No. 130/1902 NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND Vrijdag 23 Mei. 16e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISGH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN Bekendmaking. Kerknieuws. Gemengde Berichten. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 22 Mei 1902. De Amerikaansche handelsfirma P. Mor gan Co. heeft de beurtvaart op den Atlan- tischen Oceaan, voorzoover die gedreven wordt door de White Starde Dominion, de Atlantic en de Atlantic's Transport Lino gekocht voor 120 millioen Dollars om 31 Dec. af te leveren. Wij deelen dit mede niet zoozeer om de merkwaardigheid, maar om daaraan enkele opmerkingen te ver binden. Dit duizelingwekkend cijfer zal even spoedig vergeten als gelezen zijn. Van meer beteekenis is het feit dat deze koop niet tot de gewone behoort maar een koop is met bepaalde bedoeling, oen tendenz-ltoop. Deze koop behoort tot die combinaties, bekend onder den naam van trust waarbij de kooper de bedoeling heeft het meeste, het grootste, liefst alles machtig te worden, om te zijner tijd den prijs of de markt zoodanig te verhoogen, dat hooge winsten hem in de beurs vloeien. Zoo hebben we trust gezien in allerlei metalen, in petro leum, in leder, en nu ook in vleesch door de Engelschen niet onaardig leef-trust genoemd. Die trust schijnt de firma Morgan, een machtige firma, in het vaderland waar deze uitwas van het maatschappelijk leven geboren werd en tiert, op den grooten handelsweg die de oude en de nieuwe wereld verbindt te willen toepassen. Het publiek zal het gelag betalen! En nu wenschen wij aan deze mede- deeling de volgende opmerkingen te ver binden Vooreerst, dat Engeland terwijl het om goed en goud een verdelgingskrijg in Afrika voert, op ontzettende wijze in zijn belangen door Amerika getroffen wordt. Heerseheresse ter zee als het eenmaal was ziet het zich voor een goed deel een der belangrijkste handelswegen ontnemen. Voor de millioenen-stad Liverpool en de Iersche handelshaven Quebec en voor de katoen markt van Londen dreigen onberekenbare gevolgen. De verpletterende hulpbronnen der Nieuwe Wereld met haar jeugdige energie en kracht, en de langzaam ont ginnende krachten van Rusland en de mot ieder jaar toenemende industrie van Duitschland maken te zamen de toekomst voor Groot-Brittanje donker. Met de sympathie der heele wereld dreigt ook de handelsmacht over de wereld haar te ontgaan. Een ongeluk komt zelden alleen! In de tweede plaats willen we opmerken er is minder plaats voor ongerustheid dan velen meenen. Die wereld-combinaties hebben niet zelden oen vluchtig, voos bestaan. Getuige die alle die reeds verdwenen zijn. God heeft naar zijn wijsheid, in zijn gansche schepping een zoo groote kracht in het particulier initiatief, in de individua liteit gelegd dat die in staat is een tegen wicht te vormen tegen alle combinaties. Er is een tijd van vereenigen en er is een tijd van scheiden. Altijd en overal In de derde plaats zij opgemerkt dat uit christelijk oogpunt alle combinatiën of trusts, met de bepaalde bedoeling om de markt te drukken of te verheffen, hausse of baisse te spelen, in beurstaal gesproken, onbepaald te veroordeelen zijn. Reeds om dat op die wijze geld verdienen doel wordt en geen middel blijft voor het tijdelijk leven, en de eeuwige dingen op den achtergrond komen te staan, zoo al niet geheel verdwijnen. Maar ook, omdat nog altijd waar is wat Salomo in zijne dagen reeds heeft gezegd: »Wie koren inhoudt dien vloekt het volk, maar zegening zal zijn over het hoofd des verkoopers". Ge kunt dit lezen in Spreuken 11:26. Goes. Belanghebbenden worden herin nerd aan de inschrijving voor de schutterij, zullende de registers den 31 Mei a. s. gesloten worden. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Krommeniedijk W. Hamil ton, cand. te Dedemsvaart, die bedankt heeft voor Hem. Aangenomen naar Haamstede door A. M. Brouwer, cand. te Leeuwarden. Geref. Kerken. Beroepen te Harmeien J. F. Jonkers te Jutrijp. De classis Tholen der Geref. kerken in Nederland, heeft na praeparatoir examen, met algemeene stemmen beroepbaar gesteld den heer H. de Bruijn, cand. te Oud-Yosmeer. Maandag 2en Pinksterdag 11. had te Ylissingen in »Elim" de gewone, jaarlijk- sche, algemeene vergadering plaats van den Zeeuwschen Bond van J. v. op G. g. Hoewel het weder in één woord treurig was, zoo waren toch zeer vele jongelingen uit alle deelen van het gewest opgekomen, om dat saamzijn bij te wonen. De morgen vergadering werd bezocht door plm. 150 personen. Uit het verslag van den Secretaris bleek dat de toestand van den Bond over het algemeen bevredigend mag genoemd wor den. Enkele vereenigingen mochten zich in flinken bloei verheugen. Uit dat van den Penningmeester dat hij voor een tekort stond. Een door hem in gediend voorstel tot dekking van het tekort en tot voorziening in de onmisbare be hoeften voor zijn begrooting door verhooging van den omslag werd met algemeene stem - men aangenomen. Bij gelegenheid van de namiddagverga dering was de ruime zaal van »Elim", die 400 zitplaatsen biedt, meer dan gevuld. Yelen moesten zich met een staanplaats behelpen. Wegens gebrek aan tijd moest de Voor zitter van zijn openingswoord, eveneens Ds. Dekkers van Veere van zijn slotwoord afzien. In een flinke toespraak zette nu Ds. Laman van Kruiningen zijn zienswijze omtrent kerkelijk toezicht uiteen. Eveneens Ds. Meulink van Meliskerke zijn gedachten omtrent het «schoonheidsbesef". Een luid applaus benevens de dank van den Voor zitter voor beider degelijk met gespannen aandacht aangehoord woord was het wel verdiend loon voor beider arbeid. Yan principieel debat kon wegens gebrek aan tijd geen sprake zijn. Als bestuursleden werden herkozen de heeren Dr. Wagenaar, Mr. Dieleman en G. van Harn. Nadat nog de Voorzitter den dank had gebracht aan allen, die tot het welslagen van deze vergadering hadden medegewerkt, vooral ook aan de Jongelingsvereeniging te Viissingen, die niets had onbeproefd gelaten om het verblijf aldaar zoo aange naam mogelijk te doen zijn, werd deze flink geslaagde Bondsdag met dankzegging aan God gecindigd door Ds. Dekkers van Veere. Bij het te Bergen op Zoom ge houden examen voor Vaandrig slaagde 0. a. de reserve-sergeant dhr. P. Nieuwenhuijse Az. te Rilland. Borssele. In do Vrijdag gehouden ver gadering van ingelanden van den Konings polder werden behandeld en vastgesteld de rekening over 1901/1902 en de be grooting voor 1902/1903. De rekening sluit met een goed slot van f 184,91. De inkomsten en uitgaven voor het ingetreden dienstjaar zijn geraamd op een gelijk be drag van f 347,98'/2 bij een heffing van f 1,75 dijkgeschot per hectare. Verleden jaar bedroegen de lasten evenveel. Wegens gewone aftreding van dhrn. J*. v. 't Westeinde Mz. en J. op 't Hof Bz. als dijkgraaf en plaatsvervanger, voorzag de vergadering in de vacaturen door her benoeming van de aftredenden. Goesche Ct. Goes. In de gemeenteraadsvergadering van Woensdag onder voorzitterschap van den heer burgemeester was de heer Ramondt wegens ongesteldheid aanwezig. Medege deeld wordt dat het Gemeentebestuur heeft gemeend zich niet te moeten neerleggen bij de beslissind inzake 't station, en de beide wethouders met den directeur-gene raal een bespreking hebben gehad, die een en ander nader in overweging zal nemen. Van den minister van B. Z. dat voorloopig genoegen genomen wordt met een ver goeding van f100 voor verlichting op de Avondschool voor Ambachtslieden. Van Ged. Staten goedkeuring van eenige raads besluiten. Van H. Nieveen te Lemmer een verzoek om subsidie voor een stoomtram Wolfertsdijk—GoesBorssele. De geloofs brieven van den heer A. S. J. Dekker worden gesteld in handen van de heeren Itisch, Janssen en Duvekot, welke com missie adviseert tot toelating. Aldus wordt besloten. Het adres van H. Nieveen wordt ge steld in handen van B. en W. om advies, onder opmerking van den Voorzitter dat B. en W. in den eersten tijd met dit ad vies niet zullen klaar kunnen zijn, en dat zij zich voorbehouden bij gunstig advies zelf de som aan te geven. De aanvrager vraagt gedurende 15 jaar een bijdrage van 10 cent per inwoner. Aan de orde is het verzoek van de Naamlooze Vennootschap «La Vitesse" om een kraan te mogen plaatsen in de West- vest om balken op te halen voor den tijd van 99 jaren; en om een oppervlakte water groot 1.1250 H. in erfpacht te mogen ontvangen voor den tijd van 30 jaren. B. en W. zeggen in een praeadvies tot inwilliging van het verzoek dat het bergen van boomen de uitvloeiing van het riool daar ter plaatse belemmert, de met het rioolwater afgevoerde vette stoffen vlak daarvoor zullen bezinken en de gemeente daar zal moeten baggerenterwijl wanneer dat hout daar niet had gelegen de ver spreiding dier vaste stoffen over een zoo groot oppervlak had kunnen plaats hebben dat tal van jaren zouden hebben kunnen verloopen alvorens de verondieping hin derlijk werd. Daar naast is gebleken dat door afkalven van den oever, door het sleepen met boomen, en door vuil en bast een groote massa modder in de vest is gekomen, waardoor die ter plaatse waar thans dat hout ligt moet uitgediept worden. B. en W. vragen dus waarborgen dat de oorspronkelijke diepte worde hersteld; dat afvloeiing uit het riool verzekerd blijve door een geul van niet te geringe breedte langs het Ravelijn geheel vrij te laten en op diepte te houdende te plaatsen kraan den omtrek niet ontsiere en het verkeer geheel vrij houde. Daarom stellen zij voor aan de inwilliging van 't verzoek te ver binden de navolgende voorwaarden: a. de erfpacht wordt verleend voor 30 jaarb. dat door de ML over de geheele lengte van het verpachte de vest van wal tot wal, dus ook de later uit te sparen geul, uit gebaggerd worde tot de diepte door B. en W. aan te wijzen, welke verdieping moet zijn uitgevoerd binnen zes maanden na de onderteekening van het contracte. dat 't in erfpacht uitgegevene geheel afgeras terd worde, het rasterwerk in goeden staat worde onderhouden met bevoegdheid van B. en W. om bij nalatigheid de naar hun inzien noodige herstellingen zelf te doen uitvoeren geheel ten koste der erfpachters d. dat de ML over de geheele lengte van het gepachte aan de zijde van den West singel een oeververdediging make, ten ge noegen van B. en W. die bij nalatigheid in 't onderhoud dit zelf ter hand nemen op erfpachters kosten e. dat na afloop van de erfpacht die beschoeiing moet blijven bestaan en kosteloos in eigendom overgaan aan de gemeentef. dat de afrastering op dat tijdstip geheel moet geworden opge ruimd ten genoegen van B. en W.g. dat de kosten op te maken acte komen ten laste der ML; h. dat wanneer B. en W. de verdieping der geul langs het Ravelijn open gehouden voor de afvloeiing van het riool noodig oordeelen in de jaren waar over de erfpacht loopt, zij van gemeente wege dat werk zullen doen uitvoeren, maar dat de ML alsdan binnen 14 dagen na daartoe aangezocht te zijn, zal restitueeren aan de gemeentekas een bedrag gelijk staande met drie vierden van het geheele door B. en W. uitgegevene. De financiëele commissie acht de voor waarde onder b onbillijkook de onbe paaldheid van de hoeveelheid te baggeren modder, maakt de voorwaarde voor de maatschappij te bezwarenden daardoor onaannemelijk. De commissie acht het maken van een afzonderlijke geul voor afvoer niet zoo noodig, daar het hier toch een stilstaand water betreft, en het scherm bij de uitvloeiing van het riool uit de Spiegelstraat komende, moet toch dienen om de vaste stoffen daar te doen bezin ken als dit goed wordt gehouden kan van daar zeer weinig modder in de vest komen. De Commissie zag gaarne nog een bepa ling ingelascht dat bij 't eindigen der erf pacht door de ML alles in oorspronkelijken staat worde gebracht, dus ook wat betreft de rails. En dat wanneer een gedeelte van het in erfpacht uitgegeven water later noodig is voor werken van algemeen of openbaar nut, de maatschappij dat gedeelte moet afstaan, terwijl dan de erfpachtscanon verminderd wordt in evenredigheid van de oppervlakte die wordt ingenomen. Over 't voorstel ontstaat een breede dis cussie. De Voorzitter zegt dat wel degelijk de modder door de boomen ontstaat. Tegen woordig gaan er heele bosschen in, het welk nu wel pleit voor de welvaart der onderneming, doch ook voor 't gevaar van moddering. Wel zegt de aanvrager diplo matisch dat wij ons daarover niet hebben te bekommeren, dat 't in 't eigen belang der mij. is dat zelf te doen, doch Spr. acht het voorzichtiger 'tdoor de gemeente te laten doen en controleeren. Bovendien willen wij de mij. vrij waren voor oprui ming. Er bomt een kraan en een schoeiing wordt nu de mij. verplicht dit op te rui men dan zijn groote kosten door haar ge maakt voor niets. Zoo hebben B. en W. tegelijk gezorgd dat de rechten der mij. verzekerd worden en de gemeente bij de concessie geen schade lijdt. De heer Ochtman blijft het standpunt van B'. en W. onjuist achten. De modder ontstaat wel door het afkalven van 't pad, den dreun en 't rollen van grond. Maar de modder is aan den kant gebleven. U zegt die is weggeperst, maar dan is zij er ook altijd geweest. Niet de boomen mod deren, maar planten enz. En dat weinige kan op geregelde tijden uitgehaald wor den. Het is echter onbillijk die mij. tot opruiming te verplichten. Dat is geen peulschilletje, de bewijzen hebben wij ge zien in de baggerqunestie. De Voorzitter meent dat bij een monde linge bespreking der zaak door den zaak gelastigde der mij. den heer De Witt Hamer is toegegeven dat de modder die er nu is er door de boomen is ingekomen. De heer Ochtman. Niet v. d. Peijl maar de gemeente heeft 't er in gebracht; die modder zit in alle vested. Hij zelf zal ze er ook wel uitgehaald hebben. De Voorzitter. Uit briefwisseling met v. d. Peijl hebben wij de bewijzen. Zijn tegenwoordig stukje, zei hij, was zoo on diep dat hij een ander stukje water moet hebben. Wij moeten derhalve nu goede stekken steken. Het loopt over duizenden boomen 30 jaar lang. De heer De Witt Hamer leest voor een schrijven der aanvraagster waarin staat dat niet de boomen de modder veroorza ken kunnen. De schors gaat er nooit af, waar wou 't dan van daan komen De Voorzitter houdt vol. Ook de bouw meester is van zijn gevoelen. Hij wil daarom ter plaatse een geul aanleggen, waarvan een vierde voor rekening der mij. kome. In ieder geval de verondieping is er. De heer Ochtman. Reden te meer om te zeggen laat ik er mijn honden af houden De Voorzitter. Reden te meer om te zorgen dat wij 't niet voor een ander be talen. Bovendien is 't baggeren alleen de gemeente niet zoo duur uitgekomen. Het is het wegbrengen van den modder hetwelk zooveel heeft gekost. De heer Risch. Hoeveel moet er uitge baggerd worden? Dat is nog erg onbe stemd. De Voorzitter. Dat weten wij nog niet. Maar B. en W. willen die waarborgen niet om de maatschappij tegen te werken. Daartoe bestaat geen aanleiding. Spreker zelf is er aandeelhouder in. Hij heeft altijd sympathie voor de zaak van v. d. Peijl gehad en acht 't goed dat vroeger om hem den pas beginnende te helpen niet dergelijke bepalingen zijn voorgesteld. Maar nu is er geen reden meer om de verschillende faciliteiten te vinden uit de gemeentekas. Het is nu een maatschappij die klinkt als een klok, wij behoeven werkelijk voor haar niet te betalen. Ook hebben zij gezegd zjj willen de boomen er nu met de kraan inbrengen, maar dat ge looft niemand. De heer Ochtman. Dat kan ook niet. Maar daarom zal er ook een beschoeiing komen. De heer De Jonge. Welk bezwaar is er dat de Vitesse dien grond uitdiept? De heer Ochtman. V. d. Peijl zal 't van zelf doen als de boomen niet meer onder komen. Nu zegt de gemeente gij breidt uit, nu zullen wij baggeren en gij betalen. Spr. hield geen ruggespraak en is zelf geen aandeelhouder. En hij is ook van de leer dat men een industrie niet moet subsidieeren. Zij is geen zaak van phi- lantropie. Zij wil ook veel verdienen. Maar dat neemt niet weg dat de gemeente er tuk op moet zijn om zulk een inrichting niet noodeloos te bezwaren, door ze nu, waar er nooit gebaggerd is, daartoe te verplichton. Die industriën zijn voordee- lig voor de burgerij, dus moet men ze steunen. De Voorzitter herhaalt dat 't een groot verschil maakt een pas beginnend persoon of een maatschappij. Ook moet men dat argument niet te hoog aanslaan. De ge meente heeft 't gezien bij de geschiedenis der meelfabriek. Er was bij haar oprich ting niet bepaald dat zij een en ander moest teruggeven in den oorspronkelijken staat wanneer zij ophield te werken; en nu zit de gemeente met dat terrein zooals 't daar is. Het is waar, de industrie moet geholpen worden daarom geven wij dan ook nu 't gevraagde niet meer tot wederopzegging en geen klein stukje. Waren wij overtuigd dat 't vergaderen van modder niet van de boomen kwam, wij zouden ons voorstel niet gedaan hebben. Wie 't met ons eens is behoort ons voor stel aan te nemen, wie 't op dit punt niet met ons eens is, stemme met de finan ciëele commissie. De heer v. d. Leeuw. De Mij. heeft geen reden tot klagen. Zij moet toch wa ter hebben en B. en W. zullen wel maken dat dit er altijd is. Wat kan daar tegen Mjn? De voorzitter wil gaarne nu reeds doen vaststellen de hoeveelheid te verwerken modder, indien de Raad dit niet aan de prudentie van B. en W. wenscht over te laten. Dhr. Ochtman Wantrouwen koesteren wij niet. Wel is 't moeilijk voor de ML vooraf te zeggen of zij de voorwaarde kan aan vaarden. Doet zij 't, dan feliciteer ik de gemeentemaar billijk is 't niet. Dhr. De Jonge. Er moet gewaakt worden dat zich niet herhaalt dat na verloop van tijd de modder boven komt; en 't recht daartoe behoort aan de gemeente te ver blijven. Het verzoek komt in stemming. De kraanplaatsing wordt met 10 stemmen toegestaan (mr. Hamer als zaakgelastigde der Mij. buiten stemming); nadat de voor zitter er op heeft gewezen dat de kraan ko men zal ter plaatse waar volgens de tramplan-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1