A. P. Snoep,
STIJFSELGLANS
„Oprechte"
Haarlemmerolie.
l
i
Bijvoegsel van „DE ZEEUW" van Zaterdag 10 Mei 1902. No. 124
Overijselsehe Hypotheekbank
s
r
tmmmm
Advertentiën.
DEUDEKOM,
C. (Ie Koning
t
De tijd is weer daar
Salmiak-PastilleshSev™
te DEVENTER.
Inrichting voor slijpen van
Scheermessen en Scharen.
MIJ N
A dhlTIJl ores }*nGpt"I Het rooken eener halve Cigarette is vol-
CHVII doende ter bestrijding van de hevigste
KRAEPELIEN HOLM, Hofleveranciers, ZEIST. 2j
Bi
"•f
Met Beijers op Commando.
Slot.
»Afzaal" had het bevel geluid en in
het heerlijk vooruitzicht van spijs en rust
te genieten, na zulk een zwaren nachtmarsch
"waren weldra de paarden afgezadeld, ge-
kniehalsterd of gespannen, en verspreidden
de burgers zich door het dorp om brandstof
te zoeken. Ook ik dwaalde rond om de
huizen, zoekend waar ik in dit kale land,
waar bijna geen boom te bekennen viel,
wat droog hout kon machtig worden. Juist
was ik bezig, met inspanning van alle
krachten een plank los te werken uit eene
half vergane schutting, toen opeens het
»peng, pengmet het daarop volgende
siep... siep... van voorbijvliegende kogels
ons het bestaan van Engelsche Lee-Metford-
geweren herinnerde, en onzen zoeten droom
van rust, van braaivleesch en koffie en van
slaap, op wreede wijze verstoorde.
Van alle kanten kwamen de burgers naar
hunne paarden toe hollen, sommigen nog be
laden met hun brandhout, weinig lust gevoe
lend, het weg te smijten na zooveel moeite,
anderen onder het loopen de gausche dracht
neerwerpend om vlugger voort te komen. Het
had de eerste- oogenblikken wel iets weg
van een kleine paniek, waartoe de onzeker
heid van waar de aanval geschiedde en
hoe sterk de vijaDd was, niet weinig bijdroeg.
Een oude oom, die een schot in de dij had
gekregen, jammerde luidkeels, dat men hem
toch niet alleen moest laten en hielp daar
mede niet weinig de verwarring vergrooten.
Gelukkig mocht men uit de slechts bij
tussehenpoozen geloste salvo's al spoedig
opmaken, dat de vijand niet zoo heel tal
rijk kon zijn. Commandant Marais, van
de Zoutpansbergwachters, gaf last dekking
te zoeken achter de huizen en achter een
vrij hoogen wal. Den gewonden Oom liet
hij op een paard zetten en buiten het vuur
brengen. Wij brachten onze paarden achter
een groote watertank eii stelden ons zelf
op achter genoemden wal, van waar uit wij
zoo nu en dan het vuur onzer vijanden be
antwoordden; het was duidelijk, dat er niet
meer dan 15 20 Engelsehen konden zijn
die, verscholen in een schacht, ons stilletjes
hadden laten voorbijtrekken en nu ons, na
afgezadeld te zijn, hoopten »bij te trekken."
Het was een vrij gemoedelijke wijze van
vechten: wij konden alleen bij benaderihg
gissen in welke van de vele schachten onze
vijand verscholen was, wijl de afstand
tusschen ons zeker een duizend meter be
droeg, waardoor zij zoo goed als onzichtbaar
voor ons waren. Maar zij kregen van ons,
verscholen achter ons walletje en alleen
nu en dan eventjes er boven uitkijkend om
een schot te lossen, niet veel meer te zien.
Het gevolg was dan ook dat er aan onzen
kant (behalve de meer genoemde Oom) geen
gekwetsten of dooden vielen; en ik heb
maar weinig hoop dat het bij onze tegenpartij
anders gesteld is geweest.
Dat kon natuurlijk zoo niet blijven, te
meer wijl onze patronen te gering jn aantal
waren om ze zoo maar, zonder veel trefkans
te verschieten. Daar bovendien ons doel,
de verwoesting der mijnen van Benoni
(later bleek dat de Engelschen dien dag
een schade hadden geleden van 200,000 pd.)
bereikt was, besloot commandant Marais
die paar khakies maar in hun schacht te
laten en ons weer te voegen bij de hoofd
macht, die in dien tusschentijd verder ge
trokken was.
Dit moest evenwel met beleid geschieden,
want het was te voorzien, dat, zoodra wij
onze schuilplaats verlieten en in 't openbaar
zichtbaar werden, de Engelsehen in de
schacht een mikpunt zouden hebben. Een
voor een dus het paard achter de groote
watertank opgeklommen, den hoed vast op
het hoofd gedrukt, het paard de sporen in
de zij gestooten en als de wind jagend
tot achter den volgenden beschuttenden
keuvel, waar wij elkaar op zouden wachten.
Wel siep-siepten de kogels achter elk onzer
aan, en sloeg de stof der neerslaande pro
jectielen verdacht dicht bij ons neer doch
blijkbaar was de afstand te groot om veel
schade te kunnen doen.
Achter den wal, met den toom van 't
paard in den arm wachtend op mijn beurt,
zag ik een voor een mijn maats in vollen
galop wegrijden en verdwijnen achter den
keuvel. Eindelijk is het mijn tijd. Vrees
voel ik niet veelallen zijn er goed door
gekomen, waarom ik dan niet Ik spring
in het zadel, zet me schrap en voort gaat
ket. Nauwelijks van achter den beschut
tenden wal en de tank weg of daar gaat
ket weersiepsiepnaast en
boven me met een ongeregeld geknetter
van Lee-Metfordgeweren achter me. Wel
angstig gevoel zoo stellig te weten,
dat 15 a 20 menschen met alle studie hun
best doen je uit dit ondermaansehe tranen
dal te doen verdwijnen Waarlijk in zulke
oogenblikken voelt men maar weinig van
die tranen en zorgen en kommer waarmee
wij m onze sombere uren gewoon zijn dit
leven te stoffeéren, en het schijnt ons
niets dan begeerlijks te bieden, zoo moeilijk
valt het ons er van te scheiden.
Alles gaat goed gelukkig twee-, drie
honderd meter zijn reeds in vliegenden
galop afgelegd en ik acht mij reeds veilig,
als ik opeens vlak voor mij zie een groot
gat in den grond, bijna geheel met gras
toegegroeid ik wil mijn paard nog wenden,
stoppen, tevergeefshet volgende oogen-
Wik rolt mijn paard hals over kop over
den grond, en ik maak een salto-mortale
me mij een vijf meter verder brengt dan
de k°p van mijn ros. Ik lig eenige oogen
blikken als verdoofd, doch kom dan weer
"ij en bevind tot mijn eigen groote verba
zing, dat ik nog in het land der levenden
ben, ja zelfs geen arm of been gebroken
hebhet lijkt mij te wonderlijk om te ge-
looven. Doch veel tijd tot bespiegelen heb
ik niet, want het nog immer voortdurende
siep siep herinnert mij aan de
aanwezigheid mijner min-gewenschte
natuurgenooten en een kogel die opspat
tegen een nabijgelegen klip dringt mij tot
haast. Ik spring dus 'op, doch merk dat
mijn pijp uit mijn mond en mijn bril van
mijn neus verdwenen is. Ik werp een
vluchtigen blik in het rond en, wonder
boven wonder, daar liggen ze allebeiDe
pijp zonder tabak, doch de bril ongeschon
den haastig de pijp geborgen (voor vullen
en aansteken was het tijdstip wel wat
slecht gekozen,) den bril weer opgezet en
(het gebeurde alles in vrij wat korter tijd
dan ik het hier neerschrijftoen naar mijn
paard, dat zich in den tusschentijd ook
weer opgericht had en vrij verwonderd naar
mij stond te kijken; blijkbaar was het er
ook goed afgekomen. Vlug dus den zadel
gordel weer vast aangetrokken, in 't zadel
gewipt en voort ging het weer nu gelukkkig
zonder verdere ongelukken, zoodat ik eenige
oogenblikken daarna veilig bij mijn makkers
aankwam, die mij reeds „ad patres" waan
den en „jammer" hadden gekregen „voor
dat goeie Hollandertje." Het was tot
wederzijdseh genoegen, dat ik hun in persoon
het verkeerde van hun waan deed inzien.
Spoedig daarop waren wij allen ongedeerd
weer bij elkaar en reden, zonder door de
achterblijvende khakies verontrustte worden
verder, tot wij ons met de hoofdmacht
hereenigd hadden. Weldra zagen wij nu
de groote sehoorsteenen, pijpen, mijnwerken
met de in het zonlicht schitterende zinken
daken van pakhuizen, winkels enz. van
drie in eene lijn liggende dorpen voor ons
liggenElandsfontein, Boksburg en Brak-
pan. Onze koers richtte zich naar het mid
delste der drie, naar Boksburg.
Vol verwondering vroegen wij ons af of
wij dan midden op den dag, terwijl menscb
en dier na den langen nachtmarsch doodop
was van slaap en vermoeienis, met onze
macht van zeker nog geen 300 man, een
dorp zouden moeten aanvallen, welks forten
wij met het bloote oog in menigte konden
onderscheiden en waarin zeker geen gebrek
aan Engelschen zou zijn, zooals te Benoni
Blijkbaar is dit toch wel de bedoeling
van den generaal, want als wij naderbij
gekomen zijn, wordt de kleine strijdmacht
in twee afdeelingen gesplitst, waurvan de
eene, onder persoonlijk bevel van generaal
Beijers, naar de linkerzijde van het dorp
trekt, de andere onder bevel van comman
dant Marais, recht doorrijdt naar het dorp.
Ik bevind mij bij commandant Marais en
langzaam, stapvoets, want de paarden zijn
maar met moeite in galop te krijgen, trek
ken wij in diepe stilte voort tot wij in eene
leegte (vallei) gekomen zijn, waar wij door
een klein heuveltje voor den vijand worden
verborgen gehouden. Er wordt afgeklom
men, een paar worden aangesteld om de
paarden vast te houden en langzaam kruipt
het commando door het vrij hooge gras,
het geweer in de hand, naar boven.
Op den top van de bult gekomen, richt
de commandant zich op en schat den af
stand naar het naaste Engelsche fort; »600
yards" schat hij, en als wij eenige oogen
blikken daarna onze vizieren op dien afstand
gezet hebben, kraakt en knettert het weldra
aan alle kanten het gevecht is begonnen.
Wij liggen allen plat op den buik en richten
ons alleen zoo nu en dan boven het gras
uit op, 'juist hoog genoeg om de verschan
sing van den vijand te zien, schieten en
werpen ons dan weer plat ter neer om de
huls uit den loop te werken en een nieuwe
patroon er in te duwen. Van de Engelschen
zien wij maar weinig; ook zij geven zich
verscholen achter hun borstwering zoo min
mogelijk bloot. Blijkbaar zijn zij beter
voorzien van ammunitie dan wij, want het
giert van fluitende kogels boven onze hoof
den, terwijl wij zeer bedaard en bedacht
zaam met de patronen moeten omspringen
meer dan zestig heeft geen van ons er.
Onze commandant is dapper en flink als
altijd; overal tegenwoordig, moedigt hij de
burgers nu aan, dan vermaant hij ze tot
kalmte en bedaardheid om geen patronen
te vermorsennu eens gebukt zich begeven
van de eene zijde naar de andere, dan weer
zich recht oprichtend om te zien of de tijd
van stormen al daar is, en kalm, geheel
bloot voor den vijand, zijn geweer afschietend
op de vijandelijke Verschansing; doch steeds
zijn burgers vermanend zich niet onnoodig
bloot te geven. Aldus wordt er een goed
half uur, drie kwartier gevochten, zonder
dat een der partijen eenig voordeel schijnt
te behalen.
Daar roept mijn buurman (wij liggen
niet ver van elkander) mij opeens toe
»Oom Ernst het geval", en een rilling gaat
mij door de leden, als ik onzen comman
dant, den flinken, forschen man vol leven,
van daareven, roerloos op den grond zie
liggen, eenige passen van mij, de oogen
gesloten, een kleine wonde onder het
linkeroog. Het is of opeens eene algemeene
ontmoediging ons overvalt en als eenige
oogenblikken later een adjudant van gene
raal Beijers komt aanrijden met het bevel
om langzaam te retireeren, wijl men er
ook aan de linkerzijde niet in slaagt het
dorp in te komen, dan vernemen wij dit
bevel met verlichting. Het verlies van
onzen geliefden commandant heeft onzen
moed vernietigd. Men neemt een kombaars
en draagt den zwaar gewonde terug naar
den voet van den heuvel, waar de paarden
staan. Ook wij kruipen terug, nu en dan
halt houdend en schietend, om den vijand
niet te vroeg onzen aftocht te laten bemer
ken. Gelukkig zijn al onze paarden onge
deerd, doch de stomme dieren zijn blijkbaar
op van honger, dorst en vermoeienis.
Wij stijgen dus op en rijden vrij langzaam
in goede orde wij waren door den
heuvel nog altijd voor den vijand verborgen
weg. Blijkbaar was het tijd ook, want
wij zaten nog niet goed in den zadel of
daar hooren wij opeens het bekende, min
aangename pom-pom-pom van eenNorden-
feldt-maxim, en omkijkend zien wij in de
verte een gepantserden trein, die groote
wolken rook uitstootend, venijnig bommetjes
naar ons staat te werpen. Gelukkig is
blijkbaar de afstand te groot, want zij
barsten en vallen twee, drie honderd
meter van ons af. Bedenkend echter dat
die trein wel eens wat nader kon komen
en dan meer schade aanrichten, bleef er
niet veel anders over, dan er van door te
gaan, van de spoorlijn weg, hetgeen wij
dan ook in goede orde deden.
Onzen commandant moesten wij, hoe
zwaar dit ons ook viel, achterlaten; nog
vijf a zes honderd meter droegen wij hem
in de deken (een ambulancewagen hadden
wij niet), om hem zoo mogelijk uit'svijands
hadden te houdendoch blijkbaar was deze
wijze van vervoer te moeilijk voor den
zwaargewonde. Generaal Beijers komt
persoonlijk en na een kort gebed van ds.
Kriel nemen wij allen afscheid van Oom
Ernst, en menigeen komt een traan in de
oogen, wanneer hij bedenkt hoe onze aan
voerder ons nooit weer zal voorgaan in de
ure van het gevaar en hoe het »tot weer
zien", hetwelk wij hem toeroepen, wellicht
een ijdel woord is. De twee adjudanten
van den commandant worden ongewapend
bij den gewonde achtergelaten, met een
brief van generaal Beijers aan den bevel
hebber der Engelsche troepen te Boksburg,
waarin dezen verzocht werd aan den ge
wonde die hulp en verpleging te verschaffen,
die men onder beschaafde natiën ook aan
gewonde vijanden verschaft.
Ter eere van de Engelschen moet gezegd
worden, dat zij aan' dit vorzoek voldaan
en den gewonde verpleegd en opgepast
hebben, alsof het een der hunnen was
met dit gelukkige gevolg dan ook, dat de
schier hopeloos gewonde (hij had den kogel
onder het linkeroog ingekregen en van
achter er uit) geheel herstelde en eenige
maanden later uit zijn kamp in Indië
(waarheen hij na zijn herstel was gevoerd)
troostrijke brieven schreef aan zijn vrouw
en kinderen in het Pietersburgkamp.
Aldus eindigde onze tocht naar en aan
val op Bokburg. Wel een weinig moede
loos, omdat wij betrekkelijk zoo weinig
uitgevoerd hadden (buiten het verwoesten
der mijnen te Benoni), trokken wij in dien
middag nog een langen marsch tot een uur
na zonsondergangdoch toen wij afgezadeld
hadden en doodmoe ons terneer legden,
nadat koffie en biltong ons gesterkt hadden,
was weldra al onze zorg vergeten en vond
de volgende morgen ons weer volkomen
bereid en in staat den strijd opnieuw aan
te vangen.
De BANK sluit leeningen onder
eerste Hypothecair verband tegen matige
rente zonder vooruitbetaling, en geeft
4 pCt. Pandbrieven uit tegen den
koers van 991/» in stukken van
f1000.-, f5ÓÖ.- en f100.-.
Coupons betaalbaar 1 Januari en 1 Juli.
Inlichtingen worden gaarne verstrekt
door den heer W. KAKEBEEKE te Goes.
Pandbrieven verkrijgbaar bij de H.H.
FRANSEN YAN DE PUTTE ZOON
te Goes en bij H.H. Effectenhandelaren.
De Directie:
Mr. J. P. S. GUALTHÉRIE
VAN WEEZEL.
Mr. J. C. KAKEBEEKE.
Markt. Instrumentmaker. Middelburg.
Eerste kwaliteit Brillen, aan billijke
prijs, Breukbanden, Buikgordels.
BarometersKarntliermometers
Verrekijkers en Passerdoozen, prima
Scheermessen, Gesneden heften.
moet U gebruiken om
mooi te kunnen glansen.
NEEMT PROEF.
Gortstraat Middelburg.
P
-
Door Geneesh. algemeen aanbevolen.
Met Eere-Diploma en Goud Bekroonde
PRAEPARATEN VAN
yViiïfiQ.l nrnrllP de meest, krachtige en versterkende KINA-
Vgtllliq 1—i&l "vilt. WIJN tegen zwakte, zoowel bij kinderen als vol-
wassenen, gebrek aan eetlust, slechte spijsvertering, zenuwhoofdpijn, ter ver
sterking na ziekte of kraambed, koorts en hare gevolgen.
QUINA-LAROCHE FERRUGINEUXinhetbijzondertegenBIoedgebrek,Bleek-
zucht, kwalen van Kritischen leeftijd, enz. Verkrijgbaar in flacons 4 ƒ1.90 en ƒ1.
p UïlPJlfl voedzaam, versterkend, aangenaam van smaak, voor
v^aktlU, dagelijksch gebruik, vooral voor kinderen, zwakken en
klierachtige gestellen zeer aan te bevelen. Als geneeskrachtige drank bij stoornis
sen der spijsverteringsorganen en diarrhée, ook voor zuigelingen en kleine kin
deren. Prijs per bus 4 Kgr. 1.70, 4 Kgr. 0.90, a Kgr. 0.50.
r-
p Chemisch öïlz"Cf itlz"f»f* Speciaal voor Kindervoeding, in bussen 4 1
- zuivere ITtCmaUINCI Kgr/0.90. Kgr.0.50, Kgr.0.25.
aanvallen van Asthma etc. In doosjes 4 0.80 en 0.50.
Xamarinde Ronhons FRUIT> purgatief, tegen ver-
I qilldl 1I1UC UUUUUII3 st0TOing Aambeien, Migraine,
Congesties etc., vooral ook als laxans voor kinderen, bewijzen de Tamarinde Bon-
bons van KRAEPELIEN HOLM belangrijke dienstendaar de vorm voor het
kind begeerlijk en de smaak aangenaam is. Prijs per doosje ƒ0.90 en f 0.50.
koudheid en Keelpijn, het is een slijmoplossend en verzachtend
middel bij uitnemendheid, uitsluitend in fleschjes verkrijgbaar.
Prij$ 0.20 per fleschje.
j)e jPraepaj-aten ran KRAEPELIEN HOLM te Zeist, zijn allen
Fabriëkimerk voorzien van eliqnettenn'aarop de naam en handleekening en
verkrijgbaar bij de meeste sipo the kers en drogisten.
Hier/door maak ik bekend,
dat ik, ten einde den verkoop
van namaaksel van mijne
„OPRECHTE" Haarlemmer
olie onder mijnen naam tegen
te gaan, in de fleschjes mijnen
naam H Ir laten gieten
en de toilletten, waarin deze
gewikkeld zijn, voorzien lieb
van een WETTIG GEDE
PONEERD SEU1TETIHET
met mijn ROODE kandteeke-
nïng.
Alle flesc hj es waarin
dn k niet de naam C. do
Koning Tilly is gegoten
zijn beslist namaak van
mijne alleen Oprechte Haar
lemmerolie. Men eische dus
steeds de Haarlemmerolie
van deze beide kenmerken
voorzien, als zijnde de eenige
echte.
13 Achterstraat 15. HAARLEM.
Mijne Haarlemmerolie is verkrijgbaar
bij G. M. den Herder, Wijngaardstr. 81
en C. Snoep Hzn., Lange Vorststr., Goes.
Mijne „oprecht e" Haarlemmerolie
wordt niet verkocht door Gebr. Mulder
en Nathan Emanuel, te Goes en Joh.
de Roos, te Middelburg.
Dagelijks versch verkrijgbaar
vette Kalfskoppen van af 40 cent,
gekeurd door H.H. keurmeesters.
A. VAN VLIJMEN, Langedelft over
de Segeerstraat, Middelburg.
om naar het schelkoord te grijpen met het
doel een gave te vragen voor Chr.-Lectuur-
verspreiding onder de Militairen in Indië.
Och dat mijn belgelui veler oor en hart
doordringe, opdat de bijdragen mildelijk
vloeien mogen. Straks gaan vele rijkbe-
weldadigde Christenen en Christinnen naar
het buitenland en daar zal onze roepstem
niet tot hen doordringen. Daarom en ook
dewijl het heerlijk Pinksterfeest op handen
is, het feest zoo uitnemend geschikt tot
het blijmoedig breDgen van een ofl'er voor
de Zending, smeeken wij allen lezers en
lezeressen »Ach, gedenkt nu ook eens op
milde wijze aan onze arme jongens in dienst
van Koningin en Vaderland in Nederl.
Indië!" Voor de zending van het vorige
jaar ontvingen wij weer vele hartelijke
brieven getuigende van blijden dank en
waardeering. Zelfs ontving ik een innigen,
dankbaren brief van een gevangene die
reeds jaren gebukt gaat onder zijn wel
verdiende straf. Deze gevangen jonge
man is een heerlijke vrucht van den liefde-
arbeid van onze zwakke doch zeer ijverige
Zuster M. Jansz te Pati. Deze gevangen,
maar door Gods genade en ontferming ver
loste broeder in (Jhristus, die dagelijks in
zijn cel zich laaft aan de bron van Gods
Woord en aan zijn Chr. Scheurkalender,
roept mij zoo ernstig toe »Broeder Gruijs
houd toch aan, zoo lang God u het leven
spaart, met geldverzamelen voor Chi<.-
Lectuurverspreiding onder onze arme Ko
lonialen. Gij en allen die uw arbeid steu
nen, moogt li verzekerd houden dat heer
lijke verrassingen aan gindsche zijde des
grafs u wachten." Op grond van Gods
beloftePrediker 11:1, gelooven wij dit
met dien door Gods genade vrijgemaakten
en verlosten broeder. Welaan dan, lieve
Broeders en Zusters wilt ook gij in deze
genade en die verrassing deelen, geeft daar
dan s. v. p. getuigenis van door het zenden
van een gift, naardat de Heer u welvaren
schonk. God heeft den big moedigen gever
lief. Veel is er noodig. Mochten vele
groote en kleine vrachtjes ons toegezonden
worden in den vorm van postwissels of
aangeteekende brieven onder het motto
»Een Pinkstergave voor Indië". Wie be
richt van ontvangst wenscht, zorge s. v. p.
voor duidelijk leesbaar en volledig adres.
Wie opgave in dit blad verlangt, noeme
het blad s. v. p. er bij.
Met toebidding van een rijken Pinkster
zegen en beleefde groete, aanbevelend,
Uw aller dw. dienaar,
A. GRUIJS Sr.
Zaandam, Molenpad, Mei 1902.
P. S. Ook worden gebruikte Postzegels
steeds met veel dank ontvangen, niet voor
Leetuurverspreiding maar voor de Zending.
I* Indien U
T7-a,m. ZESOIS: óz ZOOIT
gebruikt, zijt U zeker deugdelijke waar te hebben. Deze JAMS staan onder
Controle van het Chemisch Bureau van Dr. Van Hamel Roos Harmens
te A m s t e r dam.
Vraagt ze bij uwen Wintelier.
9 Alfen aid. Rijn. Wed. C. ROK ZOON, Hofleveranciers.
-^i.merll^axa-rLscln.e Orgels.
De Cornish, Lakeside, Clough en Warren Orgels
zijn beslist eerste klasse fabrikaat en munten uit door sierlijken
stijl, schoonen toon en billijken prijs.
In verschillende stijlen en prijzen voorbanden bij JACs. STAAL Pz.,
Vraagt catalogus en prijs. eenig Agent. KAPELLE, bij Goes.