na, thans noodzakelijke, verwerping van het
geamendeerde artikel 66, op een verbeterde
editie er van, van de Regeering, in den geest
der toenmalige meerderheid hopen.
Trouwens de minister had al eenige
goede wijzigingen aangebracht en wij be
grijpen niet hoe de heer Malefijt, anders
een schrander, zij ;t ook hoogst bescheiden,
mandaarna en na 's ministers perti
nente verklaring er toe kwam zijn amen
dement te handhaven.
Hij had een ongelukkig oogenblik.
En de afwezigen hadden ongelijk.
Rechts siemden voor het amendement-
Malefijt de heerenSluis, v. Asch v.
Wijck uit Amersfoort, v. Vliet, v. Löben
Seis, de Waal Malefijt, Idenburg, Brum-
melkamp, Duymaer v. Twist, v. d. Velde,
Seret en Pompe v. Meerdervoort, en hunne
naaste geestverwanten Schokking, Van
Veen en Staalman.
Er tegenVan Heemstra en Krap, be
nevens hunne naaste geestverwanten Loh-
man, v. Wassenaer, v. Limburg Stirum,
v. Bylandt en Mackayalsmede de aan
wezige katholieken.
Afwezig waren, behalve 12 katholieken,
ook nog de antirevolutionairen de Ridder,
Lucasse, v. Asch v. Wijck uit Ede, Okma,
Talma, Van Alphen, Heemskerk, Van
Kempen en v. d. Borch v. Verwolde, en
de vrij-antir. Van Dedem, Van Idsinga en
De Visser.
Van de 30 afwezigen waren derhalve
niet minder dan 24 antiliberalen.
Dit ergert ons wel een weinig. Immers
zoo mag een eenvoudig kiezer vragen, wat
blijft er op die wijze van de actie der
antiliberale kiezers, komt deze op die wijze
wel genoegzaam tot haar recht
Waar spant men, zoo vraagt een ander,
zich voor in, wanneer op zoo kritieke
dagen 24 antirevolutionaire en Roomsche
leden stilletjes thuis blijvengelijk Ruben
achter de stallen
Voor het amendement De Waal Mafeffjt
stemden aan de linkerzijde al de meest-
ver-vooruitstrevenden, type- Schaper, type-
Nolting, type-Marehant, type-Borgesius
en tegende oud-liberalen met enkele
hunner omwonenden; samen 10. Zij zijn:
Mees, Verhey, Goekoop, Willinge, v. Gijn,
Conrad, Cremer, Tydeman, Ferf en Roëll.
Opmerkelijk is 't dat 't juist de vrij-anti-
revolutionairen geweest zijn bij wie 't
kabinet den grootsten steun vonden dat
vele verbeteringen in de krijgswetten ver
worven, vrucht zijn, voornamelijk van het
optreden der antirevolutionairen, ook zelfs
niet eens der antirevolutionaire speciali
teiten Seret, Idenburg, Duymaar v.
Twist maar van den heer Lohmsn.
Middelburg. Door den heer Van Dunné
is aan zijn bekend voorstel van 7 April 1902
tot wijziging van het raadsbesluit van 21
Dec. 1898 no. 9 (minium-loon en maximum
arbeidstijd) Dog eene nota toegevoegd,
luidende als volgt: Het wil mij voorkomen,
dat het advies van Burg. en Weth. dd. 25
April 11. no. 26, opgenomen in de Hande
lingen Afd. I, volgnummer 821, eer eene
afbrekende dan eene opbouwende critiek
op mijn bovenaangehaald voorstel beoogt.
De bewering van burg. en weth., dat de
voorgestelde aanvulling van art. 1 nadeel zou
berokkenen aan de vaste werklieden van
den aannemer, is geheel ongegrond. Om
dit aan te toonen wil ik even stilstaan bij
de beantwoording der vraag: wat te ver
staan onder «vaste werklieden?"
M. i. kunnen daaronder alleen worden
gerangschikt die werklieden, tussehen wie
en den meester een contract van huur en
diensten bestaat, waarbij uitdrukkelijk, 't
zij dan mondeling of schriftelijk, gedurende
een naar gewoonterecht bepaalden tijd (bv.
een half jaar of langer) de werkman zijne
diensten belooft tegen een door den mees
ter te betalen loon, een en ander onder
wederzijds gemaakte bedingen en voor
waarden.
Geenszins kan men daaronder begrijpen
die werklieden, welke al presteeren zij
ook reeds sedert jaren aan denzelfden mee
ster hunne diensten in den regel toch
elke week, zoo niet eiken dag, zonder ver
breking van eenig contract, door hun meester
kunnen worden afgedankt of hun meester
kunnen verlaten.
En nu weet ik stellig, dat de laatste cate
gorie algemeene regel, de eerste uitzonde
ring is.
Feitelijk zijn bijne alle ambachtslieden,
vak-arbeiders, handlange?*, opperlieden en
sjouwers losse werklieden.
Al spreekt een zoogenaamde baas ('t zjj
meester timmerman, smid of schilder etc.)
in den regel en vaak niet zonder eenigen
waan, van zijn vasten knecht of vaste
knechten, hij weet au fond maar al te goed
en burg. en weth. weten nog veel beter,
welke waarde aan die uitdrukking is te
hechten. Geraakt de baas zonder werk,
dan worden die z. g. vaste kneehten afge
dankt. En wordt al een enkele of worden
al enkelen aangehouden, dan zou ik nog
durven vragen of zulks uitzonderingen
daargelaten wel altijd is vrij van eigen
belang van de zijde van den baas. Hoe 't
echter zij, de positie van den knecht bljjft
ook dan nog altijd dezelfde, nl. die van
lossen werkman.
Wat heb ik nu met mijn voorstel beoogd?
Eenvoudig dit. De verordening meer over
eenkomstig de oorspronkelijke bedoeling te
doen werken. Zoowel den werklieden van
aannemer als die van onder-aannemer zeker
heid te verschaffen, dat zij zullen genieten
van de voordeelen, in de verordening neer
gelegd. Om dat doel te bereiken, heb ik
duidelijk willen doen uitkomen, dat de
verordening alleen losse werklieden moet
gelden. Yoor de belangen van deze valt
te zorgen, 't Is waar, art. 2, laatste lid,
der verordening zegt, als uitzondering op
den regel, dat ook voor werklieden, in
vasten dienst bij den aannemer, op aanvrage
van dezen, door de directie afwijking van de
minima kan worden toegestaan, doch deze
uitzondering moet bij vergissing zijn inge
slopen. Ze behoort in de verordening niet
thuis. Ik kom dan ook straks hierop terug.
Het beginsel, dat de verordening geen
inbreuk mag maken op een arbeidscontract
dat den werkelijk vasten werkman maakt,
dient te worden geëerbiedigd en is dan
ook volkomen zuiver door mij gehandhaafd.
Nu zeggen burg. en weth. in hun advies
«Door de voorgestelde aanvulling van artikel
1 zou nadeel worden berokkend aan de
werklieden. Immers de aannemer zou
waarschijnlijk wel tegen de bedoeling van
den geachten voorsteller van zijne ver
plichtingen tegenover zijn vaste werklieden,
die den leeftijd van 23 jnren hebben bereikt,
ontslagen worden, terwijl tengevolge van
de voorgestelde wijziging van art. 11 alle
vaste werklieden in dienst van onder-aan
nemers, van welken leeftijd en waar ook
werkzaam, ten aanzien van de bepalingen
omtrent minimum-loon en maximum
arbeidstijd zouden worden buitengesloten."
Ik zou wel eens aan burg. en weth.
willen vragen, wat beteekenen de verplich
tingen, die volgens burg. en weth. den
aannemer tegenover zijne vaste werklieden
in artikel 1, eerste lid, zouden zijn opge
legd, verplichtingen die bjj gebreke van
elke controle niet de minste waarde kun
nen hebben. Immers alleen losse werk
lieden krijgen de schriftelijke aanstelling,
bij het 2e lid van dat artikel voorgeschreven.
Juist die schriftelijke aanstelling, waarin
vermeld staat
a. «of de werkman wordt aangenomen
als ambachtsman, vakarbeider (geen am
bachtsman) of wel als handlanger, opperman
of sj'ouwer;"
b. «op welk loon de werkman wordt
aangenomen,"
geeft den lossen werkman den noodigen
waarborg, waardoor desnoods de aannemer
kan worden gedwongen, zijne verplichtin
gen na te komen, maar wat blijft er over