NIEDWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 127. 1902 Vrijdag 16 Mei. 16e Jaargang GHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUiJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Tweede (Jniedag'. Kerknieuws. Schoolnieuws. Gemengde Berichten. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers. 0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Onze Tweede Zeeüwsche Uniedag mag als goed geslaagd beschouwd worden. Des morgens had de opkomst wel is waar beter kunnen zijn,, des middags daarentegen overtrof zij de verwachting. Een rijk en schoon referaat leverde ds. Wagenaar, een overrijk en kostelijk gekruid, gespierd en doorwrocht stuk gaf professor Fabius ten beste. Des avonds sprak ds. v. d. Sluijs een beeldrijke, boeiende Unierede uit. Wie er waren hebben genoten en tot elkander gezegd dezen dag zullen wij niet licht vergeten. Wij danken het Lokaal Comité van Middelburg dat het initiatief er toe nam, en noodigen thans Zierikzee uit zich te beraden of een derde Zeeuwsche Uniedag op het politiek een weinig her leefde, doch wat het Chr. Onderwijs be treft nog zoo doodige Schouwen nu niet behoort aan de orde gesteld te worden. Maar laten wij nu nog eens een korte uitbreiding geven aan (t bereids opgenomen verslag. Ds. Wagenaar uit Leeuwarden dan be handelde „De historische ontwikkeling der school als factor van volksbeschaving". In zijn inleiding wees hij er op hoe vele Christenen in den strijd voor de Chr. School wèl willen volharden bij het ideaal, doch niet den juisten weg bewandelen. Versterking van het saamhoorigheidsgevoel op het gebied van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs is dringend noodig. Veel is bedorven door de tweespalt der geestverwanten. Reeds in 1857 klaagde Groen van Prinsterer dat door de vergis sing onzer vrienden en de rekbaarheid van artikel 23 het verzet tegen de schoolwet was gebroken. Dan evenzeer is ook telkens weer door herwonnen eenheid de kracht hersteld. Het petitionnement van 1878 en de school strijd daarna leveren hiervan de bewijzen. In den strijd voor de eere Gods en de Chr. School hebben wij elkander noodig. Telkens weer, waar dit uit het oog ver loren werd, kwam de Heere met Zijne roede. En Spr. vraagt wanneer hij de verdeeld heid ziet, zal de Heere nu weer het kruis moeten opleggen om de broeders te her eenen Wij hebben een goed voorbeeld in onze naaste vaderen. Het Gedenkboek der laatste halve eeuw spreekt van taaie volharding, zichtbaar in de oprichting en instandhouding van Chr. scholenmaar ook van een zelfopoffering met prijsgeving van positie gepaard, welke beschaamt. Wij zitten midden in de so ciale quaestie. Wij willen den rechtsachter- grond waardeeren, van de vraag onzer Chr. onderwijzers om meer loontoch vrees ik dat de strijd voor de beginselen verflauwt. Het woord des Heilands „Werkt niet om de spijze die vergaat, maar die blijft tot in het eeuwige leven" heeft nog dezelfde kracht. Van daar dat wij de jon geren opwekken tot kennisneming van de actestukken dei vaderen welke zulk een belangrijk deel uitmaken van de geschie denis van het schoolwezen. Zal nu de school aan haar roeping be antwoorden, dan moet zij los van den staat, los van de kerk, geen facultatieve gezind- heidsschool, niet in de kerk opgelost of aan een bepaald kerkgenootschap gebonden zijn. De staat geen schoolmeester, de kerk er buitenmaar er zij verband tusschen school en huisgezin. Dit laatste is in de richting door Schrift en Historie aangewezen. Het huisgezin. Wij Christenen erkennen God als de Bron van alle gezaj. God schiep allerlei kringen ter welker verzorging menschen zijn gesteld. Zoo de huisvader en huis moeder om het huisgezin koninklijk te re- geeren en priesterlijk te verzorgen, bij Gods gratie. De Overheid is ook zulk een kring naar Gods ordinantie. Hare bemoeiing en be voegdheid erkennen wij doch zij heeft niets te zeggen in den kring waar de vader als hoofd is gesteld. Deze toch ont vangt zijn macht van God.- Gods Woord onderricht hem, en schenkt hem de ware kennis van de Gods-ordinantie in betrek king tot zijn roeping. Wel is 't huisgezin eisch van dit leven, doch het leven der genade wordt door 't natuurleven omsloten. Het Koninkrijk Gods eischt alles op. En nu behooren Huis en School samen. De school is een uitbouwsel van 't gezin. De gezinnen zijn organisch bijeenhoorende cellen van eenzelfde lichaam. Nu kan de huis vader of moeder de taak der opvoeding slechts gebrekkig vervullen. En nu gaan eenige of vele vaders of moeders saam doen, en wijzen saam een ander aan om die taak gedeeltelijk over te nemen. Zoo wordt de school een sociale instelling in het individueels leven der ouders. De school de groote kinderkamer met den meester tot gemeenschappelijk huisvader, van God met gezag bekleed over dit gezin dat hij koninklijk regeert, waarover hij zich priesterlijk ontfermt en dat hij profetisch opvoedt. Niet de Staat of de Kerk maar de ouders hebben de school in het leven te roepen, dat is hun recht. Omdat Gods Woord in 't huisgezin richt snoer is, is 't dit ook in de school. Het complement van het Huis met den Bijbel is do School met den Bijbel. Christelijk onderwijs onderstelt christelijke onderwij zers. Het gedoopte kind is erfgenaam van 't Koninkrijk Gods. Het onderwijs op school moet dus op den hemel zich rich ten. Er moet derhalve met de kerk ver band zijn. En gelijk nu de huisgezinnen vormen de maatschappij, zoo zoeken ook de afzonderlijke scholen zich te vereenigen, tot organisatie te komen; krachtens de wet der saamhouding van het gelijksoor tige vormt de Chr. Nationale School een kracht. Kerk en School in nationalen zin zijn de macht in 't volksleven En terwijl de Kerk als instituut in 't huisge zin de cultuurmacht voor 't geestelijke leven is, is dit de school voor 't burger lijke. Kerk en School zijn geroepen de handen van den Christenvader in zijn strijd en bij de opvoeding te sterken, ge lijk Aiiron en Hur Mozes ondersteunden. Of deze volgens de Schrift ware ge dachte omtrent het schoolwezen ook hi storisch vaststaat, althans ook in de ont wikkeling van 't schoolwezen naar ver wezenlijking streeft? De historie loert dat de school de dochter is der kerk. Profetenscholen wa ren niet voor 't volk, of voor de kinderen. Ook de scholen in Griekenland niet, die waren voor de wijzen, althans met de op voeding der kinderen hadden zij niets te maken. Elk huisvader was meester. Eerst na 's Heilands bevel, zie Matth. 28 19, is de school uit de catechisatie gegroeid. Augus- tinus gaf het eerste catechisatieboekje. Doch do catechisatieschool, zou zij iets presteeren, moest door lees- en schrijf onderwijs worden gesteund. Karei de Groote werkte die gedachte van den kerk vader uit, wikkelde de school los uit de omarming der kerk en zette ze apart. Naast een klooster een school. De idee der Volksschool leed later bijna schip breuk, doch de Kruistochten waren het middel om haar in eere te herstellen. Zoo ontstonden de eerste bijzondere (schrijf-) scholen, in tegenstelling met de klooster scholen, wel is waar een doorn in het oog der geestelijkheid, doch op de kerk een heilzamen invloed uitoefenend, dewijl zij haar dwongen 't onderwijs, wat het naturlijke aangaat, naar de behoefte van den nieuwen tijd te hervormen. De Reformatie door haar juisten blik op 't terrein der natuur en der genade, emancipeerde de overheid van de kerk, bracht de school uit die der geestelijkheid in de handen der overheid over. Een flinke stap vooruit. De Synode van Dordt besloot in haar 177e Sessie, aan H. H. Hoog Mogenden te verzoeken om eene „generale schoolorde" tot betering van 't school onderwijs. Wel behield de Kerk een groot overwicht op de school, doch 't onderwijs werd van toen af „voorwerp van de aan houdende zorg der regeering". Het rationalisme echter kwam en scheidde de terreinen van natuur en ge nade. Niet Gods Woord, maar de na tuurlijke Godskennis, onttrokken aan het normeerend gezag der Openbaring Gods, zou richtsnoer zijn. Een verschillende norm der waarheid voor natuur en voor genade werd vastgesteld. De Chr. Volks school werd uit haar voegen gelicht en gezet op den grondslag van het Algemeen Christendom. Vooral zondigde hierin de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Maar ook V. d. Palm in 1801 ondernam het de school op rationalistische leest te schoeien, waarbij alle „leerstellings" moest worden verwezen naar de catechisatie. Maar die poging was zelfs toen nog antinationaal. Er kwam reactie. De school van Schim- melpenuinck (1806) kwam tegemoet aan den wensch der protesteerende Chr. bevol king. Zij was echter niet een zuivere planting maar een ent slechts op den ouden stam waarvan eerst later de wrange vruchten zouden worden geoogst. Al bleven gebeden (formuliergebeden) voor en na de schooltijden voorgeschreven, al werd de landshistorie van alle onver draagzaamheid ontbolsterd en neutraal ge reconstrueerd, zoodat de school het kenmerk droeg van een gemengd Chr. School, in derdaad was zij algemeen Christelijke school boven geloofsverdeeldheid. De school werd propagandamiddel voor het liberalisme in het Roomsche zuiden. Voor 1830 had zij eerst als zoodanig tegen Rome gediend, daarna meer ge matigd om het vertoornde Rome te sussen. Na 1830 beleefde de school de terzijde stelling van den Chr. factor, het onderwijs werd van zuiver stoffelijken aard. En toen werd de drang naar de Chr. volksschool geboren. Men greep de diaconiescholen aan om althans de kinderen uit de lagere klasse te redden. Groot was hierbij de tegenwer king der overheid. Zelfs aan Groen van Prinsterer werd door het gemeentebestuur van 's-Graven- hage in die dagen de oprichting eener Christelijke school op eigen kosten gewei gerdals zijnde in strijd met de wet. Eerst in 1849 kon en mocht van de grondwet telijk gewaarborgde vrijheid van onderwijs worden gebruik gemaakt. En toen, on danks den liberalen drang tot de gemengde school, ontwaakte in het volk meer en meer het besef dat het den ouders vrij moet staan hunne kinderen op te brengen in 't geloof en de tucht hunner kerk. In 1857, dank zij verdeeldheid en ver raad van vrienden, kwam de nieuwe school wet tot stand waarbij onderwijs en opvoe ding voor goed gescheiden werdenen de liberalen de vrije school trachtten te fruiken met „Gedienstigheden der practijk" en kostelijk staatsonderwijs. Zoo had men dushet middeleeuwsche stadium, waarin de kerk voedster en ver zorgster der school washet reformatorisch stadium, waarin men voor de school voe ding en leiding zocht van de Christelijke overheiden het revolutionair stadium, waarin de staat volksopvoeder werd in puur godsdienstloozen zin. Thans leven wij in het tijdperk, waarin de school geniet en steeds meer genieten moet, niet van kerk of overheid, maar van de ouders. Op de ouders ligt van Godswege de roeping om de Christelijke school te onderhouden. De school niet onder de kerkdeze laatste heeft een andere roeping, van 't terrein der genade, zou zij op dat der natuur overstappen. De school onder de kerk, zou een teruggang zijn tot voor de reformatie toen de geestelijkheid als voog des in 't onmondige volksleven geprocla meerd werd. Geen valsche liefde tot de kerk mag ons haar doen opleggen met wat in de Schrift niet wordt geboden en door de Historie beslist wordt gewraakt. Een poging om de Schooi aan de kerk te binden, is altijd de school nadeelig geweest. De school is er niet om de kerk, maar om de kinderen. Wel hebben Staat en Kerk een roeping op 't gebied van 't onderwijs, mag de Staat eischen stellen en is de Kerk tot tucht oefening geroepen, toch moet de school, als opkomend uit het huisgezin, gelijk dit, een zelfstandig leven hebben. Hoe dat verband met de kerk moet zijn Wij leven in een abnormalen toestand welke meebrengt dat wjj verschillende diDgen zullen dragen ofschoon wij niet de volkomen ontplooiing van 't ideaal hebben bereikt. Het verband met de Kerk mag echter niet zoodanig zjjn dat de School it de Kerk wordt opgelost. Uitgangspunt zijwat geldt voor 't huisgezin geldt ook voor de school. De invloed van de kerk op het huisgezin kan nooit anders dan een geestelijke zijn de kerk is geroepen het woord Gods aan de huisgezinnen te bedienen, de Goddelijke waarheid toe te lichten ook op 't terrein der opvoeding; ook is zij geroepen om te vermanen tegen zonden, en de heiligheid van het recht Gods te handhaven. Wanneer wij dat nu overbrengen op de school, dan volgt hieruit niet dat de ouders aan de kerk vragen welke de beginselen zijn. Neen de kerk poneert de beginselen welke voor 't leven gelden, en dus ook gelden voor de school. De roeping der school als factor van 't nationaal leven, behoorde bij een eventueel herziening der Geloofs belijdenis, naast 't artikel over het ambt der overheid, aan de (37) artikelen, te worden toegevoegd. De Kerk heeft geen straffende macht, maar tracht het huisgezin te bezielen, dat 't gaat om de eere Godsdaarbij heeft zij de roeping de ouders onder de tucht te stellen wanneer zij hunne roeping verzaken tegen over het kind, ook de onderwijzers. En de school te brandmerken bij blijvende zonde. Maar wanneer de kerk ook onderwijs mag geven, dan wordt het een soort socialisme, dan heeft de kerk ook het recht zich te bemoeien met landontginning, droog making der Zuiderzee, zuivelinrichting, enz. Zoodra de grenslijn tusschen natuur en genade overschreden is, waar eindigt men dan wel niet. En met kerk bedoelt Spr. natuurlijk de kerk als instituut, niet de onzichtbare kerk, de kerk als organisme. In dien zin hadden de heeren Dieleman en ds. Littooij een vraag gedaan. Dat zij moest gedaan worden is de constateering van 't abnormale feit der gedeeldheid die de kracht der kerk breekt, en tegelijk de aansporing om tot die een heid te geraken, tot steeds zuiverder open baring te komen, opdat onder allerzijds toezicht en tucht op ouders en onderwijzers de school kunne bloeien. Dat behoeft dan niet aan een bepaalde kerk alleen te worden opgelegd. Elke afdeeling der Christenhond waar Gods Woord richtsnoer en de Belij denis in eere is, is tot die taak geroepen en bevoegd. Het laatste gedeelte van het verslag is samenvatting van het debat naar aanleiding van desbetreffende vrageu en opmerkingen. Maar slotsom was, allen waren het eens. De Hervormde predikant handhaafde zijn standpunt en de gereformeerde predikanten waren bevredigd op dit punt. Het was een leerrijke morgen. Verslag van de namiddagvergadering volgt later. 15 Mei 1902. Poltken. Ds. Pierson schrijft aan De Nederlander'. Misschien zullen uwe lezers er wel be lang in stellen eens te weten, hoe groot het aantal lijders en der sterfgevallen in Londen thans is. Er waren tot 12 April 6793 gevallen en tot 19 April 1130 sterf- ten. Volgens de opgaven van den Registrar- General waren er van 1015 sterfgevallen tot 5 April: 534 gevacc.; 398 ongevacc. en 83 twijfelachtig. Neemt men het getal 1130, dan volgt daaruit, dat naar dit getal er per jaar en per millioen stierven 353. Dit is bijna ge lijk aan dat van het jaar 1885, toen het 357 was. Doch toen bestond nog niet »the conscience clause". Heden zal de eerste samenkomst der Boerenafgevaardigden uit Transvaal en Vrij staat plaats hebben. De plaats van samen komst heet Vereeniging. Kitchener had er in toegestemd dat Boeren uit alle plaat sen aan de samensprekingen over de aan Engeland aan te bieden vredesvoorwaarden deelnemen, en de besluiten strikt geheim blijven. Indien de conferentie slaagt zal ook dienen te worden toegestaan dat met President Kruger en Leyds wordt geraad pleegd, en eerst dan de uitslag aan Kit chener wordt meegedeeld. Moge het nog voor Pinkster het groote Vredefeest bij uitnemendheidklinken door Zuid Afrika: Van Vereeniging begint de vrede Ned. Herv. Kerk. Middelburg. Naar wij vernemen zal ds. H. P. Stegenga op 8 Juni a. s. alhier voormidd. in de Nieuwe Kerk worden be vestigd door zijn oom ds. W. H. Stegenga, predikant te Oud-Loosdreeht. Geref. Kerken. Beroepen te Grjjpskerk A. J. de Boer cand. te Drachten. De heer J. Oranje Cz., geboren te Goes onderwijzer aan de Chr. School teSliedrecht, slaagde voor het na-examen voor den schoolraad, Chr. Nationaal en Gereformeerd Schoolraad. Er zal vóór 1 Aug. e. k. te Rotterdam en tusschen 1 Aug. en 31 Dec. e. k. te Groningen examens worden afgenomen ter verkrijging van een getuigschrift als vroed vrouw. Zij die tot die examens wenschen te worden toegelaten worden uitgenoodigd daarvan vóór 1 Juni e. k. schriftelijke op gave te doen aan den inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezicht voor Zuid-Hol land, dr W. P. Ruysch te 's Gravenhage, zoo zjj te Rotterdam wenschen te worden geëxamineerd. De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden dat in den loop van dit jaar een of meer adjunct-inspecteurs van den arbeid kunnen worden benoemddat aan de betrekking van adjunct-inspecteur van den arbeid is verbonden eene jaarwedde van f1500, die bij gebleken geschiktheid kan gebracht worden tot f2500: dat zij die op 1 Januari 1902 hun 36e levensjaar nog niet waren ingetreden en in aanmerking wenschen te komen voor de betrekking van adjunct- inspecteur van den arbeid, zich vóór 1 Juni a.s. bij gezegeld adres aan zijn Departement kunnen aanmelden, onder overlegging van hunne geboorte-akte en van diploma's en verdere stukken, waaruit kan blijken waar zij hunne theoretische kennis hebben ver kregen en aan welke inrichtingen zij prac tised werkzaam zijn geweest. Zij die zich zullen hebben aangemeld, zullen hetzij allen, hetzij een gedeelte van hen door den Minister vóór 20 Juni a.s. worden uit genoodigd om zich vermoedelijk in den loop der maand Juli a.s. te onderwerpen aan een onderzoek naar hunne geschiktheid en hunne bekwaamheid. Men schrijft ons uit Middelburg Na het schoone referaat van prof. Fabi us, waarop wij later later terugkomen, dankte de loco voorz. (mr Dieleman) den referent onder daverend applaus voor zijn woorden en sloot om des tijds wille werd geen debat gegeven ds. Littooij met dankzeg ging. Des avonds op het bepaalde uur trad Ds. A. v. d. Slugs v. Renkum in de Gast-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1902 | | pagina 1